MAZDA MODEL CX-3 2016 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2016, Model line: MODEL CX-3, Model: MAZDA MODEL CX-3 2016Pages: 719, PDF Size: 7.06 MB
Page 641 of 719

7–41
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Signaal Waarschuwing
Indicatielampje
voor defecte
stuurbekrachtiging Het lampje gaat branden/knipperen als er een defect is in de elektrische
stuurbekrachtiging.
Als het lampje gaat branden/knipperen, de auto op een veilige plaats tot stilstand
brengen en het stuurwiel niet draaien. Als het lampje na enige tijd uit gaat, is er geen
probleem. Neem contact op met een deskundige reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële
Mazda reparateur als het lampje blijft branden/knipperen. OPMERKING
Als het indicatielampje brandt/knippert, zal de stuurbekrachtiging niet normaal
functioneren. In dat geval kan het stuurwiel alsnog gedraaid worden, echter het
sturen gaat dan zwaarder dan normaal of het is mogelijk dat het stuurwiel tijdens
het draaien trilt.
Als tijdens stilstand of uiterst langzaam rijden het stuurwiel bij herhaling naar
links en naar rechts gedraaid wordt, is het mogelijk dat de defectbeveiliging van
het stuurbekrachtigingssysteem in werking treedt waardoor het sturen zwaarder
wordt. Dit duidt echter niet op een probleem. Parkeer in dit geval de auto op een
veilige plaats en wacht enkele minuten totdat het systeem weer normaal werkt.
Neem contact op met een of ¿ ciële Mazda reparateur en laat de auto
inspecteren
Als een van de volgende waarschuwingslampjes of het indicatielampje gaat branden/
knipperen, is er mogelijk een defect in het systeem. Raadpleeg een deskundige reparateur,
bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur, om uw auto te laten inspecteren.
Signaal Waarschuwing
Hoofdwaarschuwingslampje
(Voertuigen met type C/type D audio)
Het lampje gaat branden wanneer er een defect is in het systeem.
Bedien de middendisplay en controleer de gegevens.
Zie Als een waarschuwingslampje gaat branden of knipperen op pagina 7-38 .
(Voertuigen zonder type C/type D audio)
Het lampje gaat in de volgende gevallen continu branden. Raadpleeg een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur.
Er is een defect in het accubeheersysteem.
Er is een defect in de remschakelaar.
(SKYACTIV-D 1.5) Er is een defect in de hydraulische regeling van de motor.
Er is een defect in de distributieketting van de motor.
Er is een defect in de voorverwarming.
Er is een defect in de oliepeilsensor.
Page 642 of 719

7–42
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing
Waarschuwingslampje
van anti-blokkeer
remsysteem (ABS)
Wanneer het ABS waarschuwingslampje van het ABS systeem tijdens het rijden blijft
branden, geeft dit aan dat de ABS besturingseenheid een defect in het systeem vastgesteld
heeft. In dat geval zal het remsysteem op dezelfde wijze werken als bij een auto zonder
ABS.
Als dit gebeurt, dient u zo spoedig mogelijk een deskundige reparateur, bij voorkeur een
of ¿ ciële Mazda reparateur te raadplegen.
OPMERKING
Wanneer de motor met behulp van een hulpaccu gestart wordt, is het toerental
ongelijkmatig en is het mogelijk dat het ABS waarschuwingslampje gaat branden. In
dit geval is dit het gevolg van een nagenoeg uitgeputte accu en duidt dit niet op een
defect in het ABS systeem.
Laad de accu.
(Modellen met DSC)
Wanneer het ABS waarschuwingslampje brandt werkt het rembekrachtigingsysteem
niet.
Motorwaarschuwingslampje
Als dit indicatielampje tijdens het rijden gaat branden, bestaat de kans dat er een probleem
met de auto is. Noteer de rijomstandigheden waarbij het lampje begon te branden en
raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur.
