ESP Lancia Thema 2012 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2012, Model line: Thema, Model: Lancia Thema 2012Pages: 324, PDF Size: 3.72 MB
Page 281 of 324

Als de koelvloeistof (antivries) moet
worden bijgevuld, doet u dit via de
vulopening van het expansiereservoir.
Vul nooit te veel vloeistof bij.
VoorzorgsmaatregelenOPMERKING:
Wanneer u na enkele kilometers
de auto tot stilstand brengt, ziet u
mogelijk waterdamp opstijgen
vanuit de voorzijde van het motor-
ruimte. Dit is meestal het gevolg
van een hoge luchtvochtigheid, of
van regen of sneeuw die op de ra-
diator is achtergebleven en ver-
dampt wanneer de thermostaat-
klep opengaat, zodat er hete
koelvloeistof (antivries) in de radi-
ator kan stromen.
Wanneer bij een inspectie van de mo-
torruimte blijkt dat de radiator en de
slangen geen defecten vertonen, kunt
u gerust met de auto gaan rijden. De
damp zal snel verdwijnen.
Vul niet te veel vloeistof bij in hetexpansiereservoir.
Controleer het koelvloeistofgehalte (antivriesgehalte) in de radiator en
in het expansiereservoir. Als de koelvloeistof (antivries) moet wor-
den bijgevuld, moet ook de inhoud
van het expansiereservoir worden
beschermd tegen bevriezing.
Als u regelmatig koelvloeistof (an- tivries) moet bijvullen of het vloei-
stofpeil in het expansiereservoir
niet daalt wanneer de motor af-
koelt, moet het koelsysteem door
middel van een druktest op lekkage
worden gecontroleerd.
Zorg altijd voor een concentratie van minimaal 50% motorkoelvloei-
stof (antivries) en gedistilleerd wa-
ter, voor optimale corrosiebescher-
ming van de aluminium onderdelen
van uw motor.
Controleer of de overloopslangen van de radiator en het expansiere-
servoir niet gedeukt of geblokkeerdzijn.
Houd de voorzijde van de radiator schoon. Als uw auto is uitgerust met
airconditioning, reinigt u de voor-
zijde van de condensor.
Vervang nooit de thermostaat voor een zomer- of wintertype. Wanneer
vervanging noodzakelijk is, mag UITSLUITEND het gespecificeerde
type thermostaat worden inge-
bouwd. Andere typen kunnen lei-
den tot onvoldoende prestaties van
de koelvloeistof (antivries), een ho-
ger brandstofverbruik en hogere
emissiewaarden.
REMSYSTEEM
Om altijd optimale remprestaties te
waarborgen, moeten alle onderdelen
van het remsysteem regelmatig wor-
den gecontroleerd. Raadpleeg "On-
derhoudsschema" voor de juiste on-derhoudsintervallen.
WAARSCHUWING!
Rijden met ‘slippend rempedaal’ is
gevaarlijk en kan ongevallen veroor-
zaken. Rijden met de voet op het
rempedaal veroorzaakt abnormaal
hoge remtemperaturen, verhoogt de
slijtage van de remblokken en kan
leiden tot het uitvallen van het rem-
systeem. Dan heeft u in noodgeval-
len niet het volledige remvermogen
tot uw beschikking.
275
Page 284 of 324

LET OP!(Vervolgd)
De vloeistof is in de fabriek op het
juiste peil gebracht en vereist on-
der normale gebruiks-
omstandigheden geen aandacht.
Als echter een vloeistoflek in de
versnellingsbak optreedt, moet u
onmiddellijk contact opnemen
met een erkende dealer. De ver-
snellingsbak kan anders schade
oplopen. Uw erkende dealer be-
schikt over de juiste hulpmiddelen
om het vloeistofpeil nauwkeurig
bij te vullen.
Vloeistof verversen en filtervervangen
Raadpleeg "Onderhoudsschema"
voor de juiste onderhoudsintervallen.
