Peugeot 406 2003 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2003, Model line: 406, Model: Peugeot 406 2003Pages: 177, PDF Size: 2.47 MB
Page 91 of 177

17-02-2003
Achterbank break Achterbank neerklappen :
- Verwijder de hoofdsteunen door opde pallen van de geleiders te drukken.
- Klap de zitting met de riem omhoog, tegen de rugleuning vande voorstoelen. - Steek de gespen van de veilig-
heidsgordels van de buitenstezitplaatsen in de houders ombeschadiging van de gordels bij hetneerklappen van de rugleuning tevoorkomen.
- Ontgrendel de rugleuning door op knop 1te drukken. De rode verklik-
ker Awordt nu zichtbaar.
- Klap de rugleuning voorzichtig neer om te voorkomen dat de mid-delste veiligheidsgordel geblok-keerd raakt.
Let er bij het weer rechtop plaatsenvan de rugleuning op, dat deze goedin de vergrendeling valt (rode verklik-ker Aniet meer zichtbaar). Als de achterbank slechts 1/3 wordtneergeklapt en er ook nog achter-passagiers worden vervoerd, neemdan de gesp van de middelste
veiligheidsgordel uit de houder.
UW 406 IN DETAIL
115
LET OP
Demonteer de rugleuning van de achterbank van de break niet.
Deze is voorzien van veren die verwondingen kunnen veroorzaken.
Raadpleeg uw PEUGEOT- servicepunt als u
de rugleuning wilt demonteren.
Page 92 of 177

17-02-2003
Achterbank 3e
zitrij familiale
Gebruik de achterbank op de 3 e
zitrij niet als de achterbank op de 2 e
rij is neergeklapt.
Opklappen :
Ð Verwijder de hoedenplank.
Ð Klap het paneel Amet behulp van
de handgreep omhoog.
Ð Trek de rugleuning Baan de
hoofdsteunen omhoog. Ð Druk de rugleuning stevig vast,
waarbij u de zitting omhoog houdt.
Ð Kantel vervolgens de zitting naar beneden en let op dat deze in de vergrendelingen Cvalt. Opbergen : Plaats de sluitingen van de veilig- heidsgordels in de houders. Klap de zitting omhoog uit de vergrendelingen
C.
Houd de rugleuning vast aan dehoofdsteunen en laat de zittingsamen met de rugleuning zakken. Het geheel past in het opbergvak in
de koffervloer. Druk op de uiteinden van het paneel A om het te sluiten.
UW 406 IN DETAIL
116
Installeer geen kinderzitje op de derde zitrij.
Page 93 of 177

17-02-2003
UW 406 IN DETAIL
118
Voorschriften met betrekking tot het vervoer van kinderen op depassagiersstoel** Kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet met het kinderzitje in de rijrich-ting op de passagiersstoel wordenvervoerd, behalve als de achterzit-plaatsen al bezet zijn door anderekinderen of als de achterbank nietbruikbaar is (verwijderd, neerge-klapt). Zet in dat geval de passa-giersstoel in de achterste stand enschakel de airbag niet uit. Het kinderzitje mag voor kinderen tot 13 of 18 kg wel tegen de rijrich-ting in worden aangebracht. In dezestand is het verplicht de airbag aanpassagierszijde uit te schakelen.
ALGEMENE INFORMATIE MET BETREKKING TOT KINDERZITJES
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van uw auto veel aandacht heeft besteed aan veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun veiligheid natuurlijk ook afhan-kelijk van u zelf.
Volg voor een optimale veiligheid de volgende adviezen op:
- Sinds 1992 dienen kinderen jonger dan 10 jaar in gehomologeerde*, aan
het lichaamsgewicht aangepaste kinderzitjes op met veiligheidsgordels
uitgeruste plaatsen te worden vervoerd. Het kinderzitje voldoet aan de wettelijke bepalingen als het is voorzien van een
oranje etiket met de gewichtsgroep en het homologatienummer.
- Kinderen van minder dan 9 kg moeten zowel voor- als achterin tegen derijrichting in worden vervoerd. PEUGEOT adviseert u uw kind tegen derijrichting te vervoeren totdat het 2 jaar is.
- Statistisch gezien is de veiligste plaats voor een kinderzitje een plaats opde achterbank van uw auto .
- Als uw kind op een zitverhoging zit, controleer dan of de heupgordel goed over de bovenbenen van het kind ligt. De schoudergordel dient over de schouder
van het kind te liggen, zonder de hals te raken. PEUGEOT raadt u aan eenzitverhoging met rugleuning en gordelgeleider te gebruiken.
- Vergeet bij het vastmaken van de veiligheidsgordel of het tuigje van het kinderzitje niet om de speling tussen de gordel of het tuigje en het lichaam
van het kind tot een minimum te beperken .
* Volgens de wettelijke bepalingen.
** Raadpleeg de wettelijke bepalingen van uw land voor de voorschriften met betrekking tot het vervoer van kinderen op de passagiersstoel voor.
Page 94 of 177

