OPEL INSIGNIA 2015.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015.5, Model line: INSIGNIA, Model: OPEL INSIGNIA 2015.5Pages: 341, PDF Size: 9.15 MB
Page 11 of 341

Kort en bondig9Veiligheidsgordel
Veiligheidsgordel afrollen en in gor‐
delslot vastklikken. De veiligheidsgor‐ del mag niet gedraaid zitten en moet
strak tegen het lichaam aanliggen. De
rugleuningen mogen niet te ver naar
achteren hellen (maximaal ca. 25°).
Om de gordel los te maken, de rode
knop van het gordelslot indrukken.
Stoelpositie 3 49, veiligheidsgor‐
dels 3 56, airbagsysteem 3 60.
Spiegelverstelling
Binnenspiegel
Verstel de hendel aan de onderkant
om verblinding te verminderen.
Binnenspiegel 3 40, automatisch
dimmende binnenspiegel 3 41.
Buitenspiegels
Selecteer de gewenste buitenspiegel
door de knop naar de spiegel links (L) of de spiegel rechts (R) te draaien.
Stel daarna bij.
Bolle buitenspiegels 3 38, elektri‐
sche verstelling 3 38, inklapbare
buitenspiegels 3 38, verwarmde
buitenspiegels 3 40.
Page 12 of 341

10Kort en bondigStuurwiel instellen
Hendel omlaagbewegen, stuurwiel
instellen, hendel omhoogbewegen en
vergrendelen. Stuurwiel uitsluitend bij
stilstaande auto en ontgrendeld
stuurslot verstellen.
Airbagsysteem 3 60, contactslot‐
standen 3 159.
Page 13 of 341

Kort en bondig11Overzicht instrumentenpaneel
Page 14 of 341

12Kort en bondig
1Elektrische ruitbediening .......42
2 Centrale vergrendeling .........24
3 Buitenspiegels ......................38
4 Lichtschakelaar ..................130
Koplampverstelling ............133
Mistlampen/
mistachterlichten ................137
Instrumentenverlichting ......138
5 Zijdelingse luchtroosters .....155
6 Richtingaanwijzers,
lichtsignaal, dim-/
grootlicht, grootlichtassis‐
tentie ................................... 136
Omgevingsverlichting ......... 140
Parkeerlichten .....................137
Knoppen voor Driver
Information Center ..............114
7 Cruise control .....................184
Snelheidsbegrenzer ............186
Adaptieve cruise control .....187
Frontaanrijdingswaar‐
schuwing ............................. 1958Instrumenten ...................... 102
Driver Information Center .... 114
9 Knoppen voor Driver
Information Center ..............114
10 Wis-/wasinstallatie
voorruit,
koplampsproeiers, wis-/
wasinstallatie achter ............. 90
11 Middelste luchtroosters ......155
12 Sport/Tour-modus ..............181
Traction Control-systeem ...179
Elektronische
stabiliteitsregeling ...............180
Alarmknipperlichten ...........136
Parkeerhulp/
Geavanceerde
parkeerhulp ........................ 201
Lane Departure Warning ...218
13 Status-LED alarmsysteem ...35
14 Colour-Info-Display ............121
15 Handschoenenkastje ...........7216Controlelamp airbag
activeren/deactiveren .........108
Controlelamp
veiligheidsgordel
voorpassagier ....................106
17 Bedieningsorganen voor
Colour-Info-Display .............121
18 Cd-sleuf
19 Verwarming en ventilatie ....143
20 Elektrische handrem ...........177
21 Touchpad ............................ 121
22 Handgeschakelde
versnellingsbak ..................175
Automatische
versnellingsbak ..................170
23 Opbergruimte ........................ 72
24 Eco-knop voor Stop/Start-
systeem ............................... 163
Knop brandstofkeuze‐
schakelaar ........................... 104
25 Contact-/Aan/Uit-
schakelaar ........................... 159
26 Claxon .................................. 89
27 Stuurwiel instellen ................88
Page 15 of 341

Kort en bondig13
28Ontgrendelingshandgreep
motorkap ............................ 234
29 Opbergvak ............................ 73
Zekeringenkast ..................256Rijverlichting
Automatisch dimlicht
AUTO=Automatische verlichting:
rijverlichting wordt automa‐
tisch in- en uitgeschakeldm=Activering of deactivering
van de automatische ver‐
lichting8=Zijmarkeringslichten9=Dimlicht of grootlicht
Mistlampen
>=Mistlampenr=Mistachterlicht
Verlichting 3 130.
Lichtsignaal, grootlicht en
dimlichtLichtsignaal=Hendel naar u toe
trekkenGrootlicht=Hendel van u af
duwenDimlicht=Hendel van u af
duwen of naar u
toe trekken
Automatische verlichting 3 131,
Grootlicht 3 131, Grootlichtassisten‐
tie 3 131, Lichtsignaal 3 132, Adap‐
tief rijlicht (AFL) 3 134.
Page 16 of 341