Wanneer de versnellingsbak uit el-
kaar wordt genomen, moet de vloei-
stof en de filter worden vervangen. ACHTERAS
Wanneer uw voertuig normaal onder-
houden wordt, is het niet noodzake-
lijk om periodiek het peil van de vloei-
stoffen te controleren. Wanneer om
andere redenen onderhoud gepleegd
wordt aan het voertuig, dient ook de buitenkant van de assen geïnspec
teerd te worden. Wanneer u olielek-
kage vermoedt, dient u het vloeistof-
peil te controleren. Zie "Vloeistoffen,
Smeermiddelen en Originele Onder-
delen" in "Onderhoud van uw voer-
tuig" voor meer informatie.
Vloeistofpeil controleren
Controleer het vloeistofpeil door de
vuldop op de as te verwijderen. Het
vloeistofniveau moet reiken tot de on-
derkant van de vulopening. Indien
nodig moet vloeistof worden bijgevuld
tot aan het juiste niveau. Zie "Vloei-
stoffen, Smeermiddelen en Originele
Onderdelen" in "Onderhoud van uw
voertuig" voor meer informatie.
Asolie verversen
Raadpleeg "Onderhoudsschema"
voor de juiste onderhoudsintervallen.
VERZORGING VAN DE
AUTO EN BESCHERMING
TEGEN ROEST
Carrosserie en lak beschermen
tegen roest
De aandacht die aan de carrosserie
moet worden besteed is sterk afhan-
kelijk van de weersinvloeden en het
gebruik van de auto. Strooizout in de
winter en chemische producten die in
andere seizoenen op bomen en in weg-
bermen worden gespoten, hebben een
sterk corrosieve invloed op de carros-
serie. Buiten parkeren en blootstelling
aan schadelijke stoffen in de atmo-
sfeer en op de wegen, extreem warm
of koud weer en andere uitersten kun-
nen de lak, de sierlijsten en de be-
schermende laag aan de onderzijde
van de auto beschadigen.
De onderstaande onderhoudsadvie-
zen helpen om de carrosserie van uw
auto gedurende lange tijd in optimale
conditie te houden.
Oorzaken van corrosie
Corrosie ontstaat door blootstelling
van het metaal aan weersinvloeden,
doordat de lak en beschermende coa-
tings op uw auto werden beschadigd
of loslieten.
De meest voorkomende oorzaken zijn:
strooizout, vuil en achterblijven
van vocht.
steenslag.
insectenresten, teer en boomvocht.
278
Page 287 of 324

schrapers of andere scherpe instru-
menten die krassen kunnen maken op
de elementen.
Wanneer u de spiegels schoonmaakt,
moet u het reinigingsmiddel op de
gebruikte doek aanbrengen. Spuit de
reinigingsvloeistof niet rechtstreeks
op de spiegel.
Reinigen van kunststoflenzen in instrumentengroep
De lenzen voor de meetinstrumenten
in deze auto zijn vervaardigd uit glas-
heldere kunststof. Wees bij het reini-
gen hiervan extra voorzichtig om geen
krassen te veroorzaken.
1. Reinig met een zachte vochtige
doek of met een doek van microvezel.
Eventueel kan een sopje van zachte
zeep worden gebruikt, maar gebruik
in geen geval reinigingsalcohol of bij-
tende of schurende reinigingsmidde-
len. Verwijder de zeep met een schone,
vochtige doek.
2. Drogen met een zachte doek.
Verzorging van autogordels
Bleek of verf de gordels nooit en reinig
ze niet met chemische oplosmiddelen
of schurende reinigingsmiddelen. Degordelband kan hierdoor worden aan-
getast. Ook zonnestraling kan de stofaantasten.
Als u de gordels moet reinigen, ge-
bruik dan een lauw sopje van een mild
reinigingsmiddel. Verwijder de gor-
dels hiertoe niet uit de auto.
Laat de gordels vervangen wanneer ze
gaan rafelen, slijtplekken vertonen of
wanneer de gespsluitingen niet goed
functioneren.
