MAZDA MODEL CX-5 2015 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2015, Model line: MODEL CX-5, Model: MAZDA MODEL CX-5 2015Pages: 805, PDF Size: 8.95 MB
Page 131 of 805

qOpen- en dichtschuiven
Druk om het schuifdak automatisch
volledig te openen, de kantel/
schuifschakelaar kortstondig in
achterwaartse richting drukken.
Druk om het schuiven tussentijds te
stoppen de kantel/schuifschakelaar in.
Druk om het schuifdak in de gewenste
positie te sluiten, de kantel/
schuifschakelaar in voorwaartse richting
drukken.
SluitenOpenen
qTerugstelprocedure voor
elektrisch bediend schuifdak
Als de accu is losgekoppeld, zal het
schuifdak niet functioneren. Om het
schuifdak weer correct te laten
functioneren, dient dit te worden
teruggesteld. Voer onderstaande procedure
uit voor het terugstellen van het schuifdak
en het hervatten van de bediening:
1. Zet het contact op ON.
2. Druk de kantelschakelaar in om de
achterzijde van het schuifdak
gedeeltelijk omhoog te zetten.3. Herhaal stap 2. De achterzijde van het
schuifdak kantelt naar boven tot in de
volledig geopende stand en wordt
vervolgens een weinig gesloten.
OPMERKING
Als de terugstelprocedure wordt
uitgevoerd terwijl het schuifdak in de
opengeschoven stand staat (gedeeltelijk
open), zal het dak eerst worden gesloten
alvorens de achterzijde naar boven
gekanteld wordt.
qZonnescherm
Het zonnescherm kan met de hand
geopend en gesloten worden.
Het zonnescherm gaat automatisch open
wanneer het schuifdak geopend wordt,
maar dient met de hand te worden
gesloten.
Zonnescherm
Alvorens te gaan rijden
Ruiten
3-49
Page 132 of 805

OPGELET
lHet zonnescherm gaat niet omhoog.
Om beschadiging van het
zonnescherm te voorkomen, dit niet
omhoog drukken.
lHet zonnescherm niet sluiten terwijl
het schuifdak geopend wordt. Het
zonnescherm kan beschadigd
worden wanneer geprobeerd wordt
dit door forceren te sluiten.
3-50
Alvorens te gaan rijden
Ruiten
Page 133 of 805

Aanbrengen van wijzigingen
en aanvullende apparatuur
Mazda kan niet garant staan voor de juiste
werking van het startblokkeersysteem en
het anti-diefstal beveiligingssysteem als er
wijzigingen aan het systeem zijn
aangebracht of als er aanvullende
apparatuur is aangesloten.
OPGELET
Om beschadiging van uw auto te
voorkomen, geen wijzigingen aan het
systeem aanbrengen of aanvullende
apparatuur op het startblokkeersysteem
en het anti-diefstal beveiligingssysteem
of op de auto aansluiten.
Start-blokkeersysteem
Het start-blokkeersysteem zorgt ervoor
dat de motor enkel kan worden gestart
met een sleutel die door het systeem
herkend wordt.
Als iemand probeert de motor te starten
met een sleutel die niet herkend wordt, zal
de motor niet starten, hetgeen diefstal van
uw wagen helpt voorkomen.
Neem contact op met een officiële Mazda
reparateur indien u een probleem heeft
met het start-blokkeersysteem of met de
sleutel.
Alvorens te gaan rijden
Beveiligingssysteem
3-51
Page 134 of 805

OPGELET
lVeranderingen of modificaties die
niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd
door de partij die verantwoordelijk is
voor de compliantie kunnen de
garantie op de apparatuur ongeldig
maken.
lVolg onderstaande instrukties om
beschadiging van de sleutel te
voorkomen:
lLaat de sleutel niet vallen.lLaat de sleutel niet nat worden.lStel de sleutel niet bloot aan
magnetische velden van enigerlei
aard.
lStel de sleutel niet bloot aan hoge
temperaturen op plaatsen zoals
het dashboard of de motorkap,
onder direct zonlicht.
lAls de motor niet met de correcte
sleutel gestart kan worden en het
beveiligingssysteemindikatielampje
blijft branden of knipperen, is er
mogelijk een defect in het systeem.
Raadpleeg een officiële Mazda
reparateur.
OPMERKING
lDe sleutels bevatten een unieke
elektronische code. In verband
hiermee en om veiligheidsredenen is
er een wachttijd voor het verkrijgen
van een reservesleutel. Deze sleutels
zijn uitsluitend verkrijgbaar via een
officiële Mazda reparateur.
lHoud steeds een reservesleutel bij de
hand voor het geval er een sleutel
verloren raakt. Raadpleeg in het
geval van verlies van een sleutel zo
spoedig mogelijk een officiële
Mazda reparateur.
lAls u een sleutel verliest, zal een
officiële Mazda reparateur de
elektronische codes van uw
resterende sleutels en het start-
blokkeersysteem opnieuw instellen.
Breng alle resterende sleutels naar
een officiële Mazda reparateur om
deze opnieuw te laten instellen.
Starten van uw auto met een sleutel
waarvan de code niet opnieuw is
ingesteld zal niet mogelijk zijn.
3-52
Alvorens te gaan rijden
Beveiligingssysteem
Page 135 of 805

