stop start Lancia Ypsilon 2011 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2011, Model line: Ypsilon, Model: Lancia Ypsilon 2011Pages: 299, PDF Size: 15.52 MB
Page 67 of 299

Ga als volgt te werk om de correcte werking van
de auto te herstellen:
❒draai de contactsleutel naar de stand MAR;
❒schakel de richtingaanwijzer rechts in;
❒schakel de richtingaanwijzer rechts uit;
❒schakel de richtingaanwijzer links in;
❒schakel de richtingaanwijzer links uit;
❒schakel de richtingaanwijzer rechts in;
❒schakel de richtingaanwijzer rechts uit;
❒schakel de richtingaanwijzer links in;
❒schakel de richtingaanwijzer links uit;
❒draai de contactsleutel naar de stand STOP.
BELANGRIJK
Als na een botsing een brandstoflucht
wordt geroken of brandstoflekkage
wordt geconstateerd, dan mag het systeem
niet opnieuw ingeschakeld worden om
brand te voorkomen.
INTERIEURUITRUSTINGDASHBOARDKASTJE PASSAGIERSZIJDE
Trek aan de handgreep A fig. 48 om het
dashboardkastje te openen. Als het kastje geopend
wordt, gaat een lampje branden om het kastje te
verlichten.
BELANGRIJK
Rijd nooit met open dashboardkastje:
het kan de passagier in geval van
een botsing verwonden.
fig. 48
L0F0057
65WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 68 of 299

STOPCONTACT
Bevindt zich op de tunnelconsolefig. 49 in de
buurt van de handrem. Werk alleen met de
contactsleutel in de stand MAR.
BELANGRIJK Beschadig het stopcontact niet door
ongeschikte stekkers te gebruiken.
ASBAK
De asbak bestaat uit een uitneembaar kunststof
houder met een veersluiting die in de beker-/
blikjeshouders op de tunnelconsole geplaatst kan
wordenfig. 50.BELANGRIJK Gebruik de asbak niet als
prullenbak: de inhoud kan door sigarettenpeuken
in brand raken.
BELANGRIJK Beschadig het stopcontact niet door
ongeschikte stekkers te gebruiken.
fig. 49
L0F0076
fig. 50
L0F0056
66
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 74 of 299

BELANGRIJK Als de accu werd losgekoppeld of
als een zekering is doorgebrand, dan moet de
centrale portiervergrendeling opnieuw worden
geïnitialiseerd. Ga hiervoor als volgt te werk:
❒sluit alle portieren;
❒druk op de knop
van het afstandsbediening of
op de knop
voor centrale
portiervergrendeling op het instrumentenpaneel;
❒druk op de knop
van het afstandsbediening of
op de knop
voor centrale
portiervergrendeling op het instrumentenpaneel.
ELEKTRISCHE RUITBEDIENINGDeze werkt met de contactsleutel in de stand MAR
en gedurende circa drie minuten nadat de
contactsleutel naar de stand STOP is gedraaid of
verwijderd is als een van de voorportieren geopend
is.
De bedieningsknoppen bevinden zich op de
portierpanelen (bij bepaalde versies/markten)
(vanaf het paneel van het bestuurdersportier
kunnen alle ruiten bediend worden).
Er is een knelbeveiliging aanwezig die tijdens het
sluiten van de voor- en achterruiten werkt (bij
bepaalde versies/uitvoeringen).
BELANGRIJK
Oneigenlijk gebruik van de
elektrische ruitbediening kan
gevaarlijk zijn. Controleer voor en tijdens
het bedienen altijd of de passagiers niet
kunnen worden verwond door de bewegende
ruiten of door voorwerpen die door de ruit
worden meegesleept of geraakt. Verwijder
altijd de sleutel uit het contactslot als de
auto wordt verlaten om te voorkomen dat
onverwachtse bediening van de elektrische
ruitbediening gevaar oplevert voor de
achtergebleven passagiers.
72
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 75 of 299

