ESP OPEL ANTARA 2015 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015, Model line: ANTARA, Model: OPEL ANTARA 2015Pages: 157, PDF Size: 2.88 MB
Page 11 of 157

Inleiding11
Audiobedieningsknoppen aan
stuurwiel
1 Draaischijf: tijd handmatig
instellen (zie handleiding
Instructieboekje) ...................... 9
2 q-toets ................................. 12
Andere audiobron (radio,
cd, aux, enz.) ........................ 12
3p-toets ................................ 81
Telefoon aangesloten,
geen gesprek actief: 1
keer indrukken: menu
Telefoon opvragen;
nogmaals indrukken:
opnieuw kiezen (indien
nummer voor opnieuw
kiezen beschikbaar) ..............81
Kort indrukken:
inkomende afroep
aannemen; lang
indrukken: inkomende
oproep afwijzen .....................81
4 d-toets ................................... 23
Radio: omhoog scrollen in
zendergeheugen ...................23
Cd/mp3: track vooruit
overslaan .............................. 28
5 c-toets ................................... 23
Radio: omlaag scrollen in
zendergeheugen ...................23
Cd/mp3: track achteruit
overslaan .............................. 286o draaischijf .................... 12
Draaien: volume
aanpassen ............................ 12
Page 12 of 157

12InleidingBedieningBedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen,
multifunctieknoppen, een aanraak‐
scherm en op het display weergege‐
ven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
■ de centrale bedieningseenheid op het instrumentenpaneel 3 9
■ bedieningsknoppen op het stuur 3 9
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk de X-knop kort in. Na het in‐
schakelen is de laatst geselecteerde
infotainmentbron actief.
Automatisch uitschakelen
Wanneer u het infotainmentsysteem,
terwijl het contact uitstaat, met behulp
van de X-knop hebt ingeschakeld,
dan wordt het 1 uur na de laatste in‐ voer automatisch weer uitgescha‐
keld.Volume instellen
Draai aan de X-knop. De actuele in‐
stelling verschijnt op het display.
Wanneer het infotainmentsysteem in‐ geschakeld is, wordt het laatst gese‐
lecteerde volume ingesteld.
Na het geheel uitschakelen van het
volume (op nul gezet) verschijnt het
symbool \ op de bovenste regel van
alle hoofdmenu's.
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na het activeren van het voor snel‐
heid gecompenseerd volume, zie
"Volume-instellingen" onderstaand,
wordt het volume automatisch zoda‐
nig aangepast dat u geen geluid van
het wegdek of van de rijwind hoort.
Volume van verkeersberichten (TA)
aanpassen
Tijdens een bericht kunt u met de
knop X het volume van verkeersbe‐
richten aanpassen. Na het afronden
of annuleren van het bericht gaat het
volume weer automatisch terug naar
de oorspronkelijke stand.Nadere details over de TA-functie
3 22 en 3 25.
Volume van gesproken opdrachten (navigatie) aanpassen
U kunt het volume van gesproken op‐ drachten tijdens een opdracht met deknop X of via het menu navigatie-in‐
stellingen aanpassen, zie "Volume-
instellingen" onderstaand.
Het aangepaste niveau wordt opge‐
slagen door het infotainmentsysteem
en wordt automatisch gebruikt voor
alle verdere gesproken opdrachten
totdat de instelling weer wordt gewij‐
zigd.
Volume van aux-ingangsbronnen
aanpassen
Het relatieve volumeniveau van ex‐
terne audiobronnen, bijv. een draag‐
bare cd-speler, kan worden aange‐
past via het menu audio-instellingen,
zie "Volume-instellingen" onder‐
staand.
Page 13 of 157