17-02-2003
UW 406 IN DETAIL119
ISOFIX-BEVESTIGINGEN Het 1/3 gedeelte van de achterbank is voorzien van
ISOFIX-bevesti-
gingspunten . Het betreft 2 bevesti-
gingsogen tussen de rugleuning en
de zitting van de desbetreffendezitplaats. ISOFIX-kinderzitjes zijn voorzien
van 2 vergrendelingen, die aan de bevestigingsogen worden bevestigd.
Een ISOFIX-kinderzitje dat voor auto's
van het merk PEUGEOT is gehomo-
logeerd en via het PEUGEOT-dealer-netwerk wordt verkocht, is het KIDDY
ISOFIX- zitje*. Plaats dit kinderzitje
voor kinderen tot 13 kg tegen derijrichting in en voor kinderen van 9 tot18 kg met het gezicht in de rijrichting. Schuif, als het kinderzitje op de voorstoel tegen de rijrichting inwordt bevestigd, de voorstoel zovermogelijk naar voren, zodat het kin-derzitje het dashboard (bijna) raakt. Zet voor een kinderzitje dat in de rij- richting op de achterbank is gemon-teerd de voorstoel in de middelstestand, met de rugleuning rechtop.
Het KIDDY ISOFIX-kinderzitje kan tevens op plaatsen zonder ISOFIX-bevestigingen worden aangebracht.Het is in dat geval verplicht hetkinderzitje met de driepuntsgordelaan de achterbank te bevestigen,ongeacht of het in de rijrichting oftegen de rijrichting in wordtgeplaatst.
Als het KIDDY ISOFIX-kinderzitje tegen de rijrichting in op de voor-stoel wordt geplaatst, is hetverplicht de airbag aan passa-gierszijde uit te schakelen.
Volg bij het plaatsen van het kinderzitje de gebruiksaanwijzingvan de fabrikant van het zitje. Raadpleeg het "Overzicht bevesti- ging kinderzitjes" voor het plaatsenvan een kinderzitje.
* De ISOFIX-bevestigingspunten van uw auto zijn uitsluitend geschikt voor de bevestiging van een door
PEUGEOT gehomologeerd en
via het PEUGEOT-dealernetwerkverkocht kinderzitje.
Page 95 of 177

17-02-2003
UW 406 IN DETAIL
120
DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN KINDERZITJES
Behalve ISOFIX-kinderzitjes levert PEUGEOT ook een uitgebreide reeks kinderzitjes die met de veiligheidsgordel kunnen worden vastgemaakt:
Groep 0+: Vanaf de geboorte tot 13 kg
L1 - "Britax Babysure": wordt zowel voorin als achterin met de rug in de rijrichting aangebracht en met een driepuntsgordelvastgemaakt. Als het zitje voorin is aangebracht, is het verplicht de airbag aan passagierszijde uit te schakelen en moet de passa- giersstoel in de middelste stand worden gezet.
Groep 1: Van 9 tot 18 kg
L2 - "Ršmer Prince": wordt op de achterzitting met een heupgordel of driepuntsgordel vastgemaakt. Omwille van de veiligheid van uw kinderen: gebruik het zitje en de gordelbeschermer nooit los van elkaar.
Groep 2: Van 15 tot 25 kg
L3 - "Ršmer Vario": wordt op de achterzitting met een heupgordel of driepuntsgordel vastgemaakt.
Page 96 of 177

