OPEL VIVARO B 2015.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015.5, Model line: VIVARO B, Model: OPEL VIVARO B 2015.5Pages: 149, PDF Size: 1.94 MB
Page 111 of 149
Navigatie111
BEGELEIDINGUITSCHAKELEN
CD35 BT USB NAVI - Begeleiding
uitschakelen
Om de begeleiding tijdens het uitvoe‐ ren te stoppen, selecteert u Wis
route (of Route annuleren ) in het
hoofdmenu en bevestigt u. Om de be‐
geleiding te hervatten, selecteert u
Navigeer naar... en vervolgens
Recente bestemming .
NAVI 50 - Begeleiding uitschakelen
Om de actuele begeleiding te stop‐
pen, drukt u op de knop Start ;, ge‐
volgd door Route en Route
annuleren op het displayscherm.
NAVI 80 - Begeleiding uitschakelen Om de actuele begeleiding te stop‐
pen, drukt u op <, gevolgd door
Route verwijderen op het display‐
scherm.BEKIJK KAART
CD35 BT USB NAVI - Bekijk kaart
Selecteer Bekijk kaart in het hoofd‐
menu of gebruik een van de richtings‐ toetsen op de bediening. Met de rech‐
ter schermtoets zoemt u in met de
omhoog- en omlaagtoetsen. Om de
opties te openen, drukt u op de OK- knop, vervolgens op de rechter
schermtoets.Opties
Open de optie in de kaartweergave.
Met dit menu kan informatie worden
geselecteerd die in de kaartweergave wordt getoond. Om de weergave‐
voorkeuren voor nuttige plaatsen
(NP) te wijzigen, drukt u op de linker
schermtoets. Om de selectie te be‐
vestigen, drukt u op de rechter
schermtoets.Zoek
De kaart kan op een specifieke locatie
worden gecentreerd; druk op de lin‐
ker schermtoets en met dit menu kunt u de volgende items centreren:
■ uw thuisadres,
■ een favoriet,■ een adres,
■ een recente bestemming,
■ een nuttige plaats,
■ uw huidige locatie.Cursorpositie:
Om de Cursorpositie: vanuit de kaart‐
weergave te openen, drukt u op de
OK-knop. Gebruik dit menu om:
■ de kaart op de voertuiglocatie te centreren,
■ naar een punt op de kaart te navi‐ geren,
■ naar een punt op de kaart te zoe‐ ken,
■ een punt op de kaart toe te voegen
aan de favorieten,
■ een punt op de kaart toe te voegen
aan de NP,
■ de voertuiglocatie te corrigeren.
NAVI 50 - Bekijk kaart
U kunt op ieder gewenst moment
naar het kaartscherm gaan door op
de knop Start ; te drukken, gevolgd
door KAART op het displayscherm.
Page 112 of 149
112Navigatie
Druk ergens op de kaart. De cursor
geeft de huidige geselecteerde posi‐
tie aan. Om de kaart te verschuiven,
sleept u de cursor in de gewenste
richting.
Ga voor meer informatie over de be‐
diening naar (NAVI 50) "Kaart‐
scherm" in het hoofdstuk "Gebruik"
3 77.Optiemenu
Wanneer het kaartscherm wordt weergegeven, drukt u op Opties om
naar de volgende opties te gaan:
■ Route-instellingen :
Raadpleeg (NAVI 50) "Navigatie‐
systeem instellen" in het hoofdstuk
"Gebruik" 3 77.
■ Kaartinstellingen :
Raadpleeg (NAVI 50) "Navigatie‐
systeem instellen" in het hoofdstuk
"Gebruik" 3 77.
■ Waar ben ik? :
Raadpleeg (NAVI 50) "HELP!" hier‐
onder.NAVI 80 - Bekijk kaart
Om vanuit de startpagina zonder na‐
vigatie naar het kaartscherm te gaan,
drukt u op MENU, gevolgd door
Navigatie en Bekijk kaart op het dis‐
playscherm.
Druk ergens op de kaart. De cursor
geeft de huidige geselecteerde posi‐
tie aan. Om de kaart te verschuiven,
sleept u de cursor in de gewenste
richting.
Als het kaartscherm wordt weergege‐ ven, drukt u op < om een pop-up‐
menu met de volgende opties te ope‐ nen:
■ Gebruik deze positie om...