De bekerhouders in de
middenconsole reinigen
Reinig met een vochtige doek en een
mild reinigingsmiddel met de beker-
houder in de middenconsole. OPMERKING:
De bekerhouder kan niet worden verwijderd. ZEKERINGEN GEÏNTEGREERDE VOEDINGSMODULE
De geïntegreerde voedingsmodule be-
vindt zich in de motorruimte. Deze
module bestaat uit zekeringen en re-lais.
LET OP!
Let erop dat de kap van de geïn
tegreerde voedingsmodule tijdens
het aanbrengen in de juiste stand
wordt geplaatst en volledig wordt
vergrendeld. Als dit wordt nagela-
ten, kan er water in de geïnte
greerde voedingsmodule komen,
waardoor mogelijk storing in het
elektrische systeem optreedt.
(Vervolgd)
Geïntegreerde voedingsmodule
281
Page 303 of 324

herhaaldelijke korte ritten (minderdan 7-8 km) bij temperaturen on-
der het vriespunt;
motor draait vaak stationair, rijden van lange afstanden met lage snel-
heden of langere perioden zondergebruik.
U dient de volgende inspecties vaker
uit te voeren dan is aangegeven in hetonderhoudsschema:
remblokken vóór op conditie en slijtage contoleren;
controleren of sloten van motorkap en scharnieren schoon en vol-
doende gesmeerd zijn;
visuele controle uitvoeren van con- ditie van: motor, versnellingsbak,
pijpen en leidingen (uitlaat -
brandstofsysteem - remmen) en
rubberdelen (hoezen - manchetten
- bussen - enz.);
accustatus en het accuvloeistofni- veau (elektrolyt) controleren; visuele controle uitvoeren van de
conditie van de hulpaandrijfrie-men;
motorolie controleren en indien no- dig verversen en oliefilter vervan-gen;
pollenfilter controleren en indien nodig vervangen;
luchtfilter controleren en indien no- dig vervangen.
Onderhoudsschema — dieselmotoren
Om u de beste rijervaring te geven
heeft de fabrikant een specifiek on-
derhoudsschema opgesteld aan de
hand waarvan u kunt zorgen dat uw
auto goed en veilig blijft rijden.
De fabrikant raadt aan deze onder-
houdsbeurten te laten uitvoeren bij de
dealer waar u de auto heeft gekocht.
De monteurs bij de dealer kennen uw
auto het beste en hebben toegang tot informatie van fabrieksgetrainde spe-
cialisten, oorspronkelijke onderdelen
van Lancia en speciaal ontworpen
elektronische en mechanische instru-
menten waarmee kostbare reparaties
in de toekomst kunnen worden voor-komen.
De onderhoudsbeurten moeten wor-
den uitgevoerd zoals aangegeven in
dit hoofdstuk. OPMERKING:
Onder geen beding mogen de inter-
valtermijnen voor olieverversing
groter zijn dan 20.000 km of 12
maanden, afhankelijk van wat
eerst komt.
LET OP!
Als het vereiste onderhoud achter-
wege wordt gelaten, kan uw auto
hierdoor schade oplopen.
297
Page 306 of 324

Periodieke controles
Na elke1.000 km of voorafgaand aan
lange ritten het volgende controleren
en eventueel bijvullen:
koelvloeistof;
remvloeistof;
ruitensproeiervloeistof;
bandenspanning en staat van de banden;
werking van verlichting (koplam- pen, richtingaanwijzers, waarschu-
wingsknipperlichten, enz.);
werking van ruitenwissers/- sproeiers, stand en slijtage van
voor- en achterwisserbladen.
Na elke 3.000 km het motoroliepeil
controleren en indien nodig bijvullen. Gebruik van auto onder zwareomstandigheden
Als de auto hoofdzakelijk onder een
van de volgende omstandigheden
wordt gebruikt:
trekken van aanhangwagen of ca-
ravan;
stoffige wegen;
herhaaldelijke korte ritten (minder dan 7-8 km) bij temperaturen on-
der het vriespunt;
motor draait vaak stationair, rijden van lange afstanden met lage snel-
heden of langere perioden zondergebruik.
