OPEL MOVANO_B 2015 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015, Model line: MOVANO_B, Model: OPEL MOVANO_B 2015Pages: 215, PDF Size: 4.97 MB
Page 51 of 215

Stoelen, veiligheidssystemen49
UK: НІКОЛИ не використовуйте
систему безпеки для дітей, що
встановлюється обличчям назад,
на сидінні з УВІМКНЕНОЮ
ПОДУШКОЮ БЕЗПЕКИ, інакше це
може призвести до СМЕРТІ чи
СЕРЙОЗНОГО ТРАВМУВАННЯ
ДИТИНИ.
HU: SOHA ne használjon hátrafelé
néző biztonsági gyerekülést előlről
AKTÍV LÉGZSÁKKAL védett ülésen,
mert a GYERMEK HALÁLÁT vagy
KOMOLY SÉRÜLÉSÉT okozhatja.
HR: NIKADA nemojte koristiti sustav
zadržavanja za djecu okrenut prema
natrag na sjedalu s AKTIVNIM ZRAČ‐ NIM JASTUKOM ispred njega, to bi
moglo dovesti do SMRTI ili OZBILJN‐ JIH OZLJEDA za DIJETE.
SL: NIKOLI ne nameščajte otroškega
varnostnega sedeža, obrnjenega v
nasprotni smeri vožnje, na sedež z
AKTIVNO ČELNO ZRAČNO BLA‐
ZINO, saj pri tem obstaja nevarnost
RESNIH ali SMRTNIH POŠKODB za OTROKA.SR: NIKADA ne koristiti bezbednosni
sistem za decu u kome su deca okre‐
nuta unazad na sedištu sa AKTIVNIM VAZDUŠNIM JASTUKOM ispred se‐
dišta zato što DETE može da NA‐
STRADA ili da se TEŠKO POVREDI.
MK: НИКОГАШ не користете детско
седиште свртено наназад на
седиште заштитено со АКТИВНО
ВОЗДУШНО ПЕРНИЧЕ пред него,
затоа што детето може ДА ЗАГИНЕ или да биде ТЕШКО ПОВРЕДЕНО.
BG: НИКОГА не използвайте
детска седалка, гледаща назад,
върху седалка, която е защитена
чрез АКТИВНА ВЪЗДУШНА
ВЪЗГЛАВНИЦА пред нея - може да
се стигне до СМЪРТ или
СЕРИОЗНО НАРАНЯВАНЕ на
ДЕТЕТО.
RO: Nu utilizaţi NICIODATĂ un scaun
pentru copil îndreptat spre partea din
spate a maşinii pe un scaun protejat
de un AIRBAG ACTIV în faţa sa;
acest lucru poate duce la DECESUL
sau VĂTĂMAREA GRAVĂ a COPI‐
LULUI.CS: NIKDY nepoužívejte dětský
zádržný systém instalovaný proti
směru jízdy na sedadle, které je chrá‐
něno před sedadlem AKTIVNÍM AIR‐
BAGEM. Mohlo by dojít k VÁŽNÉMU
PORANĚNÍ nebo ÚMRTÍ DÍTĚTE.
SK: NIKDY nepoužívajte detskú se‐
dačku otočenú vzad na sedadle chrá‐ nenom AKTÍVNYM AIRBAGOM, pre‐
tože môže dôjsť k SMRTI alebo VÁŽ‐ NYM ZRANENIAM DIEŤAŤA.
LT: JOKIU BŪDU nemontuokite atgal
atgręžtos vaiko tvirtinimo sistemos
sėdynėje, prieš kurią įrengta AKTYVI
ORO PAGALVĖ, nes VAIKAS GALI
ŽŪTI arba RIMTAI SUSIŽALOTI.
LV: NEKĀDĀ GADĪJUMĀ neizmanto‐
jiet uz aizmuguri vērstu bērnu sēde‐
klīti sēdvietā, kas tiek aizsargāta ar
tās priekšā uzstādītu AKTĪVU DRO‐ ŠĪBAS SPILVENU, jo pretējā gadī‐
jumā BĒRNS var gūt SMAGAS
TRAUMAS vai IET BOJĀ.
Page 52 of 215

