Peugeot 307 SW 2002 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2002, Model line: 307 SW, Model: Peugeot 307 SW 2002Pages: 137, PDF Size: 1.5 MB
Page 51 of 137

UW 307 SW IN DETAIL51
VENTILATIE 1. Uitstroomopeningen voorruitontwaseming.
2. Uitstroomopeningen zijruitontwaseming.
3. Zijventilatieroosters.
4. Middelste ventilatieroosters.
5. Uitstroomopening voor beenruimte voor.
6. Uitstroomopening voor beenruimte achter.
Gebruiksadviezen Zet de luchttoevoer ver genoeg open voor een optimale verversing van de lucht in het interieur. In de stand "OFF"komt
er geen buitenlucht meer in het interieur. Opmerking: gebruik de stand "OFF"alleen indien nodig (kans op beslaan van de ruiten).
Let er voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur op dat de luchtinlaatroosters, de uitstroomopenin- gen in de auto, de luchtkanalen onder de voorstoelen en de ventilatieopeningen in de bagageruimte vrij blijven. Zorgervoor dat het pollenfilter in een goede staat verkeert.
Page 52 of 137

UW 307 SW IN DETAIL
52
AIRCONDITIONING
1. Airconditioning
De airconditioning kan tijdens alle sei- zoenen gebruikt worden. Het systeemstelt u in staat de temperatuur in hetinterieur `s zomers te verlagen enzorgt in de winter bij temperaturenboven 0 ¡C voor een snelle ontwase-ming van beslagen ruiten.
Druk de schakelaar in, het ver-klikkerlampje gaat branden. De airconditioning werkt niet alsde knop voor de regeling van deluchtopbrengst op "OFF" staat. Opmerking:
Condensvorming in de
airconditioning kan ertoe leiden dat er zich een klein plasje water onderde auto vormt, dit is een normaal ver-schijnsel. 2. Temperatuurregeling Naar behoefte in te stellen.
Page 53 of 137

UW 307 SW IN DETAIL53
4. Regeling luchtopbrengst Draai de knop in ŽŽn van de vier standen om degewenste luchtopbrengst teverkrijgen.
5. Toevoer van buitenlucht Bij het indrukken van knop5wordt de lucht in het inter-
ieur gerecirculeerd. Hetverklikkerlampje gaat bran-
den. Deze stand dient om de toevoervan buitenlucht bij stank en stofover-last af te sluiten. Als deze stand gebruikt wordt terwijl de airco is ingeschakeld, wordt decapaciteit van de airco vergroot. Als deze stand bij vochtig weer wordt gebruikt, bestaat het risico dat de rui-ten beslaan. Zet de knop 5, zodra de omstandig-
heden dit toelaten, weer in de stand toevoer buitenlucht, om het beslaanvan de ruiten te voorkomen. Hierbijdooft het verklikkerlampje.
3. Luchtverdeling
Luchtstroom naar voorruit enzijruiten (ontwasemen - ont-dooien).
Ga voor het snel ontwasemen vande voorruit en de zijruiten als volgt tewerk:
- stel de temperatuur en de luchtop- brengst in op maximaal,
- sluit de middelste ventilatieroos- ters,
- zet de knop van de luchttoevoerre- geling 5in de stand "Toevoer van
buitenlucht" (zodra knop 5wordt
losgelaten, gaat het verklikker- lampje uit),
- schakel de airconditioning in door op de toets A/C te drukken.
Luchtstroom naar voorruit,portierruiten en beenruimte.
Luchtstroom naar de been-ruimte. Luchtstroom alleen naar
interieur (linker, rechter enmiddelste ventilatieroos-ters). 6. Achterruitverwarming
Druk de schakelaar bijdraaiende motor in om deachterruitverwarming en deverwarming van de buiten-spiegels in te schakelen.
De achterruitverwarming gaat na ca.12 minuten automatisch uit. Druk nogmaals op de schakelaar om de achterruitverwarming opnieuwgedurende 12 minuten in te schake-len. Druk de schakelaar nogmaals in om de achterruitverwarming eerder uit teschakelen. Belangrijke voorzorgsmaatregelen Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan om hetsysteem in perfecte staat te houden. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem in
dat geval door uw PEUGEOT-servi-cepunt controleren. Opmerking: laat de ventilatieroos-
ters open staan voor een optimale werking van de airconditioning.
Page 54 of 137