U dient de volgende inspecties vaker
uit te voeren dan is aangegeven in hetonderhoudsschema:
remblokken vóór op conditie en slijtage contoleren;
controleren of sloten van motorkap en scharnieren schoon en vol-
doende gesmeerd zijn; visuele controle uitvoeren van con-
ditie van: motor, versnellingsbak,
pijpen en leidingen (uitlaat -
brandstofsysteem - remmen) en
rubberdelen (hoezen - manchetten
- bussen - enz.);
accustatus en het accuvloeistofni- veau (elektrolyt) controleren;
visuele controle uitvoeren van de conditie van de hulpaandrijfrie-men;
motorolie controleren en indien no- dig verversen en oliefilter vervan-gen;
pollenfilter controleren en indien nodig vervangen;
luchtfilter controleren en indien no- dig vervangen.
300
Page 313 of 324

Automatische versnellingsbakSpeciale additieven . . . . . . . 277
Autostick . . . . . . . . . . . . . . . 198
Bagage (belading) . . . . . . . . . 225
Bagage laden . . . . . . . . . 131,287
Banden . . . . . . . . . . . . . . 59,210 Algemene informatie . . . . . . 210
Bandenspanning . . . . . . . . . 210
Controlesysteem voor
bandenspanning . . . . . . . . . 216
Hoge snelheden . . . . . . . . . 211
Lekke band vervangen . . . . 246
Levensduur van de
banden . . . . . . . . . . . . . . . 214
Opkrikken . . . . . . . . . . . . . 247
Radiaalbanden . . . . . . . . . . 212
Reservewiel . . . . . . . . . . . . 246
Rotatie . . . . . . . . . . . . . . . 216
Slijtagemarkeringen . . . . . . 214
Sneeuwkettingen . . . . . . . . 215
Spanning . . . . . . . . . . . . . . 211
Spinnen, doordraaien . . . . . 213Thuiskomertje,
noodreservewiel . . . . . . . . . 212
Trekken van
aanhangwagen . . . . . . . . . . 232
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . 210 Veroudering (levensduur van
de banden) . . . . . . . . . . . . 214
Vervangen . . . . . . 214,246,247
Waarschuwinglampje
bandenspanning . . . . . . . . . 142
Bandenslijtage,
slijtagemarkeringen . . . . . . . . 214
Bandenspanning . . . . . . . . . . 211
Batterij van de
afstandsbediening vervangen . . 18Bedrijfshandboek
(instructieboekje) . . . . . . . . . . . 6
Bekerhouder achterin . . . . . . . 130
Bekerhouders . . . . . . . . . 130,281
Benzine (brandstof) . . . . . . . . 221
Besparend . . . . . . . . . . . . . 154
Benzine, schone lucht . . . . . . . 222
Bergvakje zonnebrillen . . . . . . 122
Beslagen ruiten . . . . . . . . . . . 176
Bevrijden van vastgereden
voertuig . . . . . . . . . . . . . . . . 252Bijkomende
veiligheidssystemen - Airbag . . . 38
Bougies . . . . . . . . . . . . . . . . . 291
Brandstof . . . . . . . . . . . . 221,223 Additieven . . . . . . . . . . . . . 222
Benzine . . . . . . . . . . . . . . . 221
Besparend . . . . . . . . . . . . . 154
Besparend functie . . . . . . . . 154 Diesel . . . . . . . . . . . . . . . . 223
Meter . . . . . . . . . . . . . . . . 144
Octaangehalte . . . . . . . 221,291
Tankinhoud . . . . . . . . . . . . 290
Technische gegevens . . . . . . 291
Vulklep (gasdop) . . . . . . . . 144
Waarschuwingslampje . . . . . 151
Brandstof tanken . . . . . . . . . . 224
Brandstofbesparing . . . . . . . . 154
Brandstofoptimalisering . . . . . 154
Buitenverlichting . . . . . . . . 60,86
Camera achter . . . . . . . . . . . . 120
Carrosserie, smering van