17-02-2003
UW 406 IN DETAIL121
Laat nooit ŽŽn of meer kinderen
zonder toezicht in een auto achter. Laat nooit een kind of een dier in uw auto achter wanneer alle ruiten
gesloten zijn en de auto in de zon staat. Plaats zonneschermen voor de achterste zijruiten om uw jonge kinderen tegen de zonte beschermen. Laat de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de de auto. Schakel de airbag aan passagierszijde uit als een kinderzitje met de rug in de rijrichtingop de passagiersstoel wordt geplaatst.Anders kan een kind bij het afgaan van deairbag levensgevaarlijk gewond raken.
Volg alle aanwijzingen van de fabrikant met betrekking tot het plaatsen en het bevestigenvan het kinderzitje op. Deze zijn aangegevenin de desbetreffende gebruiksaanwijzing. Gebruik het kinderslot* om het per ongeluk openen van de achterportieren te voorkomen. Zorg er bovendien voor dat de portierruiten achter* niet verder dan voor 1/3 deel geo-pend worden.
* Volgens uitvoering.
Groep 2 en 3: Van 15 tot 36 kg
L4 - "Recaro Start": wordt op de achterzitting met een driepuntsgordel vastge- maakt. De hoogte en de breedte van de rugleuning alsmede de lengte van de zitting kunnen naar gelang de leeftijd en de grootte van uw kind wordenafgesteld.
L5 - "Klippan Optima": wordt op de achterzitting met een driepuntsgordel vastgemaakt.
Vanaf 6 jaar (ongeveer 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging.
Raadpleeg het "Overzicht bevestiging kinderzitjes" voor het plaatsen van een kinderzitje.
Page 97 of 177

17-02-2003
UW 406 IN DETAIL
122
OVERZICHT BEVESTIGING KINDERZITJES Conform de Europese wetgeving (Richtlijn 2000/3), geeft de onderstaande tabel de mogelijkheden voor de plaatsing van een kinderzitje aan, afhankelijk van de gewichtsgroep en de plaats in de auto:
U : Universeel kinderzitje met de rug in de rijrichting en met het gezicht in de rijrichting.
U (R) : Universeel kinderzitje met of zonder hoogteverstelling (volgens ¤ 3.3, appendix 2 van bijlage XVIII van de richtlijn 2000/3).
Volgens land van bestemming:
L1 : BRITAX Babysure E11 0344117 Universeel (tot 13 kg).
L2 : R…MER Prince E1 03301058 Universeel (9 - 18 kg).
L3 : R…MER Vario E1 03301120 Universeel (15 - 25 kg).
L4 : RECARO Start E1 03301108 Universeel (15 - 36 kg).
L5 : KLIPPAN Optima E17 030007 Universeel (15 - 36 kg).
L6 : KIDDY Isofix (rug in rijrichting) E1 03301123 en Universeel (tot 13 kg) (c)
.
L7 : KIDDY Isofix (gezicht in rijrichting) E2 030011 Universeel (9 - 18 kg)(c)
.
(a) Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg.
(b) Volgens de wettelijke voorschriften in uw land.
(c) Zie "Stoelen - ¤ Isofix-bevestigingen" voor het gebruik van een KIDDY kinderzitje met Isofix-bevestiging of als deze niet aanwezig is met de veiligheidsgordel. Gewichtsgroep (wettelijk)
Plaats
Groep 0(a)
tot 0+ Groep 1 Groep 2 Groep 3
< 13 kg 9 - 18 kg 15 - 25 kg 22 - 36 kg
Passagiersstoel v——r (b)
L1, L6 L2, L7 L3, L4, L5 L4, L5
zonder hoogteverstelling
Passagiersstoel v——r U (R) U (R) U (R) U (R)
met hoogteverstelling L1, L6 L2, L7 L3, L4, L5 L4, L5
Buitenste Sedan
L1, L6 L2, L7 L3, L4, L5 L4, L5
zitplaats achter BreakU, L1 U, L2 U, L3, L4, L5 U, L4, L5
Middelste Sedan
L1 L2 L3, L4, L5 L4, L5
zitplaats achter BreakU, L1 U,L2 U, L3, L4, L5 U, L4, L5
Page 98 of 177