Het motorwaarschuwingslampje kan in de volgende gevallen gaan branden:
Wanneer er een probleem is met de elektrische installatie van de motor.
Wanneer er een probleem is met het systeem van de uitlaatgasreiniging.
(SKYACTIV-G 2.0) Wanneer het niveau van de brandstof in de tank bijzonder laag is of wanneer de tank
nagenoeg leeg is.
De brandstoftankdop ontbreekt of is niet goed vastgedraaid. Als het motorwaarschuwingslampje blijft branden of continu knippert, niet met hoge
snelheden rijden en zo spoedig mogelijk een deskundige reparateur, bij voorkeur een
of ¿ ciële Mazda reparateur raadplegen.
(Oranje)
i-stop
waarschuwingslampje
*
Wanneer het lampje brandt
De volgende gevallen kunnen duiden op een storing in het systeem. Laat uw auto bij een
deskundige reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur controleren.
Het lampje gaat niet branden wanneer het contact op ON wordt gezet.
Het lampje blijft branden ook al is tijdens het draaien van de motor de i-stop OFF
schakelaar ingedrukt.
Wanneer het lampje knippert
Het lampje blijft knipperen als er een defect in het systeem is. Laat uw auto bij een
deskundige reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur controleren.
(Oranje)
i-ELOOP
waarschuwingslampje
*
Het lampje gaat branden als er een defect is in het i-ELOOP systeem. Raadpleeg een
deskundige reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur.
Page 643 of 719

7–43
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing
Waarschuwingslampje
voor automatische
transmissie
*
Het lampje blijft branden wanneer er een probleem is met de transmissie.
OPGELET
Als het waarschuwingslampje voor de automatische transmissie gaat branden, is
er een elektrisch probleem in de transmissie. Wanneer u in deze toestand met uw
Mazda blijft doorrijden, kan dit beschadiging van uw transmissie tot gevolg hebben.
Raadpleeg zo spoedig mogelijk een deskundige reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële
Mazda reparateur.
4WD
waarschuwingslampje *
Wanneer het lampje brandt
Als het 4WD waarschuwingslampje gaat branden, contact opnemen met een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur.
Gaat branden wanneer er een afwijking is in het 4WD systeem.
Gaat branden als er teveel verschil is in de bandradius tussen de voor- en achterwielen.
Wanneer het lampje knippert
Parkeer de auto op een veilige plaats. Start de motor na enkele ogenblikken opnieuw, als
het waarschuwingslampje ophoudt met knipperen kunt u verder rijden. Als het lampje niet
ophoudt met knipperen, contact opnemen met een deskundige reparateur, bij voorkeur een
of ¿ ciële Mazda reparateur.
Gaat knipperen wanneer de temperatuur van de differentieelolie abnormaal hoog wordt.
Knippert wanneer er voortdurend een groot verschil is tussen het aantal omwentelingen
van de voor- en achterwielen, zoals wanneer u probeert weg te rijden op een bevroren
wegdek of wanneer u de auto probeert vrij te trekken uit modder, zand of soortgelijke
omstandigheden.
Waarschuwingslampje
voor systeem van
airbag/voorspanners
van veiligheidsgordels
Een defect in het systeem wordt aangeduid als het waarschuwingslampje constant
knippert, constant brandt of helemaal niet brandt wanneer het contact op ON gezet wordt.
Bij elk van deze gevallen dient u zo spoedig mogelijk een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur te raadplegen. Het systeem zal dan wellicht in het
geval van een aanrijding niet in werking treden.
WAARSCHUWING
Sleutel nooit zelf aan de airbag/voorspannersystemen en laat altijd alle onderhoud
en reparatie door een deskundige reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda
reparateur uitvoeren:
Het zelf uitvoeren van onderhoud of sleutelen aan de systemen is gevaarlijk. De
kans bestaat dat een airbag/voorspanner onvoorzien geactiveerd of buiten werking
gesteld wordt.
