infotainment OPEL COMBO 2014 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014, Model line: COMBO, Model: OPEL COMBO 2014Pages: 69, PDF Size: 1.13 MB
Page 1 of 69

OPEL COMBOInfotainment System
Page 4 of 69

4InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.................4
Antidiefstalfunctie ........................... 6
Overzicht bedieningselementen ....8
Gebruik ........................................ 14
Geluidsinstellingen ......................19
Volume-instellingen .....................20Algemene aanwijzingen
Infotainment-systeem
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
De radio is uitgevoerd met 6 zender‐
toetsen voor het opslaan van radio‐
zenders op de golfbereiken AM en
FM, Autostore - een functie voor het
automatisch opslaan van radiozen‐
ders - en Radio Data System (RDS)
voor een betere ontvangst en ver‐
keersinformatie.
De cd-speler kan audio-cd's, cd-r en
cd-rw cd's en, afhankelijk van de ver‐ sie, mp3 cd's afspelen.
De digitale geluidsprocessor biedt u
voorgeporgrammeerde en specifieke
equalizermodi voor een optimaal ge‐
luid 1)
.
Door het goeddoordachte design van de bedieningselementen en de hel‐
dere displays kunt u het systeem ge‐
makkelijk en intuïtief bedienen.Handsfreesysteem met
multimedia
Het handsfreesysteem is compatibel
met de radio met cd / mp3-speler .
Hiermee kunt u diverse telefoon- en
audiofuncties met de stuurbedie‐
ningsknoppen of het stemherken‐
ningssysteem bedienen.
Het handsfreesysteem is uitgevoerd
met Bluetooth -technologie voor mo‐
biele telefoons, de SMS-tekstberich‐
tenlezer, USB-mediaspeler en is zo‐
danig geprogrammeerd dat het een
breed scala aan gesproken opdrach‐
ten herkent.
Met Bluetooth -technologie kunt u een
verbinding tot stand brengen tussen
een Bluetooth -mobiele telefoon en
het handsfreesysteem, zodat u de te‐ lefoon ook in de auto kunt gebruiken.
De SMS berichtenlezer gebruikt
spraaksynthese en Bluetooth-tech‐
nologie om op de mobiele telefoon
ontvangen tekstberichten via de au‐
toluidsprekers voor te lezen.1) Alleen radio met cd / mp3-speler .
Page 5 of 69

Inleiding5
Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐
steunt alle functies van een hand‐
sfreetelefoonsysteem. De mogelijke
telefoonfuncties zijn afhankelijk van
de betreffende mobiele telefoon en
de netwerkprovider.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing in het handboek van uw mobiele tele‐foon of neem contact op met uw net‐
werkprovider.
Met de mediaspeler kunt u digitale
audio op een USB-apparaat afspelen en bedienen. Externe apparaten voor
gegevensopslag, bijv. iPod of mp3-
speler kunnen via de USB-poort op
de mediaspeler worden aangesloten.
Met het stemherkennings systeem
kunt u telefoongesprekken voeren en
ontvangen, naar SMS-tekstberichten
gaan en de mediaspeler met een
reeks gesproken opdrachten veilig en comfortabel bedienen.
Andere externe apparaten, bijv.
draagbare cd-speler, kunnen ook
worden aangesloten op de AUX-in‐
gang en via het Infotainmentsysteem afspelen.Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Houd u bij het bedienen van het
Infotainment- en het handsfree‐
systeem aan de verkeersveilig‐
heid.
Zoek bij twijfel over de veiligheid
bij het bedienen eerst een veilige
plek aan de kant van de weg.
Gebruik van deze handleiding
■ Deze handleiding beschrijft de be‐ schikbare opties en functies.
Mogelijk zijn bepaalde
bedieningselementen en
omschrijvingen, waaronder
symbolen, displays en
menufuncties, niet op uw auto van
toepassing wanneer er sprake is
van een modelvariant, afwijkende
landenspecificaties of speciale
uitrusting of accessoires.
■ De inhoudsopgave aan het begin van de handleiding en in de afzon‐
derlijke paragrafen geeft aan waar
u de informatie die u zoekt kunt vin‐
den.
■ Met behulp van het trefwoordenre‐ gister kunt u specifieke informatie
zoeken.
■ De displays van het voertuig onder‐
steunen mogelijkerwijs uw taal niet.
■ Displayteksten en opschriften in het
interieur zijn vet gedrukt.
Waarschuwing en Voorzichtig9 Waarschuwing
Teksten met de vermelding
9 Waarschuwing wijzen op een
mogelijk gevaar voor ongelukken
of verwondingen. Het niet naleven
van deze richtlijnen kan tot ver‐
wondingen leiden.
Page 6 of 69

