MAZDA MODEL CX-5 2015 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2015, Model line: MODEL CX-5, Model: MAZDA MODEL CX-5 2015Pages: 805, PDF Size: 8.95 MB
Page 171 of 805

7. Druk op de startdrukknop nadat zowel
het KEY indikatielampje (groen)
(indien voorzien) in de
instrumentengroep als het
startdrukknopindikatielampje (groen)
zijn gaan branden.
OPMERKING
lNa het starten van de motor, gaat het
startdrukknopindikatielampje
(oranje) uit en staat het contact in de
stand ON.
l(SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G
2.5)
Na het indrukken van de
startdrukknop en voordat de motor
start is het werkingsgeluid van de
brandstofpompmotor van nabij de
brandstoftank hoorbaar, echter dit
duidt niet op een defect.
l(SKYACTIV-D 2.2)
lLaat bij het starten van de motor
het koppelingspedaal
(handgeschakelde
versnellingsbak) of het rempedaal
(automatische transmissie) niet los
totdat het voorgloei-
indikatielampje in de
instrumentengroep uitgaat, na het
indrukken van de startdrukknop.
lAls voor het starten van de motor
het koppelingspedaal
(handgeschakelde
versnellingsbak) of het rempedaal
(automatische transmissie) wordt
losgelaten, het koppelingspedaal
(handgeschakelde
versnellingsbak) of het rempedaal
(automatische transmissie)
nogmaals intrappen en de
startdrukknop indrukken om de
motor te starten.
OPMERKING
lAls u nadat de gloeibougies zijn
opgewarmd het contact gedurende
langere tijd in de stand ON laat
staan zonder dat de motor draait,
worden de gloeibougies mogelijk
opnieuw opgewarmd en gaat het
voorgloei-indikatielampje
branden.
lDe startmotor draait niet rond
totdat het voorgloei-
indikatielampje is uitgegaan.
8. Laat de motor na het starten ongeveer
gedurende tien seconden stationair
draaien (in Duitsland verboden).
Tijdens het rijden
Motor start/stop
4-7
Page 172 of 805

OPMERKING
l(Duitsland)
Ga na het starten van de motor
onmiddellijk rijden. Gebruik echter
geen hoge motortoerentallen totdat
de motor de normale
bedrijfstemperatuur heeft bereikt.
(SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G
2.5)
lOngeacht of de motor warm of koud
is, dient deze zonder gebruik van het
gaspedaal gestart te worden.
lZie Starten van een verzopen motor
onder Starten in noodgevallen als de
motor de eerste keer niet start. Laat
uw auto inspecteren door een
officiële Mazda reparateur als de
motor nog niet start (pagina 7-28).
l(SKYACTIV-D 2.2)
Als de buitentemperatuur lager is
dan ongeveer_
10 °C, kan het
maximale motortoerental na het
starten van de motor gedurende
ongeveer drie minuten niet worden
bereikt om de motor te beschermen.
OPMERKING
l(Voertuig met handgeschakelde
versnellingsbak met i-stop functie)
Als de motor als gevolg van afslaan
is gestopt, kan deze opnieuw worden
gestart door het koppelingspedaal in
te trappen binnen 3 seconden nadat
de motor is gestopt.
De motor kan onder de volgende
omstandigheden ook als het
koppelingspedaal wordt ingetrapt
niet opnieuw worden gestart:
lHet bestuurdersportier geopend is.lDe veiligheidsgordel van de
bestuurder is niet vastgemaakt.
lNa het afslaan van de motor is het
koppelingspedaal niet volledig
losgelaten.
lHet koppelingspedaal wordt
ingetrapt terwijl de motor niet
volledig is stopgezet.
4-8
Tijdens het rijden
Motor start/stop
Page 173 of 805

