PEUGEOT 308 2024 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2024, Model line: 308, Model: PEUGEOT 308 2024Pages: 280, PDF Size: 8.24 MB
Page 171 of 280

169
Praktische informatie
7Reizen naar het buitenlandDe tankpistolen voor het tanken van diesel
kunnen per land verschillen, waardoor kan een
tankbeveiliging op de auto ervoor kan zorgen dat
tanken niet mogelijk is.
Wanneer u naar het buitenland reist, raden wij u
aan om bij een PEUGEOT-dealer na te vragen
of de auto geschikt is voor de apparatuur in de
landen die u bezoekt.
Elektrische auto's -
algemene aanbevelingen
Deze aanbevelingen en algemene informatie
hebben betrekking op de volgende typen elektrische
auto's: hybride, plug-in hybride en elektrisch.
Hoogspanningssysteem
Spanning van een hoogspanningssysteem is gevaarlijk en kan brandwonden of ander
letsel en zelfs een dodelijke elektrische schok
veroorzaken.
Schade aan hoogspanningscomponenten is
niet zichtbaar en daarom raadt PEUGEOT het
volgende aan:
–
Raak de componenten niet aan, beschadigd
en onbeschadigd, en zorg dat sieraden of andere
metalen voorwerpen niet in aanraking komen met
deze componenten.
–
W
erk nooit aan de hoogspanningskabels
(paars of oranje) of aan andere
hoogspanningscomponenten die zijn gemarkeerd
met het label Elektrische risico. Werkzaamheden
aan het hoogspanningssysteem moeten worden
uitgevoerd door gekwalificeerde personen in
gekwalificeerde werkplaatsen, die toestemming
hebben om deze werkzaamheden uit te voeren.
–
De hoogspanningskabels (paars of oranje)
mogen nooit worden beschadigd, aangepast
of verwijderd, of losgekoppeld van het
hoogspanningsnetwerk.
–
De
klep van de tractiebatterij mag nooit worden
geopend, aangepast of verwijderd.
–
W
erk nooit met snij- of vormgereedschap,
of warmtebronnen in de buurt van
hoogspanningscomponenten en -kabels.
Wanneer het vloeistofniveau in het koelreservoir
laag is, mag het alleen worden bijgevuld in een
gekwalificeerde werkplaats door opgeleide
mensen, waarbij moet worden gecontroleerd of
de tractiebatterij niet lekt.
Werkzaamheden aan het hoogspanningssysteem
moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerde
personen in gekwalificeerde werkplaatsen, die
toestemming hebben om deze werkzaamheden
uit te voeren.
Schade aan de auto of de tractiebatterij kan
leiden tot lekkage van giftige gassen of vloeistof,
direct of later. PEUGEOT raadt het volgende aan:
–
Bij een incident moet u altijd bij de brandweer
en nooddiensten melden dat de auto is voorzien
van een tractiebatterij.
–
Raak vloeistoffen die uit de tractiebatterij
lekken nooit aan.– Adem gassen die uit de tractiebatterij komen
niet in, want deze zijn giftig.
–
Blijf niet in de buurt van de auto staan bij
een incident of ongeval, want de gassen die
vrijkomen zijn ontvlambaar en kunnen brand
veroorzaken.
Tractiebatterij
Oververhitting van de tractiebatterij
Als de volgende waarschuwingslampjes gaan
branden, samen met een melding en een
geluidssignaal, is het volgende vereist:
►
Zet de auto zo snel mogelijk stil onder veilige
omstandigheden.
►
Zet het contact af.
►
Stap zo snel mogelijk uit de auto en ga op veilige
afstand staan.
►
Bel de brandweer en/of nooddiensten en vertel
hen dat de auto een elektrische auto is.
Gevaar van overlijden / Risico van ernstig letsel
Er kan een kettingreactie ontstaan als een
tractiebatterij ontvlamt.
Bij schade aan de tractiebatterij Het is ten strengste verboden om zelf
werkzaamheden aan de auto uit te voeren.