50Stoelen, veiligheidssystemen
ET: ÄRGE kasutage tahapoole suu‐
natud lapseturvaistet istmel, mille ees
on AKTIIVSE TURVAPADJAGA kait‐ stud iste, sest see võib põhjustadaLAPSE SURMA või TÕSISE VIGAS‐
TUSE.
MT: QATT tuża trażżin għat-tfal li jħa‐
res lejn in-naħa ta’ wara fuq sit protett
b’AIRBAG ATTIV quddiemu; dan
jista’ jikkawża l-MEWT jew ĠRIEĦI
SERJI lit-TFAL.
Behalve de waarschuwing conform
ECE R94.02 moet een voorwaarts
gericht kinderveiligheidssysteem om‐ wille van de veiligheid uitsluitend wor‐
den gebruikt volgens de instructies en
beperkingen in de tabel 3 54.
Het airbaglabel kan zich aan beide
zijden van de zonneklep aan bijrij‐
derszijde bevinden.9 Gevaar
Gebruik geen kinderveiligheids‐
systeem op de passagiersstoel
met actieve frontairbag.
Airbag deactiveren 3 51.
Frontaal airbagsysteem
Het frontairbagsysteem bestaan uit
een airbag in het stuurwiel en een air‐
bag in het instrumentenpaneel aan de passagierskant voorin. Deze zijn te
herkennen aan het opschrift
AIRBAG .
Bovendien zit er een waarschuwings‐
etiket aan de zijkant van het instru‐
mentenpaneel, dat bij een geopend
voorste passagiersportier zichtbaar
is.
Het frontairbagsysteem treedt in wer‐
king bij een voldoende krachtige aan‐ rijding. Het contact moet ingescha‐
keld zijn.
De opgeblazen airbags vangen de
schok op waardoor het gevaar voor
letsel aan het bovenlichaam en hoofd
van de inzittenden voorin de auto
aanzienlijk afneemt.9 Waarschuwing
Alleen bij een correcte zitpositie is
optimale bescherming mogelijk
3 37.
Lichaamsdelen of voorwerpen uit
het werkingsgebied van de airbag
houden.
Veiligheidsgordel correct omleg‐
gen en goed vastzetten. Alleen dan kan de airbag bescherming
bieden.
Page 53 of 215

Stoelen, veiligheidssystemen51Zijdelings airbagsysteem
Het zijdelingse airbagsysteem be‐
staat uit airbags in de rugleuningen
van de beide voorstoelen. Ze zijn te herkennen aan het opschrift
AIRBAG .
Het zijairbagsysteem treedt in wer‐
king bij een voldoende krachtige aan‐ rijding. Het contact moet ingescha‐
keld zijn.
De opgeblazen airbags vangen de
schok op waardoor het gevaar voor
letsel aan het bovenlichaam en de
heupen bij een zijdelingse aanrijding
aanzienlijk afneemt.
9 Waarschuwing
Lichaamsdelen of voorwerpen uit
het werkingsgebied van de airbag
houden.
Let op
Op de voorstoelen alleen stoelhoe‐
zen gebruiken die voor de auto zijn goedgekeurd. De airbags niet afdek‐
ken.
Airbag deactiveren Wanneer u een kinderveiligheidssys‐
teem op de passagiersstoel voorin
monteert, moet u de airbag vooraan
en de zijdelingse airbag van deze
stoel deactiveren. De gordelspanners en alle bestuurdersairbagsystemen
blijven actief.
Het passagiersairbagsysteem kan via
een schakelaar aan de zijkant van het
instrumentenbord worden gedeacti‐
veerd.
Page 54 of 215

