service PEUGEOT 3008 2009.5. Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2009.5., Model line: 3008, Model: PEUGEOT 3008 2009.5.Pages: 288, PDF Size: 20.26 MB
Page 8 of 288

30
Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende verklikkerlampjes gaat branden, wijst dit op een storing in
het desbetreffende systeem en moet de bestuurder actie onderneme n.
Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingsl ampje gaat branden de aanvullende informatie, die via een
melding op het multifunctionele display wordt weergegeven.
Raadpleeg indien nodig het PEUGEOT-netwerk.
Verklikkerlampje status Oorzaak Oplossing, opmerkingen
STOP brandt continu
in combinatie
met een ander
verklikkerlampje en een melding op het scherm.
Dit verklikkerlampje brandt bij een
lekke band of een storing met
betrekking tot het remsysteem,
de stuurbekrachtiging,
de motoroliedruk of de
koelvloeistoftemperatuur. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats.
Zet het contact af en neem contact op
met het PEUGEOT-netwerk.
Service brandt tijdelijk.
Er is een kleine storing
opgetreden waarbij geen
s p e c i fi e k v e r k l i k k e r l a m p j e
gaat branden. I d e n t i fi c e e r d e s t o r i n g m e t b e h u l p v a n d e
melding op het display en controleer:
- of alle portieren, de achterklep en
motorkap gesloten zijn,
- het motorolieniveau,
- het niveau van de ruitensproeiervloeistof,
- de batterij van de afstandsbediening,
- de bandenspanning,
- o f h e t r o e t fi l t e r n i e t i s v e r v u i l d (diesel).
Raadpleeg in andere gevallen het
PEUGEOT-netwerk.
blijft branden. Er is een ernstige storing
opgetreden waarbij geen
s p e c i fi e k v e r k l i k k e r l a m p j e
gaat branden. I d e n t i fi c e e r d e s t o r i n g m e t b e h u l p v a n d e
melding op het display en raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk.
Elektrische
parkeerrem knippert. De elektrische parkeerrem
wordt niet automatisch
aangetrokken. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats.
Parkeer de auto op een horizonale
ondergrond, zet het contact af en
raadpleeg hetPEUGEOT-netwerk.
Page 15 of 288

37
Een controle van het olieni-
veau is alleen betrouwbaar
als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en de
motor minstens 15 minuten niet heeft
gedraaid.
Motorolieniveaumeter
De motorolieniveaumeter geeft aan of
het motoroliepeil in orde is. Bij het aanzetten van het contact wordt
eerst de onderhoudsindicator weerge-
geven en vervolgens gedurende enkele
seconden het motorolieniveau.
Olieniveau correct
Te weinig olie Storing motorolieniveaumeter
Oliepeilstok
Als de aanduiding "OIL" knippert in
combinatie met het verklikkerlampje
service, een geluidssignaal en een mel-
ding op het multifunctionele display, is
het motorolieniveau te laag.
Controleer het olieniveau met de peil-
stok. Als blijkt dat het olieniveau te laag
is, moet olie worden bijgevuld om te
voorkomen dat ernstige motorschade
ontstaat. Als de aanduiding
"OIL --" knippert,
duidt dit op een storing in de mo-
torolieniveaumeter. Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk.
Raadpleeg het hoofdstuk "Controles"
voor de plaats van de peilstok en het
bijvullen van motorolie voor het motor-
type van uw auto.
2 merktekens op de peil-
stok:
- A = maxi; het oliepeil
mag nooit boven het ni-
veau A uitkomen (kans
op schade aan de mo-
tor),
- B = mini; als het oliepeil
niet boven het niveau B
uitkomt, moet het voor
de motor van uw auto
voorgeschreven type
motorolie worden bijge-
vuld via de vuldop.
Page 163 of 288