6InleidingVoorzichtig
Teksten met de vermelding
Voorzichtig wijzen erop dat de
auto mogelijk beschadigd kan ra‐
ken. Het niet naleven van deze richtlijnen kan tot beschadiging
van de auto leiden.
Symbolen
Verwijzingen naar andere pagina's
worden aangeduid met 3. 3 betekent
"zie pagina".
Antidiefstalfunctie
Beveiligingssysteem Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstalbeveiligt.
Het infotainmentsysteem werkt alleen
in uw auto en is daarom voor een dief waardeloos.
Beveiligingscode
Bij het eerste gebruik van het Info‐
tainmentsysteem en na langdurige
onderbrekingen van de voeding moet u een 4-cijferige beveiligingscode
(apart meegeleverd) invoeren om het
te deblokkeren.
Beveiligingscode invoeren
Bij het voor de eerste keer inschake‐ len van het Infotainmentsysteem ver‐
schijnt het bericht Radiocode - - - -
kort op het display en moet u de
4-cijferige beveiligingscode invoeren.
Als u binnen een ingestelde tijdslimiet geen code invoert, verschijnt Code
invoeren - - - -
Voer de beveiligingscode als volgt in: ■ Druk op het Infotainmentsysteem meerdere malen op de genum‐
merde toets 1 totdat het gewenste
eerste cijfer verschijnt.
■ Voer het 2e, 3e en 4e cijfer met de toetsen 2, 3 en 4 op dezelfde ma‐
nier in.Na het invoeren van het 4e cijfer van de beveiligingscode wordt het Info‐
tainmentsysteem na een korte pe‐
riode gedeblokkeerd.
Verkeerde code ingevoerd
Bij het invoeren van een onjuiste code
klinkt er een geluidssignaal en ver‐
schijnt Radio geblokkeerd op het dis‐
play, samen met een afteltijd.
Wacht totdat de afteltijd verstreken is
en Radio geblokkeerd van het display
verdwijnt en voer de juiste code in.
Elke keer dat de code verkeerd wordt ingevoerd, wordt de afteltijd verdub‐
beld.
Codekaart De codekaart legt de eigenaar van
het Infotainmentsysteem vast en be‐
vat het radiomodel, het serienummer
en het wachtwoord.
Page 7 of 69

Inleiding7
Let op
Bewaar de codekaart op een veilige
plek.
Bij diefstal van het Infotainmentsys‐
teem kunt u de betreffende instellin‐ gen deze belangrijke details ver‐
schaffen.
Code handsfreesysteem Na het juist invoeren van de beveili‐
gingscode van het Infotainmentsys‐
teem en als zowel het Infotainment-
als het handsfreesysteem goed
werkt, kunt u de ID-code van het
handsfreesysteem zien.
Stuurwielknoppen gebruiken: 1. Druk op  / MENU .
2. Selecteer INSTELLINGEN met
R / S en druk op SRC/OK.
3. Selecteer Geavanceerde
functies met R / S en druk op
SRC/OK .
4. Selecteer Systeemcode met R /
S en druk op SRC/OK.
De 8-cijferige identificatiecode ver‐
schijnt op het display.Let op
De 8-cijferige identificatiecode van
het handsfreesysteem is uniek voor
uw handsfreesysteem en kan niet
worden gewijzigd.
U kunt ook met stemherkenning naar
de identificatiecode gaan 3 42.
Page 8 of 69

8InleidingOverzicht bedieningselementen
Bedieningsorganen Infotainmentsysteem - radio met cd-speler
Page 10 of 69

10Inleiding
Bedieningsorganen Infotainmentsysteem - radio met cd / mp3-speler
Page 14 of 69

14Inleiding
Telefoon -
telefoongesprek tussen
handsfreesysteem en
mobiele telefoon
doorverbinden ....................... 56
Berichtenlezer - getoond
tekstbericht selecteren ..........56Gebruik
Regelingen voor radio met cd-
speler:
Het Infotainmentsysteem is uitge‐
voerd met radio- en cd-spelerfuncties en diverse aanpasbare radio- en au‐
dio-instellingen.
Het Infotainmentsysteem werkt met
een draaiknop, functietoetsen en de menu's op het display.
In- / uitschakelen
Schakel het Infotainmentsysteem met de ON/OFF draaiknop in. De eer‐
der gebruikte audiobron klinkt.
Na het verwijderen van de sleutel uit
het contactslot blijft het Infotainment‐
systeem werken.
Houd draaiknop ON/OFF ingedrukt
om uit te schakelen. Zo niet, dan
schakelt het systeem na ong.
20 minuten uit, om ontladen van de
accu te voorkomen.
Volume Draai aan de ON/OFF draaiknop om
het volume in te stellen.De actuele instelling verschijnt op het
display.
Maximaal opstartvolume
Bij het inschakelen van het infotain‐
mentsysteem wordt standaard het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits dit lager was dan het vaste
inschakelvolume.
Automatische volumeaanpassing
Bij het aanpassen van het volume tij‐
dens een verkeersbericht blijft de
nieuwe instelling alleen tijdens het
bericht en gaat het automatisch terug
naar de eerdere volume-instelling.
Mute / pauze
Druk op de ON/OFF draaiknop voor
geluidsonderdrukking van de radio of pauze van de cd-speler. Op het dis‐
play verschijnt Mute of Pause.
Druk opnieuw op ON/OFF voor in‐
schakelen van het geluid/einde van de pauze.
Let op
Bij het automatisch aanpassen van
het volume annuleert u de functie
mute/pauze.
Page 15 of 69