Inleiding13
Volume van telefoonaudio
aanpassen
Tijdens een telefoongesprek bericht
kunt u met de knop X het volume van
telefoonaudio aanpassen.
Het aangepaste niveau wordt opge‐
slagen door het infotainmentsysteem
en wordt automatisch gebruikt voor
alle verdere telefoongesprekken tot‐
dat de instelling weer wordt gewijzigd.
Let op
Bij het aanpassen van het volume
van telefoonaudio wordt meteen het volume van de beltoon aangepast.
Bedieningsstanden
Radio
Druk op de FM-AM-toets om het
menu AM, FM1 of FM2 op te vragen
of om tussen deze menu's over te
schakelen.
Gedetailleerde beschrijving van de
radiofuncties 3 22.Audiospelers
Druk op de MEDIA-toets om het
menu CD, CD MP3 , iPod , USB , AUX
of BLUETOOTH-AUDIO (waar be‐
schikbaar) op te vragen of om tussen
deze menu's over te schakelen.
Gedetailleerde beschrijving van: ■ CD-spelerfuncties 3 28
■ AUX-ingangsfuncties 3 32
■ USB-poortfuncties 3 33
■ Bluetooth-muziekfuncties 3 36
Navigatie
Druk op de NAV-toets om het
NAVIGATIE -menu op te roepen.
Druk op de MAP-toets voor een we‐
genkaart met de huidige positie van
de auto.
Gedetailleerde beschrijving van de
navigatiefuncties 3 38.
Telefoon
Druk op de I-toets om het
TELEFOON -menu op te roepen.
Gedetailleerde beschrijving van de
functies van het telefoonportaal
3 77.Bedieningsorganen voor de
menu's
Aanraakscherm
Het display van het infotainmentsys‐
teem heeft een aanraakgevoelig op‐
pervlak voor rechtstreekse interactie
met de getoonde menubedieningsor‐
ganen.
Zo kunt u een knop op het scherm ac‐ tiveren door met een vinger erop te
tikken of een schuifelement op het
scherm met een vinger verschuiven.Voorzichtig
Gebruik geen puntige of harde
voorwerpen zoals balpens, potlo‐
den of iets soortgelijks voor het
aanraakscherm.
Multifunctionele toets
Als het aanraakscherm niet wordt ge‐ bruikt voor menunavigatie is de mul‐
tifunctionele knop het centrale bedie‐
ningselement voor de menu's.
Page 19 of 157

Inleiding19
Let op
De knop Audio op het scherm in het
menu INSTELLINGEN is niet selec‐
teerbaar als u het volume geheel uit‐
schakelt.
Mate van volumeregeling aanpassen: zet Snelh.-vol. op een waarde tussen
0 en 5.
0 : geen harder volume bij een toene‐
mende snelheid.
5 : maximaal hard volume bij een toe‐
nemende snelheid.
Volume van aux-ingangsbronnen
aanpassen
(zie de afbeelding van het AUDIO-
INSTELLINGEN -menu bovenstaand)
Aanpassen van het relatieve volume‐ niveau van externe audiobronnen,
bijv. een cd-speler: zet AUX Niveau
op Zacht , Midden of Hard .Volume van gesproken opdrachten
(navigatie) aanpassen
Menu NAVIGATIE-INSTELLINGEN
opvragen: druk op de toets SETUP en
selecteer vervolgens de knop
Navigatie op het scherm.
Als Spraakherkenning op Uit staat,
zet u deze op Aan.
Zet Volume op het gewenste volume‐
niveau. Elke wijziging wordt verge‐
zeld door een pieptoon.
Systeeminstellingen
Diverse instellingen en aanpassingen
voor het infotainmentsysteem kunnen in het SYSTEEMINSTELLINGEN -
menu worden geconfigureerd.
Dit menu opvragen: druk op de toets
SETUP en selecteer vervolgens de
knop Systeem op het scherm.
Display aanpassen
Het menu BEELDSCHERMINSTEL‐
LINGEN opvragen: selecteer de
menuoptie Beeldscherm .
Page 20 of 157