ONDERHOUD
161
Vermijd langdurig huidcontact
met afgewerkte olie en andere
vloeistoffen.
De meeste van deze vloeistoffen zijn
bijtend en schadelijk voor de gezond-
heid.
Gooi afgewerkte olie en ande-
re vloeistoffen niet in het riool,
in het water of op de grond.
Deponeer afgewerkte olie in de daar-
voor bestemde containers bij het
PEUGEOT-netwerk.
Niveau brandstofadditief (diesel
met roetfilter)
Een te laag additiefniveau wordt aange-
geven door het verklikkerlampje service
in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het multifunctionele
display.
Afgewerkte producten
CONTROLES
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, de bladzij-
den in het onderhoudsboekje die betrekking heb-
ben op de motoruitvoering van uw auto voor het
laten controleren van bepaalde onderdelen vol-
gens het onderhoudsschema van de constructeur.
Laat de controles eventueel uitvoeren door
het PEUGEOT-netwerk.
Accu
De accu is onderhoudsvrij. Niettemin is het raadzaam
om regelmatig te controleren
of de accupolen en -klemmen
schoon zijn, vooral bij warm
weer en in de winter.
Raadpleeg voordat u de accukabels
losneemt het hoofdstuk "Praktische in-
formatie" voor meer informatie over de
te nemen voorzorgsmaatregelen.
Luchtfilter
L a a t d e fi l t e r s p e r i o d i e k v e r -
vangen volgens de in het on-
derhoudsboekje aangegeven
intervallen.
Als de omgeving (veel stof...)
en het gebruik (veel stadsverkeer...)
daartoe aanleiding geven, moeten de
fi l t e r s t w e e k e e r z o v a a k w o r d e n v e r -
vangen (zie paragraaf "Motoren"). Roetfilter (diesel)
H e t o n d e r h o u d v a n h e t r o e t fi l t e r m o e t
worden uitgevoerd door het PEUGEOT-
netwerk.
Oliefilter Laat bij het olie verversen te-
v e n s h e t o l i e fi l t e r v e r v a n g e n .
Raadpleeg het onderhouds-
boekje voor het vervangings-
interval. Als langdurig met zeer lage
snelheid wordt gereden of
de motor langdurig stationair
draait, kan bij gasgeven soms rook
uit de uitlaat waargenomen worden.
Dit heeft geen invloed op de presta-
ties en heeft geen gevolgen voor het
milieu.
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk
uitvoeren door het PEUGEOT-netwerk.
Stoffilter/geurfilter (actieve kool)
U w a u t o i s v o o r z i e n v a n e e n fi l t e r d a t
voorkomt dat stof en stank via de ven-
tilatie en de airconditioning het interieur
binnenkomen.
Raadpleeg het onderhoudsboekje voor
het vervangingsinterval.
H e t i s r a a d z a a m h e t fi l t e r t e v e r v a n g e n
wanneer u stank in het interieur waar-
neemt. Raadpleeg het PEUGEOT-net-
werk.
E e n v e r v u i l d i n t e r i e u r fi l t e r k a n d e p r e s t a -
ties van de airconditioning verminderen
en ongewenste geuren veroorzaken.
Page 164 of 288

