OPEL MOVANO_B 2016.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016.5, Model line: MOVANO_B, Model: OPEL MOVANO_B 2016.5Pages: 241, PDF Size: 5.69 MB
Page 111 of 241

Klimaatregeling109Bedek de sensor op het instrumen‐
tenpaneel voor een goede werking
niet.
Automatische modus
Basisinstelling voor maximaal com‐
fort:
● AUTO indrukken ("AUTO" ver‐
schijnt op het display).
● De gewenste temperatuur instel‐ len (de temperatuur verschijnt op
het display).
● Alle uitstroomkanalen openen.
In de automatische modus wordt de
instelling voor luchtdebiet, luchtver‐
deling, airconditioning en luchtrecir‐
culatie automatisch geregeld door het
systeem en wordt de instelling niet op het display getoond.
Voorkeuze temperatuur
Temperaturen kunnen op de gewen‐
ste waarde worden ingesteld met de
2 toetsen onder het display.
Wijzig de temperatuur omwille van
het comfort slechts zeer geleidelijk.rood:warmblauw:koudDe verwarming werkt pas optimaal
als de motor de normale bedrijfstem‐
peratuur heeft bereikt.
Bij het instellen van de minimumtem‐
peratuur van 15 ℃ werkt het elektro‐ nische klimaatregelsysteem met
maximale koeling.
Bij het instellen van de maximumtem‐ peratuur van 27 ℃ werkt het elektro‐
nische klimaatregelsysteem met
maximale verwarming.
Let op
Als de temperatuur omwille van een
comfortabel klimaat moet worden
verlaagd, kan een Autostop worden
geblokkeerd of wordt de motor bij
het inschakelen van de koeling au‐
tomatisch opnieuw gestart.
Stop-startsysteem 3 124.
Luchtdebiet
Het luchtdebiet kan verhoogd of ver‐
laagd worden met de toetsen x.
Het geselecteerde luchtdebiet wordt
aangeduid met x op het display.
Bij het uitschakelen van de ventilator
wordt de airco ook gedeactiveerd.Terug naar de automatische modus:
AUTO indrukken.
Ruiten ontwasemen en ontdooien Druk op V. LED licht op.
Temperatuur en luchtverdeling wor‐
den automatisch ingesteld, aircondi‐
tioning wordt ingeschakeld en de
aanjager draait met een hoge snel‐
heid.
Om de automatische modus opnieuw in te schakelen: V of AUTO indruk‐
ken.
Let op
Als V wordt ingedrukt terwijl de mo‐
tor loopt, wordt een Autostop verhin‐
derd totdat er opnieuw op V wordt
gedrukt.
Als V wordt ingedrukt terwijl de mo‐
tor in een Autostop is, zal de motor
automatisch herstarten.
Stop/Start-systeem 3 124.
Luchtverdeling Druk herhaaldelijk op s of K.
Page 112 of 241

110KlimaatregelingDe pijlen op het display geven de ver‐
deelinstellingen aan:s:naar de voorruit en de voorste
zijramen9:naar de voorruit, de voorste zij‐
ramen en de voetenruimteM:naar de hoofdruimteL:naar de hoofd- en voetenruimteK:naar de voetenruimte
Terug naar de automatische modus:
AUTO indrukken.
Koeling De airconditioning koelt en ontvoch‐
tigt (droogt) als de buitentemperatuur
een specifieke waarde overschrijdt.
Er kan zich dan condens vormen en
onder de auto op de grond druppelen.
Als geen koeling of droging gewenst
is, A/C OFF indrukken om het koel‐
systeem uit te schakelen ter bespa‐
ring van brandstof. " A/C OFF" ver‐
schijnt op het display.
Handmatige
luchtrecirculatiemodus
u indrukken. De LED brandt en u
verschijnt op het display.
9 Waarschuwing
Als het luchtrecirculatiesysteem is
ingeschakeld, vermindert de lucht‐verversing. Bij het gebruik zonder
koeling neemt de luchtvochtigheid
toe waardoor de ruiten kunnen be‐
slaan. De kwaliteit van de binnen‐
lucht neemt na verloop van tijd af,
wat tot vermoeidheidsverschijnse‐ len bij de inzittenden kan leiden.
Om de automatische modus opnieuw in te schakelen: u of AUTO indruk‐
ken.
Verwarming achterin
Als de motor uitgeschakeld is, kan de achterruimte worden verwarmd door
de extra verwarming via de roosters aan de onderkant.
Door het programmeren van de waar‐
den met behulp van het regelpaneel,
kan de gebruiker de instellingen van
tijd, dag en temperatuur aanpassen.
De verwarming werkt niet meer als er
te weinig brandstof in de tank zit.
Tijdens de werking wordt vermogen
van de voertuigaccu gebruikt. In ge‐
val van korte ritten dient u de accu re‐
gelmatig te controleren en indien no‐
dig op te laden.
Page 113 of 241