Inleiding15
Menu's op het displayschermMet de functietoetsen op het Infotain‐ mentsysteem hebt u toegang tot en
navigeert u in de displaymenu's en kunt u waarden aanpassen:
■ Druk meerdere malen op AUDIO
voor toegang tot de menuopties
Audio-instellingen 3 19.
■ Druk meerdere malen op MENU
voor toegang tot de menuopties
Geavanceerde functies 3 27.
■ Druk op of _ of 6 om waarden in
menuopties aan te passen.
Wijzigingen worden opgeslagen en
menu's worden na korte tijd automa‐
tisch afgesloten.
Bedieningsstanden Radio
De radio werkt via de functietoetsen:
■ Druk op SRC om de audiobron in
radio te veranderen.
■ Druk meerdere keren op BAND om
een ander golfbereik te selecteren (FM1, FM2, FMT Autostore, AM).Houd BAND ingedrukt voor Auto‐
store van zenders.
■ Vraag een opgeslagen radiozender
op met de zendertoetsen 1...6.
Sla een radiozender op door 1...6
ingedrukt te houden.
■ Druk op _ of 6 om naar radiozen‐
ders te zoeken.
De radio gebruiken 3 24.
CD-speler
De cd-speler werkt via de functietoet‐ sen:
■ Druk op SRC om de audiobron in
cd-speler te veranderen.
■ Druk op _ of 6 om naar de vorige/
volgende track te gaan. Ingedrukt houden voor snel achteruit / vooruit
spoelen.
■ Druk op f om een cd uit te werpen.
CD-speler gebruiken 3 32.
Regelingen voor radio met cd /
mp3-speler
Het Infotainmentsysteem is uitge‐
voerd met radio-, cd-speler- (ook
compatibel met mp3 cd), USB-media‐speler- en AUX-functies en diverse
aanpasbare radio- en audio-instellin‐ gen.
Het Infotainmentsysteem werkt met
een draaiknop, functietoetsen en de
menu's op het display.
In- / uitschakelen
Schakel het Infotainmentsysteem
met de toets X ON/OFF in. De eerder
gebruikte audiobron klinkt.
Druk op X ON/OFF om uit te schake‐
len.
Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem actief is bij uitgeschakeld contact, schakelt
het na ong. 20 minuten uit, om ontla‐
den van de accu te voorkomen.
Volume
Draai aan de R/S draaiknop om het
volume in te stellen.
De actuele instelling verschijnt op het display.
Page 20 of 69

20Inleiding
Persoonlijke equalizer
Selecteer GEBRUIKER uit het menu
Equalizer.
Houd de toets MENU ingedrukt totdat
EQ op het display verschijnt en de eerste waarde knippert.
Pas de waarde aan met R of S.
Ga naar de vorige/volgende waarde
met _ of 6.
Druk op de toets AUDIO om de instel‐
ling in het geheugen op te slaan en
het menu af te sluiten.
Volume-instellingen
Radio met cd-speler: Pas het volume voor de modi Cd en
Radio aan door op het Infotainment‐
systeem aan de ON/OFF draaiknop
te draaien.
Het actuele volume verschijnt op het
display.
Verkeersberichten (TA)
Na het activeren van de functie TA
(getoond op het display) 3 27 kunt
u verkeersberichten zelfs bij uitge‐schakeld radiovolume op een voor‐
geprogrammeerd minimumvolume
ontvangen.
Het volume voor het verzenden van
de verkeersberichten hangt af van het luistervolume:
■ Als het luistervolume tijdens ver‐ keersberichten lager is dan een
vast niveau, wordt het voor de duur van de berichten tot dit vaste ni‐veau verhoogd
■ Als het luistervolume tijdens ver‐ keersberichten hoger is dan een
vast niveau, klinkt het voor de duur
van de berichten op het huidige ni‐ veau +1
Pas het volumeniveau tijdens ver‐
keersberichten met de draaiknop ON/
OFF aan.
Bij het aanpassen van het niveau tij‐
dens verkeersberichten blijft het
nieuwe volumeniveau (getoond op het display) alleen tijdens de berich‐
ten op dit niveau. Daarna keert het volume weer terug naar het niveau
van vóór de berichten.Noodoproepen
Tijdens een noodoproep wordt het
volume automatisch op dezelfde ma‐
nier als de functie TA aangepast.
Deze functie wordt automatisch ge‐
activeerd en kan niet worden gedeac‐ tiveerd.
Mute / pauze
Druk kort op de ON/OFF draaiknop
voor mute/pauze.
Afhankelijk van de audiobron ver‐
schijnt het volgende op het display:
■ Pause : cd-speler, mediaspeler
■ Mute : radio
Let op
Als de huidige audiobron op mute /
pauze staat, kunt u de aidobron niet
wijzigen.
Druk opnieuw kort op de ON/OFF
draaiknop om de functie mute/pauze
uit te schakelen.
Als u aan de ON/OFF draaiknop
draait als het systeem in de modus
mute/pause staat, wordt de functie
mute/pause genegeerd.