Lancia Thesis 2004 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2004, Model line: Thesis, Model: Lancia Thesis 2004Pages: 382, PDF Size: 4.74 MB
Page 301 of 382

297
ZEKERINGEN IN DE
ZEKERINGENKAST OP HET
DASHBOARDDe zekeringen van de belangrijkste sys-
temen bevinden zich in een zekeringen-
kastje links van het stuurwiel op het
dashboard, achter het opbergvak ( fig.
72 ).
De zekeringen zijn bereikbaar nadat
het opbergvak A(fig. 71) is verwij-
derd door met een schroevendraaier
de twee bevestigingspennen Blos te
draaien. Deze zijn bereikbaar als het
vak is geopend. Maak na het vervan-
gen van de zekeringen het opbergvak
weer vast met de twee pennen.
In het zekeringenkastje bevindt zich
een tangetje waarmee de zekeringen
kunnen worden uitgenomen. In het bovenste deel van het zeke-
ringenkastje zijn naast elkaar de re-
servezekeringen geplaatst A(fig. 72)
met verschillende stroomsterkte.
De systemen die door de zekeringen
( fig. 73) worden beveiligd, staan in de
tabellen op de volgende pagina’s. BELANGRIJK
Het is raadzaam om
na het vervangen van een zekering de
reservevoorraad weer aan te vullen.
ZEKERINGEN IN DE ZEKERIN-
GENKAST IN DE MOTORRUIMTE
Het zekeringenkastje bevindt zich
links in de motorruimte.
De zekeringen zijn bereikbaar nadat
het deksel A(fig. 74) is verwijderd
door de borgveren Blos te haken.
fig. 71
L0A0144b
fig. 72
L0A0143b
fig. 73
L0A0265b
fig. 74
L0A0145b
Page 302 of 382

298
De systemen die door de zekeringen
( fig. 75) worden beveiligd, staan in de
tabellen op de volgende pagina’s.
Maak na het vervangen van de ze-
keringen het deksel weer vast met de
borgveren. ZEKERINGEN IN DE
BAGAGERUIMTE
De zekeringenhouder ( fig.77) be-
vindt zich rechts in de bagageruimte,
in het servicevak.
Draai, om het klepje van het servi-
cevak te openen, met de contactsleu-
tel de sluiting A(fig. 76) in stand 1
en trek het klepje omlaag. Aan de zijkanten van de houder, in
verticale stand, zijn de reservezeke-
ringen met verschillende stroom-
sterktes (ampère) geplaatst.
De systemen die door de zekeringen
( fig. 78) worden beveiligd, staan in de
tabellen op de volgende pagina’s.
fig. 75
L0A0267b
fig. 76
L0A0275b
fig. 77
L0A0146b
fig. 78
L0A0266b
Page 303 of 382

299
MIDI-FUSE en MEGA-FUSE
Zekeringenkast dashboard 1
Zekeringenkast dashboard 2
Zekeringenkast bagageruimte
Zekeringenkast motorruimte
Zekering
1
2
3
4
Ampère
70
50
60
150
Plaats
fig. 70
fig. 70
fig. 70
fig. 70
Buitenverlichting
Bediening buitenverlichting (afstelling schemersensor)
Richtingaanwijzers (pijlen)
Grootlicht rechts
Grootlicht links
Dimlicht rechts
Dimlicht links
Achteruitrijlichten
Derde remlicht
Waarschuwingsknipperlichten
Mistlampen
Zekering
23
16 8
10
24
25
21
14
16
14
Ampère
7.5 10
10
10
15
15
7.5 10
10
15
Plaats
fig. 73
fig. 73
fig. 75
fig. 75
fig. 73
fig. 73
fig. 73
fig. 73
fig. 73
fig. 75
Page 304 of 382

300
Systeem/component en gebruikers
Vrij
Aansteker
Airbag
Voeding knooppunt bagageruimte 1
Voeding knooppunt bagageruimte 2
Versterker hifi-audiosysteem
Hoofdsteunen achter (omlaag zetten)
Bagageruimte (actuator elektrisch bediend slot)
Bobines (benzine-uitvoeringen)
Spoelen van relais zekeringenkast motorruimte
Zekering
1
6
8
12
17
18
21
23
22
18
9
5
7
3
11
19
21
Ampère
–
–
–
–
–
–
–
–
20
7.5 20
20
25
25
20
15
7.5
Plaats
fig. 78
fig. 78
fig. 78
fig. 78
fig. 78
fig. 78
fig. 78
fig. 78
fig. 73
fig. 73
fig. 73
fig. 73
fig. 78
fig. 73
fig. 78
fig. 75
fig. 73
Interieurverlichting
Bagageruimteverlichting
Plafondverlichting achter
Motorruimteverlichting
Portierverlichting
Zekering
13
13
6
13
Ampère
10
10
10
10
Plaats
fig. 73
fig. 73
fig. 73
fig. 73
Page 305 of 382