Klimaatregeling111Voor een goede prestatie mogen de
luchtroosters onderaan in de passa‐
giersruimte achteraan niet verstopt
zijn.9 Waarschuwing
Werk niet met het systeem wan‐
neer u bijtankt, wanneer er stof of
brandbare dampen aanwezig zijn
of in gesloten ruimten (v.b. ga‐
rage).
De tijd en dag instellen
Druk op Ö totdat het tijdsdisplay knip‐
pert.
Als de accutoevoer onderbroken is
voordat u deze gebruikt, moet u op
m of n drukken om het tijdsdisplay
kort te doen knipperen.
Pas de tijd aan door op m of n te
drukken.
De tijd is ingesteld wanneer de weer‐
gegeven tijd stopt met knipperen.
Daarna gaat het display van de dag
knipperen: pas de dag aan door op
m of n te drukken.
De dag is ingesteld wanneer de dis‐
play stopt met knipperen.
Het display blijft gedurende ongeveer 15 seconden verlicht nadat het con‐
tact is uitgeschakeld.
Hulpverwarming achterin in- en
uitschakelen
Druk op Y om de verwarming te be‐
dienen. Y verschijnt op het display om
aan te duiden dat de verwarming werkt.
De periode wijzigen waarin de
verwarming werkt
Druk met de verwarming uitgescha‐
keld ( Y is gedoofd op het display) ge‐
durende ongeveer 3 seconden op
m totdat de periode waarin de ver‐
warming moet werken op het display
knippert.
Druk op m of n om de duur van de
verwarming aan te passen. De duur‐
tijd is ingesteld wanneer de display
knippert.De verwarmingsmodus
programmeren
Het is mogelijk om tot drie program‐
ma's op te slaan waarmee de verwar‐ ming kan worden ingeschakeld.
Druk het juiste aantal keer op P om
het gewenste opgeslagen pro‐
gramma te selecteren.
Druk kort op m of n ; de gepro‐
grammeerde tijd knippert op het dis‐
play.
Druk op m of n om de gewenste
tijd in te stellen en pas zodra het tijds‐
display stopt met knipperen de dag
aan door op m of n te drukken.
De tijd en de dag zijn ingesteld wan‐
neer het display niet meer knippert en
de klok verschijnt.
Een programmeermodus
opnieuw oproepen
Druk om een opgeslagen programma
te activeren het juiste aantal keer op
P totdat het overeenkomstige num‐
mer op het display verschijnt.
Page 114 of 241

112KlimaatregelingNeutrale stand of geen
opgeslagen programma
geactiveerd
Druk op P totdat er geen nummer van
een opgeslagen programma op het
display zichtbaar is.
De temperatuur aanpassen Om de temperatuur van de verwar‐
ming aan te passen, draait u aan de
draaiknop op het bedieningspaneel.naar rechts
draaien:temperatuur ver‐
hogennaar links
draaien:temperatuur verla‐
gen
Airconditioning achterin
De airconditioning achterin werkt in
combinatie met de airconditioning
voorin.
Bus
Luchtroosters achteraan
Er wordt extra airco geleverd aan de
passagiersruimte achteraan door de
luchtroosters in het dak.
Luchtdebiet
Pas de luchtstroom aan om de ge‐
wenste snelheid te selecteren.
naar rechts
draaien:luchtstroom ver‐
hogennaar links
draaien:luchtstroom verla‐
gen
Combi
Er wordt extra airco geleverd aan de
passagiersruimte achteraan via de
luchtroosters boven de bestuurder en
de passagiersruimte vooraan.
Page 115 of 241

