OPEL INSIGNIA 2015 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015, Model line: INSIGNIA, Model: OPEL INSIGNIA 2015Pages: 329, PDF Size: 9.06 MB
Page 11 of 329
Kort en bondig9SpiegelverstellingBinnenspiegel
Verstel de hendel aan de onderkant
om verblinding te verminderen.
Binnenspiegel 3 39, automatisch
dimmende binnenspiegel 3 40.
Buitenspiegels
Selecteer de gewenste buitenspiegel
door de knop naar de spiegel links (L) of de spiegel rechts (R) te draaien.
Stel daarna bij.
Bolle buitenspiegels 3 37, elektri‐
sche verstelling 3 37, inklapbare
buitenspiegels 3 37, verwarmde
buitenspiegels 3 39.
Stuurwiel instellen
Hendel omlaagbewegen, stuurwiel
instellen, hendel omhoogbewegen en
vergrendelen. Stuurwiel uitsluitend bij
stilstaande auto en ontgrendeld
stuurslot verstellen.
Airbagsysteem 3 59, contactslot‐
standen 3 158.
Page 12 of 329
10Kort en bondigOverzicht instrumentenpaneel
Page 13 of 329
Kort en bondig11
1Elektrische ruitbediening .......40
2 Centrale vergrendeling .........23
3 Buitenspiegels ......................37
4 Lichtschakelaar ..................130
Koplampverstelling ............133
Mistlampen/
mistachterlichten ................137
Instrumentenverlichting ......138
5 Zijdelingse luchtroosters .....154
6 Richtingaanwijzers,
lichtsignaal, dim-/
grootlicht, grootlichtassis‐
tentie ................................... 136
Omgevingsverlichting ......... 140
Parkeerlichten .....................137
Knoppen voor Driver
Information Center ..............113
7 Cruise control .....................180
Snelheidsbegrenzer ............181
Adaptieve cruise control .....183
Frontaanrijdingswaar‐
schuwing ............................. 1918Instrumenten ...................... 101
Driver Information Center .... 113
9 Knoppen voor Driver
Information Center ..............113
10 Wis-/wasinstallatie
voorruit,
koplampsproeiers, wis-/
wasinstallatie achter ............. 89
11 Middelste luchtroosters ......154
12 Sport/Tour-modus ..............177
Traction Control-systeem ...175
Elektronische
stabiliteitsregeling ...............175
Alarmknipperlichten ...........136
Parkeerhulp/
Geavanceerde
parkeerhulp ........................ 197
Lane Departure Warning ...212
13 Status-LED alarmsysteem ...34
14 Colour-Info-Display ............121
15 Handschoenenkastje ...........7116Controlelamp airbag
activeren/deactiveren .........107
Controlelamp
veiligheidsgordel
voorpassagier ....................105
17 Bedieningsorganen voor
Colour-Info-Display .............121
18 Cd-sleuf
19 Verwarming en ventilatie ....142
20 Elektrische handrem ...........173
21 Touchpad ............................ 121
22 Handgeschakelde
versnellingsbak ..................171
Automatische
versnellingsbak ..................166
23 Opbergruimte ........................ 71
24 Eco-knop voor Stop/Start-
systeem ............................... 162
Knop brandstofkeuze‐
schakelaar ........................... 103
25 Contact-/Aan/Uit-
schakelaar ........................... 158
26 Claxon .................................. 88
27 Stuurwiel instellen ................87
Page 14 of 329
12Kort en bondig
28Ontgrendelingshandgreep
motorkap ............................ 227
29 Opbergvak ............................ 72
Zekeringenkast ..................249Rijverlichting
Automatisch dimlicht
AUTO=Automatische verlichting:
rijverlichting wordt automa‐
tisch in- en uitgeschakeldm=Activering of deactivering
van de automatische ver‐
lichting8=zijmarkeringslichten9=Dimlicht of grootlicht
Mistlampen
>=Mistlampenr=Mistachterlicht
Verlichting 3 130.
Lichtsignaal, grootlicht en
dimlichtLichtsignaal=Hendel naar u toe
trekkenGrootlicht=Hendel van u af
duwenDimlicht=Hendel van u af
duwen of naar u
toe trekken
Automatische verlichting 3 131,
Grootlicht 3 131, Grootlichtassisten‐
tie 3 131, Lichtsignaal 3 132, Adap‐
tief rijlicht (AFL) 3 134.
Page 15 of 329
Kort en bondig13
RichtingaanwijzersHendel
omhoog=Rechter richting‐
aanwijzerHendel omlaag=Linker richtingaan‐ wijzer
Richtingaanwijzers 3 136, parkeer‐
lichten 3 137.
Alarmknipperlichten
Bediening met toets ¨.