UW 307 SW IN DETAIL
54
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING
Automatische werking
1. Temperatuurregeling De gekozen temperatuur wordt weergegeven. Drukop de pijltjestoetsen omde instelling te wijzigen.Instelling op ongeveer 21biedt een optimaal com-fort. 2. Automatisch programma
"comfort"
Druk op de toets "AUTO".Het systeem regelt de lucht-gesteldheid in het interieurautomatisch aan de hand
van de ingestelde temperatuur.Hiervoor regelt het systeem de tem-
peratuur, de luchtopbrengst, deluchtverdeling naar de luchtroostersen schakelt het indien nodig de air-conditioning in. 3. Automatisch programma
"zicht"
In sommige gevallen kanhet programma "comfort"niet toereikend blijken omde ruiten condens- en ijsvrij
te houden (vocht, veel inzittenden,vorst...). Kies dan het automatischprogramma "zicht" om de ruiten snelte ontwasemen.
Page 55 of 137

UW 307 SW IN DETAIL55
Handmatig verstellen Al naar gelang uw wensen kunt u de automatische bediening van het sys-teem handmatig aanpassen. De ove-rige functies worden automatischgeregeld. Bij het indrukken van de
toets "AUTO" zal het systeem weervolledig automatisch functioneren.
4. Airconditioning
Bij het indrukken van deze toets wordt de airconditio-ning uitgeschakeld. De aan-duiding "ECO" ver-
schijnt op de display. Druk
de toets nogmaals in om de automa-tische werking van de airconditioningte hervatten. De aanduiding "A/C"
verschijnt op de display. Opmerking Condensvorming in de airconditio- ning kan ertoe leiden dat er zich eenklein plasje water onder de autovormt, dit is een normaal verschijnsel.
5. Luchtverdeling
Druk deze toets herhaalde malen in om de luchtstroomte verdelen naar:
Ð de voorruit (ontwasemenof ontdooien), Ð de voorruit en de beenruimte,
Ð de beenruimte,
Ð de linker, rechter en middelste ven-
tilatieroosters en de beenruimte,
Ðde linker, rechter en middelste ven- tilatieroosters.
6. Luchtopbrengst De luchtopbrengst kan vergroot of ver-kleind worden doorrespectievelijk de
toetsen + of - in te drukken.
7. Toevoer van buitenlucht
Bij het indrukken van deze toets wordt de lucht in hetinterieur gerecirculeerd.Deze stand, aangegeven
op de display, dient om de toevoervan buitenlucht bij stank en stofover-last af te sluiten. Gebruik de luchtrecirculatie alleen als dit echt nodig is. Druk de toetsnogmaals in om de automatischetoevoer van buitenlucht te hervatten. 8. Uit
Bij het indrukken van detoets "OFF" wordt het sys-teem volledig uitgescha-keld.
9. Achterruitverwarming Druk op deze toets om deachterruitverwarming en deverwarming van de buiten-spiegels in te schakelen.De verwarming wordt auto-
matisch uitgeschakeld. Druk de toetsnogmaals in om de achterruitverwar-ming eerder uit te schakelen.
Belangrijke voorzorgsmaatregelen Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan omhet systeem in perfecte staat te hou-den. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem
in dat geval door uw PEUGEOT-ser-vicepunt controleren. Opmerking: laat de ventilatieroos-
ters open staan voor een optimale werking van de airconditioning.
Page 56 of 137

VOORSTOELEN
1. Verstelling in lengterichting.Til de beugel op en schuif de stoel in de gewenste stand.
2. Rugleuningverstelling Duw de handgreep naar achteren.
3. Hoogteverstelling bestuur- ders- en passagiersstoel:
Trek de hendel omhoog of duw deze omlaag tot de gewenstestand bereikt is.
4. Schakelaars stoelverwarming Druk de schakelaar in. De tempe-ratuur wordt automatisch gere-geld. Druk nogmaals op de schakelaar om de verwarming weer uit teschakelen. Opmerking: De geselecteerde
stand van de stoelverwarming blijft nadat het contact is afgezetnog twee minuten in het geheu-gen.
UW 307 SW IN DETAIL
56
Page 57 of 137

Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn verwij-derd; de hoofdsteunenmoeten zijn geplaatst encorrect zijn afgesteld.
5. Armsteunen v——rDeze zijn neerklapbaar en uit-
neembaar. Druk, om de armsteun te verwij- deren, op de knop tussen dearmsteun en de rand van de zit-ting en trek de armsteunomhoog.
6. Hoogte- en hoekverstelling hoofdsteun v——r
Trek de hoofdsteun naar voren en schuif deze gelijktijdig naarwens omhoog of omlaag. Zet, om de hoofdsteun te verwij- deren, deze in de hoogste stand,druk de lip met behulp van eenmuntstuk omhoog en trek dehoofdsteun gelijktijdig naar vorenen omhoog. Steek om de hoofd-steun terug te zetten de pennenin de openingen van de rugleu-ning tot de hoofdsteun op zijnplaats blijft. Actieve rugleuning
(voorstoelen)
De rugleuning is voorzien van eensysteem dat de zogenaamde whip-lash voorkomt. In het geval van een aanrijding zorgt de kracht van het lichaam op derugleuning ervoor dat de hoofdsteunnaar voren en omhoog komt, waar-door wordt voorkomen dat het hoofdeen sterke achterwaartse bewegingmaakt.
7. Opbergladen Onder beide voorstoelen heeft u de beschikking over een opberglade.
- Til de opberglade iets op en trek hem naar voren om de lade te ope- nen.
- Trek om de opberglade te verwij- deren de lade geheel open, til delade op en trek hem vervolgensgeheel naar buiten.
Plaats geen zware voorwerpen in deopbergladen. Onder de passagiersstoel is een speciale ruimte om een verbanddoosen een gevarendriehoek (kleinmodel) op te bergen.
8. Opklaptafeltje U heeft de beschikking over een opk- laptafeltje met bekerhouder in deachterkant van beide voorstoelen. HOOFDSTEUNEN ACHTER Zet de hoofdsteunen omhoog om ze te gebruiken en omlaag als de des-
betreffende zitplaats niet gebruiktwordt. De hoofdsteunen kunnen bovendien worden verwijderd.
Verwijderen: trek de hoofdsteun omhoog tot aan de aanslag en drukde blokkeerpal (buitenste stoel) of detwee nokken (middelste stoel) in.
UW 307 SW IN DETAIL
57
De juiste stand van de hoofd- steun is als de bovenzijdevan de hoofdsteun zich terhoogte van de bovenzijdevan het hoofd bevindt.
Page 58 of 137

Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn verwij-derd; de hoofdsteunenmoeten zijn geplaatst encorrect zijn afgesteld.
5. Armsteunen v——rDeze zijn neerklapbaar en uit-
neembaar. Druk, om de armsteun te verwij- deren, op de knop tussen dearmsteun en de rand van de zit-ting en trek de armsteunomhoog.
6. Hoogte- en hoekverstelling hoofdsteun v——r
Trek de hoofdsteun naar voren en schuif deze gelijktijdig naarwens omhoog of omlaag. Zet, om de hoofdsteun te verwij- deren, deze in de hoogste stand,druk de lip met behulp van eenmuntstuk omhoog en trek dehoofdsteun gelijktijdig naar vorenen omhoog. Steek om de hoofd-steun terug te zetten de pennenin de openingen van de rugleu-ning tot de hoofdsteun op zijnplaats blijft. Actieve rugleuning
(voorstoelen)
De rugleuning is voorzien van eensysteem dat de zogenaamde whip-lash voorkomt. In het geval van een aanrijding zorgt de kracht van het lichaam op derugleuning ervoor dat de hoofdsteunnaar voren en omhoog komt, waar-door wordt voorkomen dat het hoofdeen sterke achterwaartse bewegingmaakt.
7. Opbergladen Onder beide voorstoelen heeft u de beschikking over een opberglade.
- Til de opberglade iets op en trek hem naar voren om de lade te ope- nen.
- Trek om de opberglade te verwij- deren de lade geheel open, til delade op en trek hem vervolgensgeheel naar buiten.
Plaats geen zware voorwerpen in deopbergladen. Onder de passagiersstoel is een speciale ruimte om een verbanddoosen een gevarendriehoek (kleinmodel) op te bergen.
8. Opklaptafeltje U heeft de beschikking over een opk- laptafeltje met bekerhouder in deachterkant van beide voorstoelen. HOOFDSTEUNEN ACHTER Zet de hoofdsteunen omhoog om ze te gebruiken en omlaag als de des-
betreffende zitplaats niet gebruiktwordt. De hoofdsteunen kunnen bovendien worden verwijderd.
Verwijderen: trek de hoofdsteun omhoog tot aan de aanslag en drukde blokkeerpal (buitenste stoel) of detwee nokken (middelste stoel) in.
UW 307 SW IN DETAIL
57
De juiste stand van de hoofd- steun is als de bovenzijdevan de hoofdsteun zich terhoogte van de bovenzijdevan het hoofd bevindt.
Page 59 of 137