Als er vloeistof uit de batterij komt, raak deze
dan nooit aan. Als dit toch gebeurt, spoel de huid
Page 172 of 280

170
Praktische informatie
dan grondig af met water en raadpleeg zo snel
mogelijk een arts.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of
een gekwalificeerde werkplaats om het systeem
te laten controleren.
De tractiebatterij afdanken
De tractiebatterij gaat gedurende de levensduur van
de auto mee als de aanbevelingen van PEUGEOT
worden gevolgd.
Wanneer de batterij moet worden vervangen, neem
contact op met de PEUGEOT-dealer voor informatie
over het afdanken ervan. Wanneer de batterij op de
verkeerde manier wordt afgedankt, bestaat de kans
van ernstige brandwonden, elektrische schokken en
schade aan het milieu.
In overeenstemming met de voorschriften zorgt
PEUGEOT ervoor dat deze component een tweede
leven krijgt of wordt gerecycled, in samenwerking
met gekwalificeerde bedrijven.
Hybridesysteem
Elektrisch systeem
Raadpleeg de Algemene adviezen voor elektrische voertuigen voor meer
informatie.
Het elektrische circuit van het hybridesysteem is te
herkennen aan de paarse kabels. De componenten
ervan zijn gemarkeerd met het volgende symbool:
De aandrijflijn van het hybridesysteem gebruikt een spanning van 48 V. Het
systeem kan heet zijn als het contact is aangezet
en vlak nadat het is uitgeschakeld.
Neem de waarschuwingsmeldingen op de labels
in acht.
Bij een aanrijding waarbij de airbags zijn geactiveerd
De tractiebatterij wordt automatisch van het
elektrische circuit losgekoppeld om kortsluiting
en/of brand te voorkomen.
Bij een klap tegen de onderzijde van de auto
In deze gevallen kan het elektrische circuit of de
tractiebatterij ernstig beschadigd raken.
Zet het voertuig zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats en zet het contact af.
Ga uit de buurt van de auto staan.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of
een gekwalificeerde werkplaats.
Wassen met hogedrukspuit Het is nadrukkelijk verboden om met een
hogedrukreiniger de motorruimte of de onderzijde
van de carrosserie te reinigen, omdat er anders
schade aan elektrische componenten kan
ontstaan.
Gebruik een druk van maximaal 80 bar wanneer
u de carrosserie wast.
Tractiebatterij
In de Li-ion-tractiebatterij (lithiumion) van 48 V wordt
de elektrische energie voor het aandrijven van de
auto opgeslagen.
De tractiebatterij wordt automatisch opgeladen,
zodat de batterijlading altijd op ongeveer 50%
van het maximumniveau ligt; dan kunnen de
hybridefuncties optimaal worden gebruikt en is
er altijd voldoende capaciteit om energie terug te
winnen.
Deze batterij bevindt zich onder de stoel linksvoor.
De actieradius van de tractiebatterij is afhankelijk
van de rijstijl, de route en de veroudering van de
componenten van de tractiebatterij.
De veroudering van de tractiebatterij is afhankelijk van diverse factoren, zoals de
klimaatomstandigheden en de afgelegde afstand.
PEUGEOT raadt het volgende aan om de actieradius van uw auto en de
duurzaamheid van de tractiebatterij te
handhaven:
–
Zorg dat de auto niet langer dan 24 uur wordt
blootgesteld aan temperaturen lager dan -30 °C
en hoger dan +60 °C.
Page 173 of 280

171
Praktische informatie
7– Gebruik geen generator om de tractiebatterij
van de auto op te laden.
Auto langer dan 1 maand in opslag Zorg dat de auto altijd gestald staat bij een
temperatuur tussen -10 °C en +30 °C (wanneer
u de auto op een plek met extreme temperaturen
stalt, kan de tractiebatterij beschadigd raken).
Laad de tractiebatterij (48 V) altijd op met behulp
van de hulpaccu (12 V) en de DC/DC-omvormer.
Zie het hoofdstuk 12V-accu(s) voor het laden
van de accu's met een acculader.
