PEUGEOT 2008 2015 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2015, Model line: 2008, Model: PEUGEOT 2008 2015Pages: 340, PDF Size: 8.42 MB
Page 41 of 340

39
2008_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Stop & Start-teller
(minuten/seconden of uren/
minuten)
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats als
tijdens het rijden de streepjes continu
worden weergegeven. Deze functie wordt alleen weergegeven
bij snelheden vanaf 30
km/h.
Deze waarde kan variëren door een
gewijzigde rijstijl of het rijden op een
helling, waardoor het momentele
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
Boordcomputer, enkele definities
Actieradius
(km of miles)
Aantal kilometers dat u nog
met de resterende hoeveelheid
brandstof kunt rijden (berekend
op basis van het gemiddelde
verbruik over de laatste
afgelegde kilometers).
Als de actieradius minder dan 30
km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display. Na het
tanken van minimaal 5
liter brandstof wordt de
actieradius opnieuw berekend en weergegeven
als deze meer dan 100
km bedraagt.
Huidig verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
B erekend over de laatste verstreken
seconden.
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
B erekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of miles)
Berekend sinds de
laatste nulstelling van de
trajectgegevens.
Als uw auto is uitgerust met Stop & Start,
registreert een teller hoelang de STOP-stand
tijdens een traject is geactiveerd.
De teller wordt, elke keer als u het contact met
de sleutel aanzet, weer op nul gezet.
1
Controle tijdens het rijden
Page 42 of 340

40
De dagteller geeft het aantal gereden
kilometers (bijvoorbeeld per dag) weer nadat
de bestuurder de teller op 0 heeft gezet.
De dagteller wordt weergegeven in het gedeelte
B van het display van het instrumentenpaneel.
Dagteller
De kilometerteller geeft de totale
kilometerstand van de auto aan.
De totale kilometerstand wordt weergegeven
in het gedeelte A van het display van het
instrumentenpaneel.
Kilometerteller en dagteller
Kilometerteller
Nulstelling dagteller
Druk, als de dagteller wordt weergegeven,
enkele seconden op deze knop.
Controle tijdens het rijden
Page 43 of 340

41
2008_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Instrumentenpaneel met LCD-display
F Druk deze toets in om achtereenvolgens de volgende parameters weer te geven:
-
uren,
-
minuten,
-
t
ijdsaanduiding in 12 of 24 uur.
Datum en tijd instellen
Druk op de toets MENU voor toegang
tot de verschillende menu's. Selecteer " Tijd instellen
" of " Datum
instellen ".
Wijzig de parameters met de
numerieke toetsen en druk op
" Bevestigen ".
Touchscreen
Selecteer het menu " Instellingen ".Druk op "
Bevestigen " om de
wijzigingen op te slaan en sluit het
menu af.
Ga naar de secundaire pagina.
Selecteer op de secundaire pagina
" Tijd/datum ".
1
Controle tijdens het rijden
Page 44 of 340

42
2008_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
U kunt om de auto te ontgrendelen of
vergrendelen de centrale vergrendeling
bedienen met de sleutel in het portierslot of met
de afstandsbediening.
De sleutel met afstandsbediening dient tevens
voor de lokalisatie en het starten van de auto
en maakt deel uit van de diefstalbeveiliging.
Sleutel met afstandsbediening
Ontgrendelen van de auto
F Draai de sleutel in het slot van het bestuurdersportier in de richting van de voorzijde
van de auto om de auto te ontgrendelen.
Met de afstandsbediening
F Druk op het geopende hangslot om de auto te ontgrendelen.
Het ontgrendelen wordt bevestigd
door het gedurende ongeveer
2
seconden snel knipperen van de
richtingaanwijzers.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk
van de uitvoering van de auto, de
buitenspiegels uitgeklapt.
Het inbraakalarm wordt niet
uitgeschakeld als de auto met de sleutel
wordt ontgrendeld.
F
D
ruk op deze knop om de sleutel uit te
klappen.
A.
Uitklappen/inklappen.
B.
Ontgrendelen.
A
larm uitschakelen.
C.
Vergrendelen.
Lokaliseren.
A
larm inschakelen.
Uitklappen van de sleutel
Met de sleutel
Toegang tot de auto
Page 45 of 340