qMotorstartfunctie wanneer
sleutelbatterij uitgeput is
OPGELET
Wanneer de motor gestart wordt door
de zender boven de startdrukknop te
houden als gevolg van een uitgeputte
sleutelbatterij of een defecte sleutel, er
voor zorgen het volgende te
voorkomen.
Anders kan het signaal van de sleutel
niet correct worden ontvangen en
bestaat de kans dat de motor niet start.
lMetalen delen van andere sleutels of
metalen voorwerpen komen in
aanraking met de sleutel.
lReservesleutels of sleutels voor
andere voertuigen die uitgerust zijn
met een start-blokkeersysteem
komen in aanraking met of in de
buurt van de sleutel.
lElektronische betaalpassen of
doorlaatpassen die in aanraking met
of in de buurt van de sleutel komen.Als de motor niet gestart kan worden
omdat de batterij van de sleutel is
uitgeput, kan de motor met behulp van
onderstaande procedure gestart worden:
1. Blijf het rempedaal stevig intrappen
totdat de motor volledig gestart is.
2.(Handgeschakelde versnellingsbak)
Blijf het koppelingspedaal stevig
intrappen totdat de motor volledig
gestart is.
3. Kijk of het
startdrukknopindikatielampje (groen)
gaat knipperen.
OPMERKING
Het startdrukknopindikatielampje
(groen) gaat knipperen als de
startdrukknop wordt ingedrukt alvorens
het rempedaal (automatische
transmissie) of koppelingspedaal
(handgeschakelde versnellingsbak) in te
trappen. Als onder deze conditie het
koppelingspedaal wordt ingetrapt
(handgeschakelde versnellingsbak) of
het rempedaal wordt ingetrapt
(automatische transmissie), kan de
motor gestart worden door de
onderstaande procedure te volgen.
Tijdens het rijden
Motor start/stop
4-9
Page 174 of 805

4. Raak de startdrukknop aan met behulp
van de achterzijde van de sleutel (zoals
getoond) terwijl het
startdrukknopindikatielampje (groen)
knippert.
Sleutel
Indikatielampje
Startdrukknop
OPMERKING
Bij het aanraken van de startdrukknop
met behulp van de achterkant van de
sleutel zoals getoond in de afbeelding,
de startdrukknop aanraken met de zijde
met de vergrendelschakelaar van de
sleutel omhoog gericht.
5. Kijk of het
startdrukknopindikatielampje (groen)
gaat branden.
6. Druk op de startdrukknop om de motor
te starten.
OPMERKING
lDe motor kan niet gestart worden
tenzij het koppelingspedaal volledig
is ingetrapt (handgeschakelde
versnellingsbak) of het rempedaal
volledig is ingetrapt (automatische
transmissie).
lAls de functie van de startdrukknop
defect is, gaat het
startdrukknopindikatielampje
(oranje) knipperen. In dit geval is het
mogelijk dat de motor start, echter
laat de auto zo spoedig mogelijk
door een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda
reparateur controleren.
lAls het startdrukknopindikatielampje
(groen) niet brandt, de procedure
opnieuw vanaf het begin uitvoeren.
Laat de auto door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur controleren als het
indikatielampje niet brandt.
4-10
Tijdens het rijden
Motor start/stop
Page 175 of 805

OPMERKING
lVoer voor het overschakelen van de
stand van het contact zonder de
motor te starten de volgende
handelingen uit nadat het
startdrukknopindikatielampje (groen)
is gaan branden.
1. Laat het rempedaal (automatische
transmissie) of het
koppelingspedaal
(handgeschakelde
versnellingsbak) los.
2. Druk de startdrukknop in om over
te schakelen naar de contactstand.
Het contact schakelt over in de
volgorde van ACC, ON en uit
telkens wanneer de startdrukknop
wordt ingedrukt. Voor het
opnieuw overschakelen naar de
contactstand, de procedure vanaf
het begin uitvoeren.
qNoodbediening voor het starten
van de motor
Als het KEY waarschuwingslampje (rood)
brandt of het
startdrukknopindikatielampje (oranje)
knippert, kan dit aangeven dat de motor
niet met gebruik van de normale
startmethode gestart kan worden (bij
voertuigen met type A meter, worden de
berichten getoond in de
instrumentengroep). Laat uw auto zo
spoedig mogelijk door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur inspecteren. In dit geval
kan de motor geforceerd gestart worden.
Houd de startdrukknop ingedrukt totdat
de motor start. Voor het starten van de
motor zijn overige procedures zoals het
aanwezig zijn van de sleutel in de cabine
en het intrappen van het koppelingspedaal
(handgeschakelde versnellingsbak) of het
rempedaal (automatische transmissie)
vereist.
Tijdens het rijden
Motor start/stop
4-11
Page 176 of 805