ACHTERSTOELEN
Verstelling in lengterichting*
Trek de beugel Aop en schuif de
stoel in de gewenste stand.
Vanaf de 3e zitrij kunt u aan de bandB trekken en de stoel in de gewens-
te stand zetten.Dit vergemakkelijkt het uitstappenvan de passagiers op de 3e zitrij,zeker als de stoelen van de 2e zitrijneergeklapt zijn. Rugleuningverstelling
Trek aan een van de twee banden C
(buitenste stoelen en extra stoelen) of aan de band E(middelste stoel)
en stel de gewenste hoek in. Laat de band los om de rugleuning te vergrendelen. Opmerking: twee banden Cof een
band Ebevinden zich bovendien aan
de achterzijde van elke stoel* om het neerklappen vanaf de 3e zitrij of debagageruimte mogelijk te maken. Opklappen van buitenste stoel: toegang tot de 3e zitrij: Zet de hoofdsteun in de laagste stand. Schuif de stoel zo ver mogelijk naar achteren
met de beugel A.
Klap de rugleuning op de zitting metde band C.
Opmerking: druk de rugleuning
tegen de zitting aan om de rugleu-ning in deze stand te vergrendelen(zoals bij verwijderen). Breng de knop Domhoog om de
achterste stoelbevestiging te ont- grendelen en klap de stoel op. uitstappen van de 3e zitrij of neerklappen vanuit debagageruimte: Zet de hoofdsteun in de laagste stand. Schuif de stoel zo ver mogelijk naar achteren
met de band B.
Klap de rugleuning op de zitting metde band C.
Opmerking: druk de rugleuning
tegen de zitting aan om de rugleu-ning in deze stand te vergrendelen(zoals bij verwijderen). Breng de knop Domhoog om de
achterste stoelbevestiging te ontgrendelen en klap de stoel op.
UW 307 SW IN DETAIL
58
Bevestig de spanbanden (in de kaartentas van de buitenste stoelen) voor het rijden:
- 2e zitrij: de ene kant aan het handvat H en de andere kant aan de hand-greep,
- 3e zitrij: de ene kant aan het handvat H en de andere kant aan de hand- greep van de achterste armleuning. * Behalve extra stoel.
Page 60 of 137

UW 307 SW IN DETAIL59
Middelste stoel als tafeltje installeren Zet de hoofdsteun in de laagste stand. Klap de rugleuning op de zitting met de band E.
De achterkant van de rugleuningdient nu als tafeltje met vier beker-houders, twee pennenhouders en
een documenthouder. Opklappen van middelstestoel Zet de hoofdsteun in de laagste stand. Schuif de stoel zo ver mogelijk naar achteren
met de beugel A.
Klap de rugleuning op de zitting metde band E.
Opmerking: druk de rugleuning
tegen de zitting aan om de rugleu-ning in deze stand te vergrendelen(zoals bij verwijderen). Breng de knop Domhoog om de
achterste stoelbevestiging te ont- grendelen en klap de stoel op. Bevestig de ene kant van de span- band (in de kaartentas van ŽŽnvan de voorstoelen) voor het rij-den aan het handvat H en de ande-re kant aan de handgreep. Opklappen van extra stoel Zet de hoofdsteun in de laagste stand. Klap de rugleuning op de zitting door de band
Ceerst omlaag en vervol-
gens naar voren of achteren te trek-ken. Opmerking: druk de rugleuning
tegen de zitting aan om de rugleu- ning in deze stand te vergrendelen. Breng de hendels Fomhoog om de
achterste stoelbevestiging te ont- grendelen. Bevestig de ene kant van de span- band (in de kaartentas van destoel) voor het rijden aan het sjo-roog H en de andere kant aan dehandgreep van de achterste arm-leuning.