BEDIENINGSELEMENTEN
Bestuurdersportierfig. 55
A: openen/sluiten zijruit linksvoor; "continue
automatische" werking tijdens openen/sluiten ruit
B: openen/sluit zijruit rechtsvoor; "continue
automatische" werking tijdens openen/sluiten ruit
(bij bepaalde versies/markten)
C: inschakeling/uitschakeling bediening achterste
zijruiten
D: openen/sluiten zijruit linksachter (bij bepaalde
versies/markten); "continue automatische"
werking tijdens openen/sluiten ruit
E: openen/sluiten zijruit rechtsachter (bij
bepaalde versies/markten); "continue
automatische" werking tijdens openen/sluiten ruit.Druk op de knoppen om de gewenste ruit te
openen/sluiten. Wanneer een van de twee knoppen
kort wordt ingedrukt, beweegt de ruit in
"stappen"; als de knop ingedrukt wordt gehouden,
wordt de "continue automatische" werking voor
het openen en sluiten geactiveerd.
Als opnieuw op de bedieningsknop wordt gedrukt,
stopt de ruit in de gewenste positie. Als de knop
enkele seconden ingedrukt wordt gehouden,
gaat de ruit automatisch open of dicht (alleen met
de contactsleutel in de stand MAR).
Voorportier aan passagierszijde en
achterportieren
(bij bepaalde versies/markten)
Op het portierpaneel aan passagierzijde en bij
sommige versies op de achterportieren, zijn
knoppen aanwezig om de betreffende ruiten te
bedienen.
Knelbeveiliging
De auto is uitgerust met een knelbeveiliging die
tijdens het sluiten van de zijruiten voor en achter
actief is. Dit veiligheidssysteem detecteert de
aanwezigheid van een obstakel tijdens het sluiten
van de ruit en grijpt in door de slag van de ruit
te stoppen en, afhankelijk van de positie van
de ruit, om te keren.
Deze voorziening is ook nuttig als de ruiten per
ongeluk worden bediend door kinderen aan boord.
fig. 55
L0F0162
73WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 76 of 299

De knelbeveiliging is zowel tijdens de handmatige
als de automatische bediening van de ruit actief.
Wanneer de knelbeveiliging geactiveerd wordt,
wordt het sluiten van de ruit onmiddellijk gestopt
en de beweging omgekeerd. Tijdens de omkering
van de beweging kan de ruit op geen enkele
manier bediend worden.
BELANGRIJK Als de knelbeveiliging binnen 1
minuut 3 keer achter elkaar ingrijpt of defect is,
wordt het automatische sluiten van de ruit
geblokkeerd, en alleen in stappen van een halve
seconde toegestaan; hierbij moet de knop
losgelaten worden voor de volgende manoeuvre.
Om de correcte werking van het systeem te
herstellen, moet de betreffende ruit geopend
worden.
BELANGRIJK Als de contactsleutel in de stand
STOP staat of verwijderd is, dan kunnen de ruiten
nog ongeveer 3 minuten worden bediend. Het
systeem wordt echter uitgeschakeld als een van de
portieren wordt geopend.
BELANGRIJK Daar waar de knelbeveiliging
aanwezig is, zorgt bediening van de knop
op de
afstandsbediening langer dan 2 seconden voor
het openen van de ruiten zolang de knop
ingedrukt wordt gehouden. Als de knoplanger
dan 2 seconden ingedrukt wordt gehouden,
worden de ruiten gesloten.
Het systeem voldoet aan de 2000/4/EG
richtlijn inzake de bescherming van
de inzittenden die uit het
inzittendencompartiment leunen.
Initialisatie elektrische ruitbediening
De initialisatieprocedure moet met gesloten
portieren en voor elk portier uitgevoerd worden,
zoals hieronder beschreven:
❒sluit de ruit volledig om handmatig te
initialiseren;
❒houd, nadat de ruit het einde van de opwaartse
slag heeft bereikt, de sluitknop minstens 1
seconde ingedrukt.
74
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 85 of 299

