Open motor Lancia Voyager 2012 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2012, Model line: Voyager, Model: Lancia Voyager 2012Pages: 376, PDF Size: 4.31 MB
Page 319 of 376

MOTORCOMPARTIMENT — 3,6 L1 — Luchtfilter6 — Reservoir koelvloeistof
2 — Reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof 7 — Peilstok motorolie
3 — Reservoir remvloeistof 8 — Vulopening motorolie
4 — Accu 9 — Radiatordop koelvloeistof
5 — Volledig geïntegreerde vermogensmodule (zekeringen) 10 — Reservoir ruitensproeiervloeistof
313
Page 320 of 376

MOTORCOMPARTIMENT — 2,8L DIESEL1 — Luchtfilter5 — Volledig geïntegreerde vermogensmodule (zekeringen)
2 — Vulopening motorolie 6 — Reservoir koelvloeistof
3 — Hoofdremcilinder 7 — Peilstok motorolie
4 — Accu 8 — Reservoir ruitensproeiervloeistof
314
Page 324 of 376

het volledige uitlaatsysteem en de na-
burige carrosseriedelen controleren
op breuk, schade, slijtage of verkeerde
montage. Open naden of losse verbin-
dingen kunnen zorgen dat uitlaatgas
binnendringt in het interieur. Laat het
uitlaatsysteem ook altijd controleren
wanneer de auto op een hefbrug
wordt gezet voor smering of bij olie-
verversing. Laat indien nodig delen
van het uitlaatsysteem vervangen.WAARSCHUWING!
Uitlaatgassen kunnen letsel veroor-
zaken of zelfs dodelijk zijn. Ze be-
vatten koolmonoxide (CO), een
kleur- en reukloos gas. Het inade-
men ervan kan bewusteloosheid en
vergiftiging veroorzaken. Om inade-
men van koolmonoxide (CO) te
voorkomen raadpleegt u
"Veiligheidstips/uitlaatgas" in "Za-
ken die u moet weten voordat u de
motor start" voor meer informatie.
LET OP!
Vanwege de katalysator mag uitslui-
tend loodvrije benzine worden ge-
tankt. Gelode benzine doet de rege-
lende werking die de katalysator
heeft op de uitlaatgassen teniet en
kan de motorprestaties ernstig ver-
minderen en ernstige schade aan de
motor veroorzaken.
Onder normale bedrijfsomstandighe-
den behoeft de katalysator geen on-
derhoud. Het is echter wel belangrijk
dat de dealer de motorafstellingen re-
gelmatig optimaliseert om zo schade
aan de katalysator te voorkomen.LET OP!
De katalysator kan schade oplopen
als u de auto niet in prima conditie
houdt. Bij een motorstoring, vooral
bij het doorslaan van de motor of
duidelijke vermogensverliezen,
moet u de auto meteen laten repare-
ren. Bij doorrijden met een ernstige
storing kan de katalysator overver-
hit raken waardoor deze en de auto
schade oplopen. OPMERKING:
Opzettelijk knoeien aan het uit-
laatgasregelsysteem is strafbaar en
kan leiden tot strafrechtelijke ver-volging.
WAARSCHUWING!
Een heet uitlaatsysteem kan brand
veroorzaken wanneer u boven
brandbaar materiaal parkeert. Dat
kunnen bijvoorbeeld droog gras of
bladeren zijn die in contact komen
met de hete uitlaat. Parkeer daarom
nooit op een ondergrond waar uw
uitlaat in contact kan komen met
brandbaar materiaal.
In uitzonderlijke omstandigheden (bij
zeer ernstige motorschade) kan een
doordringende geur duiden op een
ernstige en abnormale oververhitting
van de katalysator. Als dit gebeurt,
moet u de auto stilzetten, de motor
uitschakelen en laten afkoelen. Laat
onmiddellijk onderhoudswerkzaam-
heden uitvoeren, met inbegrip van het
afstellen van de motor volgens speci-
ficaties van de fabrikant.
318
Page 328 of 376