■ Zoeken
■ Kaartgegevens wijzigen
■ Toevoegen aan opgeslagen
locatiesGebruik deze positie om...
Selecteer deze optie om een van de
volgende acties uit te voeren:
■ Centreer de kaart op de voertuiglo‐
catie
■ Navigeer naar een punt op de kaart■ Zoek naar een punt op de kaart
■ Een punt op de kaart toevoegen aan de favorieten
■ Een punt op de kaart toevoegen aan de NP-lijst
■ De locatie van uw auto corrigerenZoeken
Selecteer deze optie om de kaart te
centreren op:
■ uw thuisadres
■ een opgeslagen adres
■ een adres
■ een recente bestemming
■ een lokale zoekactie
■ een nuttige plaatsKaartgegevens wijzigen
Selecteer deze optie om de volgende
kaartinstellingen in en uit te schake‐
len:
■ verkeer
■ namen
■ nuttige plaatsen (NP)
Page 113 of 149
Navigatie113
■ satellietbeeld als achtergrond vande kaart
■ GPS-coördinatenToevoegen aan opgeslagen locaties
Selecteer deze optie om de huidige
positie als een opgeslagen bestem‐
ming toe te voegen aan de kaart. Ge‐
bruik het toetsenbord om een naam in te voeren of bevestig de voorgestelde naam.
Ga voor bediening van het toetsen‐
bord naar (NAVI 80) " Toetsenborden
op het display bedienen " in het hoofd‐
stuk " Gebruik " 3 77.
HELP!
CD35 BT USB NAVI - Help! Help mij! gebruiken om een hulp te
vinden en daarmee contact op te ne‐
men. De volgende opties kunnen
worden geselecteerd:
Alarm- en hulpnummers
Het menu Alarm- en hulpnummers
biedt verschillende servicecentra:
■ Dichtstbijzijnd politiebureau ,
■ Dichtstbijzijnde dokter ,■Dichtstbijzijnd ziekenhuis ,
■ Dichtstbijzijnd openbaar vervoer ,
■ Dichtstbijzijnde garage ,
■ Dichtstbijzijnde tandarts ,
■ Dichtstbijzijnde apotheek ,
■ Dichtstbijzijnde dierenarts .
Bij het selecteren van een service‐ centrum verschijnen de locatie en het
telefoonnummer. Selecteer het servi‐ cecentrum als een bestemming door
op de schermtoets te drukken.Rijd naar hulp
Gebruik het systeem voor navigatie via het wegenstelsel naar:
■ Dichtstbijzijnde garage ,
■ Dichtstbijzijnd ziekenhuis ,
■ Dichtstbijzijnde dokter ,
■ Dichtstbijzijnd politiebureau ,
■ Dichtstbijzijnde apotheek ,
■ Dichtstbijzijnde tandarts .Waar ben ik?
Het systeem toont uw huidige locatie
(adres) en geeft de gps-coördinaten
(lengte-/breedtegraad).NAVI 50 - Help!
Als het kaartscherm wordt weergege‐ ven, drukt u op Opties, gevolgd door
Waar ben ik? op het displayscherm
om nuttige informatie over de huidige
locatie te raadplegen of om naar nut‐
tige plaatsen (NP) in de buurt te zoe‐
ken.
U kunt op ieder gewenst moment
naar het kaartscherm gaan door op
de knop Start ; te drukken, gevolgd
door KAART op het displayscherm.Waar ben ik?
Deze menuoptie bevat de volgende
gegevens:
■ Huidige locatie (adres)
■ Lengtegraad
■ Breedtegraad
■ Hoogte
■ Gps-status
Page 114 of 149
114Navigatie
Druk op Opties voor de volgende op‐
ties:
■ Toevoegen aan favorieten
Raadpleeg (NAVI 50) "Invoer van
de bestemming", "Favoriet toevoe‐
gen en opslaan" voor meer
informatie 3 96.
■ Landinformatie : Raadpleeg "Land‐
informatie" hieronder.Landinformatie
Met deze functie kunt u de landinfor‐
matie en wettelijke voorschriften van
de huidige locatie opvragen.
Wanneer het scherm Waar ben ik?
verschijnt, drukt u op Opties, gevolgd
door Landinformatie op het display‐
scherm.