52Stoelen, veiligheidssystemen
Bij een geopend voorportier de scha‐
kelaar indrukken en linksom naar de
stand OFF draaien.
Airbags voor de passagier voorin zijn
gedeactiveerd en gaan niet af bij een
aanrijding. De controlelamp W
3 80 licht op en er verschijnt een
bericht op het Driver Information Cen‐ ter 3 85.
Het is mogelijk een kinderzitje te mon‐
teren volgens de tabel met de moge‐
lijke montageplaatsen 3 54. Laat
geen volwassene op de passagiers‐
stoel plaatsnemen.
9 Gevaar
Levensgevaar voor kinderen in
een kinderveiligheidssysteem te‐
zamen met een geactiveerde air‐
bag op de passagiersstoel voorin.
Levensgevaar voor volwassenen
bij een buiten werking gestelde
airbag van de passagiersstoel
voorin.
Wanneer controlelamp W niet
brandt, zullen de airbags voor de pas‐
sagiersstoel voorin afgaan bij een
aanrijding.
Als controlelamp A samen met v
blijft branden, is er sprake van een
systeemstoring. De hulp van een
werkplaats inroepen.
Verander de status alleen tijdens stil‐
stand terwijl de ontsteking is uitge‐
schakeld. Status blijft actief tot de vol‐ gende verandering.
Controlelamp W voor airbag-deacti‐
vering 3 80.
Kinderveiligheidssyste‐
men
Wij bevelen het Opel-kinderveilig‐
heidssysteem aan dat specifiek voor
montage in uw auto geschikt is.
Wanneer u een kinderveiligheidssys‐
teem gebruikt, moet u de gebruikers-
en montagehandleiding én de instruc‐ ties bij het kinderveiligheidssysteemopvolgen.
Houd u altijd aan de plaatselijke of landelijke voorschriften. In sommige
landen is het gebruik van kindervei‐
ligheidssystemen op bepaalde zit‐
plaatsen verboden.9 Waarschuwing
Wanneer een kinderveiligheids‐
systeem op de passagiersstoel
voorin wordt gebruikt, moeten de
airbagsystemen voor de passa‐
giersstoel voorin worden uitge‐
schakeld; zo niet, dan kan het in
Page 55 of 215

Stoelen, veiligheidssystemen53werking treden van de airbags hetleven van het kind in gevaar bren‐gen.
Dit is vooral van belang wanneer
naar achteren gerichte kindervei‐
ligheidssystemen op de passa‐
giersstoel voorin worden gebruikt.
Airbag deactiveren 3 51.
Airbaglabel 3 47.
Juiste systeem selecteren De achterbank is de beste plaats om
een kinderzitje vast te maken.
Vervoer kinderen zo lang mogelijk te‐
gen de rijrichting in. Hierdoor wordt de nog erg zwakke ruggengraat van het
kind bij een ongeval minder belast.
Geschikt zijn veiligheidssystemen die
voldoen aan geldige UN ECE veror‐
deningen. Raadpleeg de plaatselijke
wetgeving en richtlijnen voor het ver‐
plichte gebruik van kinderveiligheids‐
systemen.
Het kinderveiligheidssysteem dat u
gaat monteren, moet geschikt zijn voor het autotype.
Het kinderveiligheidssysteem moet
op de correcte positie in de auto wor‐ den gemonteerd, zie de onder‐
staande tabellen.
Laat kinderen alleen aan de trottoir‐ kant van de auto uit- en instappen.
Wanneer het kinderveiligheidssys‐
teem niet wordt gebruikt, moet u vast‐
zetten met een veiligheidsgordel of
verwijderen.
Let op
Kinderveiligheidssystemen niet be‐
plakken of met andere materialen af‐ dekken.
Een kinderveiligheidssysteem dat
tijdens een aanrijding werd belast
moet worden vervangen.
Page 56 of 215

54Stoelen, veiligheidssystemenInbouwposities kinderveiligheidssystemenToegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een kinderveiligheidssysteem
Voorstoelen - alle variantenGewichts- of leeftijdsgroepEnkele stoel - passagierszijde voorin 1)Bijrijdersbank - passagierszijde voorinzonder airbagmet airbagzonder airbagmet airbagmiddenbuitenste
zitplaatsmiddenbuitenste
zitplaatsGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maanden
Groep 0+: tot 13 kg
of ca. 2 jaar
UU 2)UUU2)U 2)
Groep I: 9 tot 18 kg
of ca. 8 maanden tot 4 jaarUU 2)UUU 2)U2)Groep II: 15 tot 25 kg
of ca. 3 tot 7 jaar
Groep III: 22 tot 36 kg
of ca. 6 tot 12 jaar
UU 2)UUU2)U 2)
1)
Stoel, indien verstelbaar, helemaal naar achteren zetten. Ervoor zorgen dat de veiligheidsgordel tussen de schouder en het bovenste verankeringspunt
zo recht mogelijk ligt.
2) Ervoor zorgen dat de airbags voor de passagier voorin gedeactiveerd is wanneer u een kinderzitje op deze plaats aanbrengt.
Page 57 of 215

