sensor Peugeot 206 CC 2002.5 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2002.5, Model line: 206 CC, Model: Peugeot 206 CC 2002.5Pages: 124, PDF Size: 1.68 MB
Page 76 of 124

UW 206 CC IN DETAIL
76
AUTOMATISCH INSCHAKELEN
VAN DE VERLICHTING Het parkeerlicht en het dimlicht wor- den automatisch ingeschakeld als delichtsterkte van de omgeving onvol-doende is en als de ruitenwissersonafgebroken wissen. De verlichting wordt uitgeschakeld als de lichtsterkte van de omgeving weervoldoende is of het wissen is gestopt. Opmerking:
Bij mist kan de lichtsen-
sor voldoende licht waarnemen en zul- len de lichten niet automatisch wordeningeschakeld. Bij de aflevering van de auto is dezefunctie ingeschakeld. In- of uitschakelenvan de functie:
Ð Zet het contact in de stand accessoi-
res (1e stand van de sleutel) of AAN,
Ð Houd het uiteinde van de lichtschake- laar minimaal 4 seconden ingedrukt.
Opmerking: Als het buiten donker is,
blijft de verlichting nadat het contact is afgezet nog ongeveer 45 secondenbranden.
De lichtsensor, gekoppeld aan de
regensensor, bevindt zich in hetmidden van de voorruit, achter debinnenspiegel. Deze sensor regeltde automatische verlichting. Controle van werking Inschakelen Bij het inschakelen van de functie is een geluidssignaal te horen en verschijnt demelding
"Automatische verlichting
aan" op het multifunctionele display.
Uitschakelen Het uitschakelen van de functie gaat zonder geluidssignaal of melding. Opmerking: De functie wordt tijdelijk
uitgeschakeld als de bestuurder de verlichting handmatig inschakelt. Bij een storing in de lichtsensor wordt
de functie ingeschakeld (de verlichting gaat aan). De bestuurder wordt gewaar-schuwd door een geluidssignaal en demelding "Defect in automatische ver-
lichting" op het multifunctionele display.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepuntom het systeem te laten controleren.
07-10-2002
Page 90 of 124

UW 206 CC IN DETAIL
90
AIRBAGS VOOR Deze zijn voor de bestuurder in het midden van het stuurwiel en voor depassagier in het dashboard aange-bracht. Ze worden tegelijkertijd geac-tiveerd (behalve als de airbag aanpassagierszijde is uitgeschakeld).
Storing airbag voor Als dit verklikkerlampje gaat branden in combinatie meteen geluidssignaal en de mel-
ding "Storing Airbag" op het multi-
functionele display, raadpleeg dan een
PEUGEOT-servicepunt om het sys-teem te laten controleren.
AIRBAGS De airbags zijn speciaal ontworpen voor een betere veiligheid van deinzittenden bij ernstige aanrijdingen:ze vormen een aanvulling op de wer-king van de veiligheidsgordels metgordelkrachtbegrenzers. De elektronische schoksensors regis- treren een plotselinge vertraging vande auto: als de drempelwaarde voorhet in werking treden wordt overschre-den, worden de airbags onmiddellijkopgeblazen en beschermen de inzit-tenden van de auto. Direct na de aanrijding ontsnapt het gas zodat noch het zicht, noch heteventueel verlaten van de auto doorde inzittenden wordt belemmerd. De airbags treden niet in werking bij lichte aanrijdingen waarbij de veilig-heidsgordels zorgen voor een afdoen-de bescherming; de kracht van deaanrijding is afhankelijk van het soortobstakel en de snelheid van de autoop dat moment. De airbags werken alleen als het contact aan is. Opmerking:
Het uit het kussen ont-
snappende gas kan enigszins irriteren. Uitschakelen airbag aan passagierszijde* Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszijdealtijd uit als u een kinderzitje met derug in de rijrichting op de voorstoelplaatst.
Zet het contact uit, steek de sleutel in de schakelaar voor uitschakelenvan de airbag aan passagierszijde1, draai deze in de stand "OFF"en
verwijder de sleutel zonder de standvan de schakelaar te veranderen.
Het verklikkerlampje op het in-strumentenpaneel brandtzolang de airbag is uitgescha-keld.
* Volgens land van bestemming.
07-10-2002
Page 109 of 124

Zekering AmpFuncties
1 15 A Stoelverwarming - sirene alarm
4 20 A
Multifunctioneel display - elektronische eenheid navigatiesysteem - verlichting bagageruimte - autoradio - regensensor
5 15 A Diagnosesysteem automatische transmissie
6 10 A Koelvloeistofniveaumeter - automatische transmissie - autoradio - stuurwielsensor (ESP)
7 15 A Dubbele bediening lesauto - naderhand ingebouwd alarmsysteem - regensensor
9 30 A Hydraulische pomp
10 40 A Verwarming buitenspiegels 11 15 A Ruitenwissers
12 30 A Elektrisch bediende ruiten voor
14 10 A Servicecentrale motor - airbags - stuurkolomschakelaars
15 15 A
Instrumentenpaneel - multifunctioneel display - elektronische eenheid navigatiesysteem - airconditioning - autoradio
16 30 A Bediening centrale portiervergrendeling
20 10 A Remlicht rechts
21 15 A Remlicht links - derde remlicht
22 30 A Plafonnier voor - verlichting dashboardkastje - aansteker
S1 Shunt Shunt parc PRAKTISCHE INFORMATIE
106
07-10-2002
Page 111 of 124

PRAKTISCHE INFORMATIE
108
Zekering Amp
Functies
1 10 A Schakelaar achteruitrijlicht - snelheidssensor
2 15 A Elektroklep absorptievat - brandstofpomp
3 10 A Elektronische eenheid motor ABS/ESP - remlichtschakelaar ESP
4 10 A Elektronische eenheid automatische transmissie - elektronische eenheid motor
5 Ð Vrij
6 15 A Mistlampen v——r
7 20 A Pomp koplampsproeiers
8 20 A Relais motorventilateur - elektronische eenheid motor - elektroklep motorcontrole
9 15 A Dimlicht links
10 15 A Dimlicht rechts
11 10 A Grootlicht links
12 15 A Grootlicht rechts
13 15 A Claxon
14 10 A Pomp ruitensproeiers voor
15 30 A Voorverwarming smoorklephuis - lambdasonde - elektronische eenheid motor - bobine -
elektroklep motorcontrole - verstuivers
16 30 A Relais luchtpomp
17 30 A Hoge en lage snelheid ruitenwissers
18 40 A Aanjager
07-10-2002