Deze menuoptie bevat de volgende
gegevens:
■ Maximumsnelheden
■ Landcode (internationale toe‐ gangsnummer, bijv. +49)
■ Alarmnummer (bijv. 112)
■ Wettelijke voorschriften, bijv.:◆ Vereiste voertuiguitrusting, zoals gevarendriehoek, verband‐
doos, brandblusser, reservelam‐
pen en reflectievest
◆ Wettelijke voorschriften voor koplampen
◆ Maximaal toegestaan promillage
◆ Wettelijke voorschriften voor sneeuwkettingen
◆ Wettelijke voorschriften voor win‐
terbandenHulp in de buurt
Deze functie stelt u in staat om te zoe‐
ken naar hulpverlening in de buurt
van uw huidige locatie.
Wanneer het scherm Waar ben ik?
verschijnt, drukt u op Hulp in de
buurt op het displayscherm.
Deze menuoptie bevat de volgende
gegevens:
■ Autoreparatie in de buurt (voertuig‐
reparatieservice)
■ Gezondheidszorg in de buurt (me‐
dische en hulpdiensten)
■ Politie in de buurt (politiebureaus)
■ Tankstations in de buurtSelecteer de gewenste optie voor een
lijst met lokale nuttige plaatsen (NP).
Raadpleeg (NAVI 50) "Invoer van de
bestemming" voor informatie over
nuttige plaatsen (NP's) 3 96.
TomTom FLITSLOCATIES CD35 BT USB NAVI
Het systeem kan veiligheidswaar‐
schuwingen of waarschuwingen voor
snelheidscontroles langs de route
weergeven. Voor opties selecteert u
TomTom Flitslocaties in het hoofd‐
menu:Meld flitslocatie
Wanneer het systeem een camera
niet aangeeft die zich op de route be‐ vindt, kunnen de details ervan hand‐
matig worden ingevoerd door Meld
flitslocatie te selecteren.
Het type camera moet worden inge‐
voerd (vast of mobiel). Het systeem
opent een kaartpagina en met behulp van de richtingstoetsen plaatst u de
rode markering op de locatie van de
camera en bevestigt u deze met de
schermtoetsen.
Page 115 of 149
Navigatie115
Bevestig het type camera. Wanneer
Flitslocatie snelheid wordt gekozen,
moet ook de maximumsnelheid wor‐
den ingevoerd en bevestigd.
Om het systeem camera's te laten in‐
tegreren die handmatig door andere
gebruikers zijn ingevoerd moet u ge‐
abonneerd zijn op de camera-upda‐
tes in TomTom HOME . De camera‐
waarschuwing wordt alleen actief na‐ dat de locatie is bevestigd door de
technische afdeling van TomTom.
Het snelmenu kan ook worden ge‐
bruikt om een camera te melden. Se‐
lecteer Meld flitslocatie . Voor het sys‐
teem moet het type camera worden ingevoerd en vervolgens aan welke
zijde van de weg de camera zich be‐ vindt. Bevestig met de rechter
schermtoets.Wijzig waarschuwings-voorkeuren
Gebruiken om de waarschuwingstijd
voor de camera en het geluid van de
waarschuwing te wissen of aan te
passen.
Om camerawaarschuwingen (mo‐
biele camera, tolwegcamera enz.) toe te voegen, vinkt u de noodzakelijkecameratypes aan. Selecteer het type
camera dat moet worden aangepast, en gebruik vervolgens de zachte toet‐ sen om met ja of nee te bevestigen ofde waarschuwing moet worden ver‐
wijderd. Wanneer Nee wordt geko‐
zen, voert u de waarschuwingstijd
voor de camera en OK in en met be‐
hulp van de zachte toets.
Selecteer het gewenste geluid om te
waarschuwen bij een naderende ca‐
mera. Test het geluid met behulp van
de linkse schermtoets en bevestig dit met de rechter schermtoets.Alarmmeldingen uit
De camerawaarschuwingen kunnen
worden in/uitgeschakeld. Selecteer
Alarmmeldingen uit in het hoofdmenu
wanneer de waarschuwingen inge‐
schakeld zijn of Alarmmeldingen aan
wanneer de waarschuwingen uitge‐
schakeld zijn.