43
2008_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
Het vergrendelen wordt bevestigd door
het gedurende ongeveer 2 seconden
branden van de richtingaanwijzers.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk
van de uitvoering van de auto, de
buitenspiegels ingeklapt.
Verlaat om veiligheidsredenen
(kinderen in de auto) de auto nooit,
zelfs niet voor een korte tijd, zonder de
sleutel mee te nemen.
Vergrendelen van de auto
Met de afstandsbediening
F Druk op het gesloten hangslot om de auto te vergrendelen.
F
D
raai de sleutel in het slot van het
bestuurdersportier in de richting van de
achterzijde van de auto om de auto te
vergrendelen.
Wanneer u de sleutel in de vergrendelstand
gedraaid houdt of de knop van de
afstandsbediening ingedrukt houdt, worden ook
de ruiten gesloten. Als één van de portieren of de
achterklep geopend is, werkt de
centrale vergrendeling niet.
Als de auto is vergrendeld en per
ongeluk wordt ontgrendeld zonder dat
binnen ongeveer 30
seconden een van
de portieren wordt geopend, wordt de
auto automatisch weer vergrendeld.
Als de sleutel zich in het contactslot
bevindt, zijn de functies vergrendelen/
ontgrendelen uitgeschakeld.
Het in- en uitklappen van de
buitenspiegels kan worden
uitgeschakeld door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Met de sleutel
2
Toegang tot de auto
Page 46 of 340

44
2008_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
Inklappen van de sleutel
F Druk op het symbooltje van het gesloten hangslot om de eerder
vergrendelde auto te lokaliseren
op een parkeerplaats.
Lokaliseren van de auto
De plafonniers gaan branden en de
richtingaanwijzers knipperen gedurende enkele
seconden.
Wanneer u deze knop niet indrukt bij
het inklappen van de sleutel, kan het
mechanisme beschadigd raken.
Elektronische startblokkering
In de sleutel is een chip aangebracht die over
een specifieke code beschikt. Om te kunnen
starten, moet bij het aanzetten van het contact
de code van de sleutel worden herkend door de
startblokkering.
Deze elektronische startblokkering blokkeert
het motormanagementsysteem zodra het
contact wordt afgezet en voorkomt zo het
starten van de motor bij een inbraak.
Follow me home-verlichting
Houd deze toets ingedrukt om
de follow me home-verlichting te
activeren (inschakelen van het
parkeerlicht, het dimlicht en de
kentekenplaatverlichting).
Door de toets een tweede keer in te drukken
ter wijl de verlichting nog brandt, wordt de follow
me home-verlichting weer uitgeschakeld.
Diefstalbeveiliging
Bij een storing in het systeem
wordt u gewaarschuwd door dit
verklikkerlampje in combinatie met
een geluidssignaal en een melding
op het display.
De auto kan dan niet gestart worden.
Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-
netwerk.
Bewaar de sticker die u bij de aflevering
van uw auto samen met de sleutels is
overhandigd zorgvuldig op een plaats
buiten de auto.
F
D
ruk op deze knop om de sleutel in te
klappen.
Toegang tot de auto
Page 47 of 340

45
2008_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
Batterij vervangen
Batterij ref.: CR1620 / 3 V.G ooi de lege batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze bevatten
metalen die schadelijk zijn voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal
verzamelpunt.
Storing afstandsbediening
Synchroniseren
F Zet het contact af.
F Z et de sleutel in de stand 2 (Contact).
F
D
ruk zo snel mogelijk gedurende enkele
seconden op de vergrendelknop (gesloten
hangslot) van de afstandsbediening.
F
Z
et het contact af en ver wijder de sleutel
uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer. Na het losnemen en weer aansluiten van de
accukabels, het vervangen van de batterij
van de afstandsbediening of een storing in de
afstandsbediening kan de auto niet meer met
de afstandsbediening ontgrendeld, vergrendeld
en gelokaliseerd worden.
F
O
ntgrendel of vergrendel de auto eerst met
de sleutel in het slot.
F
S
ynchroniseer vervolgens de
afstandsbediening.
Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-
netwerk als de storing niet is verholpen.
Als de batterij van de
afstandsbediening leeg is, wordt u
gewaarschuwd door dit lampje op
het dashboard, een geluidssignaal,
en een melding op het display.
F
W
ip het deksel los door een kleine
schroevendraaier in de uitsparing te steken.
F
T
il de deksel op.
F V erwijder de lege batterij.
F P laats de nieuwe batterij in de juiste
richting.
F
K
lik het deksel vast.
2
Toegang tot de auto
Page 48 of 340