Page 644 of 719

7–44
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing
(Knippert)
Waarschuwingslampje van
bandenspanningcontrolesysteem
*
Als het bandenspanningcontrolesysteem defect is, gaat het waarschuwingslampje voor
de bandenspanning gedurende ongeveer 1 minuut knipperen wanneer het contact op ON
gezet wordt en vervolgens continu branden. Laat uw auto zo spoedig mogelijk door een
deskundige reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur controleren.
WAARSCHUWING
Als het waarschuwingslampje van het bandenspanningcontrolesysteem gaat
branden of knipperen of als de waarschuwingszoemtoon voor lage bandenspanning
wordt gegeven, onmiddellijk de rijsnelheid verminderen en plotseling manoeuvreren
en remmen vermijden:
Als het waarschuwingslampje van het bandenspanningcontrolesysteem gaat
branden of knipperen of als de waarschuwingszoemtoon voor lage bandenspanning
wordt gegeven, is het gevaarlijk met hoge snelheden te rijden of plotseling te
manoeuvreren of te remmen. De kans bestaat dat u de macht over het stuur verliest
en een ongeluk veroorzaakt.
Om te bepalen of u een langzaam leeglopende band of een lekke band heeft, de
auto op een veilige plaats parkeren waar u visueel de toestand van de band kunt
controleren en bepalen of de band voldoende lucht heeft om verder te gaan naar
een plaats waar lucht bijgevuld kan worden en het systeem opnieuw gecontroleerd
kan worden door een deskundige reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda
reparateur of een bandenreparatiewerkplaats.
Het TPMS waarschuwingslampje mag nooit genegeerd worden:
Negeren van het TPMS waarschuwingslampje is gevaarlijk, ook als u de reden weet
waarom het brandt. Laat het probleem zo spoedig mogelijk verhelpen alvorens dit
tot een ernstigere situatie leidt, zoals het plotseling lek raken van een band met een
gevaarlijk ongeluk als mogelijk gevolg.
(Rood)
(Brandt)
K E Y
waarschuwingslampje In het geval van een defect in het afstandbediende portiervergrendelingssysteem, gaat het
lampje continu branden.
OPGELET
Als het sleutelwaarschuwingslampje brandt of het startdrukknopindicatielampje
(oranje) knippert, bestaat de kans dat de motor niet start. Als de motor niet gestart kan
worden, deze proberen te starten met behulp van de noodprocedure voor het starten
van de motor en de auto zo spoedig mogelijk door een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur laten inspecteren.
Zie Noodbediening voor het starten van de motor op pagina 4-12 .
Page 645 of 719

7–45
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing
(Brandt)
Waarschuwingslampje van
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS)
*
Als er een storing is in het systeem blijft het waarschuwingslampje branden. Laat
uw auto bij een deskundige reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur
controleren.
Het LDWS werkt niet wanneer het waarschuwingslampje brandt.
OPGELET
De volgende gevallen kunnen duiden op een storing in het systeem. Laat uw auto bij
een deskundige reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur controleren.
Wanneer het lampje tijdens het rijden blijft branden.
Wanneer het systeem automatisch uitgeschakeld wordt, gaat het lampje branden.
Normaal herstelt het systeem zich automatisch en gaat het lampje uit, echter als het
lampje blijft branden, bestaat de kans dat er een storing is in het systeem.
Het lampje gaat niet branden wanneer het contact op ON gezet wordt.
Gebruik altijd banden van het voorgeschreven formaat voor alle wielen en van
hetzelfde merk, soort en pro ¿ elpatroon. Bovendien geen banden met duidelijk
zichtbaar verschillende slijtagepatronen op dezelfde auto gebruiken. Als dergelijke
ongeschikte banden gebruikt worden, bestaat de kans dat het LDWS niet normaal
functioneert.
Wanneer een noodreservewiel wordt gebruikt, bestaat de kans dat het systeem niet
normaal functioneert.