Let op
In bepaalde landen is het downloa‐
den en inschakelen van de camera‐
waarschuwingsoptie illegaal en kan dat resulteren in een vervolging.VERKEERSINFORMATIE
CD35 BT USB NAVI -
Verkeersinformatie
Hiermee kan actuele verkeersinfor‐
matie worden ontvangen van lokale bronnen. Verkeersinformatie kan het
volgende omvatten:
■ ongevallen en ongelukken,
■ verkeersdrukte,
■ wegwerkzaamheden,
■ weersomstandigheden,
■ afgesloten rijstroken.
De Verkeersinfo -service is niet be‐
schikbaar in alle landen en regio's.
Verkeersongevallen worden aange‐ geven met gesproken meldingen en
met symbolen op de kaart - zie "Sym‐ bolenoverzicht" 3 117.
Om de status van de Verkeersinfo-
service te tonen, worden de onder‐
staande pictogrammen weergegeven in het verkeerszijbalk:A=Het apparaat is op zoek naar een
FM-zender die verkeersinforma‐
tie uitzendt.
Page 116 of 149
116Navigatie
$=Verkeersinformatie is actueel of
wordt bijgewerkt.%=Informatie is minimaal
9 minuten niet bijgewerkt.^=Informatie is minimaal 14 minu‐
ten niet bijgewerkt.&=Informatie is minimaal 19 minu‐
ten niet bijgewerkt.*=Informatie is minimaal 24 minu‐
ten niet bijgewerkt.
Om de Verkeersinfo -service te behe‐
ren, selecteert u Verkeersinfo (of H
Traffic ) in het hoofdmenu en kiest u
uit de volgende opties:
Beperk vertragingen
Selecteer dit menu om de route te
plannen op basis van de nieuwste
verkeersinformatie.Toon verkeersinfo op route
Selecteer dit menu om een overzicht
te bekijken van alle verkeersongeval‐
len op de route. Gebruik de scherm‐
toetsen op het betreffende scherm
om meer gedetaileerde informatie
over elk ongeval te bekijken.Bekijk kaart
Met dit menu kan de kaart worden
doorzocht en worden bijgewerkt met
de verkeersinformatie in het gebied.
De kaart toont de locatie die het laatst
is weergegeven.
Voor informatie met betrekking tot de
ongevallen die op de kaart worden
getoond, selecteert u het ongeval met behulp van de rechter- en linkertoet‐
sen en bevestigt u vervolgens.
Om een gebied dat u zoekt sneller te
kunnen openen, voegt u het toe aan
uw favorieten.Voorkeuren voor Verkeersinfo
Het volgende kan worden gewijzigd:
■ Automatisch vertragingen na elke verkeersupdate minimaliseren.
■ Pieptoon om aan te geven wanneer
de verkeerssituatie op de route ver‐
andert.Lees verkeersinfo voor
Selecteer dit menu om verkeerson‐
gevallen langs de route hardop voor
te lezen.NAVI 80 - Verkeersinformatie
Hiermee kan actuele verkeersinfor‐
matie worden ontvangen van lokale
bronnen.
Druk in de startpagina op MENU, ge‐
volgd door Navigatie en Verkeer /HD
Traffic op het displayscherm.
Het navigatiesysteem geeft verkeers‐ ongevallen aan door middel van ge‐
sproken meldingen, de verkeersinfor‐
matiebalk en de symbolen op de
kaart.
Raadpleeg "Symbolenoverzicht"
3 117.
Het systeem ontvangt ongeveer om
de 15 minuten updates en verkeers‐
ongevallen worden alleen voor hoofd‐
wegen gemeld.
De Verkeersservice draagt de naam
HD Traffic als een abonnement op
LIVE-services is afgesloten. Met HD
Traffic ontvangt u de updates onge‐
veer om de 3 minuten en verkeerson‐ gevallen worden hierbij ook voor se‐
cundaire wegen gemeld.
Page 117 of 149
Navigatie117
Ga voor meer informatie naar
(NAVI 80) "LIVE-services" in het
hoofdstuk "Gebruik" 3 77.
Afhankelijk van de huidige verkeers‐ situatie kan de verkeersinformatie‐
balk de volgende gegevens bevatten:
■ Ernstige vertraging op de route (uit‐
gedrukt in minuten)
■ Onbekende of onduidelijke situatie (grijs)
■ Langzaam rijdend verkeer (oranje)
■ File (rood)
■ Stilstaand verkeer of wegafsluiting (donkerrood)
■ Afstand tot volgende incident (in km/mijl)
Maak een keuze uit de volgende op‐
ties om de verkeersinformatieservice
te beheren:
■ Vertragingen beperken
Wijzig de reis op basis van de
meest recente verkeersinformatie.