OPMERKING:
De levensduur van ruitenwisser-
bladen is afhankelijk van de geo-
grafische regio en de gebruiksfre-
quentie. Voorbeelden van slechte
werking van de ruitenwisserbla-
den zijn: klapperen, (water)sporen
en natte plekken. Wanneer een van
deze symptomen zich voordoet,
reinig de ruitenwisserbladen of
vervang deze indien nodig.
Vloeistof voor ruitenwisser bijvullen
De sproeiers van de voorruit, achter-
ruit en koplampen gebruiken het-
zelfde vloeistofreservoir. Het bevindt
zich in de motorruimte en moet regel-
matig worden gecontroleerd op het
juiste vloeistofpeil. Vul het reservoir
met een ruitensproeieroplossing (geen
antivries) en laat het systeem enkele
seconden werken om al het restwater
weg te spoelen.
Als u het sproeivloeistofreservoir bij-
vult, breng dan een beetje vloeistof op
een doekje aan en veeg de ruitenwis-
sers ermee schoon. Dat verbetert dewiswerking.
Om te voorkomen dat uw ruitensproei-
ersysteem bij koud weer bevriest, moet
u een oplossing of mengsel kiezen dat
de temperatuurverschillen in uw kli-
maat aankan of beter. Deze informatie
kunt u op de meeste flessen met ruiten-
sproeiervloeistof vinden.Als het controlelampje voor de sproei-
vloeistof brandt, kan het sproeivloei-
stofreservoir met 4 liter sproeivloei-
stof worden gevuld.WAARSCHUWING!
De sproeivloeistoffen die in de han-
del verkrijgbaar zijn, kunnen ont-
branden. Ze kunnen ontvlammen en
brandwonden veroorzaken. Pas
daarom goed op als u het reservoir
bijvult of in de buurt van het reser-
voir werkt.
Als de motor eenmaal is warm ge-
draaid, laat dan de ruitverwarming
een paar minuten werken om de kans
op vlekken of bevriezen van de vloei-
stof op de koude voorruit te beperken.
Gebruik van sproeivloeistof voor alle
jaargetijden of een gelijkwaardig pro-
duct, verdund met water zoals aange-
geven op de fles, draagt bij aan de reinigingsactie, verlaagt het vriespunt
zodat de leidingen niet verstoppen en
is niet schadelijk voor de lak of bekle-ding. KOELSYSTEEM
WAARSCHUWING!
Als u werkzaamheden gaat ver-
richten in de buurt van de radia-
torventilator, moet u de kabel van
de ventilatormotor loskoppelen of
de contactschakelaar in de stand
OFF zetten. De ventilator is tem-
peratuurgeregeld en kan op elk
moment gaan draaien als de con-
tactschakelaar in de stand ONstaat.
Hete koelvloeistof (antrivries) en
stoom uit de radiateur kunnen
ernstige brandwonden veroorza-
ken. Als u stoom van onder de
motorkap hoort of ziet komen,
mag u de motorkap pas openen
nadat de radiator voldoende is af-
gekoeld. Open nooit de vuldop
van het expansiereservoir als de
radiator heet is.
322
Page 329 of 376

Controle van koelvloeistof
Controleer de koelvloeistof (antivries)
elk jaar (bij voorkeur voordat de vorst
invalt). Als de koelvloeistof (anti-
vries) vuil of roestig lijkt, moet het
systeem worden afgetapt, doorge-
spoeld en daarna met nieuwe koel-
vloeistof worden gevuld. Controleer of
de voorzijde van de aircocondensor
vrij is van insectenresten, bladeren,
enz. Spuit de voorzijde van de con-
densor indien nodig voorzichtig verti-
caal vanaf de bovenkant schoon met
een tuinslang.
Controleer de slangen van het expan-
siereservoir op brosheid, scheurtjes,
insnijdingen en vloeistofdichte aan-
sluiting aan reservoir- en radiateur-
zijde. Controleer het hele systeem oplekkage.
Controleer, wanneer de motor op be-
drijfstemperatuur is (en uitstaat), of
de radiatordop luchtdicht afsluit door
een kleine hoeveelheid koelvloeistof
(antivries) via de aftapopening van de
radiator te laten uitstromen. Als de
dop goed afsluit, begint de koelvloei-
stof (antivries) uit het expansiereser-
voir te stromen. VERWIJDER DERADIATORDOP NIET ALS HET
KOELSYSTEEM HEET IS.
Koelsysteem – leegmaken,
spoelen en bijvullen
Reinig het koelsysteem met een be-
trouwbaar reinigingsmiddel als de
koelvloeistof (antivries) vuil is of als
er veel bezinksel aanwezig is. Voer
daarna een grondige spoelbeurt uit
om alle afzettingen en chemicaliën te
verwijderen. Voer afgewerkte koel-
vloeistof (antivries) op de juiste wijzeaf.
Raadpleeg "Onderhoudsschema"
voor de juiste onderhoudsintervallen.
Keuze van koelvloeistof
Gebruik uitsluitend door de fabrikant
aanbevolen koelvloeistof (antivries).
Zie "Vloeistoffen, Smeermiddelen en
Originele Onderdelen" in "Onder-
houd van uw voertuig" voor meer in-formatie.
LET OP!
Het mengen van koelvloeistof
(antivries) met andere dan de ge-
specificeerde HOAT-koelvloeistof
(antivries) kan beschadiging van
de motor veroorzaken en de be-
scherming tegen roest verminde-
ren. Als u in een noodsituatie een
andere dan de HOAT-
koelvloeistof (antivries) aan het
koelsysteem hebt toegevoegd, is
het verstandig deze zo snel moge-
lijk te vervangen door de gespeci-
ficeerde koelvloeistof (antivries).
Gebruik geen leidingwater of
koelvloeistoffen (antivries) op ba-
sis van alcohol. Gebruik geen
anticorrosie-additieven of andere
producten, omdat deze mogelijk
niet geschikt zijn voor de ge-
bruikte koelvloeistof (antivries)
en de radiator kunnen verstop-pen.
(Vervolgd)
323
Page 330 of 376