Alarmknipperlichten 3 136.
Claxon
j indrukken.
Page 16 of 329
14Kort en bondigWis-/wasinstallatieVoorruitwissers2=snel1=langzaamP=intervalwissen of automatisch
wissen met regensensor§=uit
Hendel omlaag duwen om wissers
één slag te laten maken wanneer de
voorruitwisser uitgeschakeld is.
Voorruitwisser 3 89, wisserblad
vervangen 3 234.
Voorruit- en koplampsproeiers
Hendel naar u toe trekken.
Voorruitsproeiers en koplampsproei‐
ers 3 89, sproeiervloeistof 3 231.
Achterruitwisser
Druk de wipschakelaar in om de ach‐
terruitwisser aan te zetten:
schakelaar
boven=continue werkingschakelaar
onder=onderbroken wer‐
kingmiddenstand=uit
Page 17 of 329
Kort en bondig15
Achterruitsproeier
Hendel van u af duwen.
Er wordt sproeiervloeistof op de ach‐
terruit gespoten en de ruitenwisser
maakt een paar slagen.
Wis-/wasinstallatie achterruit 3 91.
Klimaatregeling
Verwarmbare achterruit, verwarmbare buitenspiegels
Ü -toets indrukken om verwarming in
te schakelen.
Verwarmbare achterruit 3 42.
Ruiten ontwasemen en
ontdooien, airconditioning
Toets V indrukken.
Draaiknop voor temperatuur in hoog‐
ste stand zetten.
Verwarming achterruit Ü inschake‐
len.
Airconditioning 3 142.
Page 18 of 329
16Kort en bondig
Ruiten ontwasemen en
ontdooien, automatische klimaatregeling
Toets V indrukken.
Temperatuur en luchtverdeling wor‐
den automatisch ingesteld, de aanja‐
ger draait met een hoge snelheid.
Verwarming achterruit Ü inschake‐
len.
Automatische klimaatregeling met
twee zones 3 149
Versnellingsbak
Handgeschakelde
versnellingsbak
Achteruit: breng de auto tot stilstand,
trap het koppelingspedaal in, druk op
de knop op de schakelhendel en
schakel de versnelling in.
Kan de versnelling niet worden inge‐
schakeld, dan koppeling in de neu‐
trale stand laten opkomen, koppeling
weer intrappen en nogmaals schake‐
len.
Handgeschakelde versnellingsbak
3 171.
Automatische versnellingsbakP=parkeerstandR=achteruitversnellingN=neutrale standD=rijstand
Handmatige modus: duw de keuze‐
hendel vanuit D naar links.
<=hogere versnelling]=lagere versnelling
U kunt de keuzehendel uit P zetten
wanneer de ontsteking is ingescha‐
keld en u het rempedaal intrapt. Druk op de ontgrendelknop om P of R in te
schakelen.
Page 19 of 329
Kort en bondig17
Automatische versnellingsbak
3 166.Voordat u wegrijdt
Voor het wegrijden controleren ■ Bandenspanning en -staat 3 253,
3 297.
■ Motoroliepeil en vloeistofniveaus 3 227.
■ Ruiten, spiegels, rijverlichting en kentekenplaat: vrij van vuil, sneeuwof ijs en gebruiksklaar.
■ Juiste positie van spiegels, stoelen en veiligheidsgordels 3 37,
3 48, 3 57.
■ Werking van remsysteem (bij lage snelheid), vooral bij vochtige rem‐
men.Motor starten
■ Contactsleutel: zet de sleutel in stand 2
Aan/Uit-knop: druk gedurende en‐
kele seconden op de knop
Engine Start/Stop totdat de groene
LED oplicht
■ verdraai het stuurwiel een beetje, zodat het stuurslot vrijkomt
■ trap de koppeling en rem in
■ automatische versnellingsbak in P
of N
■ trap het gaspedaal niet in
Page 20 of 329
18Kort en bondig
■ contactsleutel: sleutel kort in stand3 draaien en loslaten
Aan/Uit-knop: druk op de knop
Engine Start/Stop en laat deze los
■ na korte tijd start de motor.
Motor starten 3 160.
Stop-startsysteem
Als de auto langzaam rijdt of stilstaat
en aan bepaalde voorwaarden is vol‐ daan, activeer dan een Autostop
zoals hieronder beschreven:
■ Het koppelingspedaal intrappen
■ Zet de hendel in neutraal
■ Laat het koppelingspedaal los
Een Autostop wordt aangegeven
door de naald bij de stand
AUTOSTOP op de toerenteller of
door een controlelampje op de instru‐
mentengroep.
Om de motor te herstarten, moet u het koppelingspedaal opnieuw intrappen.
Stop-startsysteem 3 162.