Klimaatregeling113Pas de luchtstroom aan om de ge‐
wenste snelheid te selecteren met in‐
geschakeld aircosysteem van de pas‐
sagiersruimte vooraan.
Zorg er bij gebruik voor dat de lucht‐
roosters open zijn ter voorkoming van ijsvorming door het ontbreken van
een luchtstroom.
Hulpverwarming Koelvloeistofverwarming
De Eberspächer motor-onafhanke‐
lijke, met brandstof aangedreven
koelwaterverwarming levert snelle
verwarming van de koelvloeistof om
zo het interieur van de auto te ver‐ warmen zonder dat de motor draait.9 Waarschuwing
Werk niet met het systeem wan‐
neer u bijtankt, wanneer er stof of
brandbare dampen aanwezig zijn
of in gesloten ruimten (v.b. ga‐
rage).
Zet voordat u het systeem start of het programmeert om te starten de kli‐
maatregeling van de auto en de lucht‐
circulatie op V en zet de ventilator
aan.
Uitschakelen indien niet noodzakelijk.
De verwarming stopt meteen na de
geprogrammeerde werktijd. Deze
werkt ook niet meer als er te weinig
brandstof in de tank zit.
Tijdens de werking wordt vermogen
van de voertuigaccu gebruikt. Rijd
daarom minimaal net zo lang als de
verwarming werkt. In geval van korte
ritten dient u de accu regelmatig te
controleren en indien nodig op te la‐
den.
Om een goede prestatie te verzeke‐
ren, moet u de hulpverwarming één keer per maand laten werken.
Regeleenheden
De timer of de afstandsbediening zet‐ ten het systeem aan en uit en worden
gebruikt om specifieke vertrektijden
te programmeren.Timer1 Meter:Toont de vooraf in‐
gestelde weekdag
of vooraf ingestelde
dag, de huidige of
vooraf ingestelde
tijd, temperatuur, Z
en Y2 Temperatuur:Hiermee selecteert
u de temperatuur3 l:Hiermee zet u de
waarden hoger4 k:Hiermee zet u de
waarden lager5 Y:Hiermee selecteert
u de verwarmings‐
stand
Page 116 of 241

114Klimaatregeling6 P:Hiermee selecteert
u de vooraf inge‐
stelde standen7 Þ:Hiermee selecteert
u de ingestelde tijd
en weekdag
Afstandsbediening (type A)
1 Meter:Toont de vooraf inge‐
stelde, de huidige of vooraf
ingestelde tijd, tempera‐
tuur, Z, Ü , Y , Ö en x2 7:Lang indrukken: verwarming
inschakelen, kort indrukken:
display aanzetten of selectie
bevestigen3 l:Hiermee zet u de waarden ho‐
ger4 d:Lang indrukken: verwarming
uitschakelen, kort indrukken:
menu afsluiten of display uit‐
zetten5 k:Hiermee zet u de waarden la‐
ger
Als er niet binnen 10 seconden op
een knop wordt gedrukt, gaat het dis‐
play automatisch uit.
Afstandsbediening (type B)
1 Meter:Toont de vooraf inge‐
stelde, de huidige of vooraf
ingestelde tijd, tempera‐
tuur, Z, Ü , Y , Ö en x2 l:Hiermee zet u de waarden ho‐
ger3 UIT:Schakel de verwarming uit of
druk tegelijkertijd op Y en
UIT om de selectie te beves‐
tigen4 Y:Schakel de verwarming in of
druk tegelijkertijd op Y en UIT
om de selectie te bevestigen5 k:Hiermee zet u de waarden la‐
ger
Als er niet binnen 30 seconden op
een knop wordt gedrukt, gaat het dis‐ play automatisch uit.
9 Waarschuwing
Schakel tijdens het bijtanken zo‐
wel de afstandsbediening als de
verwarming uit!
Page 117 of 241

Klimaatregeling115De afstandsbediening heeft een
maximaal bereik van 1000 meter. Het
bereik kan afnemen door omgevings‐ omstandigheden en wanneer de accu
leeg loopt.
De verwarming kan niet alleen met
een afstandsbediening worden in- of
uitgeschakeld, maar ook voor een pe‐
riode van 30 minuten met de knop op
het instrumentenpaneel.
Vervangen van de accu
Vervang de accu wanneer het bereik
van de afstandsbediening afgeno‐ men is of wanneer het symbool voor
het opladen van de accu knippert.
Open het klepje en vervang de batterij (type A: CR 2430, type B:
2CR 11108 of gelijkwaardig). Breng
de nieuwe batterij goed aan met de
plus ( <) kant naar de pluscontacten.
Zet de afdekking weer stevig op zijn
plaats.
Verwijder oude accu's volgens de mi‐
lieureglementering.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Meldingen van afstandsbedienings‐ storingen
Z:zwak signaal -
pas positie aanZ:geen signaal -
ga dichterbijÜ:accu bijna leeg -
vervang accuY:systeemfout -
raadpleeg werkplaatsAdd,
AddE:systeem in inleermodus
Leer afstandsbediening in
Als de voertuigaccu opnieuw is aan‐
gesloten, gaat de LED in het instru‐
mentenpaneel branden en configu‐
reert het systeem automatisch het af‐
standsbedieningsmenu. Selecteer
als de LED knippert Add of AddE en
bevestig.
Er kunnen ook bijkomende afstands‐
bedieningen worden geconfigureerd.
Druk op de knop tot de LED gaat knip‐ peren, schakel de afstandsbediening
in, selecteer Add en bevestig.
AddE leert alleen de huidige regel‐
eenheid van de afstandsbediening in
en blokkeert alle eerder geconfigu‐
reerde eenheden. Add leert maximaal
4 afstandsbedieningen in, maar
slechts één afstandsbediening kan
het systeem op hetzelfde moment
doen werken.
Page 118 of 241