ONDERHOUD
161
Vermijd langdurig huidcontact
met afgewerkte olie en andere
vloeistoffen.
De meeste van deze vloeistoffen zijn
bijtend en schadelijk voor de gezond-
heid.
Gooi afgewerkte olie en ande-
re vloeistoffen niet in het riool,
in het water of op de grond.
Deponeer afgewerkte olie in de daar-
voor bestemde containers bij het
PEUGEOT-netwerk.
Niveau brandstofadditief (diesel
met roetfilter)
Een te laag additiefniveau wordt aange-
geven door het verklikkerlampje service
in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het multifunctionele
display.
Afgewerkte producten
CONTROLES
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, de bladzij-
den in het onderhoudsboekje die betrekking heb-
ben op de motoruitvoering van uw auto voor het
laten controleren van bepaalde onderdelen vol-
gens het onderhoudsschema van de constructeur.
Laat de controles eventueel uitvoeren door
het PEUGEOT-netwerk.
Accu
De accu is onderhoudsvrij. Niettemin is het raadzaam
om regelmatig te controleren
of de accupolen en -klemmen
schoon zijn, vooral bij warm
weer en in de winter.
Raadpleeg voordat u de accukabels
losneemt het hoofdstuk "Praktische in-
formatie" voor meer informatie over de
te nemen voorzorgsmaatregelen.
Luchtfilter
L a a t d e fi l t e r s p e r i o d i e k v e r -
vangen volgens de in het on-
derhoudsboekje aangegeven
intervallen.
Als de omgeving (veel stof...)
en het gebruik (veel stadsverkeer...)
daartoe aanleiding geven, moeten de
fi l t e r s t w e e k e e r z o v a a k w o r d e n v e r -
vangen (zie paragraaf "Motoren"). Roetfilter (diesel)
H e t o n d e r h o u d v a n h e t r o e t fi l t e r m o e t
worden uitgevoerd door het PEUGEOT-
netwerk.
Oliefilter Laat bij het olie verversen te-
v e n s h e t o l i e fi l t e r v e r v a n g e n .
Raadpleeg het onderhouds-
boekje voor het vervangings-
interval. Als langdurig met zeer lage
snelheid wordt gereden of
de motor langdurig stationair
draait, kan bij gasgeven soms rook
uit de uitlaat waargenomen worden.
Dit heeft geen invloed op de presta-
ties en heeft geen gevolgen voor het
milieu.
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk
uitvoeren door het PEUGEOT-netwerk.
Stoffilter/geurfilter (actieve kool)
U w a u t o i s v o o r z i e n v a n e e n fi l t e r d a t
voorkomt dat stof en stank via de ven-
tilatie en de airconditioning het interieur
binnenkomen.
Raadpleeg het onderhoudsboekje voor
het vervangingsinterval.
H e t i s r a a d z a a m h e t fi l t e r t e v e r v a n g e n
wanneer u stank in het interieur waar-
neemt. Raadpleeg het PEUGEOT-net-
werk.
E e n v e r v u i l d i n t e r i e u r fi l t e r k a n d e p r e s t a -
ties van de airconditioning verminderen
en ongewenste geuren veroorzaken.
Page 201 of 288

TECHNISCHE GEGEVENS
193
(a) .../1: voorzien van banden met een lage rolweerstand om het brandstofverbruik en de CO
2-emissie nog verder terug te
dringen.
De aangegeven verbruikscijfers zijn de laatstbekende waarden te n tijde van het drukken van dit boekje.
Deze verbruikscijfers zijn gebaseerd op metingen die zijn uitgevo erd onder wettelijk voorgeschreven gebruiksomstandighe-
den (richtlijn 80/1268/ECE) en kunnen variëren afhankelijk van d e rijstijl van de bestuurder, de verkeersomstandigheden, de
weersomstandigheden, de belading van de auto, de staat van onderhoud van de auto en het gebruik van accessoires.
VERBRUIKSCIJFERS Volgens richtlijn 80/1268/ECE
Benzinemotoren
Type variant
uitvoering: 0U ...(a)
Binnen
bebouwde kom (liter/100 km)
Buiten
bebouwde kom (liter/100 km)
Gecombineerd
(liter/100 km)
CO
2-emissie
(g/km)
1.6 liter 16V VTi
120 pk
5FW 10 5,8 7,3 168
5FW/1 9,8 5,6 7,1 165
1.6 liter 16V THP
150 pk
5FX 10,8 5,8 7,6 179
5FX/1 10,6 5,6 7,4 176
1.6 liter 16V THP
156 pk
5FV - - - -
5FV/1 - - - -
Brandstofkwaliteit voor benzinemotoren
Auto's met benzinemotoren kunnen probleemloos rijden op biobra ndstoffen van het type E10 (deze bevatten 10% ethanol)
die voldoen aan de Europese richtlijnen EN 228 en EN 15376.
Brandstoffen van het type E85 (deze bevatten tot 85% ethano l) zijn uitsluitend geschikt voor auto's die speciaal bestemd zijn
voor dit type brandstof (BioFlex-auto's). De kwaliteit van de et hanol moet voldoen aan de Europese richtlijn EN 15376.
Auto's die kunnen rijden op brandstoffen met een ethanolg ehalte tot 100% (type E100), worden uitsluitend verkocht in Bra -
zilië.
Raadpleeg voor meer informatie de site SERVICEBOX
op het volgende internetadres: http://public.servicebox.peugeot.com
Page 202 of 288