LET OP!(Vervolgd)
Deze auto is niet ontworpen voor
het gebruik van motorkoelvloei-
stof (antivries) op basis van pro-
pyleenglycol. Het gebruik van
motorkoelvloeistof (antivries) op
basis van propyleenglycol wordtafgeraden.
Koelvloeistof bijvullen
De motor van uw auto wordt gekoeld
met een verbeterde koelvloeistof (an-
tivries) die grotere onderhouds-
intervallen mogelijk maakt. Deze
koelvloeistof kan maximaal vijf jaar
of 168.000 km gebruikt worden vóór
verversing. Gebruik altijd dezelfde
koelvloeistof (antivries). Daarmee
voorkomt u dat dit verlengde onder-
houdsinterval wordt verkort.
Bij het toevoegen van koelvloeistof
(antivries), moet een mengsel van ge-
demineraliseerd water en PARAFLU
UP* in een mengverhouding van mi-
nimaal 50% worden gebruikt dat vol-
doet aan kwalificatie FIAT 9.55523
antivries/koelvloeistof of een gelijk-
waardig product. Gebruik hogere concentraties (maximaal 70 %) als
temperaturen lager dan -37 °C wor-
den verwacht.
Gebruik uitsluitend zeer zuiver water,
zoals gedistilleerd of gede-ioniseerd
water, voor het verdunnen van de
koelvloeistof (antivries). Water van
lagere kwaliteit kan de corrosiebe-
scherming van het motorkoelsysteem
verminderen.
Het is de taak van de eigenaar van de
auto om de concentratie van de koel-
vloeistof aan te passen aan de buiten-
temperatuur. OPMERKING:
Het mengen van verschillende ty-
pen motorkoelvloeistof (antivries)
verkort de levensduur van de koel-
vloeistof (antivries) en leidt tot
kortere verversingsintervallen. Radiatordop
Draai de vuldop goed vast, zodat
wordt voorkomen dat er koelvloeistof
(antivries) wordt gemorst en u zeker
kunt zijn dat de koelvloeistof (anti-
vries) terugloopt naar de radiator van
het expansiereservoir.Controleer de vuldop en reinig deze
grondig wanneer er afzettingen zijn
op het sluitvlak.
WAARSCHUWING!
De waarschuwing "DO NOT
OPEN HOT" (NIET OPENEN,
HEET) vormt een veiligheidsaan-
duiding. Vul geen koelvloeistof
(antivries) bij als de motor over-
verhit is. Draai nooit de vuldop los
om een oververhitte motor te laten
afkoelen. Door de hitte komt het
koelsysteem onder druk te staan.
Om brandwonden en ander letsel
te vermijden, mag u nooit de vul-
dop verwijderen van een koelcir-
cuit dat heet is of onder drukstaat.
Gebruik geen andere radiatordop
dan degene die voor uw auto is
gespecificeerd. Dit kan leiden tot
persoonlijk letsel of motorschade.
Afvoeren van gebruiktekoelvloeistof
Afgewerkte koelvloeistof (antivries)
op basis van ethyleenglycol is een af-
valstof die conform de voorschriften
moet worden afgevoerd. Raadpleeg de
324
Page 331 of 376