Stopzetten van de motor
WAARSCHUWING
De motor niet tijdens het rijden
stopzetten:
Het tijdens het rijden stopzetten van de
motor om een andere reden dan in een
noodgeval is gevaarlijk. Wanneer de
motor tijdens het rijden wordt
stopgezet heeft dit door het verlies van
de rembekrachtiging een vermindering
van remvermogen tot gevolg wat een
ongeluk en ernstig letsel kan
veroorzaken.
1. Breng de auto volledig tot stilstand.
2.(Handgeschakelde versnellingsbak)
Schakel over naar de neutraalstand.
(Automatische transmissie)
Zet de keuzehendel in de stand P.
3. Druk op de startdrukknop om de motor
stop te zetten. De contactstand is uit.
OPGELET
Zorg er voor dat wanneer u de auto
achterlaat de startdrukknop op uit gezet
is.
OPMERKING
l(SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G
2.5)
Het is mogelijk dat de koelventilator
in de motorruimte gedurende enkele
minuten nadat het contact vanuit ON
op OFF gezet is gaat draaien,
ongeacht of de airconditioning aan of
uit is, voor het snel koelen van de
motorruimte.
lAls het systeem bespeurt dat de
resterende batterijcapaciteit van de
sleutel laag is wanneer het contact
van ON op ACC of OFF wordt
gezet, wordt het volgende
aangegeven.
Vervang de batterij door een nieuwe
alvorens de sleutel onbruikbaar
wordt.
Zie Vernieuwen van de sleutelbatterij
op pagina 6-46.
(Voertuig uitgerust met type A
*1
instrumentengroep)
Een bericht wordt aangegeven op de
display van de instrumentengroep.
*1 Zie Type A type op pagina 4-38.
(Voertuig uitgerust met type B
*2
instrumentengroep)
Het KEY indikatielampje (groen)
knippert gedurende ongeveer 30
seconden.
*2 Zie Type B type op pagina 4-44.
l(Automatische transmissie)
Als de motor wordt stopgezet terwijl
de keuzehendel in een andere stand
dan P staat, zal het contact
overschakelen naar ACC.
4-12
Tijdens het rijden
Motor start/stop
Page 177 of 805

qMotornoodstop
Wanneer terwijl de motor draait of tijdens
het rijden de startdrukknop continu
ingedrukt wordt gehouden, of een aantal
malen achtereen snel wordt ingedrukt, zal
de motor onmiddellijk worden stopgezet.
Het contact schakelt over naar ACC.
Tijdens het rijden
Motor start/stop
4-13
Page 178 of 805

i-stopí
De i-stop functie zet de motor automatisch stop wanneer de auto bij een verkeerslicht stil
staat of in het verkeer vast komt te zitten en herstart vervolgens de motor automatisch om
het rijden te hervatten. Het systeem draagt bij tot een verminderd brandstofverbruik,
minder uitstoot van uitlaatgassen en doet het geluid van het stationair draaien verdwijnen
wanneer de motor is stopgezet.
Stoppen en herstarten van de motor
OPMERKING
lHet i-stop indikatielampje (groen) gaat in onderstaande gevallen branden:
lWanneer de motor gestopt is.l(Behalve Europees model)
Wanneer tijdens het rijden aan de voorwaarden voor het stoppen van de motor is
voldaan.
lHet i-stop indikatielampje (groen) gaat uit wanneer de motor herstart.
Handgeschakelde versnellingsbak
1. Breng de auto tot stilstand door eerst het rempedaal en vervolgens het koppelingspedaal
in te trappen.
2. Zet terwijl u het koppelingspedaal intrapt de versnellingshendel in de neutraalstand. De
motor stopt nadat het koppelingspedaal is losgelaten.
3. De motor herstart automatisch zodra het koppelingspedaal wordt ingetrapt.
4-14
Tijdens het rijden
íBepaalde modellen.
Motor start/stop
Page 179 of 805