(Oranje)
Koplampregelsysteem
(HBC)
waarschuwingslampje
*
Als er een storing is in het systeem blijft het lampje branden. Laat uw auto bij een
deskundige reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur controleren.
OPMERKING
Als het gedeelte van de voorruit aan de voorzijde van de vooruitrijcamera (FSC)
beslagen of geblokkeerd is, gaat het lampje tijdelijk branden. Als het lampje blijft
branden, is er mogelijk een storing in het systeem.
LED
koplampwaarschuwingslampje *
Dit lampje gaat branden als er een defect is in de LED koplamp. Laat uw auto door een
deskundige reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur controleren.
(Oranje)
Waarschuwingslampje
van Mazda Radar
Cruise Control
(MRCC) systeem
*
Het waarschuwingslampje gaat branden als er een defect is in het systeem terwijl het
Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem is ingeschakeld.
Laat uw auto bij een deskundige reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur
controleren.
Page 646 of 719

7–46
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing
Dodehoekmonitor
(BSM) OFF
indicatielampje
* De volgende gevallen kunnen duiden op een storing in het systeem.
Laat uw auto bij een deskundige reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur
controleren.
Het lampje gaat niet branden wanneer het contact op ON wordt gezet.
Het lampje blijft branden als de dodehoekmonitor (BSM) schakelaar wordt ingedrukt.
Wanneer dit tijdens het rijden gaat branden.
OPMERKING
Als er op wegen wordt gereden met minder verkeer en de radarsensoren weinig
voertuigen kunnen detecteren, bestaat de kans dat het systeem pauzeert (de
dodehoekmonitor (BSM) OFF indicatielampje in de instrumentengroep gaat branden).
Dit duidt echter niet op een defect.
Maatregelen nemen
Neem de juiste maatregel en controleer dat het waarschuwingslampje uit gaat.
Signaal Waarschuwing Te nemen maatregel
Waarschuwingslampje
voor laag brandstofpeil Het lampje gaat branden wanneer de
resterende brandstof ongeveer 9,0 liter
bedraagt. OPMERKING
De momenten waarop het lampje gaat
branden kunnen variëren, aangezien de
brandstof in de tank overeenkomstig de
rijomstandigheden en de stand van de
auto in beweging is. Brandstof bijtanken.
Page 647 of 719

7–47
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Signaal Waarschuwing Te nemen maatregel
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje
(Voorzitting)
Het veiligheidsgordelwaarschuwingslampje
gaat branden als de bestuurdersstoel
of voorpassagierszitting bezet is en de
veiligheidsgordel niet vastgemaakt is
terwijl het contact op ON staat.
Als de veiligheidsgordel van de bestuurder
of de voorpassagier niet aangegespt is
(alleen wanneer de voorpassagierszitting
bezet is) en de snelheid van de auto
hoger is dan ongeveer 20 km/h, gaat het
waarschuwingslampje knipperen. Na een
korte tijd stopt het waarschuwingslampje
met knipperen, maar blijft branden. Als een
veiligheidsgordel niet aangegespt blijft,
gaat het waarschuwingslampje opnieuw
voor een bepaalde tijd knipperen.
OPMERKING
Als de veiligheidsgordel van de
bestuurder of de voorpassagier
niet aangegespt wordt nadat het
waarschuwingslampje is gaan branden
en de rijsnelheid hoger is dan 20
km/h, gaat het waarschuwingslampje
opnieuw knipperen.
Door het plaatsen van
zware voorwerpen op de
voorpassagierszitting kan de
veiligheidsgordelwaarschuwingsfunctie
van de voorpassagierszitting
geactiveerd worden, afhankelijk van
het gewicht van het voorwerp.
Geen extra zitkussen op de
voorpassagierszitting plaatsen en
gebruiken om er voor te zorgen dat de
voorpassagiergewichtsensor juist kan
functioneren. De kans bestaat dat de
sensor niet goed functioneert omdat
het extra zitkussen de werking van de
sensor zou kunnen hinderen.