Plug-in hybride of
elektrische auto's -
specifieke aanbevelingen
Deze aanbevelingen en specifieke informatie gelden
alleen voor plug-in hybride en elektrische auto's.
Hierin staat welke bedieningseenheid (modus
2) nodig is om het standaard opladen thuis uit te
voeren.
Dit label mag alleen door de brandweer en onderhoudsdiensten worden gebruikt bij
werkzaamheden aan de auto.
Andere personen mogen het apparaat op dit
label niet aanraken.
Voor plug-in hybride uitvoeringen
Voor elektrische uitvoeringen
Bij een aanrijding of beschadiging aan de onderzijde van de auto
In deze gevallen kan het elektrische circuit of de
tractiebatterij ernstig beschadigd raken.
Zet het voertuig zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats en zet het contact af.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of
een gekwalificeerde werkplaats.
Zorg dat er geen water of stof in de laadaansluiting of laadstekker komt - kans
op elektrocutie of brand!
U mag de laadstekker of -kabel nooit met natte
handen aansluiten of loskoppelen - kans op
elektrocutie!
Bij het wassen van de auto Controleer voordat u de auto gaat wassen
altijd of de laadklep goed is gesloten.
Was de auto niet tijdens het opladen van de
tractiebatterij.
Wassen met hogedrukspuit Het is nadrukkelijk verboden om met een
hogedrukreiniger de motorruimte of de onderzijde
van de carrosserie te reinigen, omdat er anders
schade aan elektrische componenten kan
ontstaan.
Gebruik een druk van maximaal 80 bar wanneer
u de carrosserie wast.
PEUGEOT raadt het volgende aan om de actieradius van uw auto en de
duurzaamheid van de tractiebatterij te
handhaven:
–
Laad de tractiebatterij van uw elektrische auto
niet elke dag volledig op (laad de tractiebatterij zo
vaak mogelijk tot maximaal 80% op).
–
Laat de batterij nooit helemaal leeglopen.
–
Zet de auto niet weg als de auto langere tijd
niet zal worden gebruikt (langer dan 12 uur)
Page 174 of 280

172
Praktische informatie
terwijl het laadniveau van de tractiebatterij laag
of hoog is. Een goed laadniveau ligt tussen 20
en 40%.
–
Laad de auto niet te vaak door snelladen op.
–
Zorg dat de auto niet langer dan 24 uur wordt
blootgesteld aan temperaturen lager dan -30 °C
en hoger dan +60 °C.
–
Laad de auto niet op bij temperaturen onder
nul (behalve als de auto langer dan 20
minuten
heeft gereden) of hoger dan +30 °C.
–
Gebruik de tractiebatterij van de auto niet om
energie te genereren.
–
Gebruik geen generator om de tractiebatterij
van de auto op te laden.
Voorzorgsmaatregelen
Plug-in hybride- of elektrische auto's zijn ontwikkeld
in overeenstemming met de richtlijnen voor
blootstellingslimieten voor elektromagnetische
velden, zoals uitgegeven door de International
Commission on Non-Ionizing Radiation
Protection
(ICNIRP - Richtlijnen 1998).
Dragers van pacemakers of vergelijkbare
apparaten
Als u een pacemaker of vergelijkbaar apparaat draagt, raadpleeg dan uw arts of de
fabrikant van het elektromedische apparaat voor
voorzorgsmaatregelen die u moet nemen of
instructies die u moet volgen om ervoor te zorgen
dat het apparaat goed werkt in een omgeving die
voldoet aan de aanbevelingen van de ICNIRP.
In geval van twijfel Opladen via een normaal stopcontact
of versneld opladen (type 2 of 3): blijf niet in
of in de buurt van de auto, of in de buurt van
de laadkabel of de laadeenheid, zelfs niet voor
korte tijd.
Snelladen (modus 4; Elektrisch): gebruik het
systeem niet zelf en komt niet in de buurt van
openbare snelladers. Verlaat het gebied en vraag
iemand anders om het voertuig op te laden.