Automatische transmissie
1. De motor stopt wanneer tijdens het rijden het rempedaal wordt ingetrapt (behalve tijdens
het rijden in de stand R of M, blokkeermodus voor tweede versnelling) en de auto tot
stilstand is gebracht.
2. De motor herstart automatisch wanneer het rempedaal wordt losgelaten met de
keuzehendel in de stand D of M (niet in blokkeermodus voor tweede versnelling).
3. Als de keuzehendel in de stand N of P staat, herstart de motor niet wanneer het
rempedaal wordt losgelaten. De motor herstart wanneer het rempedaal nogmaals wordt
ingetrapt of de keuzehendel naar de stand D, M (niet in blokkeermodus voor tweede
versnelling) of stand R wordt verplaatst. (Houd met het oog op de veiligheid wanneer de
motor gestopt is tijdens het verplaatsen van de keuzehendel altijd het rempedaal
ingetrapt.)
Bedieningsvoorwaarden
Wanneer het systeem functioneert
In de volgende gevallen wordt de motor gestopt en gaat het i-stop indikatielampje (groen)
branden.
l(SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G 2.5)
Wanneer de motor is warmgedraaid.
l(SKYACTIV-D 2.2)
lWanneer de motor niet koud is.lHet leren van de hoeveelheid brandstofinspuiting dat periodiek en automatisch wordt
uitgevoerd, vindt niet plaats.
lDe motor is gestart en er is gedurende een bepaalde periode met de auto gereden.
lDe motor wordt gestart met de motorkap gesloten.
lDe accu is in goede toestand.
lAlle portieren, de achterklep en de motorkap zijn gesloten.
lDe veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.
lDe airconditioning wordt niet gebruikt met de luchtstroomfunctie in de stand(A/C
ON).
l(Automatische airconditioning)
lDe temperatuurinstelknop voor de airconditioning is ingesteld op een andere stand
dan maximale koeling (A/C ON) of maximale verwarming.
lDe interieurtemperatuur van de auto en de temperatuur die voor de airconditioning is
ingesteld is nagenoeg hetzelfde.
lHet i-stop waarschuwingslampje (oranje) brandt niet/knippert niet.
Tijdens het rijden
Motor start/stop
4-15
Page 180 of 805

lDe functies van de afstandbediende portiervergrendeling & startdrukknopsysteem
werken normaal.
lHet remvacuüm is voldoende hoog.
lHet stuurwiel wordt niet gedraaid.
l(Handgeschakelde versnellingsbak)
lDe rijsnelheid is 3 km/h of minder.lDe keuzehendel staat in de neutraalstand.lHet koppelingspedaal wordt niet ingetrapt.
l(Automatische transmissie)
lDe auto wordt stopgezet.lDe keuzehendel staat in de stand D of M (niet in blokkeermodus voor tweede
versnelling).
lDe automatische transmissievloeistof is voldoende opgewarmd.lDe temperatuur van de automatische transmissievloeistof is niet abnormaal hoog.lHet stuurwiel staat nagenoeg in de rechtvooruit stand (het is mogelijk dat de motor
niet stopt wanneer het stuurwiel in de rechtvooruit stand staat als kracht op het
stuurwiel wordt uitgeoefend. Oefen geen kracht meer uit op het stuurwiel om de
motor te laten stoppen.).
lDe auto wordt door het intrappen van het rempedaal tot stilstand gebracht.lEr wordt niet plotseling afgeremd.
Wanneer het systeem niet functioneert
In de volgende gevallen wordt de motor niet gestopt:
lDe auto is tot stilstand gebracht maar de motor blijft stationair draaien.
lDe airconditioning wordt gebruikt met de luchtstroomfunctie in de stand(A/C ON).
l(Automatische airconditioning)
lDe temperatuurinstelknop voor de airconditioning is ingesteld op de stand voor
maximale koeling (A/C ON) of maximale verwarming.
lEr is een groot verschil tussen de interieurtemperatuur en de ingestelde temperatuur
van de airconditioning.
lDe omgevingstemperatuur is buitengewoon hoog of laag.
lDe atmosferische druk is laag (bij het rijden op grote hoogten).
l(Automatische transmissie)
lDe auto wordt op een steile helling tot stilstand gebracht.lDe auto is tot stilstand gebracht met het stuurwiel niet in de rechtvooruit stand.
l(SKYACTIV-D 2.2)
Dieseldeeltjes (PM) worden verwijderd door het dieseldeeltjesfilter (DPF).
4-16
Tijdens het rijden
Motor start/stop