qWerking
OPMERKING
lDe kans bestaat dat de motor niet
start en dat het
beveiligingssysteemindikatielampje
brandt of knippert als de sleutel op
plaatsen gelegd wordt waar het
moeilijk is voor het systeem het
signaal te ontvangen, zoals op het
instrumentenpaneel of in de
handschoenenkast. Breng de sleutel
naar een plaats binnen het
signaalbereik, zet het contact uit en
start vervolgens de motor opnieuw.
lHet is mogelijk dat uw start-
blokkeersysteem storing ondervindt
van signalen van een TV of
radiozender, van zend/ontvang
apparatuur of van een mobiele
telefoon. Als u de juiste sleutel
gebruikt en u de motor niet kunt
starten, het
beveiligingssysteemindikatielampje
controleren.
In staat van paraatheid brengen
Het systeem is in staat van paraatheid
wanneer de startdrukknop vanuit ON op
uit gedrukt wordt.
Het beveiligingssysteemindikatielampje in
de instrumentengroep knippert elke 2
seconden totdat het systeem buiten
werking gesteld wordt.
Zie Waarschuwings/indikatielampjes op
pagina 4-38.
Buiten werking stellen
Het systeem wordt buiten werking gesteld
wanneer het contact met behulp van de
correcte geprogrammeerde sleutel op ON
gezet wordt. Het
beveiligingssysteemindikatielampje gaat
gedurende ongeveer 3 seconden branden
en gaat dan uit. Als de motor niet met de
correcte sleutel gestart kan worden en het
beveiligingssysteemindikatielampje blijft
branden of knipperen, het volgende
proberen:
Zorg er voor dat de sleutel zich binnen het
werkingsbereik voor signaaloverdracht
bevindt. Zet het contact uit en start
vervolgens de motor opnieuw. Neem
contact op met een officiële Mazda
reparateur indien de motor na 3 pogingen
of meer niet start.
Alvorens te gaan rijden
Beveiligingssysteem
3-53
Page 136 of 805

OPMERKING
lIndien het
beveiligingssysteemindikatielampje
tijdens het rijden voortdurend blijft
knipperen, de motor niet stopzetten.
Ga naar een officiële Mazda
reparateur en laat het lampje daar
controleren. Als u de motor stop zet
terwijl het indikatielampje knippert,
zult u de motor niet opnieuw kunnen
starten.
lAangezien bij reparatie van het start-
blokkeersysteem de elektronische
codes opnieuw ingesteld worden,
zijn de sleutels nodig. Breng alle
sleutels naar een officiële Mazda
reparateur zodat deze
geprogrammeerd kunnen worden.
Anti-diefstal
beveiligingssysteem
(Europese modellen)
í
Als het anti-diefstal beveiligingssysteem
bespeurt dat iemand op een onjuiste wijze
toegang probeert te krijgen tot de auto of
als de inbraaksensor beweging binnen in
de auto bespeurt, hetgeen tot gevolg kan
hebben dat de auto of de inhoud er van
wordt gestolen, waarschuwt een alarm de
omgeving voor een abnormale situatie
door het laten klinken van de sirene en het
laten knipperen van de
waarschuwingsknipperlichten.
Het systeem zal niet functioneren als dit
niet op de juiste wijze in staat van
paraatheid is gebracht. Wanneer u de auto
verlaat, dient u de procedure van het in
staat van paraatheid brengen dus correct te
volgen.
Inbraaksensor
De inbraaksensor maakt gebruik van
ultrasonische golven voor het bespeuren
van beweging binnen in de auto en laat in
het geval van inbraak in de auto een
waarschuwingsalarm afgaan.
De inbraaksensor bespeurt bepaalde
vormen van beweging binnen in de auto,
echter deze kan ook reageren op
gebeurtenissen buiten de auto, zoals
bijvoorbeeld trillingen, harde geluiden,
wind en luchtstromen.
3-54
Alvorens te gaan rijden
íBepaalde modellen.
Beveiligingssysteem
Page 137 of 805

OPGELET
Let op de volgende punten om de
inbraaksensor normaal te kunnen laten
functioneren:
lHang geen kleding of voorwerpen
op aan een hoofdsteun of een
kledinghaak.
lPlaats de uitschuifbare zonnekleppen
in hun oorspronkelijke posities terug.
lDe inbraaksensor niet afschermen
door deze af te dekken of er
voorwerpen voor te hangen.
lLaat de inbraaksensor niet vuil
worden en deze niet met een
vloeistof afvegen.
lDe inbraaksensor of het
inbraaksensorsierstuk niet
blootstellen aan schokken of stoten.
lBreng geen zittingen of
zittinghoezen aan die geen originele
Mazda producten zijn.
lOm afscherming van de
inbraaksensor te voorkomen, geen
voorwerpen of lading hoger dan de
hoofdsteunen in de buurt van de
inbraaksensor plaatsen.
Inbraaksensor en
inbraaksensorsierstuk
qWerking
Gevallen waarbij de sirene wordt
ingeschakeld
De sirene wordt met tussenpozen
ingeschakeld en de
waarschuwingsknipperlichtenzullen
gedurende ongeveer 30 seconden
knipperen wanneer het systeem door een
van onderstaande oorzaken in werking
wordt gesteld:
lOntgrendelen van een portier met de
sleutel of een binnenvergrendelknop.
lOpen forceren van een portier, de
motorkap of de achterklep.
lWanneer de motorkap met behulp van
de motorkapontgrendelhendel wordt
geopend.
lHet contact op ON zetten zonder de
startdrukknop te gebruiken.
lDe inbraaksensor registreert een
beweging in de auto.
Het systeem zal opnieuw in werking
gesteld worden (in totaal 10 keer) als een
van de hierboven aangegeven condities
blijft voortbestaan.
lLosmaken van de accuverbinding (de
waarschuwingsknipperlichtenknipperen
niet).
Het systeem zal ongeveer 10 maal in
werking gesteld worden.
Alvorens te gaan rijden
Beveiligingssysteem
3-55
Page 138 of 805

OPMERKING
lAls de accu uitgeput raakt terwijl het
anti-diefstal beveiligingssysteem in
staat van paraatheid is, zal de sirene
geactiveerd worden en zullen de
waarschuwingsknipperlichtengaan
knipperen wanneer de accu geladen
of vervangen wordt.
lWanneer de sirene klinkt en de
waarschuwingsknipperlichtenknipperen
kan de achterklep niet worden
geopend.
qIn staat van paraatheid brengen
van het systeem
1. De ramen en het schuifdakígoed
sluiten.
OPMERKING
Ook als een raam of het schuifdakíis
open blijven staan, kan het systeem in
staat van paraatheid gebracht worden,
echter zelfs het gedeeltelijk open laten
staan van de ramen en het schuifdak
í
kan een uitnodiging zijn tot diefstal, en
wind die in de auto blaast zou het alarm
kunnen activeren.
De functie van de inbraaksensor kan
ook geannuleerd worden.
Zie Annuleren van de inbraaksensor op
pagina 3-57.
2. Druk de startdrukknop uit.
3. Zorg er voor dat de motorkap, de
portieren en de achterklep gesloten
zijn.4. Druk op de vergrendeltoets op de
zender.
De
waarschuwingsknipperlichtenzullen
eenmaal knipperen.
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Druk op een verzoekschakelaar.
Het veiligheidsindikatielampje in het
instrumentenpaneel gaat gedurende 20
seconden tweemaal per seconde
knipperen.
Zie Waarschuwings/indikatielampjes
op pagina 4-38.
5. Na 20 seconden is het systeem volledig
in staat van paraatheid.
OPMERKING
lHet anti-diefstal beveiligingssysteem
kan ook in staat van paraatheid
gebracht worden door het activeren
van de automatische
hervergrendelfunctie terwijl alle
portieren, de achterklep en de
motorkap gesloten zijn.
Zie Zender op pagina 3-5.
3-56
Alvorens te gaan rijden
íBepaalde modellen.
Beveiligingssysteem
Page 139 of 805

OPMERKING
lHet systeem wordt buiten werking
gesteld wanneer binnen 20 seconden
na het indrukken van de
vergrendeltoets een van de volgende
handelingen wordt uitgevoerd:
lOntgrendelen van een portierlEen portier of de achterklep
geopend wordt.
lDe motorkap geopend wordt.lHet contact wordt aan gezet.
Voor het opnieuw in staat van
paraatheid brengen van het systeem,
de procedure voor het in staat van
paraatheid brengen nogmaals
uitvoeren.
lWanneer de portieren vergrendeld
worden door het indrukken van de
vergrendeltoets op de zender terwijl
het anti-diefstalbeveiligingssysteem
in staat van paraatheid is, zullen de
waarschuwingsknipperlichteneenmaal
knipperen om aan te geven dat het
systeem in staat van paraatheid is.
qAnnuleren van de inbraaksensor
Als het anti-diefstal beveiligingssysteem
in staat van paraatheid gebracht is
wanneer er sprake is van een van
onderstaande omstandigheden, de
inbraaksensor annuleren om te
voorkomen dat het alarm onnodig
geactiveerd wordt.
(Inbraaksensor)
lWanneer de auto wordt achtergelaten
terwijl er zich een beweegbaar object,
passagiers of huisdieren in bevinden.
lWanneer u een voorwerp in de auto
achterlaat dat heen en weer kan rollen,
zoals bijvoorbeeld wanneer de auto bij
transport op een schuin aflopende,
onstabiele ondergrond geplaatst wordt.
lWanneer kleine voorwerpen/
accessoires in de auto zijn opgehangen,
kleding aan een kledinghaak is
opgehangen of andere voorwerpen zijn
aangebracht die gemakkelijk binnen in
de auto kunnen bewegen.
lBij het parkeren op een plaats waar
zich sterke trillingen of harde geluiden
voordoen.
lBij het gebruik van een hogedruk of
automatische autowasinstallatie.
lWanneer voortdurend schokken en
trillingen van hagel of donder en
bliksem op de auto worden
overgebracht.
lPortieren vergrendeld worden terwijl
een raam of het schuifdakíis open
blijven staan.
lEen extra verwarming of apparaat dat
luchtstromen en trillingen produceert in
gebruik is, terwijl het anti-diefstal
beveiligingssysteem in staat van
paraatheid gebracht is.
OPMERKING
Als een portier of de achterklep
gedurende 30 seconden gesloten blijft,
zullen alle portieren en de achterklep
automatisch hervergrendeld worden en
zal het anti-diefstalbeveiligingssysteem
in staat van paraatheid gebracht worden
als een raam en het schuifdak
íis open
blijven staan.
Alvorens te gaan rijden
Beveiligingssysteem
3-57íBepaalde modellen.
Page 140 of 805

Voor het annuleren van de inbraaksensor,
de toets op de zender binnen 20 seconden
na het indrukken van de vergrendeltoets
indrukken.
De
waarschuwingsknipperlichtenzullen
driemaal knipperen.
OPMERKING
lVoor het opnieuw activeren van de
inbraaksensor, het anti-diefstal
beveiligingssysteem uitschakelen en
dit vervolgens opnieuw in staat van
paraatheid brengen.
lDe inbraaksensor is in werking
wanneer het anti-diefstal
beveiligingssysteem in staat van
paraatheid is gebracht. Voor het
annuleren van de inbraaksensor, op
de annuleertoets van de
inbraaksensor drukken wanneer het
anti-diefstal beveiligingssysteem in
staat van paraatheid is gebracht.
qUitschakelen van een in staat van
paraatheid gebracht systeem
Een systeem dat in staat van paraatheid is
gebracht kan uitgeschakeld worden met
gebruik van een van onderstaande
methodes:
lDruk op de ontgrendeltoets op de
zender.
lDe motor wordt gestart met behulp van
de startdrukknop.
l(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
lDruk op een verzoekschakelaar op
de portieren.
lDruk op de elektrische
achterklepopener terwijl u de sleutel
bij u hebt.De
waarschuwingsknipperlichtenzullen
tweemaal knipperen.
OPMERKING
Wanneer de portieren ontgrendeld
worden door het indrukken van de
ontgrendeltoets op de zender terwijl het
anti-diefstalbeveiligingssysteem
uitgeschakeld is, zullen de
waarschuwingsknipperlichtentweemaal
knipperen om aan te geven dat het
systeem uitgeschakeld is.
qStopzetten van het
waarschuwingsalarm
Een geactiveerd alarm kan uitgeschakeld
worden met gebruik van een van
onderstaande methodes:
lDruk op de ontgrendeltoets op de
zender.
lDe motor wordt gestart met behulp van
de startdrukknop.
l(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
lDruk op een verzoekschakelaar op
de portieren.
lDruk op de elektrische
achterklepopener terwijl u de sleutel
bij u hebt.
De
waarschuwingsknipperlichtenzullen
tweemaal knipperen.
3-58
Alvorens te gaan rijden
Beveiligingssysteem