MISTLAMPEN AFSTELLEN
(voor bepaalde versies/markten)
Neem contact op met het Lancia Servicenetwerk
voor controle en eventuele afstelling.
KOPLAMPAFSTELLING IN HET
BUITENLAND
De dimlichten zijn afgesteld voor gebruik in het
land waar de auto oorspronkelijk is gekocht.
Als gereden wordt in landen waar op de andere
weghelft wordt gereden, moeten, om verblinding
van tegenliggers te voorkomen, delen van de
koplamp worden afgedekt overeenkomstig de
wegenverkeerswetgeving van het betreffende land.
ABSHet ABS is geïntegreerd in het remsysteem en
voorkomt dat de wielen tijdens het remmen
blokkeren, ongeacht de conditie van het wegdek
en de druk die op het pedaal wordt uitgeoefend.
Het ABS verhindert zo dat één of meerdere wielen
doorslippen. Daardoor blijft de auto bestuurbaar,
zelfs bij noodstops.
Het geheel wordt aangevuld met het EBD-systeem
(Electronic Braking Force Distribution) dat zorgt
voor de verdeling van de remkracht tussen de
voor- en de achterwielen.
BELANGRIJK Een inrijperiode van circa 500 km
is vereist om het beste uit het remsysteem te halen:
vermijd tijdens deze periode bruusk, herhaaldelijk
of langdurig remmen.
BELANGRIJK
Het ABS benut zoveel mogelijk de
beschikbare grip maar kan hem niet
verhogen. Rijd dus altijd voorzichtig op
gladde weggedeelten en neem geen onnodige
risico’s.
83WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 86 of 299

INSCHAKELING VAN HET SYSTEEM
De bestuurder kan merken wanneer het ABS
wordt ingeschakeld doordat een trilling aan het
rempedaal voelbaar is en het systeem ietwat meer
geluid maakt: dit geeft aan dat de snelheid moet
worden aangepast aan het type wegdek waarop
wordt gereden.
BELANGRIJK
Wanneer het ABS wordt
ingeschakeld, is een trilling aan het
rempedaal voelbaar. Verlaag de remdruk
niet en houd het rempedaal goed ingetrapt;
zo zorgt het systeem voor de kortste remweg
in functie van de conditie van het wegdek.
BELANGRIJK
Als het ABS wordt ingeschakeld, dan
is de grip van de banden op het
wegdek beperkt. Verlaag en pas de snelheid
aan in functie van de beschikbare grip.MECHANICAL BRAKE ASSIST (remassistent
bij noodstop)
(voor bepaalde versies/markten)
Dit systeem, dat niet uitgeschakeld kan worden,
herkent eventuele noodstops (in functie van de
snelheid waarmee het rempedaal wordt ingetrapt).
Hierdoor kan het remsysteem sneller en
krachtiger ingrijpen.
BELANGRIJK
Bij het ingrijpen van de Mechanical
Brake Assist kan geluid hoorbaar
zijn. Dit is een normaal verschijnsel . Houd
in elk geval het rempedaal goed ingedrukt.
84
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 89 of 299

BELANGRIJK
Voor een goede werking van de ESC-
en ASR-systemen is het van groot
belang de banden van alle wielen van
hetzelfde type, merk en maat zijn en dat ze
in perfecte conditie zijn.
BELANGRIJK
Het ESP blijft ook ingeschakeld
wanneer met het ruimtebesparend
reservewiel wordt gereden. Houd steeds
rekening met het feit dat het
ruimtebesparend reservewiel kleiner is dan
een normale band waardoor de grip lager is.
BELANGRIJK
Neem nooit onnodige en
onverantwoorde risico's, ook al is de
auto voorzien van de systemen ESC en ASR.
Pas het rijgedrag steeds aan in functie van
de conditie van het wegdek, het zicht en het
verkeer. De bestuurder is altijd
verantwoordelijkheid voor de
verkeersveiligheid.BRAKE ASSIST
Dit systeem, dat niet uitgeschakeld kan worden,
herkent eventuele noodstops (in functie van de
snelheid waarmee het rempedaal wordt ingetrapt).
Hierdoor kan het remsysteem sneller en
krachtiger ingrijpen. Het Brake Assist systeem
wordt uitgeschakeld in geval van storing in het
ESC systeem.
MSR
(Motor Schleppmoment Regelung)
Dit systeem is een onderdeel van het ABS systeem
dat het motorkoppel regelt bij bruusk
terugschakelen, om overmatige vertraging van de
tractiewielen te voorkomen. Dit is vooral van
nut op wegdekken met gebrekkige grip, waardoor
de auto niet meer stabiel blijft.
87WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 90 of 299

