PEUGEOT 5008 2017 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2017, Model line: 5008, Model: PEUGEOT 5008 2017Pages: 404, PDF Size: 15.44 MB
Page 71 of 404

69
Elektrisch bedienbare ruiten
1.Links voor.
2. Rechts voor.
3. Rechts achter.
4. Links achter.
5. Blokkeerschakelaar elektrisch bedienbare
ruiten achter.
Handbediende werking
Duw of trek de schakelaar tot het zware punt
om de ruit te openen of sluiten. De ruit stopt
zodra de schakelaar wordt losgelaten.
Automatische werking
Antiklemvoorziening
Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit,
stopt de ruit en gaat deze direct gedeeltelijk
weer open.
Als de ruit niet wil sluiten, druk dan op de
schakelaar om de ruit helemaal te openen en
trek ver volgens de schakelaar omhoog tot de
ruit volledig is gesloten. Houd de schakelaar na
het sluiten nog ongeveer 1 seconde vast.
Tijdens deze handelingen is de
antiklemvoorziening uitgeschakeld. Duw of trek de schakelaar voorbij het zware
punt om de ruit te openen of te sluiten. Als u de
schakelaar hebt losgelaten, opent of sluit de
ruit volledig. Druk opnieuw op de schakelaar
om het openen of sluiten te stoppen.
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen
nog 45 seconden nadat het contact is
uitgezet, worden bediend.
Na die tijd kunnen de ruiten niet meer
worden bediend. Zet het contact aan om
de ruiten weer te kunnen bedienen.
Blokkering van de
ruitbediening achter
Druk, voor de veiligheid van uw kinderen, op
de schakelaar 5 om de ruitbediening achter,
ongeacht de stand van de ruiten, te blokkeren.
Ter bevestiging gaat het lampje in de
knop branden en wordt er een melding
weergegeven. Het lampje blijft branden zolang
de blokkering is ingeschakeld.
Het blijft mogelijk om de achterportierruiten via
het bedieningspaneel op het bestuurdersportier
te bedienen.
2
Toegang tot de auto
Page 72 of 404

70
Resetten van de
ruitbediening
Als de accu losgekoppeld is geweest, moet de
ruitbediening gereset worden.
Tijdens deze handelingen is de
antiklemvoorziening uitgeschakeld.
Voer de volgende procedure voor elke ruit uit:
-
l
aat de ruit volledig zakken en weer volledig
omhoog gaan. De ruit zal telkens een paar
centimeters hoger komen. Herhaal deze
procedure totdat de ruit volledig gesloten is;
-
h
oud de schakelaar na het sluiten nog
minimaal 1 seconde vast zodra de ruit
volledig is gesloten. Wanneer tijdens het bedienen van de ruit
iets tussen de ruit en de sponning bekneld
raakt, moet de ruit weer worden geopend.
Druk daar voor op de desbetreffende
schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan
passagierszijde bedient, moet hij/zij
er van verzekerd zijn dat niets het correcte
sluiten van de ruit hindert.
De bestuurder moet er van verzekerd zijn
dat de passagiers op de juiste manier
gebruik maken van de elektrische
ruitbediening.
Wees extra alert op kinderen, zodat deze
zich tijdens het bedienen van de ruit niet
kunnen bezeren.
Let op inzittenden en/of personen in de
buurt van de auto tijdens het sluiten van
de ruiten met de elektronische sleutel of
het 'Keyless entry and start'-systeem.
Panoramisch schuif-/
kanteldak
Het schuif-/kanteldak en het zonnescherm
kunnen met de schakelaars op de dakconsole
worden geopend en gesloten.
A.
Schakelaar van het zonnescherm.
B. Schakelaar van het schuif-/kanteldak.
Controleer of de op de allesdragers
gemonteerde accessoires of vervoerde
lading de beweging van het dak niet kunnen
hinderen.
Leg geen zware voor werpen op het vaste en
beweegbare deel van het schuif-/kanteldak.
Toegang tot de auto
Page 73 of 404