Regeleenheid (mode 2)
POWER Groen: elektrische verbinding tot stand
gebracht; het laden kan beginnen.
CHARGE Knippert groen: bezig met laden of
voorverwarming geactiveerd.
Brandt permanent groen: laden voltooid.
FAULT Rood: storing; laden niet toegestaan of moet
onmiddellijk worden gestopt. Controleer of alle
aansluitingen in orde zijn en of de elektrische
installatie niet defect is.
Als het controlelampje niet uit gaat, neem dan
contact op met een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Als u de laadkabel in een normaal stopcontact
steekt, gaan alle controlelampjes kort branden.
Als er geen controlelampjes gaan branden,
controleer dan de zekering van het normale
stopcontact:
–
Als de zekering is gesprongen, neem dan contact
op met een elektricien om te controleren of uw
elektrische systeem geschikt is en om eventuele
reparaties uit te voeren.
–
Als de zekering niet is gesprongen, gebruik de
laadkabel dan niet meer en neem contact op met
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Label regeleenheid - Aanbevelingen
Lees voor gebruik het instructieboekje.
1.Bij verkeerd gebruik van deze laadkabel
kunnen er brand, schade aan eigendommen
en ernstig of dodelijk letsel door elektrocutie
ontstaan!
Page 175 of 280

173
Praktische informatie
72.Gebruik altijd een goed geaard stopcontact,
beschermd door een aardlekschakelaar van
30 mA.
3. Gebruik altijd een stopcontact met zekering,
geschikt voor de stroomsterkte van het
elektrische circuit.
4. Het gewicht van de regeleenheid mag niet
door het stopcontact, de stekker en de kabels
worden gedragen.
5. Gebruik deze laadkabel nooit als hij defect of
beschadigd is.
6. Probeer deze laadkabel nooit te repareren of
te openen. Deze kabel heeft geen onderdelen
die kunnen worden gerepareerd - vervang de
laadkabel als deze beschadigd is.
7. Dompel deze laadkabel nooit onder in water. 8.
Gebruik deze laadkabel nooit met een
verlengsnoer, een multistekker, een
omvormeradapter of een beschadigd
stopcontact.
9. Stop het laden niet door de stekker uit het
stopcontact te trekken.
10. Als de laadkabel of het stopcontact zeer heet
aanvoelen, moet u onmiddellijk stoppen met
laden door de auto met de afstandsbediening te
vergrendelen en daarna te ontgrendelen.
11 . Deze laadkabel bevat onderdelen die
elektrische bogen of vonken kunnen
veroorzaken. Stel deze kabel niet bloot aan
ontvlambare dampen.
12. Gebruik deze laadkabel alleen bij auto's van het
merk PEUGEOT.
13. U mag de stekker nooit met natte handen in het
stopcontact steken of eruit halen. 14.
Forceer de stekker niet als deze op de
aansluiting van de auto is vergrendeld.
Label regeleenheid - Status van
controlelampjes
Status van
controlelampje
Uit
Aan
Knippert
POWER CHARGE FAULT PictogramBeschrijving
Niet aangesloten op de voedingsbron of het stroomnet
levert geen stroom.
(groen)
(groen)
(rood)
De regeleenheid voert momenteel een zelftest uit.
(groen)
Alleen aangesloten op het stroomnet of op het
stroomnet en de elektrische auto (EV), maar er wordt
niet opgeladen.
Page 176 of 280

174
Praktische informatie
POWERCHARGE FAULT PictogramBeschrijving
(groen)
(groen)
Aangesloten op de voedingsbron en op de elektrische
auto (EV)
De elektrische auto wordt opgeladen of is bezig met
de voorverwarming/-koeling van het interieur.
(groen)
(groen)
Aangesloten op de voedingsbron en op de elektrische
auto (EV)
De elektrische auto wacht op opladen of de elektrische
auto is opgeladen.
(rood)
Storing in de regeleenheid. Laden niet toegestaan.