Stoelen, veiligheidssystemen55
Dubbele cabine - zitplaatsen achterinGewichts- of leeftijdsgroepBank op 2e zitrijBuitenste zitplaatsMiddenGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maanden
Groep 0+: tot 13 kg
of ca. 2 jaar
UX
Groep I: 9 tot 18 kg
of ca. 8 maanden tot 4 jaarUXGroep II: 15 tot 25 kg
of ca. 3 tot 7 jaar
Groep III: 22 tot 36 kg
of ca. 6 tot 12 jaar
UX
Page 58 of 215

56Stoelen, veiligheidssystemen
Combi - achterbankGewichts- of leeftijdsgroepBank op 2e zitrijBank op 3e zitrijBestuurderszijde
buitenste zitplaats
Middelste stoel
Passagierszijde
buitenste zitplaatsGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maanden
Groep 0+: tot 13 kg
of ca. 2 jaar
U 3)
,
of ca. 8 maanden tot 4 jaarU 4)
,
Groep III: 22 tot 36 kg
of ca. 6 tot 12 jaar
U 4)UF 4)UF4)X
3)
Verplaats de voorstoel zo ver mogelijk vooruit om een kinderzitje waarin het kind achteruit kijkt te installeren en verplaats de voorstoel daarna opnieuw
volgens de instructies van het kinderzitje.
4) Kinderzitje waarbij het kind vooruit kijkt; plaats de rugleuning van het kinderzitje tegen de rugleuning van de autostoel. Pas de hoogte van de hoofdsteun
aan of verwijder deze indien nodig; duw de stoel die voor het kinderzitje staat niet meer dan halverwege achteruit op zijn geleiders en verstel de rugleuning met niet meer dan 25°.
Page 59 of 215

Stoelen, veiligheidssystemen57
Bus - zitplaatsen achterinGewichts- of leeftijdsgroepZitrijen achterinGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maanden
Groep 0+: tot 13 kg
of ca. 2 jaar
X
Groep I: 9 tot 18 kg
of ca. 8 maanden tot 4 jaarXGroep II: 15 tot 25 kg
of ca. 3 tot 7 jaar
Groep III: 22 tot 36 kg
of ca. 6 tot 12 jaar
X
U=Geschikt voor universele veiligheidssystemen in deze gewichts- en leeftijdscategorie bij gebruik van een driepunts‐ veiligheidsgordel.UF=Geschikt voor universele voorwaarts gerichte veiligheidssystemen in deze gewichts- en leeftijdscategorie bij gebruik
van een driepuntsveiligheidsgordel.<=Geschikt voor ISOFIX-kinderveiligheidssysteem met bevestigingsbeugels en verankeringspunten, voor zover aan‐ wezig. Bij montage van ISOFIX-kinderzitjes kunnen alleen de voor uw auto goedgekeurde systemen worden gebruikt.
Zie "Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderveiligheidssysteem".X=Stoelpositie niet geschikt voor kinderen in deze gewichts- en leeftijdscategorie.
Page 60 of 215

58Stoelen, veiligheidssystemen
Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderveiligheidssysteem
CombiGewichtsklasseMaatklasseBevestigingVoorstoelenBank op 2e zitrijBank op
3e zitrijBestuurders‐
zijde
buitenste
zitplaats
Middelste
stoel
Passagierszijde
buitenste
zitplaatsGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maandenEISO/R1XILXXXGroep 0+: tot 13 kg
of ca. 2 jaarEISO/R1XILXXXDISO/R2XILXXXCISO/R3XILXXXGroep I: 9 tot 18 kg
of ca. 8 maanden tot 4 jaarDISO/R2XILXXXCISO/R3XILXXXBISO/F2XIL, IUFIL, IUFXXB1ISO/F2XXIL, IUFIL, IUFXXAISO/F3XIL, IUFIL, IUFXXIL=Geschikt voor bepaalde ISOFIX veiligheidssystemen uit de categorieën 'specifieke auto', 'beperkt' of 'semi-univer‐ seel'. Het ISOFIX veiligheidssysteem moet goedgekeurd zijn voor het specifieke autotype.IUF=Geschikt voor voorwaarts gerichte ISOFIX kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie, goedgekeurd voor
deze gewichtsklasse.X=Geen ISOFIX kinderveiligheidssysteem goedgekeurd voor deze gewichtsklasse.