gemeentelijke instanties over de juiste
wijze van afvoeren. Om inslikken
door kinderen of dieren te voorko-
men, dient u koelvloeistof (antivries)
met ethyleenglycol nooit in open va-
ten of houders te bewaren. Laat de
vloeistof ook nooit in plassen op de
grond terechtkomen. Schakel onmid-
dellijk medische hulp in als een kind
of huisdier koelvloeistof heeft inge-
slikt. Verwijder gemorste vloeistof on-middellijk. Koelvloeistofpeil
In het expansiereservoir kunt u snel
en duidelijk controleren of er vol-
doende koelvloeistof in het koelsys-
teem aanwezig is. Wanneer de motor
koud is, moet het peil van de motor-
koelvloeistof (antivries) in het expan-
siereservoir tussen het minimum- en
maximumpeil op het reservoir liggen.
Omdat de radiator normaal gespro-
ken volledig gevuld blijft, is het niet
nodig de radiatordop te verwijderen,
tenzij u het koelvloeistofgehalte (anti-
vriesgehalte) wilt controleren of de
motorkoelvloeistof (antivries) wilt
verversen. Maak uw monteur hierop
attent. Zolang de bedrijfstemperatuurvan de motor in orde is, hoeft u het
expansiereservoir slechts eenmaal per
maand te controleren.
Als de koelvloeistof (antivries) moet
worden bijgevuld, doet u dit via de
vulopening van het expansiereservoir.
Vul nooit te veel vloeistof bij.
VoorzorgsmaatregelenOPMERKING:
Wanneer u na enkele kilometers
de auto tot stilstand brengt, ziet u
mogelijk waterdamp opstijgen
vanuit de voorzijde van het motor-
ruimte. Dit is meestal het gevolg
van een hoge luchtvochtigheid, of
van regen of sneeuw die op de ra-
diator is achtergebleven en ver-
dampt wanneer de thermostaat-
klep opengaat, zodat er hete
koelvloeistof (antivries) in de radi-
ator kan stromen.
Wanneer bij een inspectie van de mo-
torruimte blijkt dat de radiator en de
slangen geen defecten vertonen, kunt
u gerust met de auto gaan rijden. De
damp zal snel verdwijnen.
Vul niet te veel vloeistof bij in het
expansiereservoir. Controleer het koelvloeistofgehalte
(antivriesgehalte) in de radiator en
in het expansiereservoir. Als de
koelvloeistof (antivries) moet wor-
den bijgevuld, moet ook de inhoud
van het expansiereservoir worden
beschermd tegen bevriezing.
Als u regelmatig koelvloeistof (an- tivries) moet bijvullen of het vloei-
stofpeil in het expansiereservoir
niet daalt wanneer de motor af-
koelt, moet het koelsysteem door
middel van een druktest op lekkage
worden gecontroleerd.
Zorg altijd voor een concentratie van minimaal 50% motorkoelvloei-
stof (antivries) en gedistilleerd wa-
ter, voor optimale corrosiebescher-
ming van de aluminium onderdelen
van uw motor.
Controleer of de overloopslangen van de radiator en het expansiere-
servoir niet gedeukt of geblokkeerdzijn.
Houd de voorzijde van de radiator schoon. Als uw auto is uitgerust met
airconditioning, reinig dan ook de
voorzijde van de condensor.
325
Page 333 of 376

WAARSCHUWING!
Gebruik uitsluitend door de fabri-kant aanbevolen remvloeistof. Zie
"Vloeistoffen, Smeermiddelen en
Originele Onderdelen" in "Onder-
houd van uw voertuig" voor meer
informatie. Gebruik van de ver-
keerde remvloeistof kan ernstige
schade veroorzaken aan uw rem-
systeem en/of de werking ervan
nadelig beïnvloeden. Het juiste
type remvloeistof is ook aangege-
ven op het reservoir van de origi-
nele hoofdremcilinder die in de
fabriek geïnstalleerd is.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Om vervuiling te voorkomen door
materiaal of vocht van buitenaf,
dient u alleen nieuwe remvloeistof
te gebruiken, of remvloeistof uit
een hermetisch afgesloten vat.
Houd de dop op het reservoir van
de hoofdremcilinder altijd ver-
grendeld. Remvloeistof in een
open vat neemt vocht op uit de
lucht, waardoor de remvloeistof
een lager kookpunt krijgt. De
remvloeistof kan hierdoor gaan
koken tijdens hard of lang rem-
men, waardoor de remmen niet
meer werken. Dit kan leiden tot
een ongeval.
Het bijvullen van het vloeistofre-
servoir met te veel remolie kan
leiden tot het morsen van vloeistof
op hete motoronderdelen, waar-
door de remolie vlam kan vatten.
Remvloeistof kan ook schade toe-
brengen aan gelakte oppervlak-
ken en vinyl. Let daarom op dat er
geen remvloeistof op deze opper-
vlakken terecht komt.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Zorg dat er geen vloeistof op basis
van aardolie in de remvloeistof te-
rechtkomt. De afdichtingen van
het remsysteem kunnen hierdoor
worden aangetast, waardoor de
remmen hun werking gedeeltelijk
of geheel kunnen verliezen. Dit
kan leiden tot een ongeval.
AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK
De automatische versnellingsbak en
de differentieeleenheid bevinden zich
in een enkele behuizing.
Keuze van smeermiddel
Het is belangrijk het juiste smeermid-
del voor de versnellingsbak te kiezen,
om een optimale werking van de
transmissie te garanderen. Gebruik
alleen de door de fabrikant aanbevo-
len transmissievloeistof. Zie "Vloei-
stoffen, Smeermiddelen en Originele
Onderdelen" in "Onderhoud van uw
voertuig" voor meer informatie. Het is
belangrijk dat de transmissievloeistof
het vereiste peil heeft en dat u de
aanbevolen vloeistof gebruikt. Er mo-
gen geen chemicaliën door de versnel- 327
Page 338 of 376