301
Systeem/component en gebruikers
Regeleenheid koplampafstelling
Regeleenheid aanhanger (voorbereiding)
Regeleenheid stuurbekrachtiging
Claxon
Bediening ruitenwissers
Bediening remlichten (NC)
Bediening remlichten (NA)
Start-/contactslot
Aircocompressor
Cruise-control (bediening)
Cruise-control (knooppunt adaptieve)
Aanjager
Elektroventilateur van motorkoelsysteem (eerste)
Elektroventilateur van motorkoelsysteem (tweede)
Koplampunit rechts (regeleenheid)
Koplampunit links (regeleenheid)
Dieselfilter (PTC)
Elektronische inspuiting
Inspuitventielen (JTD-uitvoeringen)
Interface knooppunt instelling bestuurdersstoelZekering
14
251
15
11
23
20
14 7
12
20
20 5
3
4
10
10
16
13
19
14 Ampère
10
15
10
7.5 15
7.5
7.5 10
20
7.5
7.5
7.5 40
60
20
7.5
7.5 20
7.5 20 Plaats
fig. 73
fig. 73
fig. 73
fig. 73
fig. 75
fig. 73
fig. 73
fig. 73
fig. 75
fig. 75
fig. 73
fig. 73
fig. 75
fig. 75
fig. 78
fig. 78
fig. 78
fig. 75
fig. 75
fig. 75
Page 306 of 382

302
Systeem/component en gebruikers
Interface knooppunt automatische versnellingsbak
Interface knooppunt klimaatregeling
Interface knooppunt motormanagementsysteem
Interface knooppunt remsysteem
Koplampsproeiers
Achterruitverwarming
Startmotor automatische versnellingsbak
NEC
NIM
Knooppunt instelling passagiersstoel
Knooppunt stuurslot
Knooppunt Brake Assistant
Knooppunt remsysteem (voeding)
Knooppunt remsysteem (NFR 1)
Knooppunt remsysteem (NFR 2)
Kooppunt telematica-info
Knooppunt gierhoeksensor
Zekering
15
236
15
22
19
15
17
17
14
15
6
14
22
19
19
19 1
6
6
19
19
Ampère
10
7.5
10
7.5
7.5
7.5
20
30
30
10
7.5
10
10
10
10
7.5
7.5
40
40
10
10
7.5
Plaats
fig. 78
fig. 73
fig. 73
fig. 73
fig. 75
fig. 73
fig. 75
fig. 73
fig. 75
fig. 78
fig. 73
fig. 73
fig. 78
fig. 78
fig. 78
fig. 73
fig. 73
fig. 75
fig. 75
fig. 73
fig. 78
fig. 73
Page 307 of 382

303
Systeem/component en gebruikers
Knooppunt Keyless System
Knooppunt bestuurdersportier
Knooppunt bestuurdersportier (voeding)
Knooppunt passagiersportier
Knooppunt passagiersportier (voeding)
Knooppunt instrumentenpaneel
Knooppunt stuurhoeksensor
Knooppunt parkeersensoren
Knooppunt TV-tuner
Knooppunt bagageruimte
Knooppunt stuurwiel
Bedieningspaneel middenconsole
Brandstofpomp
Portieren (actuatoren elektrisch bediend slot)
Voorgloeibougies
Diagnosestekker EOBD
Stekkerdoos in bagageruimteZekering
22
118
11
23
10
14
16
19
19
15
14
15
11
15
15
21
11 2
6
22 Ampère
10
20
20
20
7.5
20
10
10
10
7.5
7.5
10
7.5
20
7.5
7.5 15
20
60
10
20 Plaats
fig. 78
fig. 78
fig. 73
fig. 78
fig. 73
fig. 73
fig. 73
fig. 73
fig. 78
fig. 73
fig. 73
fig. 78
fig. 73
fig. 78
fig. 73
fig. 73
fig. 75
fig. 78
fig. 75
fig. 73
fig. 73
Page 308 of 382

304
Systeem/component en gebruikers
Stekkerdoos in armsteun achter
Standverwarming (regeleenheid)
Hulpverwarming
Verwarming voorruit
Verwarming ruitensproeiermonden
SCS
Elektrisch bedienbare bestuurdersstoel (verplaatsing)
Elektrisch bedienbare passagiersstoel voor (verplaatsing)
Stoelen voor (verwarming)
Zitplaatsen achter (verwarming)
Primaire componenten (elektronische inspuiting)
Sirene diefstalalarm (regeleenheid)
CONNECT
Tankklepje (ver-/ontgrendeling)
Zonnescherm achterruit
Ruitenwissers-/sproeiers
Opendak (interface regeleenheid)
Stuurwiel (verstelling)Zekering
132
3
4
9
7
7
15 5
9
16
20
20 6
6
11 4
12 2
5 Ampère
20
15
20
50
30
15
15
7.5 30
30
20
20
15
10
10
10
15
30
20
30 Plaats
fig. 78
fig. 73
fig. 78
fig. 75
fig. 75
fig. 73
fig. 73
fig. 73
fig. 78
fig. 78
fig. 78
fig. 78
fig. 75
fig. 73
fig. 73
fig. 73
fig. 73
fig. 73
fig. 78
fig. 78
Page 309 of 382