■ Woon-werkverkeer weergeven
Selecteer Woon-werk of Werk-
woon voor een overzicht van alleverkeersincidenten op de route tus‐
sen uw huis en het werk.
Selecteer Woon-werk wijzigen om
het thuis- en werkadres met het
toetsenbord te wijzigen en bij te
werken.
■ Verkeer op route weergeven
Er verschijnt een lijst met alle ver‐
keersincidenten op de huidige
route. Druk op de incident-picto‐
grammen voor meer gedetailleerde informatie.
■ Kaart verkennen
Selecteer deze optie om de kaart te
verkennen en op de hoogte te blij‐
ven van de verkeerssituatie in de
omgeving.
Op de kaart wordt de laatst ge‐
zochte locatie getoond. Druk op de incident-pictogrammen voor meer
gedetailleerde informatie.
■ Verkeersinformatie voorlezen
tijdens de route
Spraakbegeleiding voor verkeers‐
informatie wordt geactiveerd.Instellingen verkeersinformatie
Selecteer Verkeersinstellingen , se‐
lecteer het vakje naast de gewenste voorkeursinstellingen (bijv. automa‐
tisch minimaliseren na elke verkeers‐
update) en selecteer Gereed om te
bevestigen.
SymbolenoverzichtL=OngelukM=FileG=Een of meer rijstroken geslotenF=Weg afgeslotenN=VerkeersongelukE=WegwerkzaamhedenJ=Zware regenvalC=SneeuwB=Krachtige wind, stormK=MistI=IJs
Page 118 of 149
118StemherkenningStemherkenningAlgemene aanwijzingen.............118
Bediening navigatie ...................119
Telefoonregeling ........................119Algemene aanwijzingen
De stemherkenningsfunctie biedt u
de mogelijkheid om bepaalde functies door middel van gesproken instruc‐
ties te bedienen.
Om te voorkomen dat tijdens een ge‐ sprek in de auto onbedoeld een van
de opgeslagen contacten wordt ge‐
beld, moet u eerst de stemherken‐
ningsfunctie activeren met knop 5 op
de stuurkolom.
Overzicht bedieningselementen 3 7.
CD35 BT USB De stemherkenningsfunctie van het
handsfree-telefoonsysteem biedt u
de mogelijkheid om bepaalde functies van de mobiele telefoon via gespro‐
ken instructies te bedienen.
Spraaklabels kunnen voor de contac‐
ten in het autotelefoonboek worden gemaakt, waardoor u een contact
kunt bellen zonder de naam van de
beller of het nummer handmatig te
selecteren.Wanneer de functie niet goed werkt,
zal de stemherkenningsfunctie u vra‐
gen de gewenste opdracht te herha‐
len, of speelt deze de beschikbare op‐ ties af.
NAVI 80
De stemherkenningsfunctie biedt u
de mogelijkheid om bepaalde functies door middel van gesproken instruc‐
ties te bedienen, zoals:
■ Navigatie
Raadpleeg het hoofdstuk "Bedie‐
ning navigatie" in dit hoofdstuk
3 119.
■ Telefoon
Raadpleeg het hoofdstuk "Tele‐ foon" in dit hoofdstuk 3 119.
■ Toepassingen
Druk op de knop 5 op de stuurko‐
lom om het hoofdmenu
Stembediening te openen. Geef na
het geluidssignaal het commando
" Toepassingen ", gevolgd door de
naam van de toepassing die moet worden gestart.
Page 119 of 149
Stemherkenning119
Als de stemherkenning is geacti‐
veerd, verschijnt het hoofdmenu Stembediening en geeft de stemher‐
kenningsindicator in de rechterbo‐
venhoek de systeemstatus en opti‐
malisatieniveaus aan:Groen=optimale stemher‐
kenningOranje=goede stemher‐
kenningRood=middelmatige
stemherkenningMicrofoon é=Het systeem is ge‐
reed voor een gespro‐ ken opdrachtLuidspreker
l=Het systeem geeft op
dit moment gespro‐
ken aanwijzingenLaadpicto‐
gram=Bezig met laden van
gegevens
Bediening navigatie
NAVI 80
Stemherkenning inschakelen
De stemherkenningsfunctie active‐
ren:
Druk op de knop 5 op de stuurkolom
om het hoofdmenu Stembediening te
openen.
