Peugeot 3008 Hybrid 4 2013.5 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2013.5, Model line: 3008 Hybrid 4, Model: Peugeot 3008 Hybrid 4 2013.5Pages: 378, PDF Size: 22.12 MB
Page 221 of 378

11
Praktische informatie219
Zekering N r.Ampère (A)Functies
F1230 Lage/hoge snelheid ruitenwissers vóór.
F1430 Koelvloeistofpomp kachelradiateur.
F1510 Grootlicht rechts.
F1610 Grootlicht links.
F1715 Dimlicht links.
F1815 Dimlicht rechts.
Page 222 of 378

Praktische informatie
220
Zekeringen boven de accu Zekering N r.Ampère (A)Functies
F15 Gestuurde luchttoevoermodule.
F25 Rempedaalschakelaar met twee functies.
F35 Eenheid laadtoestand accu.
F425 Elektrokleppen ABS/CDS.
F615 2Tronic versnellingsbak.
Page 223 of 378

11
Praktische informatie221
12V- ac c u
Toegang tot de accu
De accu bevindt zich in de motorruimte. Toegang tot de accu: open de motorkap via hendel in het interieur en gebruik vervolgens de veiligheidshaak aan de buitenzijde, bevestig de motorkapsteun, verwijder de kunststof afdekkap voor toegang tot de pluspool, maak indien nodig de zekeringkast los om de accu te ver wijderen.
Loskoppelen van de pluspool (+)
Trek de hendel D zo ver mogelijk omhoog om de accupoolklem E te ontgrendelen.
Weer aansluiten van de pluspool (+)
Plaats de geopende accupoolklem E op de pluspool (+) van de accu. Druk verticaal op de accupoolklem E om hem goed tegen de accu aan te drukken. Zet de accupoolklem vast door de pasnok opzij te bewegen en vervolgens de hendel D omlaag te duwen.
Uw auto is naast de tractiebatterij van het hybridesysteem voorzien van een conventionele 12V-accu. Deze accu bevindt zich onder de motorkap. In bepaalde omstandigheden, als de 12V-accu te ver ontladen is om het hybridesysteem in te schakelen, kan de 12V-accu via een hulpaccu worden opgeladen. Laad de 12V-accu niet op als het verklikkerlampje Ready brandt.
Procedure voor het gebruik van een hulpaccu voor het starten van de motor met behulp van startkabels en voor het laden van een lege accu.
Zet het contact altijd af (verklikkerlampje Ready uit) als u werkzaamheden aan de auto wilt uitvoeren, om letsel door
het automatisch starten van de motor te voorkomen.
Forceer de hendel niet bij het omlaagduwen, aangezien de accupoolklem niet kan worden vergrendeld als deze niet correct is geplaatst; herhaal de procedure.
Page 224 of 378

Praktische informatie
222
Starten van de motor met
een hulpaccu en startkabels
Als de accu van uw auto ontladen is, kan de motor worden gestart met een hulpaccu (externe accu of een accu van een andere auto) en startkabels.
Ver wijder, indien uw auto hiermee is uitgerust, het kunststof kapje van de pluspool (+). Sluit de rode kabel aan op de pluspool (+) van de ontladen accu A en vervolgens op de pluspool (+) van de hulpaccu B . Sluit de groene of zwarte kabel aan op de minpool (-) van de hulpaccu B (of op het massapunt van de auto met de hulpaccu). Sluit het andere uiteinde van de groene
of zwarte kabel aan op het massapunt Cvan de auto met de lege accu (of op de motorsteun).
Start de motor van de auto met de hulpaccu en laat deze gedurende enkele minuten draaien. Stel de startmotor in werking van de auto met de lege accu en laat de motor draaien. Als de motor niet direct start, zet dan het contact af en wacht even alvorens een nieuwe poging te doen. Wacht tot de motor stationair draait en neem dan de kabels in omgekeerde volgorde los. Breng, indien uw auto hiermee is uitgerust, het kunststof kapje aan op de pluspool (+).
Controleer eerst of de nominale spanning van de hulpaccu 12 V bedraagt en of de capaciteit van de hulpaccu minimaal gelijk is aan die van de ontladen accu. Start de motor niet door een acculader aan te sluiten. Koppel de pluspool (+) van de accu niet los ter wijl de motor draait.
Page 225 of 378

11
Praktische informatie223
Laden met behulp van een
acculader
Maak de accupoolklemmen los. Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de acculader. Sluit de accukabels weer aan, te beginnen met de (-) kabel. Controleer of de accupolen en de klemmen schoon zijn. Indien ze bedekt zijn met een (witte of groene) oxidatielaag, neem dan de accukabels los en reinig de polen en klemmen.
Laad de tractiebatterij niet op.
Het is raadzaam de accu los te koppelen als uw auto langer dan een maand buiten gebruik is.
Accu's bevatten schadelijke stoffen, zoals zwavelzuur en lood. Accu's moeten volgens de wettelijke voorschriften worden afgevoerd en mogen in geen geval bij het huisvuil terechtkomen. Lever lege batterijen en accu's in bij een
speciaal afvalstoffendepot.
Bescherm uw ogen en gezicht voordat u handelingen aan de accu uitvoert. Voer ingrepen aan de accu uitsluitend uit in een goed geventileerde ruimte, ver van open vuur of vonken veroorzakende bronnen, om elk risico van brand- of explosiegevaar uit te sluiten. Probeer niet een bevroren accu op te laden: de accu moet eerst worden ontdooid om explosiegevaar uit te sluiten. Als de accu bevroren is geweest, laat deze dan eerst controleren, voordat u hem laat opladen door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. Zij controleren of de inwendige componenten zijn beschadigd en of de behuizing scheuren vertoont, waardoor giftige en corrosie-veroorzakende accuzuren zouden kunnen weglekken. Keer de polariteiten niet om en gebruik uitluitend een 12-volt accu. Maak de accupoolklemmen niet los bij draaiende motor. Laad de accu niet op zonder de accupoolklemmen los te nemen. Was uw handen als de werkzaamheden beëindigd zijn.
Het aanduwen van de auto om de motor te starten, is niet toegestaan.
Page 226 of 378