71
Werkingsprincipes
Om het schuif-/kanteldak volledig te openen, gaat
het mobiele deel van het glas eerst iets omhoog
en schuift ver volgens over het vaste deel.
Elke tussenstand is mogelijk.
Bij het openen van het schuif-/kanteldak wordt
automatisch ook het zonnescherm geopend.
Het is echter mogelijk om het zonnescherm
open te laten als het schuif-/kanteldak wordt
gesloten.
De bedieningsknoppen van het schuif-/kanteldak
en zonnescherm kunnen worden gebruikt:
-
b
ij aangezet contact, als de acculading
voldoende is;
-
a
ls de motor draait;
-
i
n de STOP-modus van het Stop & Start-
systeem;
-
b
innen 45 seconden nadat het contact uit is
gezet;
-
t
ot 45 seconden na het vergrendelen van de
auto.
Voor het bedienen van de knoppen van het
schuif-/kanteldak en zonnescherm moet u
controleren of geen voorwerpen of personen
de verplaatsing kunnen belemmeren.
Schuif-/kanteldak openen
en sluiten
Openen
Als het dak volledig gesloten of
gedeeltelijk opengekanteld is:
F
d
ruk om het dak volledig open
te kantelen kort op het achterste
deel van de schakelaar B , zonder
het zware punt te passeren.
Als het dak verder is geopend dan de
opengekantelde stand:
F
d
ruk om het dak volledig te openen kort op
het achterste deel van de schakelaar B ,
zonder het zware punt te passeren.
Als het dak gedeeltelijk of volledig gesloten is:
F
d
ruk om het dak volledig te openen kort op
het achterste deel van de schakelaar B , tot
voorbij het zware punt.
Als u nogmaals op deze schakelaar drukt,
wordt de beweging onderbroken.
F
H
oud het achterste deel van de schakelaar
B ingedrukt, zonder het zware punt te
passeren: het dak gaat open en stopt als
u
de schakelaar loslaat. Als het schuif-/kanteldak door regen of
het wassen van de auto nat is geworden,
wacht dan tot het volledig droog is
alvorens het dak te bedienen.
Open het schuif-/kanteldak niet als het
met sneeuw of ijs is bedekt - Kans op
beschadiging!
Gebruik alleen kunststof werktuigen om
het schuif-/kanteldak sneeuw- of ijsvrij te
maken.
Steek tijdens het rijden niet uw hoofd of
armen uit het geopende dak - Kans op
ernstig letsel!
Sluiten
Als het dak gedeeltelijk of volledig
geopend is:
F
d
ruk om het dak volledig te sluiten
kort op het voorste deel van de
schakelaar B, tot voorbij het zware
punt.
Als u nogmaals op deze schakelaar
drukt, wordt de beweging onderbroken.
Als het dak gedeeltelijk of volledig geopend is:
F
d
ruk om het dak te sluiten tot de volledig
opengekantelde stand kort op het voorste
deel van de schakelaar B , zonder het zware
punt te passeren.
2
Toegang tot de auto
Page 74 of 404

72
F druk om het dak volledig te sluiten nogmaals op het voorste deel van de
schakelaar B .
Als het dak gedeeltelijk of volledig is
opengekanteld:
F
d
ruk om het dak volledig te sluiten kort
op het voorste deel van de schakelaar B ,
zonder het zware punt te passeren.
F
H
oud het voorste deel van de schakelaar
B ingedrukt, zonder het zware punt te
passeren: het dak sluit en stopt als u de
schakelaar loslaat.
Laat de auto nooit achter met geopend
schuif-/kanteldak.
Antiklemvoorziening
Als het dak tijdens het sluiten op een obstakel
stuit, wordt de beweging automatisch
omgedraaid.
De antiklemvoorziening werkt doeltreffend tot
een snelheid van 120 km/u.
Resetten
Na het loskoppelen en weer aansluiten van de
accu, bij een storing van het schuif-/kanteldak
of bij het schokkerig bewegen er van, moet het
schuif-/kanteldak worden gereset:
F
d
ruk op het achterste deel van de
schakelaar B tot het schuif-/kanteldak
volledig is geopend,
F
h
oud het achterste deel van de schakelaar
B gedurende ten minste 3 seconden
ingedrukt.
Controleer geregeld de staat van de
rubbers van het schuif-/kanteldak
(aanwezigheid van vuil, dode bladeren,
e n z .) .
Zorg er bij het wassen van de auto in een
wasstraat of met een hogedrukreiniger voor
dat het dak volledig is gesloten en houd de
spuitmond van de hogedrukreiniger altijd op
meer dan 30 cm van de rubbers.
Openen en sluiten van het
zonnescherm
Het sluiten van het zonnescherm is afhankelijk
van de stand van het schuif-/kanteldak: het
scherm kan slechts tot het voorste gedeelte
van het beweegbare deel van het dak worden
gesloten.
Openen
F Druk op het achterste deel van de schakelaar A , tot voorbij het
zware punt; het zonnescherm
wordt volledig geopend.
Als u nogmaals op deze schakelaar
drukt, wordt de beweging
onderbroken.
F
H
oud het achterste deel van de schakelaar
A ingedrukt, zonder het zware punt te
passeren: het zonnescherm opent en stopt
als u de schakelaar loslaat.
Sluiten
F Druk op het voorste deel van de schakelaar A , tot voorbij het
zware punt; het zonnescherm
wordt volledig gesloten.
Als u nogmaals op deze schakelaar
drukt, wordt de beweging onderbroken.
F
H
oud het voorste deel van de schakelaar
A ingedrukt, zonder het zware punt te
passeren; het zonnescherm sluit en stopt
als u de schakelaar loslaat.
Toegang tot de auto
Page 75 of 404