middel. Ongeveer 30 minuten laten
weken. Haal de voering na 30 minu-
ten uit het water en dompel haar ver-
volgens nog een keer of zes onder. Nog
achtergebleven vuil zal zo gemakke-
lijk loslaten. Spoel de voering grondig
af onder warm stromend water. Schud
achtergebleven druppels af en droog
de buitenkant met een schone en
zachte doek. Aanbrengen
Breng de voering in de la van de be-
kerhouders aan en duw de voering op
z'n plaats zodat de lipjes op de voering
in de overeenkomstige openingen van
de la passen.ZEKERINGEN VOLLEDIG GEÏNTEGREERDEVOEDINGSMODULE
De volledig geïntegreerde voedings-
module (TIPM) bevindt zich in de
motorruimte naast de accu. Zie de
afbeelding van het betreffende motor-
compartiment in dit hoofdstuk. Deze
module bevat patroonzekeringen en
minizekeringen. Aan de binnenkant
van het deksel kan een label zijn afge-
drukt of aangebracht waarmee ieder
onderdeel wordt geïdentificeerd.
LET OP!
Bij het aanbrengen van het deksel
op de volledig geïntegreerde voe-
dingsmodule moet het deksel de
correcte stand hebben en stevig
worden vergrendeld. Als dit wordt
nagelaten, kan er water in de
geïntegreerde voedingsmodule
komen en zal het elektrisch sys-
teem mogelijk uitvallen.
Vervang zekeringen uitsluitend
door exemplaren met dezelfde
ampèrewaarde. Wanneer u een ze-
kering vervangt door een met een
hogere ampèrewaarde, kan het
elektrische systeem zo gevaarlijk
overbelast raken. Als nieuwe ze-
keringen met de juiste ampère-
waarde meteen doorbranden, is er
een defect in het circuit dat gere-
pareerd dient te worden.
De getallen in het TIPM-deksel ko-
men overeen met de getallen in de
volgende tabel.
Volledig geïntegreerde voedingsmodule
332
Page 340 of 376

ZEKERINGEN/TIPM
Locatie Patroonzekering Minizekering Omschrijving
M3 — 20 A geel Vergrendeling voor-/achteras/motor vacuümpomp
M4 — 10 A rood Trekhaak
M5 — 25 amp Blanco Omvormer
M6 — 20 A geel Elektrisch aansluitcontact nr. 1 (ACC), regensensor
M7 — 20 A geel Aansluitcontact 2 (ACCU/ACC KEUZE)
M8 — 20 A geel Stoelverwarming voorin (voor bepaalde uitvoeringen/ markten)
M9 — 20 A geel Stoelverwarming achterin (voor bepaalde uitvoeringen/ markten)
M10 — 15 A blauw Spanning bij uitgeschakeld contact — videosysteem, sa- tellietradio, dvd, handsfree-module, universele garage-
deuropener, make-upverlichting, streaming video-module
M11 — 10 A rood Spanning bij uitgeschakeld contact – klimaatregeling
M12 — 30 amp Groen Versterker (AMP)/radio
M13 — 20 A geel Spanning bij uitgeschakeld contact — instrumentengroep, SIRENE, klokmodule, multifunctionele schakelaar
M14 — 20 A geel Reservezekering
M15 — 20 A geel Achteruitkijkspiegel, instrumentengroep, multifunctionele schakelaar, TPM-systeem, voorgloeimodule – alleen ex-
port diesel, Assy-keuzehendel (Hall-effect), ruisonder-drukking
M16 — 10 A rood Airbagmodule/module inzittendenclassificatie
M17 — 15 A blauw Achter-/kenteken-/parkeerverlichting links, dagverlich- ting
M18 — 15 A blauw Achter-/parkeer-/dagverlichting rechts
M19 — 25 amp Blanco Automatische uitschakeling nr. 1 en 2
334