17-02-2003
VEILIGHEIDSGORDELS Hoogteverstelling van de veiligheidsgordels v——r Druk knop 1in en verschuif het
bovenste bevestigingspunt.
Veiligheidsgordels omdoen
Trek aan de gordel en steek de gesp in de gordelsluiting. Veiligheidsgordels v——r metpyrotechnische gordelspannersen gordelkrachtbegrenzers Dankzij de toepassing van veilig- heidsgordels met gordelspanners engordelkrachtbegrenzers is de veilig-heid van de voorste inzittenden bijfrontale aanrijdingen nog verderverbeterd. De gordelspanners die-nen om, afhankelijk van de krachtvan de aanrijding, de veiligheidsgor-dels stevig tegen de lichamen van deinzittenden te trekken. De veiligheidsgordels met gordel- spanners werken alleen als hetcontact is aangezet. De gordelkrachtbegrenzer beperkt de kracht waarmee de gordel tegenhet lichaam van de inzittende getrok-ken wordt.
Veiligheidsgordels achter De zitplaatsen achter zijn voorzien van drie driepuntsgordels met oprol-automaat.
UW 406 IN DETAIL
123
De gordel heeft het meeste effect als dezestrak om het lichaamgedragen wordt.
De gordelspanners kunnen,afhankelijk van de aard en dekracht van de aanrijding, v——r enonafhankelijk van de airbagsafgaan. Het verklikkerlampje van de air- bag gaat in ieder geval branden. Laat het systeem na een aanrijding
controleren door een PEUGEOT-servicepunt. Het systeem is ontworpen om
10 jaar volledig operationeel tezijn. Laat het daarna vervangen.
Page 99 of 177

17-02-2003
SLEUTELS Met behulp van de sleutel kunnen de voorportieren en het dashboardkastjevergrendeld of ontgrendeld worden,kan de passagiersairbag worden uit-geschakeld en wordt het contactslotbediend. Centrale vergrendeling
Met behulp van de sleutel in het slot van het bestuurdersportier kunnen deportieren en de achterklep gelijktijdigvergrendeld of ontgrendeld worden.
Als ŽŽn van de voorÐ of achterportierengeopend is, werkt de centrale vergren-deling niet.
Met de afstandsbediening kunnendezelfde functies worden uitgevoerd.
Afstandsbediening
VergrendelenDruk op de knop Aom de auto te
vergrendelen.
UW 406 IN DETAIL 103
Het vergrendelen wordt bevestigd door het gedurende ongeveer tweeseconden branden van de richting-aanwijzers. Ontgrendelen Druk op de knop
Bom de auto te
ontgrendelen. Dit wordt bevestigd door het snel knipperen van de richtingaanwijzers. Opmerking : druk de knop van de
afstandsbediening niet buiten het bereik van de auto in. Hierdoor kanhet systeem buiten werking raken. Indat geval moet de afstandsbedieningopnieuw geprogrammeerd worden. ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING Deze diefstalbeveiliging blokkeert het motormanagementsysteem envoorkomt zo het starten van demotor bij een inbraak. In de sleutel is een chip aangebracht die over een specifieke codebeschikt. Bij het aanzetten van hetcontact moet de code van de sleutelworden herkend door de startblokke-ring, waarna de motor gestart kanworden. Raadpleeg,
bij een storing in het
systeem, zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
Lokaliseren van de autoOm de eerder vergrendelde auto te lokaliseren op een parkeerplaats :
druk op de knop A, de plafonniers
gaan branden en de knipperlichten knipperen gedurende enkeleseconden.
Waarschuwingssignaal sleutel Als het bestuurdersportier wordt geopend terwijl de sleutel nog in hetcontact steekt, klinkt er een geluids-signaal.
Page 100 of 177

17-02-2003
UW 406 IN DETAIL
104
Batterij van afstandsbediening vervangen Als de batterij leeg is, verschijnt in combinatie met een geluidssignaaleen melding op het multifunctionele
display. Wip het huis met een muntstuk bij het oog los om bij de batterij tekomen (CR 2016/3 V).
Als de afstandsbediening na hetvervangen van de batterij niet werkt,moet deze opnieuw geprogrammeerdworden.
Codekaart Op deze kaart staat de identificatie-
code die uw PEUGEOT-servicepuntnodig heeft bij werkzaamheden aande startblokkering. De code is afge-dekt, verwijder de film alleen als ditstrikt noodzakelijk is. Bewaar de codekaart op een veilige plaats buiten de auto. Herprogrammeren van de afstandsbediening
Zet het contact uit.
Zet het contact weer aan.
Druk direct op de knop A.
Zet het contact uit en verwijder de sleutel uit het contactslot. De
afstandsbediening werkt nu weer.