ESP Peugeot 206 CC 2002.5 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2002.5, Model line: 206 CC, Model: Peugeot 206 CC 2002.5Pages: 124, PDF Size: 1.68 MB
Page 89 of 124

UW 206 CC IN DETAIL89
ANTI SPIN REGELING (ASR) EN ELEKTRONISCH
STABILITEITS PROGRAMMA(ESP) Deze systemen staan in verbinding
met het ABS en zijn hier een aanvullingop.
Het ASR-systeem past de aandrijf- kracht aan om het doorspinnen van dewielen te voorkomen via de remmenvan de aangedreven wielen en de
motor. De ASR zorgt ook voor meerkoersstabiliteit bij het accelereren. Het ESP-systeem grijpt automatisch via het remsysteem en de motor in alsde koers van de auto afwijkt van dedoor de bestuurder gewenste richting.Uitschakelen van het ASR/ESP-systeem. In bijzondere omstandigheden (als de
auto vastzit in de modder, sneeuw, inmulle grond,...) kan het nuttig zijn hetASR- en ESP-systeem uit te schake-len, zodat de wielen kunnen slippen enweer grip kunnen krijgen.
Druk op de schakelaar "ESP
OFF" , die zich links onder het
stuurwiel bevindt.
Het verklikkerlampje van de schakelaar gaat branden enhet pictogram verschijnt: hetASR/ESP-systeem is uitge-schakeld.
Het systeem wordt opnieuw: automatisch ingeschakeld als het contact opnieuw wordt aangezet.
automatisch ingeschakeld vanaf
50 km/h.
handmatig ingeschakeld doornogmaals op de schakelaar tedrukken.
Werking van het ASR- en ESP-systeem
Als ŽŽn van deze twee syste-men is ingeschakeld, knippert
het desbetreffende pictogram. Controle van werking
Bij een storing in de systemenzal het verklikkerlampje van deschakelaar gaan knipperen enhet pictogram verschijnen incombinatie met een geluidssig-
naal en de melding "ESP/ ASR buiten
werking" op het multifunctionele display.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepuntom het systeem te laten controleren.
Het ESP-systeem zorgtvoor meer veiligheid tijdenshet rijden. De bestuurdermag zich echter nooit latenverleiden tot het nemen van
meer risico's of het te hard rijden. De goede werking van het systeem wordt verzekerd door de naleving vande voorschriften van de constructeurop het gebied van wielen (banden envelgen), onderdelen van het remsys-teem, elektronische onderdelen als-mede de montageprocedure en hetuitvoeren van werkzaamheden door
een PEUGEOT-servicepunt. Laat het systeem na een aanrijding
controleren door een PEUGEOT-servicepunt.
07-10-2002
Page 107 of 124

PRAKTISCHE INFORMATIE105
Zekeringenkast dashboard Draai de schroef een kwart omwente- ling met een muntstuk los en verwijderde afdekplaat om bij de zekeringen tekomen. De reservezekeringen en de tang
A
zijn aangebracht aan de binnenkant van het deksel van de zekeringenkastonder het dashboard. Verwijderen en plaatsen van een zekering
Voordat een zekering wordt vervangen, moet eerst de oorzaak van de storing opgespoord enverholpen worden. De nummers van de zekeringen zijn aangegeven op de zekeringenkast.
Gebruik de tang
A.
Vervang een defecte zekering (stroomsterkte vermeld op zekering) altijd dooreen zekering met dezelfde stroomsterkte.
ZEKERINGEN VERVANGEN De zekeringenkasten bevinden zich onder het dashboard en onder demotorkap.
07-10-2002
Goed Defect
Tang A
Page 108 of 124

PRAKTISCHE INFORMATIE105
Zekeringenkast dashboard Draai de schroef een kwart omwente- ling met een muntstuk los en verwijderde afdekplaat om bij de zekeringen tekomen. De reservezekeringen en de tang
A
zijn aangebracht aan de binnenkant van het deksel van de zekeringenkastonder het dashboard. Verwijderen en plaatsen van een zekering
Voordat een zekering wordt vervangen, moet eerst de oorzaak van de storing opgespoord enverholpen worden. De nummers van de zekeringen zijn aangegeven op de zekeringenkast.
Gebruik de tang
A.
Vervang een defecte zekering (stroomsterkte vermeld op zekering) altijd dooreen zekering met dezelfde stroomsterkte.
ZEKERINGEN VERVANGEN De zekeringenkasten bevinden zich onder het dashboard en onder demotorkap.
07-10-2002
Goed Defect
Tang A
Page 109 of 124