mechanismen . . . . . . . . . . . . 269
CD, onderhoud . . . . . . . . . . . 170
Certificatielabel . . . . . . . . . . . 225
Certificatielabel voertuig . . . . . 225
Computer, boordcomputer . . . 156
Console, vloer . . . . . . . . . . . . 131Contact Sleutel . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Controle,
bandenspanningssysteem . . . . 216
Controlelampje Olie
verversen . . . . . . . . . . . . 142,153
Cruise control
(snelheidsregeling) . . . . . . . . . 100
307
Page 316 of 324

Krik, gebruik . . . . . . . . . . . . 247
Krik, locatie . . . . . . . . . . . . . 246
Laden van het voertuig . . 225,226 Lage
bandenspanningsysteem . . . . . 216
Lampje Check Engine
(storingslampje) . . . . . . . . . . 144
Lampjes . . . . . . . . . . . . . . . 60,86ABS . . . . . . . . . . . . . . . . . 146
Airbag . . . . . . 43,44,47,58,144
Alarm . . . . . . . . . . . . . . . . 146Alarmsysteem
(diefstalbeveiliging) . . . . . . 146
Automatische koplampen . . . 87
Bandenspanningscontrole . . 142, 216
Buitenverlichting . . . . . . . . . 60Diefstalalarm
(beveiliging) . . . . . . . . . . . 146Dimmer
instrumentenpaneel . . . . . . . 91
Dimschakelaar, koplamp . . . . 90
Elektronisch
Stabiliteitsprogramma
(ESP) . . . . . . . . . . . . . . . . 209
Gevaarknipperlichten . . . . . 239
Grootlicht . . . . . . . . . . . . . . 90
Grootlicht/dimmer . . . . . . . . 90 Indicatielampje grootlicht . . 142
Instapverlichting . . . . . . . . . 17
Instrumentenpaneel . . . . . . . 86
Interieur . . . . . . . . . . . . . . . 91
Kaartleeslampjes . . . . . . 90,122
Knipperlichten . . . . . . . . . . . 90
Koplampen . . . . . . . . . . 86,288
Koplampen aan met
ruitenwisser . . . . . . . . . . 87,94
Koplampschakelaar . . . . . . . 86Langzaam-rijdenfunctie(instrumentenverlichting
overdag) . . . . . . . . . . . . . . . 92
Licentie . . . . . . . . . . . . . . . 289
Make-upspiegeltje . . . . . . . . 71
Mistlampen . . . . . . . . . . . . 142
Onderhoud . . . . . . . . . 287,288
Richtingaanwijzer . . . . . . 60,90
Service Engine Soon
(storingslampje) . . . . . . . . . 144
SmartBeams . . . . . . . . . . . . 88Storingslampje
(motorcontrole) . . . . . . . . . 144
Tractiecontrole . . . . . . . . . . 209
Vervangen . . . . . . . . . . 287,288
Waarschuwing (Beschrijving
instrumentenpaneel) . . . . . . 141
Waarschuwing aan
koplampen . . . . . . . . . . . . . 89Waarschuwing
brandstofniveau . . . . . . . . . 151
Waarschuwing lichten aan . . . 89
Waarschuwing
rembekrachtiging . . . . . . . . 209
Waarschuwing remmen . . . . 145
Waarschuwing
veiligheidsgordel . . . . . . . . 147
Wachten om te starten . . . . 151
Lampjes vervangen . . . . . 287,288
Lampjes, vervanging . . . . . 60,287
Lane Change Assist . . . . . . . . . 90
Lastverdelingssysteem . . . . . . 135
LATCH-systeem (Onderste
bevestigingspunten en -banden
voor kinderzitjes) . . . . . . . . . . . 53
Lekke band vervangen . . . . . . 246
Lekken, vloeistof . . . . . . . . . . . 60
Levensduur van de banden . . . 214
Luchtfilter, motor
(luchtreinigingsfilter motor) . . 266
Make-upspiegeltjes . . . . . . . . . 71 Maximaal
voertuiggewicht . . . . . . . . 226,227
Maximale asbelasting . . . . 226,227Meters Brandstof . . . . . . . . . . . . . 144
Snelheidsmeter . . . . . . . . . . 144
310