Als het storingslampje weer gaat branden na een
handmatige reset, dan moet de regeleenheid worden
gecontroleerd door een PEUGEOT-dealer voordat de
auto weer wordt opgeladen.
(groen)
(groen)
(rood)
De regeleenheid staat in de diagnosestand.
Procedure voor handmatige reset
De regeleenheid kan worden gereset door de laadstekker en de stekker in \
het stopcontact tegelijkertijd los te koppelen.
Sluit daarna eerst het stopcontact weer aan. Zie de handleiding voor mee\
r informatie.
Plug-in hybridesysteem
Elektrisch systeem
Zie voor meer informatie de algemene aanbevelingen inzake elektrische auto's
en de specifieke aanbevelingen inzake plug-in
hybride- of elektrische auto's.
Het elektrische circuit van het plug-in
hybridesysteem is te herkennen aan de oranje
kabels. De componenten ervan zijn gemarkeerd met
het volgende symbool:
Page 177 of 280

175
Praktische informatie
7De aandrijflijn van het plug-in hybridesysteem gebruikt een spanning van
240 tot 400
V. Het systeem kan heet zijn als het
contact is aangezet en vlak nadat het is
uitgeschakeld.
Neem de waarschuwingsmeldingen op de labels,
vooral op de klep in de laadaansluiting, in acht.
Tractiebatterij
In de Li-ion-tractiebatterij (lithiumion) wordt de
elektrische energie voor het aandrijven van de auto
opgeslagen.
Deze bevindt zich in de bagageruimte.
De actieradius van de tractiebatterij is afhankelijk
van de rijstijl, de route, het gebruik van de
verwarmings- en airconditioningssystemen, en
de veroudering van de componenten van de
tractiebatterij.
De veroudering van de tractiebatterij is afhankelijk van diverse factoren, zoals de
klimaatomstandigheden en de afgelegde afstand.
Klep van de laadaansluiting
De klep van de laadaansluiting bevindt zich aan de
zijkant linksachter van de auto.
1. Toets voor inschakelen van geprogrammeerd
laden
2. Controlelampje ter bevestiging dat de
laadstekker in de laadaansluiting is vergrendeld.
Permanent rood: laadstekker goed geplaatst en
vergrendeld.
Knipperend rood: laadstekker niet goed geplaatst
of vergrendelen niet mogelijk.
3. Laadaansluiting
4. Lichtgeleiders
Status van de
lichtgeleiders Betekenis
Wit, permanent Verlichting wanneer de klep wordt geopend
Status van de
lichtgeleidersBetekenis
Blauw,
permanent Geprogrammeerd laden
Groen,
knipperend Laden bezig
Groen,
permanent Laden voltooid
Rood,
permanent Storing
Bij een schok (zelfs een lichte schok) tegen
de klep van de laadaansluiting mag deze
niet meer worden gebruikt.
U mag de laadaansluiting niet demonteren of
aanpassen; elektrocutie- en/of brandgevaar!
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of
een gekwalificeerde werkplaats.
Laadkabels, aansluitingen en
laders
De tractiebatterij kan met verschillende soorten
kabels worden opgeladen.
De bij de auto meegeleverde laadkabel is geschikt
voor gebruik met de elektrische installaties van het
land waar de auto is verkocht. Wanneer u naar het
buitenland reist, raadpleeg dan de volgende tabellen
om te controleren of de laadkabel ook met lokale
elektrische installaties kan worden gebruikt.
Page 178 of 280

176
Praktische informatie
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats om de juiste laadkabel(s)
te verkrijgen.
Identificatielabels op laadstekkers /
-aansluitingen
Er zijn identificatielabels op de auto, laadkabel en
lader aangebracht, om de gebruiker te informeren
over welk apparaat moet worden gebruikt.