Zekering AmpFuncties
1 15 A Stoelverwarming - sirene alarm
4 20 A
Multifunctioneel display - elektronische eenheid navigatiesysteem - verlichting bagageruimte - autoradio - regensensor
5 15 A Diagnosesysteem automatische transmissie
6 10 A Koelvloeistofniveaumeter - automatische transmissie - autoradio - stuurwielsensor (ESP)
7 15 A Dubbele bediening lesauto - naderhand ingebouwd alarmsysteem - regensensor
9 30 A Hydraulische pomp
10 40 A Verwarming buitenspiegels 11 15 A Ruitenwissers
12 30 A Elektrisch bediende ruiten voor
14 10 A Servicecentrale motor - airbags - stuurkolomschakelaars
15 15 A
Instrumentenpaneel - multifunctioneel display - elektronische eenheid navigatiesysteem - airconditioning - autoradio
16 30 A Bediening centrale portiervergrendeling
20 10 A Remlicht rechts
21 15 A Remlicht links - derde remlicht
22 30 A Plafonnier voor - verlichting dashboardkastje - aansteker
S1 Shunt Shunt parc PRAKTISCHE INFORMATIE
106
07-10-2002
Page 110 of 124

PRAKTISCHE INFORMATIE107
Zekering Amp Functies
1* 20 A Motorventilateur
2* 60 A ABS/ESP
3* 30 A ABS/ESP
4* 70 A Voeding intelligente servicecentrale
5* 70 A Voeding intelligente servicecentrale
6* Ð Vrij
7* 30 A Voeding stuur-/contactslot
8* Ð Vrij Zekeringenkast motorruimte Maak het deksel los om de zekeringen- kast (naast de accu) in de motorruimte teopenen. Sluit na de werkzaamheden het deksel zorgvuldig.
Bij het ontwerp van het elek- trische circuit van uw auto isreeds rekening gehoudenmet de montage van zowel
de standaarduitrusting als eventueleopties.
Raadpleeg uw PEUGEOT-service- punt voordat u andere elektrischevoorzieningen of accessoires in deauto monteert of laat monteren. Sommige elektrische accessoires zelf, of de wijze waarop die zijngemonteerd, kunnen de werkingvan de elektrische systemen van deauto nadelig be•nvloeden (de elek-tronische bedieningssystemen, hetaudiosysteem en het laadcircuit. PEUGEOT is niet aansprakelijk voor kosten die voortvloeien uit het verhel-pen van storingen veroorzaakt door hetmonteren van extra accessoires dieniet door PEUGEOT aanbevolen engeleverd worden. Dit geldt ook voorvoorzieningen die niet volgens de voor-schriften van PEUGEOT zijn gemon-teerd en met name voor apparatuurmet een stroomverbruik van meer dan10 mA.
* De hoofdzekeringen zorgen voor een extra beveiliging van de elektrische installatie. Werkzaamheden aan de zekeringen dienen door een PEUGEOT- servicepunt uitgevoerd te worden.
07-10-2002
Page 111 of 124

PRAKTISCHE INFORMATIE
108
Zekering Amp
Functies
1 10 A Schakelaar achteruitrijlicht - snelheidssensor
2 15 A Elektroklep absorptievat - brandstofpomp
3 10 A Elektronische eenheid motor ABS/ESP - remlichtschakelaar ESP
4 10 A Elektronische eenheid automatische transmissie - elektronische eenheid motor
5 Ð Vrij
6 15 A Mistlampen v——r
7 20 A Pomp koplampsproeiers
8 20 A Relais motorventilateur - elektronische eenheid motor - elektroklep motorcontrole
9 15 A Dimlicht links
10 15 A Dimlicht rechts
11 10 A Grootlicht links
12 15 A Grootlicht rechts
13 15 A Claxon
14 10 A Pomp ruitensproeiers voor
15 30 A Voorverwarming smoorklephuis - lambdasonde - elektronische eenheid motor - bobine -
elektroklep motorcontrole - verstuivers
16 30 A Relais luchtpomp
17 30 A Hoge en lage snelheid ruitenwissers
18 40 A Aanjager
07-10-2002
Page 115 of 124