Geef na het geluidssignaal het com‐ mando " Bestemming " om een nieuw
adres in te voeren. Geef het com‐
mando " Adres" en geef vervolgens
alle gegevens van het nieuwe adres
(huisnummer, straatnaam, plaats/
stad).
Het door het systeem herkende adres wordt weergegeven. Bevestig de be‐
stemming wanneer daar om wordt ge‐ vraagd om de begeleiding te starten.
Daarnaast kunt u na het geluidssig‐ naal het commando " Recente
bestemmingen " geven om naar een
lijst met de meest recente bestem‐
mingen te gaan, waar u de gewenste bestemming kunt selecteren.
Ga voor meer informatie naar
(NAVI 80) "Invoer van de bestem‐
ming" in het hoofdstuk "Navigatie"
3 96.Telefoonregeling
CD35 BT USB Spraaklabels maken
Naast namen en nummers kunnen
spraaklabels worden gemaakt wan‐
neer nieuwe contacten aan het auto‐
telefoonboek worden toegevoegd.
Raadpleeg "Bediening" in het hoofd‐
stuk "Telefoon" 3 132.
Spraaklabels kunnen ook naderhand
worden toegevoegd of gewijzigd door de volgende menu's en opties te se‐
lecteren:
■ Telefoonboekbeheer ,
■ Telefoonboek auto ,
■ Contact wijzigen .
Selecteer het te wijzigen contact uit
de lijst met contacten en selecteer
vervolgens de volgende menuopties
door de draaiknop te draaien en in te drukken:
■ (Gesproken vermelding) ,
■ Opnemen vermelding starten ,
Page 120 of 149
120Stemherkenning
Wanneer u gevraagd wordt een
spraaklabel op te nemen, spreekt u in na de toon. Een melding vraagt het
spraaklabel te herhalen. Wanneer het
systeem het herhaalde spraaklabel
niet herkent, zal het vragen dit te her‐
halen. Een bericht bevestigt dat het
spraaklabel is opgenomen.
Na voltooiing zorgt u ervoor dat het
spraaklabel wordt opgeslagen samen
met de andere contactgegevens door Opslaan te selecteren.
Stemherkenning inschakelen
De stemherkenningsfunctie active‐
ren:
Druk op de knop 5 op de knoppen op
de stuurkolom
Na de toon herhaalt u het spraaklabel dat voorheen is opgenomen voor het
gewenste contact om het kiesproces
te starten.
Spreek het spraaklabel meteen uit,
d.w.z. zeg niet eerst "Bel" voordat u
het spraaklabel noemt.
Wanneer het systeem het spraakla‐
bel niet herkent, wordt u gevraagd het
te herhalen. Wanneer het spraaklabelnog niet wordt herkend, wordt de lijst
met opgenomen spraaklabels terug‐
gespeeld. Herhaal het gewenste
spraaklabel wanneer het wordt weer‐
gegeven, om het kiesproces te star‐
ten.
Mocht het systeem het spraaklabel
nog steeds niet herkennen, wordt de
stemherkenningsfunctie automatisch
uitgeschakeld.
NAVI 80 Stemherkenning inschakelen
De stemherkenningsfunctie active‐
ren:
Druk op de knop 5 op de stuurkolom
om het hoofdmenu Stembediening te
openen.
Geef na het geluidssignaal het com‐
mando " Telefoon " om naar het tele‐
foonmenu te gaan. Geef de naam van
de opgeslagen contactpersoon of een telefoonnummer. De gewenste con‐
tactpersoon verschijnt op het display
indien deze in het systeem is opge‐
slagen.Geef het commando " Bel" om het kie‐
zen te starten.
Geef het commando " Verwijder" om
het kiezen te annuleren en het op‐
nieuw te proberen.
U kunt ook rechtstreeks een oproep
plaatsen vanuit het hoofdmenu
Stembediening : druk op de knop 5 en
geef de naam van een opgeslagen contactpersoon of een telefoonnum‐
mer.