116KlimaatregelingBedieningVerwarming Y
Druk op Y, de vooraf bepaalde ver‐
warmingsduur, bijv. 30 verschijnt.
Om de verwarmingstijd tijdelijk aan te
passen, gebruikt u k of l. De
waarde kan worden ingesteld van 10 tot 120 minuten . Noteer vanwege het
stroomverbruik de verwarmingstijd.
Druk op Y om uit te schakelen.
Controleer om de standaard vooraf
bepaalde verwarmingsduur te wijzi‐
gen of de verwarming uitgeschakeld
is en houd k ingedrukt totdat het dis‐
play knippert en pas aan met k of l.
Programmeren P U kunt maximaal 3 vooraf ingesteldevertrektijden per dag of één vooraf in‐ gestelde vertrektijd in een week pro‐
grammeren.
● Druk één keer op P om voorkeu‐
zenummer 1 in het geheugen te
selecteren.
● Druk twee keer op P om voorkeu‐
zenummer 2 in het geheugen te
selecteren.● Druk drie keer op P om voorkeu‐
zenummer 3 in het geheugen te
selecteren.
● Druk nogmaals op P om het voor‐
keuzegeheugen af te sluiten.
Start verwarming binnen 24 uur ● Druk op P om het gewenste voor‐
keuzenummer 1, 2 of 3 in het ge‐
heugen te selecteren.
● Druk kort op k of l; de vooraf
ingestelde tijd knippert.
● Pas de vooraf ingestelde tijd aan
met k of l.
● Druk op P om te bevestigen en
het voorkeuzegeheugen af te
sluiten.
Start verwarming tot maximaal
7 dagen
● Druk op P om het gewenste voor‐
keuzenummer 1, 2 of 3 in het ge‐
heugen te selecteren.
● Druk kort op k of l; de vooraf
ingestelde tijd knippert.
● Pas de vooraf ingestelde tijd aan
met k of l.● Na 5 seconden knippert de
vooraf ingestelde dag.
● Pas de vooraf ingestelde dag aan
met k of l.
● De vooraf ingestelde tijd en dag zijn ingesteld zodra de huidige
tijd op het display verschijnt.
Tijd en weekdag Þ instellen
Als de voertuigaccu afgekoppeld is of
als de spanning ervan te laag is, moet de eenheid opnieuw worden inge‐
steld.
● Druk op Þ totdat de tijd knippert.
● Druk op k of l om de huidige
tijd te wijzigen.
● De tijd is opgeslagen wanneer het display niet meer knippert.
● Wacht totdat de weekdag knip‐ pert.
● Druk op k of l om de weekdag
te wijzigen.
● De weekdag is opgeslagen wan‐ neer het display niet meer knip‐
pert.
Page 119 of 241

Klimaatregeling117Verwarmingsniveau
Het gewenste verwarmingsniveau
voor geprogrammeerde vertrektijden
kan worden ingesteld tussen 10 en
30℃.
Stel in met behulp van de tempera‐
tuurdraaischijf.Luchtroosters
Verstelbare luchtroosters Bij ingeschakelde koeling moet er mi‐ nimaal één luchtrooster geopend zijn
om te voorkomen dat de verdamper
door gebrek aan luchtcirculatie be‐
vriest.
Middelste luchtroosters
Rooster openen door erop te druk‐
ken.
Luchtstroom door zwenken van het
rooster richten.
Rooster sluiten door ertegen te du‐
wen.
Zijdelingse luchtroosters
Rooster openen door erop te druk‐
ken.
Luchtstroom door zwenken van het
rooster richten.
Afhankelijk van de positie van de tem‐ peratuurknop komt er via de zijde‐
lingse uitstroomkanalen lucht van bui‐
ten de auto in.
9 Waarschuwing
Geen voorwerpen bevestigen aan
de roosters van de ventilatieope‐
ningen. Kans op schade en letsel
bij een ongeval.
Page 120 of 241

118KlimaatregelingCombi
In het dakframe kunnen verstelbare
luchtroosters zitten. Open een lucht‐
rooster door erop te drukken. Richt de
luchtstroom door het luchtrooster met
de hand in de gewenste stand te
draaien.
Bus
In het dakframe boven de stoelen
kunnen verstelbare luchtroosters zit‐
ten. Draai aan het stelwiel om de
luchtstroom naar de betreffende stoel te vergroten/verkleinen.
Vaste luchtroosters
Er bevinden zich bovendien nog uit‐
stroomkanalen onder de voorruit en
de zijramen, alsook in de voeten‐
ruimte.
Koeling
handschoenenkastje
De airconditioning kan ook objecten
in het handschoenenkastje koelen.