Lancia Ypsilon 2011 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2011, Model line: Ypsilon, Model: Lancia Ypsilon 2011Pages: 299, PDF Size: 15.52 MB
Page 31 of 299

De richtingsaanwijzers knipperen 3 keer en de led
boven de
fig. 16 knop knippert om aan te
geven dat het systeem geactiveerd is. Het systeem
wordt niet ingeschakeld als een of meer
portieren/deuren niet goed zijn gesloten.
Safe lock uitschakelen
Het systeem schakelt automatisch uit:
❒bij bediening van de
knop op de
afstandsbediening;
❒door de contactsleutel naar de stand MAR te
draaien.
BELANGRIJK
Als het safe lock systeem is
ingeschakeld, dan is het niet meer
mogelijk om de portieren vanuit het
interieur te openen. Controleer daarom,
voordat de auto wordt verlaten, of er
niemand meer aan boord is.
fig. 16
L0F0081
29WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 32 of 299

CONTACTSLOTDe sleutel kan naar 3 standen worden gedraaid:
fig. 17:
❒STOP: motor uit, sleutel kan verwijderd worden
en stuur geblokkeerd. Sommige elektrische
apparaten (bijv. autoradio, elektrische
ruitbediening enz.) kunnen blijven werken;
❒MAR: rijstand. Alle elektrische apparaten/
systemen kunnen werken;
❒AVV: motor starten.
Het contactslot is voorzien van een beveiliging: als
de motor bij de eerste poging niet aanslaat, moet
de sleutel teruggedraaid worden naar de stand
STOP om opnieuw te kunnen starten.
BELANGRIJK
Als er geknoeid is aan het contactslot
(bijv. een poging tot diefstal), dan
moet men het laten controleren bij het
Lancia Servicenetwerk alvorens te gaan
rijden.
BELANGRIJK
Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als de auto wordt
verlaten, om onverhoeds gebruik van de
bedieningselementen te voorkomen. Vergeet
niet de handrem aan te trekken. Schakel
de 1
eversnelling in als de auto op een
helling omhoog staat geparkeerd en de
achteruitversnelling bij een helling omlaag.
Laat nooit kinderen zonder toezicht in de
auto achter.
STUURSLOT
Inschakeling:draai de sleutel naar de stand
STOP, verwijder de sleutel en verdraai het
stuurwiel tot het vergrendelt.
Uitschakeling:draai het stuur iets heen en weer
terwijl de contactsleutel naar de stand MAR wordt
gedraaid.
fig. 17
L0F0102
30
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 33 of 299

BELANGRIJK
Demontage-/
montagewerkzaamheden, waarvoor
wijzigingen in de stuurinrichting of de
stuurkolom vereist zijn (bv. bij montage van
een diefstalbeveiliging) zijn ten strengste
verboden. Zulke werkzaamheden kunnen de
prestaties van het systeem, de garantie en
de veiligheid in gevaar brengen waardoor de
auto niet meer aan de typegoedkeuring
voldoet.
BELANGRIJK
Verwijder de sleutel nooit terwijl de
auto rijdt. Het stuurwiel zal
blokkeren zodra eraan gedraaid wordt. Dit
geldt ook voor auto's die gesleept worden.
ZITPLAATSEN
BELANGRIJK
Verstel de zitplaatsen alleen wanneer
de auto stilstaat.
VOORSTOELEN
Verstelling in lengterichting
Trek hendel A fig. 18 omhoog en schuif de stoel
naar voren of naar achteren: in de rijstand moeten
de armen op de rand van het stuurwiel rusten.
fig. 18
L0F0062
31WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 34 of 299

BELANGRIJK
Controleer na het loslaten van de
hendel of de stoel goed geblokkeerd
is door hem naar voren en naar achteren te
schuiven. Als de stoel niet geblokkeerd is,
kan hij plotseling verschuiven met mogelijk
controleverlies over de auto tot gevolg.
Hoogteverstelling
Trek de hendel B fig. 19 omhoog of omlaag en stel
de gewenste hoogte in.
BELANGRIJK Deze verstelling is alleen mogelijk
als men op de bestuurdersstoel zit.
Rugleuningverstelling
Draai aan de knop C fig. 20 om de gewenste stand
te bereiken.Lendensteunverstelling(voor bepaalde
versies/markten)
Draai aan de knop D om de gewenste stand te
bereiken fig. 21.
fig. 19
L0F0063
fig. 20
L0F0064
fig. 21
L0F0273
32
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 35 of 299