Als een klein kind op de
voorpassagierszitting meerijdt, bestaat
de kans dat het waarschuwingslampje
niet werkt. Maak de veiligheidsgordels vast.
Page 648 of 719

7–48
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing Te nemen maatregel
(Rood)
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje
(Achterzitting)
*
Als de veiligheidsgordels van de
achterzitting niet zijn vastgemaakt en het
contact op ON staat, worden de bestuurder
en de passagier gewaarschuwd door het
waarschuwingslampje.
Het waarschuwingslampje werkt ook als
er zich geen passagier op de achterzitting
bevindt.
OPMERKING
Als een veiligheidsgordel van de
achterzitting niet vastgemaakt
wordt binnen een bepaalde tijd
nadat de motor is gestart, gaat het
waarschuwingslampje uit. Maak de veiligheidsgordels vast.
Open-portier
waarschuwingslampje Het lampje gaat branden als een van de
portieren niet goed is gesloten. Het portier goed sluiten.
120km/h
waarschuwingslampje * Het 120 km/h waarschuwingslampje gaat
branden wanneer de rijsnelheid hoger
wordt dan 120 km/h. Verminder de rijsnelheid.
Waarschuwingslampje
voor laag
sproeiervloeistofniveau
*
Dit waarschuwingslampje geeft aan dat er
weinig sproeiervloeistof over is. Vul sproeiervloeistof bij (pagina 6-32 ).
Page 649 of 719

7–49
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing Te nemen maatregel
(Brandt)
Waarschuwingslampje van
bandenspanningcontrolesysteem
*
Wanneer het waarschuwingslampje
brandt en de waarschuwingszoemer
klinkt (ongeveer 3 seconden), is de
bandenspanning in één of meerdere van de
banden te laag.
WAARSCHUWING
Als het waarschuwingslampje van
het bandenspanningcontrolesysteem
gaat branden of knipperen of als de
waarschuwingszoemtoon voor lage
bandenspanning wordt gegeven,
onmiddellijk de rijsnelheid verminderen
en plotseling manoeuvreren en remmen
vermijden:
Als het waarschuwingslampje van
het bandenspanningcontrolesysteem
gaat branden of knipperen of als de
waarschuwingszoemtoon voor lage
bandenspanning wordt gegeven, is het
gevaarlijk met hoge snelheden te rijden
of plotseling te manoeuvreren of te
remmen. De kans bestaat dat u de macht
over het stuur verliest en een ongeluk
veroorzaakt.
Om te bepalen of u een langzaam
leeglopende band of een lekke band
heeft, de auto op een veilige plaats
parkeren waar u visueel de toestand van
de band kunt controleren en bepalen of
de band voldoende lucht heeft om verder
te gaan naar een plaats waar lucht
bijgevuld kan worden en het systeem
opnieuw gecontroleerd kan worden door
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een of ¿ ciële Mazda reparateur of een
bandenreparatiewerkplaats.
Het TPMS waarschuwingslampje mag
nooit genegeerd worden:
Negeren van het TPMS
waarschuwingslampje is gevaarlijk, ook
als u de reden weet waarom het brandt.
Laat het probleem zo spoedig mogelijk
verhelpen alvorens dit tot een ernstigere
situatie leidt, zoals het plotseling lek
raken van een band met een gevaarlijk
ongeluk als mogelijk gevolg.
Inspecteer de banden en stel deze af op de
voorgeschreven bandenspanning (pagina
6-44 ).
OPMERKING
Stel de bandenspanning af
wanneer de banden koud zijn. De
bandenspanning varieert naargelang
de bandentemperatuur, laat daarom de
auto gedurende ongeveer 1 uur staan
of rijd er enkel 1,6 km of minder mee
alvorens de bandenspanning af te stellen.
Wanneer de bandenspanning bij warme
banden wordt afgesteld op de koude
bandendruk, bestaat de kans dat het
TPMS waarschuwingslampje/zoemer aan
gaat nadat de banden zijn afgekoeld en
dat de druk tot beneden de speci ¿ catie
terugvalt.
Ook is het mogelijk dat een TPMS
waarschuwingslampje dat brandt
doordat de bandenspanning bij
een lage omgevingstemperatuur is
teruggevallen blijft branden als de
omgevingstemperatuur omhoog gaat. In
dit geval zal het eveneens noodzakelijk
zijn de bandenspanning af te stellen. Als
het TPMS waarschuwingslampje gaat
branden als gevolg van een terugval in
de bandenspanning, de bandenspanning
controleren en afstellen.
Banden verliezen na verloop van tijd
vanzelf lucht en het TPMS systeem
kan niet het verschil aantonen of de
banden na verloop van tijd vanzelf zacht
geworden zijn of dat er sprake is van
een lekke band. Wanneer u echter één
zachte band in een set van vier aantreft,
wijst dit op een probleem; iemand anders
dient dan langzaam met de auto vooruit
te rijden zodat u de zachte band kunt
inspecteren op inkervingen en metalen
voorwerpen die vanuit het pro ¿ el of de
zijwand naar buiten steken. Breng enkele
druppels water aan op het ventiel om te
zien of er luchtbelletjes verschijnen die
wijzen op een defect ventiel. Lekkages
moeten grondiger aangepakt worden
dan het enkel opnieuw oppompen van
de defecte band aangezien lekkages
gevaarlijk zijn - breng de auto naar een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
of ¿ ciële Mazda reparateur.
Page 650 of 719

7–50
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing Te nemen maatregel
(Oranje)
Waarschuwingslampje
van Smart
Brake Support
remhulpsysteem/
stadsverkeer-
remassistent (SBS/
SCBS)
*
Het lampje gaat branden als de voorruit of
de radarsensor vuil zijn of als er een defect
is in het systeem.
(Voertuigen met type C/type D audio)
Controleer de reden waarom het
waarschuwingslampje brandt op de
middendisplay (pagina 7-38 ).
Als de reden waarom het
waarschuwingslampje brandt het gevolg
is van een verontreinigde voorruit, de
voorruit reinigen.
Als het waarschuwingslampje brandt
vanwege een vuile radarsensor, het
voorembleem reinigen.
Laat de auto door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële
Mazda reparateur controleren als er andere
redenen zijn.
(Voertuigen zonder type C/type D audio)
Als de reden waarom het
waarschuwingslampje brandt het gevolg
is van een verontreinigde voorruit, de
voorruit reinigen. Laat de auto door een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
of ¿ ciële Mazda reparateur controleren als
er andere redenen zijn.
KEY waarschuwingslampje
Neem de juiste maatregel en controleer dat het waarschuwingslampje uit gaat.
Signaal Oorzaak Te nemen maatregel
(Rood)
(Knippert) De batterij van de geavanceerde sleutel is
uitgeput. Vernieuw de sleutelbatterij (pagina
6-41 ).
De geavanceerde sleutel bevindt zich buiten
het werkingsbereik.
Breng de geavanceerde sleutel in het
werkingsbereik (pagina 3-8 ). De geavanceerde sleutel is geplaatst in delen
van het interieur waar de sleutel moeilijk
bespeurd kan worden.
Er bevindt zich een sleutel van een andere
fabrikant welke gelijkt op de geavanceerde
sleutel in het werkingsbereik. Neem de sleutel van een andere fabrikant
welke gelijkt op de geavanceerde sleutel
uit het werkingsbereik.
Zonder het contact uit te zetten, is de
geavanceerde sleutel uit het interieur
genomen en vervolgens zijn alle portieren
gesloten. Breng de geavanceerde sleutel terug in het
interieur.