START&STOP SYSTEEMINLEIDING
Het Start&Stop-systeem zet automatisch de motor
af wanneer de auto stilstaat en start de motor
zodra de bestuurder terug wil rijden. Dit verhoogt
de efficiency van de auto dankzij een reductie
van het brandstofverbruik, de uitstoot van
schadelijke uitlaatgassen en de geluidsoverlast.
Het systeem wordt geactiveerd telkens wanneer de
motor wordt gestart.
WERKING
Uitschakelmodus van de motor
Bij stilstaande auto, wordt de motor afgezet als de
versnellingspook in de vrijstand staat en het
koppelingspedaal niet is ingetrapt.
OpmerkingDe motor kan alleen automatisch
uitgezet worden nadat bij een snelheid is gereden
van meer dan circa 10 km/h om het herhaaldelijk
afzetten van de motor te voorkomen wanneer
erg traag wordt gereden.
Het symbool
verschijnt op de display als de
motor wordt afgezet.van de motor
Trap het koppelingspedaal in om de motor
opnieuw te starten.
HET SYSTEEM HANDMATIG
INSCHAKELEN/UITSCHAKELEN
Druk op knop
fig. 69 op het bedieningspaneel
van het dashboard om het systeem handmatig
in of uit te schakelen.
Inschakeling Start&Stop systeem
Wanneer het Start&Stop systeem wordt
ingeschakeld, verschijnt een melding op de
display. In deze omstandigheid is de led op de
knop
gedoofd.
fig. 69
L0F0044
88
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Startmethode
Page 91 of 299

Uitschakeling Start&Stop systeem
Versies met multifunctioneel display: wanneer het
Start&Stop systeem wordt uitgeschakeld,
verschijnt een melding op de display.
Versies met multifunctioneel display: wanneer het
Start&Stop systeem wordt uitgeschakeld,
verschijnt het symbool
op de display.
De led boven de
knop brandt wanneer het
systeem is uitgeschakeld.
OMSTANDIGHEDEN WAARBIJ DE MOTOR
NIET WORDT AFGEZET
Bij ingeschakeld systeem wordt, omwille van
comforteisen en veiligheidsredenen, de motor niet
afgezet onder de volgende omstandigheden:
❒nog koude motor;
❒buitengewoon lage buitentemperatuur;
❒onvoldoende acculading;
❒ingeschakelde achterruitverwarming;
❒ruitenwissers ingeschakeld op de maximale
snelheid;
❒bezig met regeneratie van het roetfilter (DPF)
(alleen bij dieselmotoren);
❒bestuurdersportier niet gesloten;
❒veiligheidsgordel van de bestuurder niet
omgelegd;
❒ingeschakelde achteruit (bijv. bij het parkeren);❒bij versies met automatische klimaatregeling
(voor bepaalde versies/markten), wanneer
een comfortabele temperatuur in het interieur
moet worden bereikt of bij ingeschakelde
MAX-DEF functie;
❒tijdens de inrijperiode, als het systeem wordt
geïnitialiseerd.
In dergelijke gevallen verschijnt een melding en
(voor bepaalde versies/markten) gaat het symbool
op de display knipperen.
Als een comfortabele temperatuur
prioritair is, dan kan het
Start&Stop-systeem worden
uitgeschakeld zodat de klimaatregeling kan
blijven werken.
89WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER