MAZDA MODEL CX-5 2015 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2015, Model line: MODEL CX-5, Model: MAZDA MODEL CX-5 2015Pages: 805, PDF Size: 8.95 MB
Page 101 of 805

qVergrendelen, ontgrendelen met
de portiervergrendelschakelaarí
Wanneer alle portieren en de achterklep
gesloten zijn en de vergrendelzijde wordt
ingedrukt, worden alle portieren en de
achterklep automatisch vergrendeld.
Deze worden alle ontgrendeld wanneer de
ontgrendelzijde wordt ingedrukt.
Ontgrendelen
Vergrendelen
OPMERKING
De portieren en de achterklep kunnen
niet vergrendeld worden terwijl een van
de portieren of de achterklep geopend
is.
qAutomatische vergrendel-/
ontgrendelfunctieí
WAARSCHUWING
Niet aan de binnenste kruk van een
voorportier trekken:
Tijdens het rijden aan de binnenste
kruk van een voorportier trekken is
gevaarlijk. Passagiers kunnen als het
portier per ongeluk open zou gaan uit
de auto vallen, wat ernstig of dodelijk
letsel kan veroorzaken.
lBij rijsnelheden hoger dan 20 km/h
worden alle portieren en de achterklep
automatisch vergrendeld.
lWanneer het contact wordt
uitgeschakeld, worden alle portieren en
de achterklep automatisch ontgrendeld.
Deze functies kunnen ook worden
uitgeschakeld zodat ze buiten werking
zijn.
Veranderen van de instelling van de
automatische vergrendel-/
ontgrendelfunctie met gebruik van de
portiervergrendelschakelaar
Het automatisch vergrendelen of
ontgrendelen van de portieren en de
achterklep kan ingesteld worden door het
selecteren van een van de functies uit
onderstaande tabel en het gebruik van de
portiervergrendelschakelaar op het
binnenste portierpaneel voor het wijzigen
van de instelling zoals aangegeven in
onderstaande procedure.
Instellingen kunnen op onderstaande
manier gewijzigd worden.
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
3-19íBepaalde modellen.
Page 102 of 805

OPMERKING
lVoor uw auto is functie nummer 3 de
standaardinstelling.
lEr zijn enkel in totaal zes
automatische vergrendel-/
ontgrendelinstellingen beschikbaar
voor voertuigen met automatische
transmissie en drie voor voertuigen
met handgeschakelde
versnellingsbak. Druk de
ontgrendelzijde van de
portiervergrendelschakelaar het juiste
aantal malen in, overeenkomstig het
nummer van de geselecteerde
functie. Als de schakelaar bij een
voertuig met automatische
transmissie per ongeluk zevenmaal
of bij een voertuig met
handgeschakelde versnellingsbak
viermaal wordt ingedrukt, wordt de
procedure ongeldig gemaakt. Voer in
dit geval de procedure opnieuw
vanaf het begin uit.
Functienummer Functie*1
1De automatische
portiervergrendelfunctie is
uitgeschakeld.
2Bij een rijsnelheid van
ongeveer 20 km/h of meer
worden alle portieren en de
achterklep automatisch
vergrendeld.
3Bij een rijsnelheid van
ongeveer 20 km/h of meer
worden alle portieren en de
achterklep automatisch
vergrendeld. Alle portieren
en de achterklep worden
ontgrendeld wanneer het
contact van ON op uit
wordt gezet.
4(Alleen voertuigen met
automatische transmissie)
Wanneer het contact op ON
staat en de keuzehendel
vanuit de parkeerstand (P)
in een willekeurige andere
schakelstand wordt gezet,
worden alle portieren en de
achterklep automatisch
vergrendeld.
3-20
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
Page 103 of 805

Functienummer Functie*1
5(Alleen voertuigen met
automatische transmissie)
Wanneer het contact op ON
staat en de keuzehendel
vanuit de parkeerstand (P)
in een willekeurige andere
schakelstand wordt gezet,
worden alle portieren en de
achterklep automatisch
vergrendeld.
Wanneer de keuzehendel in
de parkeerstand (P) wordt
gezet terwijl het contact op
ON staat, worden alle
portieren en de achterklep
automatisch ontgrendeld.
6(Alleen voertuigen met
automatische transmissie)
Bij een rijsnelheid van
ongeveer 20 km/h of meer
worden alle portieren en de
achterklep automatisch
vergrendeld.
Wanneer de keuzehendel in
de parkeerstand (P) wordt
gezet terwijl het contact op
ON staat, worden alle
portieren en de achterklep
automatisch ontgrendeld.
*1 Overige instellingen voor de automatische
portiervergrendelfunctie zijn beschikbaar bij een
deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur. Raadpleeg voor
bijzonderheden een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina 9-14.
1. Parkeer het voertuig op een veilige
plaats. Alle portieren moeten gesloten
blijven.
2. Zet het contact op ON.
3. Houd de vergrendelzijde van de
portiervergrendelschakelaar ingedrukt
binnen 20 seconden nadat u het contact
op ON hebt gezet en let er op dat
ongeveer acht seconden daarna een
pieptoon klinkt.4. Zie de tabel voor de instelling van de
automatische vergrendel-/
ontgrendelfunctie en bepaal het
functienummer voor de gewenste
instelling. Druk de ontgrendelzijde van
de portiervergrendelschakelaar
hetzelfde aantal malen in als het
geselecteerde functienummer (Bijv. Als
u functie 2 selecteert, druk dan de
ontgrendelzijde van de schakelaar
enkel 2 maal in).
5. Drie seconden nadat de
functieinstelling is veranderd, wordt
het geselecteerde functienummer door
een overeenkomstige hoeveelheid
pieptonen aangegeven. (Bijv.
Functienummer 3 = 3 pieptonen)
(Voertuigen met handgeschakelde
versnellingsbak)
Druk 2 maal
Druk 3 maal Huidige functienummer
Functienummer 1
Functienummer 2
Functienummer 3
Druk 4 maal Druk eenmaal op de ontgrendelzijde
van de vergrendelschakelaar
Instelling annulerenInstelling annuleren
Functie ingesteld (het
aantal pieptonen dat
wordt gegeven is
hetzelfde als het
geselecteerde
functienummer) Druk op de
vergrendelzijde van de
vergrendelschakelaar
Wacht 3 seconden
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
3-21
Page 104 of 805

(Voertuigen met automatische
transmissie)
Druk eenmaal op de ontgrendelzijde
van de vergrendelschakelaar
Druk 2 maal
Druk 3 maal Huidige functienummer
Functienummer 1
Functienummer 2
Druk 4 maal Functienummer 3
Druk 5 maal Functienummer 4
Druk 7 maal Functienummer 5
Druk 6 maal
Functienummer 6
Instelling annulerenInstelling annuleren
Functie ingesteld (het
aantal pieptonen dat
wordt gegeven is
hetzelfde als het
geselecteerde
functienummer) Druk op de
vergrendelzijde van de
vergrendelschakelaar
OPMERKING
lDe portieren kunnen tijdens het
maken van de instelling niet
vergrendeld of ontgrendeld worden.
lDe procedure kan geannuleerd
worden door de vergrendelzijde van
de portiervergrendelschakelaar in te
drukken.
qVergrendelen, ontgrendelen met
de portiervergrendelknop
Bediening vanaf de binnenzijde
(Met portiervergrendelschakelaar)
Voor het vergrendelen van een portier
vanaf de binnenzijde, de
portiervergrendelknop omlaag drukken.
Voor ontgrendelen de
portiervergrendelknop naar buiten
trekken.
Hiermee worden de overige portiersloten
niet bediend.
(Zonder portiervergrendelschakelaar)
Alle portieren en de achterklep worden
automatisch vergrendeld wanneer de
portiervergrendelknop van het
bestuurdersportier ingedrukt wordt. Deze
worden alle ontgrendeld wanneer de
portiervergrendelknop van het
bestuurdersportier omhoog getrokken
wordt.
Ontgrendelen
Vergrendelen
3-22
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
Page 105 of 805

OPMERKING
De rode indikatie wordt zichtbaar
wanneer de portiervergrendelknop
ontgrendeld wordt.
Rode indikatie
Bediening vanaf de buitenzijde
Voor het vanaf de buitenzijde
vergrendelen van de achter- en
voorpassagiersportieren met behulp van
de portiervergrendelknop, de
portiervergrendelknop in de
vergrendelstand duwen en het portier
sluiten (vasthouden van de portierkruk is
niet nodig).
Portiervergrendelknop
OPMERKING
Wanneer u de portieren op deze manier
vergrendelt:
lLet erop de sleutel niet in de auto
achter te laten.
lDe portiervergrendelknop van het
bestuurdersportier kan niet worden
gebruikt terwijl het
bestuurdersportier open is.
qKindersloten van achterportieren
Deze sloten zijn bestemd om te helpen
voorkomen dat kinderen per ongeluk de
achterportieren openen. Gebruik beide
sloten wanneer er zich kinderen in de auto
bevinden.
Indien u het kinderslot naar de
vergrendelstand schuift alvorens het
betreffende portier te sluiten, kan dat
portier niet vanuit de binnenzijde geopend
worden. Het portier kan enkel geopend
worden door het oplichten van de
buitenportierkruk.
Vergrendelen
Ontgrendelen
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
3-23
Page 106 of 805

Achterklep
WAARSCHUWING
Sta nooit toe dat iemand in de
bagageruimte meerijdt:
Toestaan dat iemand in de
bagageruimte meerijdt is gevaarlijk.
Tijdens plotseling afremmen of een
botsing bestaat de kans dat de persoon
die in de bagageruimte meerijdt
ernstig of dodelijk letsel oploopt.
Rijd niet met geopende achterklep:
Uitlaatgassen in het interieur van een
auto zijn gevaarlijk. Wanneer de
achterklep tijdens het rijden open
staat, worden er uitlaatgassen in het
interieur gezogen. Dit gas bevat CO
(koolmonoxide), dat kleurloos,
geurloos en bijzonder giftig is; dit gas
kan bewusteloosheid en verstikking
veroorzaken. Bovendien kunnen in het
geval van een open achterklep de
inzittenden bij een botsing naar buiten
geslingerd worden.
Bagage niet opstapelen en niet zonder
deze vast te zetten in de bagageruimte
plaatsen:
Anders kan de bagage van zijn plaats
schuiven of omvallen, hetgeen letsel of
een ongeluk tot gevolg kan hebben.
Bovendien bagage niet hoger dan de
rugleuningen laden. Dit kan het
uitzicht aan de zijkant of achterkant
belemmeren.
OPGELET
lVerwijder alle opeenhoping van
sneeuw en ijs alvorens de achterklep
te openen. Anders bestaat de kans
dat de achterklep onder het gewicht
van de sneeuw en het ijs dichtklapt
en letsel veroorzaakt.
lWees voorzichtig bij het openen/
sluiten van de achterklep tijdens
harde wind. Als de achterklep wordt
getroffen door een zware windstoot,
kan deze plotseling dichtklappen en
letsel veroorzaken.
lOpen de achterklep volledig en let er
op dat deze open blijft staan. Als de
achterklep slechts gedeeltelijk
geopend wordt, kan dit door trilling
of een windvlaag dichtklappen en
letsel veroorzaken.
lBij het in- of uitladen van bagage in
de bagageruimte, de motor
stopzetten. Anders zou u zich
kunnen branden door de hitte van het
uitlaatgas.
3-24
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
Page 107 of 805

OPGELET
lWees voorzichtig niet teveel kracht
uit te oefenen op de dempersteun op
de achterklep, zoals door met uw
hand tegen de steun te leunen. Zo
niet, dan bestaat de kans op
verbuiging van de dempersteun wat
een nadelig effect kan hebben op de
werking van de achterklep.
Dempersteun
qOpenen en sluiten van de achterklep
Openen van de achterklep met de
elektrisch bediende achterklepopener
Ontgrendel de portieren en de achterklep,
druk de elektrische bediende
achterklepopener op de achterklep in en til
vervolgens nadat het slot vrijgezet is de
achterklep omhoog.
Elektrisch bediende
achterklepopener
OPMERKING
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
lWanneer u de sleutel bij zich heeft
kan een vergrendelde achterklep ook
worden geopend.
lWanneer de achterklep wordt
geopend terwijl de portieren en de
achterklep vergrendeld zijn, kan het
enkele seconden duren voordat het
achterklepslot wordt ontgrendeld
nadat de elektrische achterklep-/
kofferdekselopener is ingedrukt.
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
3-25
Page 108 of 805

OPMERKING
lDe achterklep kan gesloten worden
wanneer de portieren vergrendeld
zijn en de sleutel in de auto is
achtergelaten. Echter om te
voorkomen dat de sleutel in de auto
wordt achtergelaten, kan de
achterklep geopend worden door het
indrukken van de elektrisch bediende
achterklepopener. Als ondanks het
uitvoeren van deze procedure de
achterklep niet kan worden geopend,
de elektrische achterklep indrukken
om de achterklep volledig te openen
na de achterklep volledig dicht te
hebben geduwd.
OPMERKING
lWanneer het achterklepslot door het
indrukken van de elektrisch bediende
achterklepopener is vrijgezet, gaat de
achterklep eerst een klein stukje
omhoog zodat deze geopend kan
worden. Als de achterklep gedurende
een bepaalde periode van tijd niet
wordt geopend nadat de elektrisch
bediende achterklepopener is
ingedrukt, kan de achterklep niet
meer vanuit de eerste
openingspositie omhoog gezet
worden. Druk de elektrisch bediende
achterklepopener nogmaals in om de
achterklep volledig te openen. Om
de achterklep vanuit de eerste
openingspositie te sluiten, deze eerst
openen door het indrukken van de
elektrisch bediende
achterklepopener, gedurende 1
seconde of langer wachten en
vervolgens sluiten.
Als de achterklep niet volledig
gesloten is, wordt de bestuurder op
de hoogte gesteld door een
waarschuwing aangegeven in de
instrumentengroep.
lAls de accu van de auto uitgeput is
of er een defect is in het elektrische
systeem en de achterklep niet
ontgrendeld kan worden, kan de
achterklep geopend worden door het
uitvoeren van de noodprocedure.
Zie Wanneer de achterklep niet
geopend kan worden op pagina 7-59.
3-26
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
Page 109 of 805

Sluiten van de achterklep
Voor het sluiten van de achterklep deze
langzaam omlaag laten met gebruik van
de achterklepgreepuitsparing en
vervolgens de achterklep met beide
handen dicht duwen.
Niet met kracht dichtklappen. Trek de
achterklep omhoog om te controleren of
deze goed gesloten is.
Achterklephandgreepuitsparing
qBagageruimte
Laden van golftassen
In de bagageruimte kunnen golftassen
meegevoerd worden.
In de bagageruimte kunnen in totaal vier
golftassen meegevoerd worden.Leg elk van de eerste drie golftassen in de
bagageruimte met de onderkant van elke
tas naar rechts gericht en plaats dan de
bovenkant van elke tas zodanig dat deze
naar links wijst.
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
3-27
Page 110 of 805

Leg de vierde golftas met de bovenkant
naar links gericht en plaats dan de
onderkant van de tas zodanig dat deze
naar rechts wijst.
OPMERKING
Het is mogelijk dat bepaalde golftassen
niet passen, afhankelijk van de
afmeting.
qAfdekking bagageruimteí
Afdekking bagageruimte
Gebruik de afdekking van de
bagageruimte om lading of bagage aan het
oog te onttrekken. De
bagageruimteafdekking kan opgeborgen
worden onder de kofferruimteplank.
WAARSCHUWING
Plaats dus geen voorwerpen bovenop
de afdekking van de bagageruimte:
Het plaatsen van bagage of andere
lading bovenop de afdekking van de
bagageruimte kan gevaar opleveren.
Tijdens plotseling afremmen of een
botsing zou de bagage van zijn plaats
geslingerd kunnen worden en iemand
kunnen raken of verwonden.
OPGELET
Zorg er voor dat de afdekking van de
bagageruimte stevig wordt
vastgemaakt. Als het net niet stevig
bevestigd wordt, kan dit plotseling
losraken en letsel veroorzaken.
OPMERKING
lAls u tijdens koud weer de
achterklep probeert te openen terwijl
de bagageruimteafdekking bevestigd
is, bestaat de kans dat de
demperfunctie niet normaal werkt en
dat de achterklep moeilijk omhoog te
krijgen is. De achterklep kan tijdens
koud weer gemakkelijker geopend
worden als de
bagageruimteafdekking niet
bevestigd is.
lBij het openen/sluiten van de
achterklep, is het gewicht van de
achterklep verschillend, afhankelijk
of de bagageruimteafdekking al dan
niet wordt gebruikt, echter dit duidt
niet op een defect.
3-28
Alvorens te gaan rijden
íBepaalde modellen.
Portieren en sloten