20Inleiding
Helderheid
Helderheid van het display wijzigen:
zet Helderheid op Zeer helder ,
Helder , Midden , Donker of Zeer
donker .Displaymodus
Display aanpassen aan het huidige omgevingslicht: zet Beeldschermmo‐
dus op Dag , Nacht of Automatisch .
Bij de optie Automatisch wordt de dis‐
playmodus automatisch aangepast
aan het externe omgevingslicht.Schuifrichting
Schuifrichting voor selectie van me‐
nuopties via de multifunctionele knop
aanpassen: zet Scroll-richting op
[ of ].
De taal aanpassen
De menuteksten op het display van
het infotainmentsysteem zijn beschik‐ baar in diverse talen.
Bij het wijzigen van de taal van de
menuteksten verandert de taal van de gesproken opdrachten mee.
Het menu TAAL opvragen: selecteer
de menuoptie Taal (Language) .Selecteer de gewenste taal voor de
menuteksten.
Touchklikken activeren of
deactiveren
Als de menuoptie Klik bij aanraken in
het menu SYSTEEMINSTELLIN‐
GEN op Aan staat, wordt elke tik op
een knop op het scherm of menuoptie vergezeld van een klikkend geluid.
Systeemgeluiden activeren of
deactiveren
Als de menuoptie Functietonen in het
menu SYSTEEMINSTELLINGEN op
Aan staat, worden de volgende han‐
delingen van de gebruiker of het sys‐
teem vergezeld van een pieptoon:
■ Radio: een zender opslaan via een
van de zenderknoppen 1...6.
■ Cd-speler: snel vooruit of achteruit spoelen activeren.
■ Navigatie: spraakbegeleiding via de knop Info op het kaartscherm
activeren of deactiveren.
Page 23 of 157

Radio23
Verkeersberichten (TA)
activeren of deactiveren Selecteer de knop TA op het scherm
om de ontvangst van verkeersberich‐ ten te activeren of te deactiveren.
Nadere details over de TA-functie
3 25.
Zender zoeken Automatisch zender zoeken
Druk kort op de toets l of m . De
volgende ontvangbare zender wordt
opgezocht en automatisch afge‐
speeld.
Als er geen andere ontvangbare zen‐
der wordt gevonden, wordt de laast
beluisterde zender weer ontvangen.
Het frequentiedisplay gebruiken
Selecteer de knop Handm. op het
scherm. Er verschijnt een frequentie‐
schaal.
Druk op de toets l of m (op het in‐
strumentenpaneel) en houd deze in‐ gedrukt. Laat de toets los zodra de
gewenste frequentie op de getoonde
schaal bijna is bereikt.
De volgende ontvangbare zender
wordt opgezocht en automatisch af‐
gespeeld.
Als er geen andere ontvangbare zen‐ der wordt gevonden, wordt de laast
beluisterde zender weer ontvangen.
Handmatig zenders afstemmen
Met de multifunctionele knop
Als er een radiohoofdmenu actief is:
draai de multifunctionele knop rechts-
of linksom om de ontvangstfrequentie te wijzigen.
Het frequentiedisplay gebruiken
Selecteer de knop Handm. op het
scherm. Er verschijnt een frequentie‐
schaal.
Beschikbare opties voor het aanpas‐
sen van de vereiste frequentie:
■ Tik op de frequentieschaal.
■ Druk kort op de toets k of l.
■ Houd de knop k of l op het
scherm ingedrukt.
■ Draai de multifunctionele knop rechts- of linksom.
Lijst FM-zenders
In de lijst FM-zenders ziet u alle ont‐
vangbare FM-radiozenders in het hui‐ dige ontvangstgebied die u kunt se‐
lecteren.
Page 24 of 157

