ESP Peugeot 306 Break 2002 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2002, Model line: 306 Break, Model: Peugeot 306 Break 2002Pages: 127, PDF Size: 2.18 MB
Page 3 of 127

**
UW 306 IN EEN OOGOPSLAG
6
AIRBAGS VOOR Uitschakelen airbag aan passa- gierszijde. Steek de contactsleutel in de scha- kelaar 1 en draai deze:
Ð op ÇONÈ, airbag aan passa-
gierszijde ingeschakeld.
Ð op Ç OFFÈ, airbag aan passa-
gierszijde uitgeschakeld.
Als de airbag aan passagierszijde ingescha- keld is of als de auto niet is uitgerust met eenairbag aan passagierszijde, gaat het verklik-kerlampje bij het aanzetten van het contactgedurende 6 seconden branden.
Als de airbag aan passagierszijde is uitgeschakeld, blijft een van deverklikkerlampjes branden. Raadpleeg in alle gevallen dat het lampje knippert uw
PEUGEOT-servicepunt.
AFSTANDSBEDIENING Druk op knop Aom de portieren
en de achterklep te vergrendelen. Druk op knop Bom ze te ontgren-
delen. SLEUTELS Met de sleutel kunnen de sloten
van de portieren en het kofferdek-sel respectievelijk de achterkleponafhankelijk van elkaar of gelijk-tijdig ver- en ontgrendeld worden.
Tevens kan het stuurslot ontgren-deld worden. Voorzorgsmaatregelen metbetrekking tot een airbag aanpassagierszijde
Auto's met airbagschakelaar:
Ð schakel deairbag aan passagiers-zijde uit als ueen kinder-zitje met derug in de rij-richting opde voorstoelplaatst.
Ð schakel de airbag in als er een passagier op de voorstoel zit.
Auto's zonder air-bagschakelaar:
Ð plaats geen kin-derzitje met de rug in de rijrich-ting op de voor-stoel.
Leg in elk geval nooit uw voeten,noch enig voorwerp op het dash-board.
Controle van werking
Het goede functioneren van het systeem wordt aangegeven door een van de verklik-kerlampjes op het instrumentenpaneel.
** Volgens uitvoering.
A
B
108
Page 8 of 127

1
4
3
A
2
UW 306 IN EEN OOGOPSLAG11
NEERKLAPBARE ACHTERBANK: (4-DEURS) Neerklappen van de rugleuning:
- ontgrendel de rugleuning vanuit de kofferruimte met de knop 1.
- plaats de veiligheidsgordel onder de geleider B.
- maak de vergrendeling Avan
de rugleuning los.
- klap de rugleuning neer. Als de rugleuning weer in de normale stand is geplaatst, con-troleer dan of de veiligheidsgordelsnergens klemmen en ofde bank goed vergren-deld is.
NEERKLAPBARE/IN DELEN NEERKLAPBARE ACHTERBANK (3-, 5-DEURS EN BREAK) Neerklappen van de achterbank:
- Steek de gespen van de gordels in de houders A.
- Trek aan de lus 1.
- Klap de zitting 2tegen de rugleuning van de voorstoelen.
- Plaats de veiligheidsgordel in de houder 3(5-deurs en break) of houd hem
aan de bovenzijde van de rugleuning (3-deurs).
- Ontgrendel de rugleuning met de vergrendelknopjes aan de zijkant 3
(5-deurs en break) of op de rugleuning 4(3-deurs).
- Klap de rugleuning 4neer.
Kantel altijd eerst de zitting van de achterbank omhoog alvorens de rugleuning neer te klappen om beschadiging te voorkomen. Als de bank weer in de normale stand wordt geklapt, let dan op dat de gordels niet onder de zitting of achter de rugleuning wordenvastgeklemd.
BA
1
8586
Page 13 of 127