PRAKTISCHE INFORMATIE
112
TREKKEN VAN EEN AANHANGER Gebruik uitsluitend een door PEUGEOT goedgekeurde trekhaak. Laat een trekhaak alleen door een
PEUGEOT-servicepunt monteren. Uw auto is hoofdzakelijk bedoeld voor het vervoer van personen en bagage,maar is tevens geschikt voor het trek-
ken van een aanhanger. Het rijden met een aanhanger heeft veel invloed op het rijgedrag van deauto en vergt daarom extra aandacht
van de bestuurder. Door een geringere luchtdichtheid nemen de prestaties van de motor afals men op grotere hoogte boven de
zeespiegel komt. Trek boven de 1 000
m 10 % van het maximum aanhanger-gewicht af en herhaal dit voor elke vol-gende 1 000 m. Adviezen Gewichtsverdeling:
verdeel het
gewicht in de caravan/aanhanger gelijkmatig en houd u aan de toege-stane kogeldruk. Koeling: het trekken van een aanhan-
ger op een helling veroorzaakt een
hogere koelvloeistoftemperatuur. De koelventilator wordt elektrisch bediend en is niet afhankelijk van hetmotortoerental. Gebruik daarom een zo hoog mogelij- ke versnelling om het toerental tebeperken en pas uw snelheid aan. Het maximum aanhangergewicht is afhankelijk van het hellingspercentageen de temperatuur van de buitenlucht. Let in elk geval goed op de aanwijzing
van de koelvloeistoftemperatuurmeter. Als het verklikkerlampje van de koel- vloeistoftemperatuur gaat branden,stop dan zo snel mogelijk en zet demotor af. Banden:
controleer de bandenspan-
ning van de auto en de aanhanger enbreng deze indien nodig op de juistewaarde. Remmen: het trekken van een aan-
hanger vergroot de remweg.
Verlichting: controleer de verlichting
van de aanhanger.Zijwind: houd er rekening mee dat de
zijwindgevoeligheid van de auto groter is.
07-10-2002
Page 116 of 124

PRAKTISCHE INFORMATIE113
ONDERHOUD VAN DE CARROSSERIE Om de lak en de kunststof delen van de carrosserie in optimale conditie tehouden adviseren wij u om de autoregelmatig,
Ð met de hand te wassen of,
Ð gebruik te maken van een was-
straat, maar let op: herhaaldelijk gebruik van slecht onderhoudenwasstraten kan haarkrasjes veroor-zaken wat de lak, vooral zichtbaarbij donkere tinten, een mat aspectgeeft,
Ð met een hogedrukspuit te wassen: volg de voorschriften die op de in-stallaties zijn aangebracht (druk enspuitafstand). Richt de hogedrukspuit niet op be-
schadigde plekken (bijv. in kleurgespoten bumpers of koplampen):was deze delen met de hand.
Vermijd ook het binnendringen vanwater in de sloten.
Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepuntom te weten welke middelen de beste,
de meest doeltreffende, de minstgevaarlijke en de milieuvriendelijkstezijn. ÐVerwijder vogeluitwerp-
selen, hars, teer- en olie-vlekken zo snel mogelijk(deze bevatten agressie-ve stoffen die de lak sterkaantasten).
ÐReinig de koplampen nooit met eendroge doek of een schuurmiddel engebruik geen luchtige stoffen ofoplosmiddelen; de koplampglazenzijn vervaardigd van polycarbonaaten voorzien van een vernislaag.
Ð Gebruik geen benzine, petroleum of ontvetter voor het reinigen van delak of van kunststof delen van decarrosserie.
Ð
Laat kleine lakbeschadigingen(steenslag, pitjes enz.) zo snel mogelijkbijwerken om corrosievorming tevoorkomen.
07-10-2002