73
Antiklemvoorziening
Als het zonnescherm tijdens het sluiten op een
obstakel stuit, wordt de beweging automatisch
omgedraaid.
Resetten
Na het loskoppelen en weer aansluiten van de
accu, bij een storing van het zonnescherm of
bij het schokkerig bewegen er van, moet het
scherm worden gereset:
F
d
ruk op het achterste deel van de schakelaar
A tot het scherm volledig is geopend,
F
h
oud het achterste deel van de schakelaar A
gedurende ten minste 3 seconden ingedrukt.
Als tijdens het gelijktijdig sluiten van het
schuif-/kanteldak en het zonnescherm, het
zonnescherm het dak dreigt in te halen,
houdt het scherm op te bewegen tot het
schuif-/kanteldak volledig is gesloten. Als u bij het vergrendelen van de auto
de vergrendelknop ingedrukt houdt,
worden de ruiten en het schuif-/kanteldak
gelijktijdig gesloten. Vervolgens wordt ook
het zonnescherm gesloten. Het sluiten
stopt als u de vergrendelknop loslaat.
Laat, zelfs als u de auto slechts voor een
korte tijd verlaat, de elektronische sleutel
nooit in de auto achter.
Als er iets klem komt te zitten tijdens de
bediening van het schuif-/kanteldak of het
zonnescherm, moet u de beweging er van
omdraaien door op de desbetreffende
schakelaar te drukken.
De bestuurder moet zich er van
vergewissen dat de passagiers het schuif-/
kanteldak en het zonnescherm correct
bedienen.
Let vooral op kinderen tijdens het
bedienen van het schuif-/kanteldak of het
zonnescherm.
2
Toegang tot de auto
Page 76 of 404

74
Zitpositie
Een goede zitpositie tijdens het rijden verbetert
uw comfort en uw veiligheid.
Ook het zicht rondom en de bereikbaarheid van
de bedieningsfuncties zijn erbij gebaat.
Comfortabel zitten
Bepaalde in deze rubriek beschreven
afstelmogelijkheden van de stoelen zijn
afhankelijk van het uitrustingsniveau en het
land van verkoop.
Bestuurdersstoel
Stel de stoel uit veiligheidsover wegingen
uitsluitend af als de auto staat geparkeerd.Zet als uw auto is uitgerust met elektrisch
verstelbare stoelen eerst het contact aan
om de stoelen te kunnen verstellen.
Passagiersstoel
Neem plaats op de stoel en zorg er voor dat uw
bekken, uw rug en uw schouders goed tegen de
rugleuning steunen.
De stoelhoogte moet zodanig worden in gesteld
dat uw ogen naar het midden van de voorruit
kijken.
De ruimte boven uw hoofd moet min. 10 cm
bedragen.
Zorg er bij het verstellen van de stoel in
lengterichting voor dat u de pedalen volledig kunt
intrappen zonder uw benen geheel te strekken.
De knieruimte dient tenminste 10 cm
tot het dashboard te bedragen om de
bedieningselementen daarop te kunnen bereiken.
Zet de rugleuning zo recht mogelijk; kantel deze
nooit verder dan 25°.
De juiste stand van de hoofdsteun is als de
bovenzijde van de hoofdsteun zich ter hoogte van
de bovenzijde van het hoofd bevindt.
Stel de lengte van de zitting af zodat uw
bovenbenen goed worden ondersteund.
Stel de lendensteun af op de vorm van uw
wervelkolom.
Stel het stuur zodanig af dat dit tenminste 25 cm
ver wijderd is van uw borstbeen en dat uw armen
iets gebogen zijn.
Het stuur mag het instrumentenpaneel niet aan
het zicht onttrekken.
Neem plaats op de stoel en zorg er voor dat uw
bekken, uw rug en uw schouders goed tegen
de rugleuning steunen.
Zorg bij het verstellen van de stoel in
lengterichting voor een afstand van ten minste
25 cm tot het dashboard.
De juiste stand van de hoofdsteun is als de
bovenzijde van de hoofdsteun zich ter hoogte
van de bovenzijde van het hoofd bevindt.
Ergonomie en comfort
Page 77 of 404