Praktische informatie
224
Vóór het loskoppelen van de accukabels
Wacht 2 minuten na het afzetten van het contact. Sluit de ruiten en de voorportieren voordat u de accukabels loskoppelt.
Na het weer aansluiten van de accukabels
Zet het contact aan en wacht 1 minuut alvorens de motor te starten, zodat de elektronische systemen geïnitialiseerd kunnen worden. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als er zich na deze handeling toch nog problemen voordoen. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor het zelf opnieuw initialiseren van de elektronische systemen (afhankelijk van de uitvoering): - de sleutel met afstandsbediening, - het elektrische zonnescherm / de elektrische zonneschermen, - ...
Spaarfase
De spaar fase stuurt de elektrische functies van de auto aan om het ontladen van de accu te voorkomen. Tijdens het rijden kunnen in verband met de laadtoestand van de accu enkele functies (airconditioning, achterruitverwarming, ...) tijdelijk worden uitgeschakeld. Deze functies worden automatisch ingeschakeld zodra de laadtoestand van de accu dit toelaat.
Page 227 of 378

11
Praktische informatie225
Uitschakelen van de
eco-mode
De functies worden automatisch weer ingeschakeld als de motor gestart wordt. Start om de functies direct weer te kunnen gebruiken de motor en laat deze vijf minuten draaien.
Eco-mode
Inschakelen van de
eco-mode
Na deze periode geeft een melding op het display aan dat de eco-mode is ingeschakeld en de actieve functies worden in de ruststand gezet.
Als u op het moment dat de eco-mode wordt ingeschakeld aan het telefoneren bent: - kan het gesprek nog 5 minuten worden voortgezet met de handsfree set van uw Peugeot Connect Sound of Peugeot Connect Nav, - kan het telefoongesprek gewoon worden voortgezet met de Peugeot Connect 3D Nav.
Neem de tijd die nodig is voor het starten van de motor in acht om een juiste lading van de accu te garanderen. Vermijd het herhaaldelijk en continu starten van de motor om de accu bij te laden. Als de accu ontladen is, kan de motor niet gestart worden (zie de paragraaf "Ac cu").
De eco-mode bepaalt de maximale gebruiksduur van een aantal functies om te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een aantal elektrische functies zoals het audio- en telematicasysteem, de ruitenwissers, dimlichten, plafonniers, ... nog in totaal maximaal 30 minuten gebruiken.
Deze periode kan, afhankelijk van de laadtoestand van de accu, veel korter zijn.
Page 228 of 378

Praktische informatie
226
Wisserbladen vervangen
Demonteren
Til de desbetreffende ruitenwisserarm op. Maak het wisserblad los en verwijder het.
Monteren
Breng het nieuwe wisserblad aan en klik het vast. Zet de ruitenwisserarm voorzichtig terug.
Voordat u een wisserblad
demonteert
Bedien de ruitenwisserschakelaar binnen één minuut na het afzetten van het contact om de ruitenwissers naar het midden van de voorruit te verplaatsen.
Na het monteren van een
wisserblad vóór
Zet het contact aan. Bedien nogmaals de ruitenwisserschakelaar om de ruitenwissers in de ruststand te zetten.
Page 229 of 378

11
Praktische informatie227
Aan de voorzijde Toegang tot het gereedschap
Het sleepoog bevindt zich onder de vloerplaat van de bagageruimte: open de achterklep, til de vloerplaat op,
neem het sleepoog uit de houder.
Aan de achterzijde
Uw auto op een bergingsauto vervoeren
Werkwijze voor vervoer van uw auto op een bergingsauto.
Maak het klepje in de voorbumper los door op de onderkant ervan te drukken. Draai het sleepoog vast tot de aanslag.
Maak het klepje in de achterbumper los door op de onderkant ervan te drukken. Draai het sleepoog vast tot de aanslag. Schakel de alarmknipperlichten van de te slepen auto in.
Laat uw auto bij pech altijd op een bergingsauto ver voeren. Sleep de auto nooit met de vier wielen of met alleen de voor- of de achter wielen op de grond. De aandrijving van de auto kan dan beschadigd raken. Zet de selectiehendel in de stand N en zet altijd de motor af (verklikkerlampje Ready uit).
Page 230 of 378

Praktische informatie
228
Slepen
Voordat u werkzaamheden uitvoert: trap het rempedaal in ter wijl het contact aanstaat, zet de selectiehendel in de stand N en schakel vervolgens het hybridesysteem uit. De auto mag maximaal 10 meter worden verplaatst met een snelheid van maximaal 10 km/h als de omstandigheden (bijvoorbeeld een slechte toegankelijkheid) dit vereisen.
De auto mag niet worden gesleept met de voor- of achter wielen op de grond, de auto mag uitsluitend worden vervoerd op een bergingsauto of trailer.
Gebruik de sleepogen uitsluitend voor het lostrekken van de auto of om de auto op een bergingsauto te vervoeren.