14Kort en bondig
RichtingaanwijzersHendel
omhoog=Rechter richting‐
aanwijzerHendel omlaag=Linker richtingaan‐ wijzer
Richtingaanwijzers 3 136, parkeer‐
lichten 3 137.
Alarmknipperlichten
Om in te schakelen ¨ indrukken.
Alarmknipperlichten 3 136.
Claxon
j indrukken.
Page 17 of 341

Kort en bondig15Wis-/wasinstallatieVoorruitwissersHI=snelLO=langzaamINT=intervalwissen of automatisch
wissen met regensensorOFF=uit
Hendel omlaag in de stand 1x duwen
om wissers één slag te laten maken
wanneer de voorruitwisser uitgescha‐
keld is.
Voorruitwisser 3 90, wisserblad
vervangen 3 241.
Voorruit- en koplampsproeiers
Hendel naar u toe trekken.
Voorruitsproeiers en koplampsproei‐
ers 3 90, sproeiervloeistof 3 238.
Achterruitwisser
Druk de wipschakelaar in om de ach‐
terruitwisser aan te zetten:
schakelaar
boven=continue werkingschakelaar
onder=onderbroken wer‐
kingmiddenstand=uit
Page 18 of 341

16Kort en bondig
Achterruitsproeier
Hendel van u af duwen.
Er wordt sproeiervloeistof op de ach‐
terruit gespoten en de ruitenwisser
maakt enkele slagen.
Wis-/wasinstallatie achterruit 3 92.
Klimaatregeling
Verwarmbare achterruit, verwarmbare buitenspiegels
Ü indrukken om de verwarming in te
schakelen.
Verwarmbare achterruit 3 44.
Ruiten ontwasemen en
ontdooien, airconditioning
V indrukken.
Draaiknop voor temperatuur in hoog‐
ste stand zetten.
Verwarming achterruit Ü inschake‐
len.
Airconditioning 3 143.
Page 19 of 341

Kort en bondig17
Ruiten ontwasemen enontdooien, automatische
klimaatregeling
V indrukken.
Temperatuur en luchtverdeling wor‐
den automatisch ingesteld, de aanja‐
ger draait met een hoge snelheid.
Verwarming achterruit Ü inschake‐
len.
Automatische klimaatregeling met
twee zones 3 150
Versnellingsbak
Handgeschakelde
versnellingsbak
Achteruit: breng de auto tot stilstand,
trap het koppelingspedaal in, druk op
de knop op de schakelhendel en
schakel de versnelling in.
Kan de versnelling niet worden inge‐
schakeld, dan koppeling in de neu‐
trale stand laten opkomen, koppeling
weer intrappen en nogmaals schake‐
len.
Handgeschakelde versnellingsbak
3 175.
Automatische versnellingsbakP=parkeerstandR=achteruitversnellingN=neutrale standD=automatische modusM=handmatige modus: duw de keu‐
zehendel vanuit D naar links.<=opschakelen handmatige modus]=terugschakelen handmatige mo‐
dus
U kunt de keuzehendel uit P zetten
wanneer de ontsteking is ingescha‐
keld en u het rempedaal intrapt. Druk op de ontgrendelknop om P of R in te
schakelen.
Page 20 of 341

18Kort en bondig
Automatische versnellingsbak
3 170.Voordat u wegrijdt
Voor het wegrijden controleren ■ Bandenspanning en -staat 3 260,
3 304.
■ Motoroliepeil en vloeistofniveaus 3 234.
■ Ruiten, spiegels, rijverlichting en kentekenplaat: vrij van vuil, sneeuwof ijs en gebruiksklaar.
■ Juiste positie van spiegels, stoelen en veiligheidsgordels 3 38,
3 49, 3 58.
■ Werking van remsysteem (bij lage snelheid), vooral bij vochtige rem‐
men.Motor starten
■ Contactsleutel: zet de sleutel in stand 2.
Aan/Uit-knop: druk gedurende en‐
kele seconden op
Engine Start/Stop totdat de groene
LED brandt.
■ Stuurwiel iets verdraaien om het stuurslot te ontgrendelen.
■ Trap de koppeling en rem in.
■ Automatische versnellingsbak in stand P of N.
■ Trap het gaspedaal niet in.