ONDERHOUD VAN UW 306
18
UIT TE VOEREN ONDERHOUD Door de lange intervallen hoeft u de werkplaats minder vaak te bezoeken.
¥ Voor modellen met benzinemotor: elke 30.000 km of elke twee jaar.
¥ Voor modellen met direct ingespoten dieselmotor: elke 20.000 km of elke twee jaar.
¥ Voor modellen met indirect ingespoten dieselmotor: elke 15.000 km of elke twee jaar. Door de lange intervallen tussen de onderhoudscontroles is het noodzakelijk het motoroliepeil regelmatig te con- troleren: het is normaal dat er tussen twee verversingen motorolie bijgevuld moet worden. Daarom nodigt PEUGEOT u uit voor een tussentijdse controle tussen elke onderhoudsbeurt.
De onderhoudsintervalindictor geeft niet aan wanneer deze controle moet worden uitgevoerd. Voor modellen met ben- zinemotor is dit na maximaal 15.000 km., voor modellen met direct ingespoten dieselmotor 10.000 km en voor model-len met indirect ingespoten dieselmotor 7.500 km na de laatste onderhoudsbeurt. Een Peugeot-monteur voert een kortdurende controle uit. Bovendien worden, indien nodig, vloeistoffen bijgevuld (olie, koelvloeistof, sproeiervloeistof tot 2 liter). Een te laag oliepeil kan ernstige schade aan de motor veroorzaken: controleer daarom het motoroliepeil tenminste elke 3000 of 5000 km, afhankelijk van de gebruiksomstandigheden.
Deze lange intervallen zijn mogelijk geworden door de doorontwikkeling van onze autoÕs en van de smeermiddelen :
DAAROM IS HET VERPLICHT MOTOROLIèN TE GEBRUIKEN DIE GEHOMOLOGEERD ZIJN EN AANBEVOLEN WORDEN DOOR DE CONSTRUCTEUR.
Page 19 of 127

AA
A
CC
AACC
KM-STAND 30 000 60 000 90 000 120 000
Garantiecontrole bij
10.000 km* of 6 maanden* Deze is noodzakelijk
om aanspraak op de
garantie te kunnen maken.
150 000 180 000 210 000 240 000 270 000
20
VERSCHILLENDE TYPEN ONDERHOUDSCONTROLES Elke auto heeft zijn eigen onderhoudsinterval, die door de constructeur is vastgesteld op basis van de technische eigenschappen.
Deze bestaat uit 2 verschillende onderhoudscontroles (A en C), tussentijdse controles en enkele aanvullende werkzaamhe- den; deze zijn speciaal op uw auto, de kilometerstand en de leeftijd ervan afgestemd. Onderhoudscontrole type B geldt voor oudere auto's.Uw dealer geeft bij de garantiecontrole en daarna bij elke onderhoudscontrole het type en de werkzaamheden van de volgende onderhoudscontrole aan.
Tussentijdse controle.
*Wat het eerst wordt bereikt. Niveau vloeistof automatische transmissie elke 60.000 km.
Vervangen van de remvloeistofelke 2 jaar of elke 60.000 km.
Deze termijnen gelden uitsluitend wanneer olie op synthetische basiswordt gebruikt.
Het gebruik van brandstofbesparende of synthetische olie is eveneens toegestaan.
ONDERHOUD VAN UW 306
ONDERHOUDSCYCLUS VAN UW 306 BENZINE
Onderhoudscontrole elke 30.000 km of elke 2 jaar
+ vervangen distributieriem + vervangen distributieriem
Page 20 of 127

AAA
AAA
C
CC
ONDERHOUD VAN UW 30621
Tussentijdse controle.Vervangen van de
remvloeistofelke 2 jaar of elke 60.000 km.
Deze termijnen gelden uitsluitend wanneer olie op synthetische basiswordt gebruikt. Het
gebruik van brandstofbesparende of synthetische olie is eveneens toegestaan.
ONDERHOUDSCYCLUS VAN UW 306 HDI TURBODIESEL
Onderhoudscontrole elke 20.000 km of elke 2 jaar
KM-STAND 20 000 40 000 60 000 80 000
Garantiecontrole bij
10.000 km* of 6 maanden*
Deze is noodzakelijk om aanspraak op de garantie te kunnen maken.
100 000 120 000 140 000 160 000 180 000
+ vervangen distributieriem
*Wat het eerst wordt bereikt.
Page 21 of 127