75
Voordat u gaat rijden
Zet als uw auto is uitgerust met elektrisch
verstelbare buitenspiegels eerst het
contact aan om de buitenspiegels te
kunnen verstellen.
Tijdens het rijden
Verstel de stoelen en het stuur wiel nooit
tijdens het rijden.
Houd uw voeten altijd op de vloer.
Stel de buitenspiegels en de binnenspiegel af
om de dode hoeken te minimaliseren.
Doe uw veiligheidsgordel om: plaats het
schoudergedeelte van de gordel in het midden
van uw schouder en trek het heupgedeelte
goed aan ter hoogte van uw bekken.
Controleer of alle passagiers hun gordel goed
hebben omgedaan. Houd u aan de voorgeschreven zitpositie en
houd het stuur wiel met beide handen vast op
'kwart over negen', zodat u op elk moment alle
bedieningsfuncties binnen handbereik hebt.
3
Ergonomie en comfort
Page 78 of 404

76
Vo or stoelen
Handmatig verstelbare
stoelen
1. Verstelling in lengterichting van de stoel
F B eweeg de stang omhoog en schuif de stoel
naar voren of naar achteren.
F
L
aat de stang los om de stoel in een van de
standen te blokkeren.
2. De zittinghoogte verstellen
F
B
eweeg de hendel zo vaak omhoog of
omlaag tot de gewenste hoogte is bereikt.
3. Hellingshoek rugleuning verstellen
F
D
raai de draaiknop naar voren of naar
achteren tot de gewenste hoek is bereikt.
of
F
T
rek bij een passagiersstoel die in de
tafelstand kan worden gezet aan de hendel
en beweeg de rugleuning naar voren of naar
achteren.
4. De hoogte van de hoofdsteun afstellen
Zie de desbetreffende rubriek.
5. Lendensteunverstelling
(alleen aan bestuurderszijde)
F
D
raai de draaiknop naar voren of naar
achteren om de mate van steun voor de
lendenen in te stellen. Zorg er bij het verstellen van de stoel naar achteren voor dat het schuiven van de stoel niet
wordt verhinderd door personen of voorwerpen.
Er is een risico op bekneld raken van de achterpassagiers of op blokkeren van de stoel als
grote voor werpen op de vloer achter de stoel zijn geplaatst.
Ergonomie en comfort
Page 79 of 404

77
Stoelen met AGR-kwaliteitslabel
Aanvullende verstelmogelijkheden
1. Verstelling van de lengte van de zitting
F T rek de handgreep naar voren om de zitting
te ontgrendelen en beweeg vervolgens het
voorste deel van de zitting naar voren of
naar achteren.
2.
E
lektrische verstelling van de hoek van de
zitting
F
H
oud het voorste of achterste gedeelte van
de schakelaar ingedrukt om het voorste
deel van de zitting omhoog of omlaag te
bewegen.
3. Elektrische lendensteunverstelling
Met deze schakelaar kan de lendensteun zowel
in diepte als in hoogte worden ingesteld.
F
H
oud het voorste of het achterste gedeelte
van de schakelaar ingedrukt om de mate
van steun voor de lendenen te vergroten of
te verkleinen.
F
H
oud het bovenste of onderste gedeelte van
de schakelaar ingedrukt om de lendensteun
te verhogen of te verlagen.
3
Ergonomie en comfort
Page 80 of 404

78
De rugleuning van de voorpassagiersstoel kan
volledig worden neergeklapt en in die stand
worden vergrendeld.
Als ook de rugleuning van de achterbank is
neergeklapt, is dit een praktische functie voor
het vervoer van lange en grote voorwerpen.
Eerste handelingen:
F
z
et de hoofdsteun omlaag;
F
k
lap het uitklaptafeltje in;
F
s
chuif de stoel volledig naar achteren zodat
de hoofdsteun langs het dashboard kan
bewegen;
F
z
et de stoel in de laagste stand;
F
c
ontroleer of er niets in de weg zit bij
het neerklappen van de rugleuning
(veiligheidsgordel, kinderzitje, kleding,
tassen...).
Het deactiveren van de passagiersairbag
vóór wordt hierbij aanbevolen.
Neerklappen van de rugleuning
In deze stand kan de rugleuning worden
belast met een gewicht van maximaal 30 kg .
Let op: bij hard remmen kunnen op de
neergeklapte rugleuning geplaatste
voorwerpen veranderen in gevaarlijke
projectielen.
Rechtop zetten van de
rugleuning
F Trek de hendel volledig omhoog om de rugleuning te ontgrendelen.
F
B
eweeg de rugleuning omhoog en naar
achteren tot deze wordt vergrendeld.
F
C
ontroleer of de rugleuning goed is
vergrendeld.
Voorpassagiersstoel als
tafeltje gebruiken
F Trek de hendel volledig omhoog om de rugleuning te ontgrendelen.
F
K
lap de rugleuning volledig neer.
Ergonomie en comfort