OPEL INSIGNIA 2014 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014, Model line: INSIGNIA, Model: OPEL INSIGNIA 2014Pages: 329, PDF Size: 8.89 MB
Page 231 of 329

Verzorging van de auto229
De remvloeistof moet tussen de
merktekens MIN en MAX staan.
Bij het bijvullen schoon te werk gaan,
omdat verontreinigde remvloeistof
storingen in het remsysteem tot ge‐
volg kan hebben. Oorzaak van het
remvloeistofverlies door een werk‐
plaats laten verhelpen.
Gebruik uitsluitend hoogwaardige,
voor de auto goedgekeurde remvloei‐ stof. Rem- en koppelingsvloeistof
3 273.
Accu
Auto's zonder stop-startsysteem zijn
uitgerust met een loodzuuraccu. Au‐
to's met stop-startsysteem zijn uitge‐
rust met een AGM-accu die geen
loodzuuraccu is.
De accu van de auto is onderhouds‐ vrij als het rijgedrag zodanig is dat
deze voldoende wordt opgeladen.
Door korte ritten en vaak starten kan
de accu ontladen raken. Vermijd het gebruik van onnodige elektrische ver‐ bruikers.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Wanneer de auto meer dan 4 weken
achtereen stilstaat, kan de accu ont‐
laden raken. Poolklem van de min‐
pool van de accu loskoppelen.
Accu van de auto alleen bij uitgescha‐
kelde ontsteking aansluiten en los‐
koppelen.
Ontlaadbeveiliging van accu 3 139.
Accu vervangen Let op
Elke afwijking van de in deze para‐ graaf gegeven instructies kan leiden tot een tijdelijke uitschakeling van
het stop-startsysteem.
De accu van de auto is afgedekt. Ver‐
wijder de afdekking om de accu te
vervangen. Til de afdekking achter‐
aan op en ontgrendel deze vooraan.
Page 232 of 329

230Verzorging van de auto
Bij het vervangen van de accu, erop
letten dat er bij de pluspool geen ven‐ tilatieopeningen open zijn. Als er in dit
gebied een ventilatieopening open is, moet deze met een afdekkap worden
afgesloten en moet de ventilatie bij de
minpool worden geopend.
Uitsluitend accu's gebruiken waarbij
de zekeringenkast boven de accu kan worden gemonteerd.
Zorg bij auto's met een stop-startsys‐
teem dat de AGM-accu (Absorptive
Glass Mat) weer wordt vervangen
door een AGM-accu.U kunt een AGM-accu herkennen
door het label op de accu. Wij bevelen
het gebruik aan van een originele
Opel-accu.
Let op
Als u een andere AGM-accu ge‐
bruikt dan de originele Opel-accu is
het mogelijk dat het stop-startsys‐
teem slechter presteert.
Het wordt geadviseerd de accu door
een werkplaats te laten vervangen.
Stop-startsysteem 3 160.
Accu opladen9 Waarschuwing
Bij auto's met een stop-startsys‐
teem moet u ervoor zorgen dat het oplaadvermogen geen 14,6 volt
overschrijdt wanneer u een accu-
oplader gebruikt. Anders kunt u de accu beschadigen.
Starthulp gebruiken 3 263.
Waarschuwingslabel
Betekenis van symbolen:
■ Geen vonken of open vlammen en niet roken.
■ Bescherm de ogen altijd. Explo‐ sieve gassen kunnen blindheid of
letsel veroorzaken.
■ Houd de accu buiten het bereik van
kinderen.
■ De accu bevat zwavelzuur dat blindheid of ernstige brandwonden
kan veroorzaken.
Page 233 of 329

Verzorging van de auto231
■ Zie de Gebruikershandleiding voormeer informatie.
■ Er kan knalgas aanwezig zijn in de buurt van de accu.
Dieselbrandstofsysteem ontluchten Na het leegrijden van de tank moethet dieselbrandstofsysteem worden
ontlucht. Het contact driemaal
15 seconden per keer aanzetten. Mo‐ tor vervolgens maximaal
40 seconden starten. Deze procedure na minstens 5 seconden herhalen.
Slaat de motor niet aan, dan de hulp
van een werkplaats inroepen.Wisserblad vervangen
Wisserbladen voorruit
Til de wisseram op en open de borg‐
clip.
Ontgrendel het wisserblad en verwij‐ der het.
Maak het ruitenwisserblad in een
lichte hoek vast aan de ruitenwisser‐ arm en druk het in tot het vastklikt.
Breng de ruitenwisserarm voorzichtig
naar omlaag.
Page 234 of 329

232Verzorging van de auto
Wisserblad achterruit
De wisserarm optillen. Beide vergren‐
delingen op de arm indrukken, wis‐
serblad loshaken en verwijderen.
Maak het ruitenwisserblad in een
lichte hoek vast aan de ruitenwisser‐ arm en druk het in tot het vastklikt.
Breng de ruitenwisserarm voorzichtig naar omlaag.
Gloeilamp vervangen
Ontsteking uitschakelen en desbe‐
treffende schakelaar uitschakelen of
portieren sluiten.
Nieuwe gloeilamp alleen aan fitting
vastpakken! Het glas van de gloei‐
lamp niet met blote handen aanraken.
Bij vervangen altijd hetzelfde type
gloeilamp gebruiken.
Vervang de gloeilampen van de kop‐
lampen vanuit de motorruimte.
Lampcontrole
Schakel het contact in na het vervan‐
gen van een lamp en bedien en con‐
troleer de lichten.Halogeenkoplampen
Bi-halogeenkoplamp (1) met één
lamp voor dim- en grootlicht.
Zijmarkeringslicht/dagrijlicht (2) .
Richtingaanwijzer vooraan (3)
Page 235 of 329