305
ALS DE ACCU MOET WORDEN LOSGEKOPPELD
De accu is aan de linker zijde in de ba-
gageruimte geplaatst en wordt be-
schermd door kap B(fig. 79). Draai
knop Alos voor het verwijderen van de
kap.
GELADEN ACCU LOSKOPPELEN
Als de geladen accu moet worden los-
gekoppeld (bijvoorbeeld om de auto lan-
gere tijd buiten gebruik te stellen), dan
moeten de volgende werkzaamheden in
de aangegeven volgorde worden uitge-
voerd:
1) Open het kofferdeksel door op de
toets op de middenconsole of op de af-
standsbediening te drukken.
2) Druk met de hand op de haak A
( fig. 80) in het kofferdekselslot, totdat deze haak volledig in het slot is verzon-
ken en de elektrisch bediende sluitbe-
weging wordt geactiveerd.
3) Verwijder de kap en maak de klem-
men los van de accupolen.
4) Draai de sleutel linksom in de slot-
cilinder op de buitenzijde van het koffer-
deksel om de haak weer uit te klappen
( fig. 81).
5 ) Vervolgens kan het kofferdeksel vol-
ledig worden gesloten, terwijl de accu
losgekoppeld blijft.
6) Als de accu weer moet worden aan-
gesloten, open dan het kofferdeksel door
de sleutel in het slot tot tegen de aanslag
linksom te draaien en gelijktijdig licht op
de onderrand van de kentekenplaat-
fig. 79
L0A0030b
fig. 80
L0A0332b
fig. 81
L0A0181b
houder te drukken om de benodigde be-
dieningskracht te verlagen ( fig. 81).
7 ) Sluit de klemmen weer op de accu-
polen aan en monteer de kap.
8) Druk op knop A(fig. 81) om de
normale werking van het slot te herstel-
len.
9) Sluit het kofferdeksel met de hand,
zonder het kofferdeksel dicht te slaan;
het elektrische servomechanisme van het
slot verzorgt de volledige sluiting.
10) Voer de initialisatieprocedure voor
de regeleenheden van de portierver-
grendeling, de klimaatregeling en het
ESP-systeem uit, zoals hierna is be-
schreven.
Page 310 of 382

306
LEGE ACCU LOSKOPPELENAls een lege accu moet worden los-
gekoppeld (voor opladen of vervan-
gen), dan moeten de volgende werk-
zaamheden in de aangegeven volg-
orde worden uitgevoerd:
1) Open het kofferdeksel vanaf de
buitenzijde door de sleutel tot tegen
de aanslag in het slot linksom te
draaien ( fig. 81). Druk gelijktijdig
licht op de onderrand van de kente-
kenplaathouder om de benodigde be-
dieningskracht te verlagen.
2) Verwijder de kap en maak de
klemmen los van de accupolen.
3) Laad de accu volledig op of ver-
vang de accu. 4)
Sluit de klemmen op de accupo-
len aan en monteer de kap.
5) Druk op knop A(fig. 81) om de
normale werking van het slot te her-
stellen.
6) Sluit het kofferdeksel met de
hand, zonder het kofferdeksel dicht te
slaan; het elektrische servomecha-
nisme van het slot verzorgt de volle-
dige sluiting.
7) Voer de initialisatieprocedure
voor de regeleenheden van de por-
tiervergrendeling, de klimaatregeling
en het ESP-systeem uit, zoals hierna
is beschreven. INITIALISATIE VAN DE REGEL
-
EENHEDEN VOOR DE PORTIER -
VERGRENDELING, KLIMAAT -
REGELING EN ESP-SYSTEEM
Telkens als de accu weer is aangeslo-
ten of nadat één van de zekeringen is
vervangen, moeten om de juiste wer-
king van de portiervergrendeling, de
klimaatregeling en het ESP-systeem te
herstellen, de volgende werkzaamhe-
den worden uitgevoerd (nadat het aan-
sluiten van de accu of het vervangen
van de zekeringen is voltooid):
1) Sluit de portieren en het koffer-
deksel, steek de sleutel in het slot van
één van de voorportieren en voer een
complete cyclus voor het centraal ope-
nen/sluiten van de portieren uit.
2) Start de motor en schakel de
compressor van de airconditioning in
door een temperatuur onder de bui-
tentemperatuur in te stellen en te con-
troleren of de led op de uitschakel-
toets voor de aircocompressor
ò
brandt.
3) Draai het stuur ten minste een
kwart slag (dit kan ook bij een stil-
staande auto worden uitgevoerd, mits
de motor draait), rijd vervolgens weg
en rijd enige meters in een rechte lijn
totdat het ESP-lampje
ádooft.
Het kofferdeksel kan niet
volledig worden gesloten als
de accu leeg of losgekop-
peld is: probeer het kofferdeksel
niet te sluiten door dit dicht te
slaan. Het kofferdeksel blijft echter
vastgehaakt en moet door de sleutel
in het slot te verdraaien worden ge-
opend.