AAAA
AAAAA
C
C
ONDERHOUD VAN UW 306
22
Tussentijdse controle.Vervangen van de
remvloeistofelke 2 jaar of elke 60.000 km.
Deze termijnen gelden uitsluitend wanneer olie op synthetische basiswordt gebruikt. Het
gebruik van brandstofbesparende of synthetische olie is eveneens toegestaan.
ONDERHOUDSCYCLUS VAN UW 306 DIESEL (DIESELMOTOR MET INDIRECTE INSPUITING)
Onderhoudscontrole elke 15.000 km of elke 2 jaar
KM-STAND 15 000 30 000 45 000 60 000 75 000
Garantiecontrole bij
10.000 km* of 6 maanden* Deze is noodzakelijk om aanspraakop de garantie te kunnen maken.
90 000 105 000 120 000 135 000 150 000 165 000
+ vervangen distributieriem
*Wat het eerst wordt bereikt.
Page 23 of 127

F
NL
SF
GR
A
D
CH
I
N
P
E
B
DK
GB
L
S
IRL
ACTIV
A
D
IES EL 7000
10W 40
AC TIVA D
IES EL 9000
5W 40
AC TIVA 9000
5W 30*
U
LT R A
DIESE L
10W 40
U LT R A
5W 30*
U LT R O
N D IES EL
5W 40
QUAR
TZ D IESEL 7000
10W 40
Q U
AR TZ 9000
5W 40
Q UAR
TZ 9000
5W 30*
AC TIV
A 7000
10W 40
AC TIV A 9000
5W 40
AC TIVA 9000
5W 30*
Q U
AR
TZ 7000
15W 50
U
LT R A
10W 40
U LT R A
5W 30*
U LT R ON
5W 40
U LT R O
N
0W 30
QUA R
TZ 7000
10W 40
Q U
AR TZ 9000
0W 40
Q U
AR TZ 9000
5W 40
Q U
AR TZ 9000
5W 30*
TOTALCOMMERCIèLE BENAMINGEN VAN DE GOEDGEKEURDE EN AANBEVOLEN SMEERMIDDELEN VOOR MOTOREN IN EUROPA (1)
(1) Minimale kwaliteitseis: Benzinemotoren: ACEA A3 en API SH/SJ, Dieselmotoren: ACEA B3 en API CF/CD
- ACEA =Association des Constructeurs EuropŽens Automobiles - API =American Petroleum Institute.
Bij gebruik van motorolie die niet vodoet aan de norm ACEA A3-B3 is het noodzakelitjk het onderhoudsschema ÇBijzondere gebruiksomstandighedenÈ te volgen met de korte intervallen. * Deze brandstofbesparende olie mag alleen worden gebruikt in motoren die hiervoor geschikt zijn (vanaf modeljaar 2000).
DIESEL
DIESEL
BENZINE BENZINE
24
Page 33 of 127

UW 306 IN DETAIL57
Toets Functie
AT AIn-/uitschakelen van voorrang voor verkeersinformatie.
B RDS In-/uitschakelen RDS-functie. Langer dan 2 seconden indrukken: in-/uitschakelen van regionaal programma.
C BND/AST Selectie van golflengte FMI, FMII, FMIII, AM.Langer dan 2 seconden indrukken: automatisch opslaan van voorkeuzezenders (autostore-functie).
D SRC Selectie van geluidsbron: radio, cassettespeler of CD*-wisselaar.
Langer dan 2 seconden indrukken: random-functie CD*-wisselaar.
E Geheel indrukken: versneld terugspoelen van cassette.
F Geheel indrukken: versneld vooruitspoelen van cassette.
E + F Gedeeltelijk indrukken: omkeren van afspeelrichting van cassette. Geheel indrukken: uitwerpen van cassette.
G In oplopende volgorde afstemmen.
H In aflopende volgorde afstemmen.
I AUDIO Instellen van bassen, hoge tonen, loudness, balans en fader.
J Automatisch afstemmen in oplopende volgorde. Opzoeken van volgende nummer op CD*.
K Automatisch afstemmen in aflopende volgorde.Opzoeken van vorige nummer op CD*.
L MAN Handmatige/automatische werking van toetsen Jen K.
M In-/uitschakelen van autoradio. Volumeregeling.
1 t/m 6 Kiezen van voorkeuzezenders.
Langer dan 2 seconden indrukken: opslaan van zender.Selecteren van een CD*.
jjj
kkk
jjjkkk
k
j
* Leverbaar als accessoire.
Page 36 of 127