24Radio
Druk op de knop FM-lijst op het
scherm om de lijst weer te geven.
De lijstvermelding van de momenteel afgespeelde FM-zender is rood ge‐
markeerd.
Als een zender is opgeslagen onder
een van de zenderknoppen 1...6, ver‐
schijnen de aanduiding van het be‐
treffende golfbereik en het nummer
van de knop in de lijst, bijv. FM1-P3.
Selecteer de lijstvermelding van de te
beluisteren FM-zender.
Let op
De dualtuner van het Infotainment‐
systeem werkt de FM-zenderlijst op
de achtergrond continu bij.
Dat zorgt ervoor dat bijv.de zender‐
lijst tijdens een langere snelwegrit
altijd de ontvangbare FM-zenders in het actuele ontvangstgebied bevat.
Omdat de automatische update een
bepaalde tijd nodig heeft, staan bij
een snelle verandering van het ont‐
vangstgebied eventueel niet meteen alle ontvangbare zenders op de zen‐
derlijst ter beschikking.
Zendertoetsen 1...6 In elk golfbereik (AM, FM1 en FM2)
kunnen zes radiozenders worden op‐ geslagen onder de zenderknoppen
1...6.Een zender opslaan
1. Selecteer het gewenste frequen‐ tiebereik.
2. Stem af op de gewenste zender of
selecteer deze uit de lijst FM-zen‐
ders.
3. Houd een van de zenderknoppen ingedrukt totdat u een pieptoon
hoort.
Het bijbehorende knopnummer,
bijv. P3, verschijnt naast de aan‐
duiding van het golfbereik op de
bovenste regel van het menu.
De momenteel ontvangen radiozen‐
der is opgeslagen en kan voortaan via
de zenderknop worden opgevraagd.
Let op
Als er bij het opslaan van een zender
geen pieptoon klinkt, zijn de sys‐
teemgeluiden gedeactiveerd. Sys‐
teemgeluiden activeren 3 12.
Een zender oproepen
Selecteer het gewenste golfbereik en
druk vervolgens kort op een zender‐
knop om de betreffende radiozender
op te vragen.
Page 25 of 157

Radio25Radio Data System (RDS)
RDS is een systeem waarbij geco‐
deerde digitale informatie bij de regu‐ liere FM-radioprogramma's wordt
meegezonden. RDS levert extra in‐
formatie, zoals de naam van de zen‐
der, verkeersberichten en radiotekst.
RDS regionaal-modus Soms zenden RDS-zenders op ver‐
schillende frequenties programma's
uit die regionaal van elkaar verschil‐
len.
Het infotainmentsysteem stemt altijd
af op de best ontvangbare frequentie
van de momenteel beluisterde RDS-
zender.
Als de RDS regionaal -modus geacti‐
veerd is, zoekt het systeem alleen
naar frequenties van de momenteel
ontvangen RDS-zender met het‐
zelfde regionale programma.
Als de RDS regionaal -modus ge‐
deactiveerd is, zoekt het systeem ook naar frequenties van de momenteel
ontvangen RDS-zender met andere
regionale programma's.RDS regionaal-modus activeren of
deactiveren
Druk op de toets SETUP en selecteer
vervolgens de knop Radio-
instellingen op het scherm.
Het RADIO-INSTELLINGEN -menu
verschijnt.
Zet RDS regionaal op Aan of Uit.
Verkeersberichten (TA) De TA-functie is beschikbaar in elke
bedrijfsmodus (bijv. FM-radio-, cd- of
navigatiemodus) behalve in de AM-
radiomodus.
Als de TA-functie geactiveerd is en
het infotainmentsysteem een ver‐
keersbericht van een RDS-zender
ontvangt, wordt de momenteel ac‐
tieve audiobron onderbroken.
Er verschijnt een melding en er wordt een gesproken mededeling verzon‐
den.
Tijdens de gesproken mededeling
kunt u het volume wijzigen door aan
de m-knop te draaien.
U kunt het verkeersbericht afbreken
met de knop Annuleren op het
scherm.
Na het afronden of annuleren van het verkeersbericht gaat het volume weer automatisch terug naar de oorspron‐
kelijke stand.
Page 27 of 157