De identificatielabels geven het volgende aan:
Identificatielabel LocatieConfiguratieVoedingstype / spanningsbereik
C
Laadaansluiting (zijde auto) TYPE 2AC
< 480 Vrms
C
Laadstekker (zijde lader) TYPE 2AC
< 480 Vrms
Page 179 of 280

177
Praktische informatie
7Verschillende laadtypes
Type kabelCompatibiliteitSpecificaties
Laadkabel type 2 met geïntegreerde regeleenheid
Identificatielabel (C ) op de laadaansluiting (zijde auto). Standaard stopcontact (afhankelijk van het land).
Laden beperkt tot maximaal 10 A.
Stopcontact van het type "Green'Up".
Laden beperkt tot maximaal 16 A.
Laadkabel type 3
Identificatielabels (C ) op de laadaansluiting (zijde auto)
en op de stekker (zijde lader). Aansluiting voor snellader.
Laden beperkt tot maximaal 32 A.
W
allbox-snellader.
Page 180 of 280

178
Praktische informatie
De geschatte laadtijd wordt op het instrumentenpaneel aangegeven als de
auto is aangesloten. Deze tijd is afhankelijk van
diverse factoren, zoals de buitentemperatuur of
kwaliteit van het stroomnet.
Als de buitentemperatuur lager dan -10 °C is,
is het raadzaam om de auto zo snel mogelijk
aan te sluiten, omdat de laadtijd aanzienlijk kan
toenemen. De tractiebatterij kan mogelijk niet
volledig opladen.
Kabel voor opladen via een normaal stopcontact (type 2)
Het is belangrijk dat de kabel niet beschadigd is
en intact blijft.
Een beschadigde kabel mag u niet meer
gebruiken. Neem in dat geval contact op met
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats om de kabel te laten vervangen.
Snellader (type 3) U mag de snellader niet demonteren of
aanpassen; elektrocutie- en/of brandgevaar!
Zie de gebruikersinstructies van de snellader
voor het gebruik ervan.
De tractiebatterij opladen
( plug-in hybride)
Werkingsprincipe
Zie voor meer informatie de algemene
aanbevelingen inzake elektrische auto's
en de specifieke aanbevelingen inzake plug-in
hybride- of elektrische auto's.
Wanneer u de tractiebatterij volledig wilt opladen,
moet u de laadprocedure zonder onderbrekingen
volgen totdat de procedure automatisch wordt
beëindigd. Het laden kan direct beginnen
(standaard) of op een geprogrammeerd tijdstip.
Het geprogrammeerd laden kan via het touchscreen of de MYPEUGEOT APP-app
worden ingesteld.
Als de auto is aangesloten, wordt de volgende
informatie weergegeven op het instrumentenpaneel:
–
Laadtoestand tractiebatterij (%).
–
Resterende actieradius (km of mijl).
–
Geschatte laadtijd (het berekenen kan enkele
seconden duren).
–
Laadsnelheid (toegevoegde actieradius per uur in
mijl of km).
Nadat het instrumentenpaneel in stand-by is
gegaan, kan deze informatie opnieuw worden
weergegeven door de auto te ontgrendelen of een
portier te openen.
U kunt de voortgang van het laden ook in de gaten houden met de MYPEUGEOT
APP-app.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de op afstand bedienbare
aanvullende functies.
Lounge-stand Wanneer de auto is aangesloten, kan het
contact worden aangezet en kunnen bepaalde
functies zoals de audio- en telematicasystemen
en de airconditioning een paar uur worden
gebruikt.
Laag laadniveau / Rijden Wanneer de auto rijdt terwijl het laadniveau
van de tractiebatterij te laag is, kan de auto
stilvallen, met ongevallen of ernstig letsel tot
gevolg. Zorg er ALTIJD voor dat de tractiebatterij
voldoende is opgeladen.
Laag laadniveau / Parkeren Als de buitentemperatuur lager dan 0
graden is, raden wij u aan om de auto niet enkele
uren met een laag laadniveau (minder dan 20%)
buiten te parkeren.
Auto langer dan 1 maand in opslag Wanneer de auto langere tijd niet wordt
gebruikt (langer dan 4 weken) zonder de
mogelijkheid om op te laden bij het starten, zorgt
de zelfontlading dat de auto niet kan worden