HOOFDSTEUNENVOOR
De hoofdsteunen kunnen qua hoogte worden
versteld: ga hiervoor als volgt te werk.
Omhoog verstellen:breng de hoofdsteun omhoog
tot deze op zijn plaats vastklikt.
Omlaag verstellen:druk op knop A fig. 22 en
breng de hoofdsteun omlaag.
"Anti-Whiplash" voorziening
De hoofdsteunen zijn uitgerust met een “Anti-
Whiplash” voorziening, die de afstand tussen
hoofd en hoofdsteun bij een botsing achterop
vermindert, waardoor het zweepslageffect wordt
afgezwakt.De hoofdsteun kan bewegen wanneer de leuning
door het lichaam of de hand van de inzittende
wordt ingedrukt: dit gedrag is normaal voor het
systeem en mag niet als een storing worden
beschouwd.
BELANGRIJK
De verstelling mag alleen bij
stilstaande auto gebeuren. De
hoofdsteunen moeten zodanig versteld
worden dat het hoofd en niet de nek
er tegenaan steunt. Alleen op deze manier
oefenen ze hun beschermende werking uit.
BELANGRIJK
Voor een optimale bescherming van
de hoofdsteun, moet de rugleuning zo
zijn ingesteld dat men rechtop zit en het
hoofd zich zo dicht mogelijk bij de
hoofdsteun bevindt.
ACHTER
(bij bepaalde markten/versies)
Er zijn twee in hoogte verstelbare hoofdsteunen op
de achterbank aanwezig. Bij sommige versies is
er ook een hoofdsteun voor de middelste zitplaats.
Omhoog verstellen:breng de hoofdsteun omhoog
tot deze op zijn plaats vastklikt.
fig. 22
L0F0061
33WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 36 of 299

Omlaag verstellen:druk op knop A fig. 23 en
breng de hoofdsteun omlaag.
Ga als volgt te werk om de hoofdsteunen te
verwijderen:
❒trek de hoofdsteunen tot hun maximumhoogte
uit;
❒druk op de knoppen A en B fig. 23 aan de
zijkanten van de twee steunen, en verwijder de
hoofdsteunen door ze omhoog te trekken.
BELANGRIJK Zet, als de achterste zitplaatsen
worden gebruikt, de hoofdsteunen altijd in de
"volledig uitgetrokken" stand.
STUURWIELHet stuurwiel kan verticaal worden versteld.
Verstel als volgt: duw de hendel A fig. 24 omlaag
in stand 1, verstel het stuurwiel in de gewenste
stand en blokkeer het stuurwiel door de hendel A
in stand 2 te brengen.
BELANGRIJK
De verstelling mag alleen bij
stilstaande auto en uitgeschakelde
motor gebeuren.
A
B
fig. 23
L0F0201
fig. 24
L0F0078
34
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 37 of 299

BELANGRIJK
Demontage-/
montagewerkzaamheden, waarvoor
wijzigingen in de stuurinrichting of de
stuurkolom vereist zijn (bv. bij montage van
een diefstalbeveiliging) zijn ten strengste
verboden. Zulke werkzaamheden kunnen de
prestaties van het systeem, de garantie en
de veiligheid in gevaar brengen waardoor de
auto niet meer aan de typegoedkeuring
voldoet.
ACHTERUITKIJKSPIEGELSBINNENSPIEGEL
Deze spiegel is voorzien van een
beveiligingsmechanisme die ervoor zorgt dat de
spiegel losschiet bij hevige botsing met een
inzittende. Gebruik de hendel A fig. 25 om de
spiegel in twee standen te zetten: normaal of
anti-verblindingsstand.
fig. 25
L0F0054
35WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 38 of 299

ZIJSPIEGELS
Handmatig verstellen
Gebruik de hendel A fig. 26 om de spiegel te
verstellen.
Elektrisch verstellen(voor bepaalde versies/
markten)
De spiegels kunnen alleen worden versteld met de
contactsleutel in de stand MAR.
Ga als volgt te werk om te verstellen:
❒kies de te verstellen zijspiegel (links of rechts)
met de schakelaar A fig. 27;
❒gebruik de schakelaar B om de spiegel in de vier
richtingen te verstellen.
Handmatig inklappen
Klap indien nodig de zijspiegels in door ze van
stand 1 (open) in stand 2 (gesloten) te zetten fig.
28.BELANGRIJK Rijd alleen met de zijspiegels in
stand 1 (open).
fig. 26
L0F0053
A
B
fig. 27
L0F0190
fig. 28
L0F0220
36
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 39 of 299

KLIMAATREGELINGLUCHTROOSTERS AAN ZIJKANT
A fig. 29 - Verstelbare en richtbare luchtroosters
aan zijkant:
❒gebruik het schuifje B om het luchtrooster in de
gewenste stand te zetten;
❒draai aan het wieltje C om de luchtopbrengst te
regelen.
D - Vaste uitstroomopening aan zijkant.LUCHTROOSTERS IN HET MIDDEN
A fig. 30 - Verstelbare en richtbare luchtroosters
in het midden:
❒gebruik het schuifje B om het luchtrooster in de
gewenste stand te zetten;
❒draai aan het wieltje C om de luchtopbrengst te
regelen.
fig. 29
L0F0103
fig. 30
L0F0104
37WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 40 of 299

KLIMAATCOMFORTUITSTROOMOPENINGEN/ROOSTERS1. Bovenste vaste uitstroomopeningen – 2. Verstelbare en richtbare roosters aan zijkant – 3. Vaste uitstroomopeningen
voor zijruiten – 4. Verstelbare luchtroosters in het midden – 5. Uitstroomopeningen beenruimten voorinfig. 31
L0F0230
38
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER