MAZDA MODEL CX-3 2016 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2016, Model line: MODEL CX-3, Model: MAZDA MODEL CX-3 2016Pages: 719, PDF Size: 7.06 MB
Page 21 of 719

2–1*Bepaalde modellen.2–1
2Belangrijke veiligheidsuitrusting
Belangrijke informatie over de veiligheidsuitrusting, zoals zittingen,
veiligheidsgordelsysteem, kinderzitjes en SRS airbags.
Zittingen .............................................................................................. 2-2
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de zittingen ...................... 2-2
Voorzitting ..................................................................................... 2-5
Achterzitting ................................................................................. 2-7
Hoofdsteunen .............................................................................. 2-10
Veiligheidsgordelsysteem ................................................................. 2-13
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de veiligheidsgordels .... 2-13
Veiligheidsgordels (3-punts type) ............................................... 2-18
Veiligheidsgordelwaarschuwingssystemen ................................. 2-19
Voorspanners van veiligheidsgordels en begrenzingsystemen ... 2-20
Middelste veiligheidsgordel van achterzitting (2-punts type)
* ... 2-22
Kinderzitje ........................................................................................ 2-24
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van een kinderzitje ............... 2-24
Installatie van kinderzitjes .......................................................... 2-29
Tabel voor geschiktheid van kinderzitjes voor diverse
zitposities .................................................................................... 2-35
Installeren van kinderzitjes ......................................................... 2-39
SRS airbags....................................................................................... 2-43
Voorzorgsmaatregelen betreffende het aanvullende
beveiligingssysteem (SRS) ......................................................... 2-43
Deactiveringsschakelaar van voorpassagiersairbag
* ................... 2-50
Onderdelen van het aanvullend beveiligingssysteem ................. 2-54
Werking van de SRS airbags ....................................................... 2-55
Criteria voor SRS airbag activering ............................................ 2-59
Beperkingen van de SRS airbag ................................................. 2-60
Page 22 of 719

2–2
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de zittingen
WAARSCHUWING
Zorg er voor dat de afstelbare onderdelen van een zitting op hun plaats vergrendeld
zijn:
Niet goed vergrendelde afstelbare zittingen en rugleuningen zijn gevaarlijk. Bij
plotseling stoppen of een botsing kan de zitting of de rugleuning in beweging komen,
hetgeen letsel kan veroorzaken. Zorg er voor dat de afstelbare onderdelen van de
zittingen goed op hun plaats vergrendeld zijn door te proberen de zitting naar voren en
naar achteren te schuiven en de rugleuningen heen en weer te duwen.
Laat kinderen nooit een zitting afstellen:
Toestaan dat kinderen een zitting afstellen is gevaarlijk, aangezien dit ernstig letsel kan
veroorzaken wanneer de handen of voeten van het kind tussen de zitting beklemd raken.
Niet rijden met ontgrendelde rugleuning:
Alle rugleuningen spelen een belangrijke rol bij uw bescherming in een auto. Het niet
vergrendelen van de rugleuning is gevaarlijk, aangezien tijdens plotseling afremmen of
een botsing passagiers van hun plaats geslingerd kunnen worden en inzittenden door
bagage geraakt kunnen worden, hetgeen ernstig letsel kan veroorzaken. Duw telkens na
het afstellen van de rugleuning, ook als er geen overige passagiers zijn, de rugleuning
even heen en weer om te controleren of deze goed op zijn plaats vergrendeld is.
De bestuurdersstoel uitsluitend afstellen wanneer de auto tot stilstand gebracht is:
Afstellen van de bestuurdersstoel tijdens het rijden is gevaarlijk. De kans bestaat dat de
bestuurder de macht over het stuur verliest en een ongeluk veroorzaakt.
De voorzittingen niet wijzigen of vervangen:
Het aanbrengen van wijzigingen of het vernieuwen van de voorzittingen zoals
het vernieuwen van de bekleding of het losdraaien van bouten is gevaarlijk. De
voorzittingen bevatten airbagonderdelen die van essentieel belang zijn voor het
aanvullend beveiligingssysteem. Het aanvullend beveiligingssysteem kan door
dergelijke wijzigingen beschadigd worden, hetgeen tot ernstig letsel kan leiden.
Raadpleeg een of ¿ ciële Mazda reparateur als uitbouwen of opnieuw inbouwen van de
voorzittingen om een of andere reden noodzakelijk is.
Page 23 of 719

2–3
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
WAARSCHUWING
Rijd niet met beschadigde voorzittingen:
Rijden met beschadigde voorzittingen, zoals zitkussens die gescheurd of tot op
het urethaan beschadigd zijn, is gevaarlijk. De voorzittingen die belangrijke
airbagonderdelen bevatten kunnen door een botsing beschadigd worden, ook als het
een botsing is die voor het activeren van de airbags niet krachtig genoeg is. Bij een
eventuele volgende botsing zal een airbag mogelijk niet geactiveerd worden, hetgeen
tot letsel kan leiden. Laat na een botsing de voorzittingen, de voorspanners van de
veiligheidsgordels van de voorzittingen en de airbags altijd door een of ¿ ciële Mazda
reparateur inspecteren.
Rijd niet met de rugleuningen van de voorzittingen in achterover geleunde positie:
Tijdens het rijden in achterover geleunde positie zitten is gevaarlijk, aangezien de
veiligheidsgordels dan niet de optimale bescherming bieden. Tijdens een aanrijding of
bij plotseling afremmen, zou u onder de heupgordel kunnen glijden en ernstig inwendig
letsel kunnen oplopen. Voor een maximale bescherming, steeds goed achter op de
zitting plaatsnemen en rechtop zitten.
Plaats geen voorwerp zoals een kussen tussen de rugleuning en uw rug:
Het plaatsen van een voorwerp zoals een kussen tussen de rugleuning en uw rug is
gevaarlijk omdat u geen veilige rijhouding kunt aanhouden en de veiligheidsgordel
bij een botsing niet de volledige bescherming kan bieden, wat een ernstig ongeval met
mogelijk dodelijk letsel kan veroorzaken.
Plaats geen voorwerpen onder de zitting:
Het voorwerp kan beklemd raken en tot gevolg hebben dat de zitting niet goed
vergrendeld wordt waardoor een ongeluk veroorzaakt kan worden.
Nooit lading hoger dan de rugleuningen opstapelen:
Bagage of overige lading die hoger wordt opgestapeld dan de rugleuningen is
gevaarlijk. In het geval van een botsing of plotseling afremmen kunnen deze
voorwerpen naar voren geslingerd worden waardoor passagiers geraakt kunnen worden
en letsel kunnen oplopen.
Zorg er voor dat bagage en lading alvorens te gaan rijden goed wordt vastgemaakt:
Lading die tijdens het rijden niet is vastgemaakt is gevaarlijk aangezien deze bij
plotseling afremmen of een botsing kan gaan schuiven of in elkaar gedrukt kan worden
en letsel kan veroorzaken.
Page 24 of 719

2–4
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
WAARSCHUWING
Laat een passagier tijdens het rijden nooit op de neergeklapte rugleuning zitten of
staan:
Rijden met een passagier op de neergeklapte rugleuning is gevaarlijk. Het is vooral
gevaarlijk wanneer u tijdens het rijden een kind op de neergeklapte rugleuning
laat zitten. Tijdens plotseling stoppen of zelfs een kleine botsing, bestaat de kans
dat een kind dat niet op de juiste wijze van de zitting of van een kinderzitje en de
veiligheidsgordels gebruik maakt, naar voren of naar achteren of zelfs uit de auto
geslingerd wordt, hetgeen ernstig of zelfs dodelijk letsel kan veroorzaken. Het kind in de
bagageruimte zou tegen andere inzittenden geslingerd kunnen worden, hetgeen ernstig
letsel kan veroorzaken.
OPGELET
Wees voorzichtig tijdens het bedienen van een zitting uw handen of vingers niet in
de buurt van de bewegende delen van de zitting of op de zijbekleding te plaatsen om
letsel te voorkomen.
Let erop bij het verschuiven van de zittingen dat er zich geen lading in het gedeelte
eromheen bevindt. Als de lading beklemd raakt, kan deze beschadigd worden.
Let er op bij het naar voren en naar achteren schuiven van de zittingen of het
terugzetten van een achterover verstelde rugleuning in de rechtop stand, de rugleuning
tijdens de bediening met uw hand vast te houden. Als de rugleuning niet ondersteund
wordt, kan de zitting plotseling verschuiven en letsel veroorzaken.
OPMERKING
Bij het terugplaatsen van een achterzitting in de oorspronkelijke positie, de
veiligheidsgordel in zijn normale positie plaatsen. Controleer of de veiligheidsgordel
uitgetrokken kan worden en oprolt.
Page 25 of 719

2–5
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
Voorzitting
Gebruik van de zittingen
Lengteverstelling
Om een zitting naar voren of naar achteren te verplaatsen, de hendel omhoog trekken, de
zitting in de gewenste stand schuiven en de hendel loslaten.
Controleer of de hendel in de uitgangspositie is teruggekeerd en of de zitting op zijn plaats
vergrendeld is door te proberen deze even naar voren en naar achteren te duwen.
Afstelling van de hoogte (Bestuurdersstoel)
Voor het afstellen van de zittinghoogte, de hendel omhoog of omlaag verplaatsen.
Rugleuningverstelling
Om de hoek van de rugleuning te kunnen verstellen, een weinig voorover leunen en de
hendel omhoog trekken. Leun vervolgens achterover totdat de gewenste hoek bereikt is en
laat de hendel los.
Controleer of de hendel in de uitgangspositie is teruggekeerd en of de rugleuning op zijn
plaats vergrendeld is door te proberen deze even naar voren en naar achteren te duwen.
Page 26 of 719

2–6
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
*Bepaalde modellen.
Stoelverwarming *
De voorzittingen worden elektrisch
verwarmd. Het contact moet op ON staan.
Druk voor gebruik van de stoelverwarming
de stoelverwarmingschakelaar in
terwijl het contact op ON staat. De
indicatielampjes gaan branden om aan te
geven dat de stoelverwarming in werking
is. De modus verandert als volgt telkens
wanneer de stoelverwarmingschakelaar
wordt ingedrukt.
UIT
Hoog
Midden
Laag
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig bij gebruik van de
stoelverwarming:
De warmte van de stoelverwarming
kan voor bepaalde personen te heet
zijn, zoals hieronder aangegeven, en
kan een lage-temperatuur brandwond
veroorzaken.
Baby's, kleine kinderen, ouderen en
gehandicapten
Personen met een gevoelige huid
Personen die buitengewoon
vermoeid zijn
Personen die onder invloed zijn
Personen die slaapverwekkende
medicijnen gebruiken zoals
slaaptabletten of medicijnen tegen
verkoudheid
Gebruik de stoelverwarming niet met
afdekkingen die in hoge mate vocht
vasthouden, zoals een deken of kussen
op de zitting:
De kans bestaat dat de zitting te
heet wordt en een lage-temperatuur
brandwond veroorzaakt.
Ook wanneer u slechts korte tijd in de
auto gaat slapen, de stoelverwarming
niet gebruiken:
De kans bestaat dat de zitting te
heet wordt en een lage-temperatuur
brandwond veroorzaakt.
Plaats geen zware voorwerpen met
scherpe uitsteeksels op de zitting en er
geen naalden of spelden in steken:
Dit kan tot gevolg hebben dat de zitting
overmatig verhit raakt en dat door een
kleine brandwond letsel veroorzaakt
wordt.
Page 27 of 719

2–7
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
OPGELET
Gebruik geen organische oplosmiddelen
voor het reinigen van de zitting. Dit kan
schade aan het zittingoppervlak en de
verwarming veroorzaken.
OPMERKING
Als het contact wordt uitgeschakeld
terwijl de stoelverwarming in
werking is (Hoog, Midden of Laag)
en vervolgens opnieuw wordt
ingeschakeld, zal de stoelverwarming
automatisch werken op de
temperatuur die ingesteld is alvorens
het contact werd uitgeschakeld.
Gebruik de stoelverwarming
wanneer de motor draait. Als de
stoelverwarming gedurende langere
tijd ingeschakeld blijft terwijl de
motor niet draait, kan de accu
uitgeput raken.
De temperatuur van de
stoelverwarming kan niet verder
worden afgesteld dan Hoog, Midden
en Laag, omdat de stoelverwarming
geregeld wordt door een thermostaat.
Achterzitting
Afzonderlijk neerklappen van de
rugleuningen
Door het neerklappen van de rugleuningen
van de achterzitting kan de bagageruimte
uitgebreid worden.
WAARSCHUWING
Nooit rijden wanneer inzittenden op
de neergeklapte rugleuningen of in de
bagageruimte hebben plaatsgenomen.
Het laten plaatsnemen van inzittenden
in de bagageruimte is gevaarlijk omdat
de veiligheidsgordels niet vastgemaakt
kunnen worden, wat ernstig of
dodelijk letsel kan veroorzaken tijdens
plotseling afremmen of een botsing.
Laat kinderen niet in de auto spelen
wanneer de rugleuningen zijn
neergeklapt.
Toestaan dat kinderen in de auto
spelen terwijl de rugleuningen zijn
neergeklapt is gevaarlijk. Als een
kind in de bagageruimte kruipt en
de rugleuningen terug omhoog gezet
zouden worden, bestaat de kans dat het
kind in de bagageruimte opgesloten
raakt, waardoor een ongeluk
veroorzaakt kan worden.
Page 28 of 719

2–8
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
WAARSCHUWING
Maak lading in de bagageruimte stevig
vast wanneer dit vervoerd wordt terwijl
de rugleuningen neergeklapt zijn.
Rijden zonder lading en bagage stevig
vast te zetten is gevaarlijk omdat dit
van zijn plaats kan schuiven en bij
plotseling afremmen of een botsing
de besturing kan hinderen, waardoor
ongelukken veroorzaakt kunnen
worden.
Bij het vervoer van lading, er voor
zorgen dat de lading de hoogte van de
rugleuningen niet overschrijdt.
Vervoer van lading die hoger
opgestapeld is dan de rugleuningen is
gevaarlijk, aangezien het uitzicht aan
de achterzijde en de zijkanten van de
auto verminderd wordt. Dit kan het
rijden belemmeren en een ongeluk
veroorzaken.
Neerklappen van de rugleuningen
OPGELET
Bij het naar voren neerklappen
van de rugleuning, de rugleuning
altijd met uw hand ondersteunen.
Als de rugleuning niet met een
hand ondersteund wordt, kunnen de
vingers of de hand die de drukknop
bedienen letsel oplopen.
Controleer de stand van een
voorzitting alvorens de rugleuning
van een achterzitting neer te klappen.
Afhankelijk van de stand van
de voorzitting is het misschien
niet mogelijk de rugleuning van
een achterzitting volledig neer
te klappen, aangezien deze de
rugleuning van de voorzitting
zou kunnen raken waardoor de
voorzitting of het opbergzakje ervan
bekrast of beschadigd zou kunnen
worden. Verwijder indien nodig de
hoofdsteun van de zitting aan de
portierzijde van de achterzitting.
1. Zet de hoofdsteun volledig omlaag.
Zie Hoofdsteun op pagina 2-10 .
2. Druk op de drukknop om de rugleuning
neer te klappen.
Drukknop
Page 29 of 719

2–9
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
Terugzetten van de rugleuning in de
rechtop stand:
WAARSCHUWING
Bij het terugzetten van de rugleuning
in de rechtop stand, er op letten dat de
3-punts veiligheidsgordel niet tussen
de rugleuning beklemd raakt en dat de
3-punts veiligheidsgordel niet wordt
verdraaid.
Als de veiligheidsgordel gebruikt wordt
terwijl deze verdraaid is en tussen de
rugleuning beklemd is geraakt, kan
de veiligheidsgordel niet de volledige
bescherming bieden, hetgeen ernstig of
dodelijk letsel kan veroorzaken.
Bij het terugbrengen van de rugleuning
in de rechtop stand, er voor zorgen dat
deze stevig vergrendeld is en dat de
rode indicatie niet zichtbaar is.
Als de rode indicatie achter de
drukknop zichtbaar is, betekent dit dat
de rugleuning niet vergrendeld is. Als
met de auto wordt gereden terwijl de
rugleuning niet vergrendeld is, kan
deze plotseling neerklappen en een
ongeluk veroorzaken.
Rode indicatieOntgrendelstand
Vergrendelstand
1. Zorg er voor dat de
veiligheidsgordel correct door de
veiligheidsgordelgeleider wordt
geleid en dat deze niet is verdraaid,
zet vervolgens de rugleuning
omhoog en voorkom daarbij dat de
veiligheidsgordel tussen de rugleuning
beklemd raakt.
Veiligheidsgordelgeleider
Rode indicatie
2. Druk de rugleuning naar achteren en
vergrendel deze op zijn plaats. Na het
terugzetten van de rugleuning in de
rechtop stand, controleren dat deze
goed vergrendeld is.
Page 30 of 719

2–10
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
*Bepaalde modellen.
Hoofdsteunen
Uw auto is uitgerust met hoofdsteunen
op de voorzittingen, op de buitenste
zitplaatsen van de achterzitting
* en op de
middelste zitplaats van de achterzitting * .
De hoofdsteunen zijn bedoeld om u en
uw passagiers te helpen beschermen tegen
nekletsel.
WAARSCHUWING
Rijd wanneer zittingen gebruikt
worden steeds met de hoofdsteunen
ingestoken en zorg ervoor dat ze goed
afgesteld zijn. Bovendien moet u altijd
de hoofdsteunen op alle achterzittingen
omhoog zetten wanneer deze worden
gebruikt:
Het rijden zonder hoofdsteunen of
met te laag afgestelde hoofdsteunen is
gevaarlijk. Als u geen steun achter uw
hoofd heeft, kan in het geval van een
botsing uw nek ernstig letsel oplopen.
OPMERKING
(Bepaalde modellen)
De hoofdsteunen van de buitenste
zitplaatsen van de achterzitting zijn niet
afstelbaar.
Afstelling van de hoogte
Stel de hoofdsteun zodanig af dat het
midden daarvan op gelijke hoogte is
met de bovenzijde van de oren van de
passagier.
Voor het hoger zetten van de hoofdsteun,
deze tot in de gewenste positie omhoog
trekken.
Voor het omlaag zetten van de hoofdsteun,
de ontgrendeling indrukken en vervolgens
de hoofdsteun omlaag drukken.
Buitenste zitting van voorzitting