60
UW 306 IN DETAIL
Balansregeling (verdeling links/rechts) Druk, zodra er Ò BALÓ wordt aangegeven, op de toetsen Ò GÓ of Ò HÓ om de balans in te stellen.
Met de toets Ò GÓ wordt de weergave rechts versterkt.
Met de toets Ò HÓ wordt de weergave links versterkt.
RADIO Opmerkingen over de radio-ontvangst
Een autoradio moet onder heel andere omstandigheden functioneren dan een radio in huis. De ontvangst van AM (middengolf) en FM-zenders (frequentiemodulatie) kan door diverse oorzaken worden gestoord. Dit ligt niet aande kwaliteit van het apparaat, maar aan de opbouw van de radiosignalen en de wijze van verzenden.
Bij AM-zenders kunnen er storingen optreden als er onder hoogspanningskabels, in tunnels of onder viaducten wordt gereden.
Bij FM-zenders kunnen de afstand van de zender, reflectie van het signaal door grote obstakels (bergen, gebou- wen enz.) en het zenderbereik oorzaak zijn van een mindere ontvangst. Selecteren van radio Druk meermaals op de toets " SRC" om de radio te selecteren.
Selecteren van golflengteDruk (meermaals) kort op de toets " BND/AST" om de gewenste golflengte (FMI, FMII, FMIII of AM) te selecteren.
Automatisch afstemmenDruk kort op de toets " J" of " K" om naar de volgende respectievelijk vorige zender te luisteren. Als ŽŽn van beide
toetsen wordt vastgehouden, blijft de radio in de gekozen volgorde frequenties afzoeken. Het zoeken stopt zodra de toets wordt losgelaten.
Als de functie TA (verkeersinformatie) is geselecteerd, worden alleen zenders die dit soort programmaÕs uitzen- den geselecteerd. Bij het scannen wordt er eerst naar de sterkste zenders gezocht (gevoeligheid " LO"), vervol-
gens ook naar de zwakkere en verder verwijderde zenders (gevoeligheid " DX").
Page 37 of 127

60
UW 306 IN DETAIL
Balansregeling (verdeling links/rechts) Druk, zodra er Ò BALÓ wordt aangegeven, op de toetsen Ò GÓ of Ò HÓ om de balans in te stellen.
Met de toets Ò GÓ wordt de weergave rechts versterkt.
Met de toets Ò HÓ wordt de weergave links versterkt.
RADIO Opmerkingen over de radio-ontvangst
Een autoradio moet onder heel andere omstandigheden functioneren dan een radio in huis. De ontvangst van AM (middengolf) en FM-zenders (frequentiemodulatie) kan door diverse oorzaken worden gestoord. Dit ligt niet aande kwaliteit van het apparaat, maar aan de opbouw van de radiosignalen en de wijze van verzenden.
Bij AM-zenders kunnen er storingen optreden als er onder hoogspanningskabels, in tunnels of onder viaducten wordt gereden.
Bij FM-zenders kunnen de afstand van de zender, reflectie van het signaal door grote obstakels (bergen, gebou- wen enz.) en het zenderbereik oorzaak zijn van een mindere ontvangst. Selecteren van radio Druk meermaals op de toets " SRC" om de radio te selecteren.
Selecteren van golflengteDruk (meermaals) kort op de toets " BND/AST" om de gewenste golflengte (FMI, FMII, FMIII of AM) te selecteren.
Automatisch afstemmenDruk kort op de toets " J" of " K" om naar de volgende respectievelijk vorige zender te luisteren. Als ŽŽn van beide
toetsen wordt vastgehouden, blijft de radio in de gekozen volgorde frequenties afzoeken. Het zoeken stopt zodra de toets wordt losgelaten.
Als de functie TA (verkeersinformatie) is geselecteerd, worden alleen zenders die dit soort programmaÕs uitzen- den geselecteerd. Bij het scannen wordt er eerst naar de sterkste zenders gezocht (gevoeligheid " LO"), vervol-
gens ook naar de zwakkere en verder verwijderde zenders (gevoeligheid " DX").