Cd-speler27Cd-spelerAlgemene aanwijzingen...............27
Gebruik ........................................ 28Algemene aanwijzingen
De cd-speler van het infotainment‐
systeem kan audio-cd's en mp3/
wma-cd's afspelen.Voorzichtig
Plaats in geen geval dvd's, single- cd's met een diameter van 8 cm of
speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en het afspeelmecha‐
nisme zwaar beschadigen. Een
kostbare vervanging van uw toe‐
stel is dan noodzakelijk.
Belangrijke informatie over
audio- en mp3/wma-cd's ■ De volgende CD-formaten kunnen worden gebruikt:
Cd, cd-r en cd-rw.
■ De volgende bestandsformaten kunnen worden gebruikt:
ISO9660 niveau 1, niveau 2 (Ro‐
meo, Joliet).
Het is mogelijk dat MP3- en WMA-
bestanden die in een ander formaat
zijn geschreven dan hierboven ver‐
meld niet correct worden afge‐
speeld en dat hun bestands- en
mapnamen niet correct worden
weergegeven.
■ Audio-cd's met kopieerbeveiliging die niet voldoen aan de
audio-cd-standaard, worden moge‐
lijk niet correct of zelfs helemaal
niet afgespeeld.
■ Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbespeelde
cd's. Ga op een correcte manier
met de cd's om. Dit geldt vooral
voor zelfgebrande cd-r's en cd-rw's;
zie hieronder.
■ Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's wor‐
den mogelijk niet correct of zelfs
helemaal niet afgespeeld.
■ Bij Mixed-Mode-CD’s (met een combinatie van audio en data,
bijv. MP3) worden alleen de audio‐
tracks herkend en afgespeeld.
■ Zorg dat er bij het wisselen van cd's
geen vingerafdrukken op de cd's
komen.
Page 28 of 157

28Cd-speler
■Berg cd's onmiddellijk na het uitne‐
men uit de audiospeler veilig op om
ze tegen beschadiging en vuil te
beschermen.
■ Vuil en vloeistof op de cd's kunnen de lens van de audiospeler binnen
in het apparaat vies maken en sto‐
ringen veroorzaken.
■ Bescherm cd's tegen warmte en di‐
rect zonlicht.
■ De volgende beperkingen zijn van toepassing op gegevens die op eenmp3/wma-cd zijn opgeslagen:
Maximaal aantal mappen/afspeel‐
lijsten: 200.
Maximaal aantal bestanden/songs:
800.
Ten minste 8 mappen in dieptehië‐
rarchie worden ondersteund.
Wma-bestanden met Digital Rights
Management (DRM) van online-
muziekwinkels kunnen niet worden afgespeeld.
Wma-bestanden kunnen alleen
veilig worden afgespeeld als deze
met Windows Media Player, mini‐
maal versie 9, zijn aangemaakt.Toepasbare afspeellijstexten‐
sies: .m3u, .pls, .wpl.
De afspeellijstitems moeten als re‐
latieve paden zijn opgemaakt.
■ In dit hoofdstuk wordt alleen het af‐
spelen van mp3-bestanden behan‐
deld, omdat de werking voor mp3-
en wma-bestanden hetzelfde is.
Wanneer een cd met wma-bestan‐
den wordt geplaatst, worden mp3-
gerelateerde menu's weergege‐
ven.
Gebruik Let op
In de menu's van de cd-speler kunt
u het aanraakscherm alleen gebrui‐ ken voor het selecteren/activeren
van de schermknoppen onderaan
de menu's.
Afspelen van een cd starten
Duw een audio- of mp3-cd met de be‐ schreven kant naar boven zo ver in de cd-sleuf dat deze naar binnen wordt
getrokken.Het afspelen van de CD start auto‐
matisch en het CD of CD MP3 -menu
wordt weergegeven.
Als de geplaatste cd al eerder in de
cd-speler afgespeeld is, klinkt de cd
vanaf de laatst afgespeelde track.
Zit er al een cd in het apparaat, maar
is het vereiste cd-menu niet actief:
Druk één of meerdere keren op de toets MEDIA voor het audiomenu
CD of CD MP3 en speel de cd af.
De cd klinkt vanaf de laatst afge‐
speelde track.