TECHNISCHE GEGEVENS
196
(a) .../1: voorzien van banden met een lage rolweerstand om het brandstofverbruik en de CO
2-emissie nog verder terug te
dringen.
De aangegeven verbruikscijfers zijn de laatstbekende waarden te n tijde van het drukken van dit boekje.
Deze verbruikscijfers zijn gebaseerd op metingen die zijn uitgevo erd onder wettelijk voorgeschreven gebruiksomstandighe-
den (richtlijn 80/1268/ECE) en kunnen variëren afhankelijk van d e rijstijl van de bestuurder, de verkeersomstandigheden, de
weersomstandigheden, de belading van de auto, de staat van onderhoud van de auto en het gebruik van accessoires.
VERBRUIKSCIJFERS Volgens richtlijn 80/1268/ECE
Dieselmotoren
Versnellingsbak
Type variant
uitvoering
0U...(a)
Binnen
bebouwde kom
(liter/100 km)
Buiten
bebouwde kom
(liter/100 km)
Gecombineerd
(liter/100 km)
CO
2-emissie
(g/km)
1.6 liter HDi 16V
110 pk
Handgeschakeld
(6 versnellingen)
9HZ 6,7 4,5 5,3 140
9HZ/1 6,5 4,4 5,1 137
Gestuurd
handgeschakeld
(6 versnellingen)
9HZ P 6,7 4,5 5,3 140
9HZ P/1 5,9 4,3 4,9 130
2.0 liter HDi 16V
150 pk
Handgeschakeld
(6 versnellingen)
RHE 7,2 4,8 5,7 149
RHE/1 7,1 4,7 5,6 146
2 liter Turbo HDi 16V
163 pk Automaat
(6 versnellingen)
RHH - - - -
RHH/1 - - - -
Raadpleeg voor meer informatie de site SERVICEBOX op het volgende internetadres: http://public.servicebox.peugeot.com
Brandstofkwaliteit voor dieselmotoren
Auto's met dieselmotoren kunnen probleemloos rijden op biobran dstoffen die aan de huidige en toekomstige Europese richt-
lijnen voldoen (diesel die voldoet aan de richtlijn EN 590 gemengd met biobrandstof die voldoet aan de richtlijn EN 1 4214) en
die aan de pomp getankt kan worden (met een gehalte aan me thyl-estervetzuren van 0 tot 7%).
Het gebruik van biobrandstof B30 is mogelijk bij bepaalde d ieselmotoren op voorwaarde dat de bijzondere onderhoudsvoor-
schriften strikt worden nageleefd. Raadpleeg het PEUGEOT netw erk.
Het gebruik van elk ander type (bio)brandstof (zuivere of verdunde plantaardige of dierlijke olie, stookolie ...) is nadrukkelijk
verboden (kans op schade aan de motor en het brandstofcircuit).
Page 287 of 288

34
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Als bij draaiende motor de wijzer zich
bevindt in:
- zone A , is de temperatuur in orde,
- zone B , is de temperatuur te hoog.
Het verklikkerlampje te hoge koel-
vloeistoftemperatuur 1 gaat branden
in combinatie met het verklikker-
lampje STOP , een geluidssignaal
en een melding op het multifunctio-
nele display. De temperatuur en de druk in het koel-
circuit beginnen na enkele minuten rij-
den te stijgen.
Om koelvloeistof bij te vullen:
wacht tot de motor is afgekoeld,
draai de dop twee omwentelingen
los om de druk te laten dalen,
verwijder vervolgens de dop,
vul bij tot aan het merkteken "MAXI".
Stop zo snel mogelijk op een veilige
plaats.
Wacht enkele minuten voordat u de mo-
tor afzet.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.
Controlelampje brandt Oorzaak Acties / Opmerkingen
en/of
FAP:
r o e t fi l t e r (Diesel)
permanent, tijdelijk ook
in combinatie met het
controlelampje Service
en het bericht “Kans op
verstopt raken van het FAP”.
G e e f t a a n d a t h e t r o e t fi l t e r
verstopt begint te raken. Ga als de omstandigheden het toelaten
h e t r o e t fi l t e r r e g e n e r e r e n d o o r m e t e e n
snelheid van meer dan 60 km/h te rijden
tot het lampje Service dooft.
permanent, in
combinatie met
het controlelampje Service. Geeft aan dat het
minimumniveau van het
brandstofadditief is bereikt.
Laat het additiefreservoir zo snel
mogelijk door het PEUGEOT-netwerk
bijvullen.