Verzorging van de auto233
Bi-halogeenkoplamp (1)
Trek links op de auto de vulpijp uit hetvoorruitsproeiervloeistofreservoir.
1. Draai de kap naar links en verwij‐ der deze.
2. De lamphouder naar links los‐draaien. Lamphouder met gloei‐
lamp uit het reflectorhuis nemen.
3. Klik de lamphouder los van de stekker door de borgnok iets uit‐
een te buigen.
4. Vervang de gloeilamp en sluit deze aan met de stekker.
5. Lamphouder zo monteren dat de twee lipjes in de uitsparingen vanhet reflectorhuis vallen. Rechtsom
vastdraaien.
6. Breng de kap aan en draai deze rechtsom.
Page 236 of 329

234Verzorging van de auto
Zijmarkeringslicht/dagrijlicht (2)
1.Draai de kap linksom en trek deze
uit de reflector.
2. Druk de inkliktongen bij elkaar en haal de fitting uit de behuizing.
3. Haal de lamp uit de fitting door deze eruit te trekken.
4. Plaats een nieuwe lamp in de fit‐ ting.
5. Plaats de lampfitting in de behui‐ zing en laat deze vastklikken.
6. Breng de kap aan en draai deze rechtsom.
Zijmarkeringslicht/dagrijlicht
met LED's Op een andere versie bestaan het zij‐markeringslicht/dagrijlicht uit LED's.
Laat de LED's bij een eventueel de‐
fect vervangen door een werkplaats.
Richtingaanwijzer vooraan (3)
1. Lampfitting linksom losdraaien. Lampfitting uit de behuizing trek‐
ken.
Page 237 of 329

Verzorging van de auto235
2. Gloeilamp iets in lamphouder du‐wen, linksom draaien en verwijde‐
ren.
3. Plaats een nieuwe lamp door deze naar rechts in de fitting te
draaien.
4. Lampfitting in reflector plaatsen en rechtsom vergrendelen.
Xenonkoplampen9 Gevaar
Het adaptieve rijlicht (AFL) is uit‐
gerust met Xenonkoplampen.
Xenonkoplampen werken onder
een extreem hoog voltage. Niet
aanraken. Lampen door een werk‐
plaats laten vervangen.
De lampen van richtingaanwijzers
en hoekverlichting kunt u wel zelf
vervangen.
Zijmarkeringslicht/dagrijlichten zijn
uitgevoerd met led's en kunnen niet
worden vervangen.
Afslagverlichting
1. Draai de kap naar links en verwij‐ der deze.
Page 238 of 329

236Verzorging van de auto
2. De lamphouder naar links los‐draaien. Lamphouder met gloei‐
lamp uit het reflectorhuis nemen.
3. Ontgrendel en trek de lamp uit de
stekker.
4. Vervang de lamp en klik de lamp‐
fitting vast aan de stekker.
5. Lamphouder zo monteren dat de twee lipjes in de uitsparingen van
het reflectorhuis vallen. Rechtsom
vastdraaien.
6. Breng de kap aan en draai deze rechtsom.
Richtingaanwijzers vooraan
1. Draai de kap naar links en verwij‐der deze.
2. De lamphouder naar links los‐draaien. Lamphouder met gloei‐
lamp uit het reflectorhuis nemen.
3. Ontgrendel en trek de lamphou‐ der uit de stekker.
4. Vervang de lamp en sluit de lamp‐
houder aan met de stekker.
5. Lamphouder zo monteren dat de twee lipjes in de uitsparingen vanhet reflectorhuis vallen. Rechtsom vastdraaien.
Page 239 of 329

Verzorging van de auto237
Zijmarkeringslicht/dagrijlichtHet zijmarkeringslicht/dagrijlicht be‐
staan uit LED's. Laat de LED's bij een
eventuele storing vervangen door
een werkplaats.
Mistlampen
U kunt de lampen bereiken langs de
onderkant van de auto.
1. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze uit de reflector.
2.Klik de lampfitting los van de stek‐
ker door op de borgnok te druk‐
ken.
3. Vervang de lamp in de lampfitting
en klik deze weer vast aan de
stekker.
4. Plaats de lampfitting in de reflec‐ tor en draai deze rechtsom vast.
Achterlichten
5-deurs hatchback/4-deurs
sedan
1. Kap van binnenkant van bagage‐ ruimte halen.
Page 240 of 329

238Verzorging van de auto
2. Drie kunststof bevestigingsmoe‐ren van binnen met de hand los‐
draaien.
3. Trek het achterlicht compleet voorzichtig uit de uitsparingen en
neem het eruit.
4. Draai de lamphouder linksom er‐ uit. Gloeilamp vervangen door er‐uit te trekken of te draaien:
Richtingaanwijzer 1
Mistachterlicht 2, alleen aan be‐
stuurderszijde
Achteruitrijlicht 3
Het achterlicht en het remlicht be‐
staan uit LED's. Laat de LED's bij
een eventuele storing vervangen
door een werkplaats.
5. Steek de gloeilamphouder in het achterlicht compleet en draai
deze rechtsom vast. Breng de
lichtmodule met de borgpennen in
de uitsparingen van de carrosse‐
rie aan en draai de bevestigings‐
moeren vanuit de binnenkant van
de bagageruimte vast. Afdekking
sluiten.
Sports Tourer/Country Tourer
1. Maak de kap in de achterklep los en open deze.