46
2008_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
Sleutels verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto, uw legitimatiebewijs en indien mogelijk de sticker met de sleutelcode naar het PEUGEOT-netwerk.
Het PEUGEOT-netwerk kan de speciale code van de sleutel en de transponder opzoeken en voor nieuwe sleutels zorgen.
Afstandsbediening
De radiografische afstandsbediening is een systeem met een groot bereik. Het is raadzaam om niet met de knop van de afstandsbediening te
spelen, om te voorkomen dat de portieren per ongeluk ontgrendeld worden.
Druk nooit op de knoppen van uw afstandsbediening buiten het bereik en het zicht van uw auto. De afstandsbediening kan dan onbruikbaar
worden en moet in dat geval opnieuw worden gesynchroniseerd.
Geen enkele afstandsbediening kan functioneren als de sleutel in het contactslot zit, zelfs als het contact uitstaat, behalve voor het synchroniseren.
Vergrendelen van de auto
Het rijden met vergrendelde portieren kan in geval van nood de toegang tot het interieur belemmeren.
Laat uit veiligheidsoverwegingen geen kinderen alleen achter in de auto.
Neem in alle gevallen de sleutel mee als u de auto verlaat.
Diefstalbeveiliging
Breng geen wijzigingen aan in de elektronische startblokkering; dit kan tot storingen leiden.
Bij het aanschaffen van een gebruikte auto
Laat door het PEUGEOT-netwerk controleren of alle in uw bezit zijnde sleutels met uw auto zijn gelinkt, zodat u er zeker van kunt zijn dat deze
sleutels de enige zijn waarmee uw auto ontgrendeld en gestart kan worden.
Toegang tot de auto
Page 49 of 340

47
2008_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
Portieren
Openen
Van buitenaf
F Ontgrendel de auto met de afstandsbediening of de sleutel en trek aan
de portiergreep.
Van binnenuit
F Trek aan de binnenportiergreep van een portier; de auto wordt dan volledig
ontgrendeld.
Sluiten
F Duw of trek het portier dicht om het te sluiten.
Als een van de portieren niet goed is gesloten:
-
d
raaiende motor: dit
verklikkerlampje gaat enkele
seconden branden in combinatie
met een waarschuwingsmelding,
-
ri
jdende auto (snelheid hoger dan
10
km/h): dit verklikkerlampje gaat
enkele seconden branden in combinatie
met een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding.
De portieren kunnen niet van
binnenuit worden geopend als de
supervergrendeling is ingeschakeld.
Het openen van een achterportier
van binnenuit is niet mogelijk als de
kinderbeveiliging is ingeschakeld.
Raadpleeg de rubriek
"Veiligheidsvoorzieningen voor
kinderen".
2
Toegang tot de auto
Page 50 of 340

48
2008_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
Noodbediening
Hiermee kunt u de portieren mechanisch
vergrendelen en ontgrendelen in het geval van
een storing in de centrale vergrendeling of van
de accu.Bestuurdersportier
Steek de sleutel in het slot om het portier te
vergrendelen of ontgrendelen.
Overige portieren
Vergrendelen
F Controleer bij de achterportieren of de kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
F
V
er wijder met de sleutel het zwarte
afdekkapje op de zijkant van het portier.
F
S
teek de sleutel zonder te forceren in de
opening en duw vervolgens, zonder te
draaien, de nok het portier in.
F
V
er wijder de sleutel en plaats het
afdekkapje terug.
Ontgrendelen
F Trek aan de binnenportiergreep.
Bij een storing in de centrale
vergrendeling moet u de accukabels
losnemen om de auto volledig, inclusief
de achterklep, te kunnen vergrendelen.
Toegang tot de auto