stop start PEUGEOT 5008 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2022, Model line: 5008, Model: PEUGEOT 5008 2022Pages: 292, PDF Size: 9.42 MB
Page 4 of 292

2
Inhoudsopgave
  ■
Overzicht
  ■
Eco-rijden
 1InstrumentenpaneelDigitale instrumentenpanelen  9
Waarschuwings- en verklikkerlampjes  11
Meters  17
Handmatige controle  22
Dagtellers  22
Dimmer dashboardverlichting  22
Boordcomputer  23
Touchscreen  24
Externe functies (plug-in hybride)  26
 2Toegang tot de autoAfstandsbediening/sleutel  27
Keyless entry and start  29
Centrale vergrendeling  31
Noodprocedures  32
Portieren  34
Achterklep  34
Handsfree achterklep  35
Alarm  39
Elektrische ruitbediening  41
Panoramadak  42
 3Ergonomie en comfortZitpositie  45
Voorstoelen  46
Het stuurwiel verstellen  50
Spiegels  50
Achterbank  53
Achterbank  54
Modulariteit van de stoelen  60
Verwarming en ventilatie  60
Automatische airconditioning met gescheiden 
regeling 
 61
Ontwasemen - ontdooien voorruit en voorste 
zijruiten 
 65
Voorruitverwarming  65
Ontwasemen - ontdooien achterruit  66
Voorverwarming / -koeling (plug-in hybride)  66
Voorzieningen vóór  67
Plafonnier  71
Sfeerverlichting interieur  72
Voorzieningen achter  72
Voorzieningen in de bagageruimte  74
 4Verlichting en zichtLichtschakelaar  79
Richtingaanwijzers  80
Hoogteverstelling van de koplampen  81
Automatisch inschakelen van de koplampen  81
Follow me home- en instapverlichting  82
Automatische verlichtingssystemen -  
Algemene aanbevelingen 
 82
Grootlichtassistent  83
Statische bochtverlichting  84
Night Vision  84
Ruitenwisserschakelaar  85
Automatische stand ruitenwissers  87
Ruitenwisserbladen vervangen  88
 5VeiligheidAlgemene aanbevelingen met betrekking  
tot de veiligheid  89
Alarmknipperlichten  89
Claxon  90
Geluidssignaal voor voetgangers  
(plug-in hybride) 
 90
Noodoproep of pechhulpoproep  90
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP)  92
Advanced Grip Control  95
Hill Assist Descent Control  96
Veiligheidsgordels  97
Airbags  101
Kinderzitjes  104
De airbag vóór aan passagierszijde  
uitschakelen 
 106
ISOFIX-kinderzitjes  109
i-Size-kinderzitjes   11 4
Kinderbeveiliging  11 5
 6RijdenRijadviezen  11 7
Starten/afzetten van de motor  11 9
Plug-in hybrideauto starten  11 9
Elektrische parkeerrem  121
Handgeschakelde 6-versnellingsbak  124
Automatische transmissie   124
Elektrische automatische transmissie (plug-in 
hybride) 
 127
Hill  Start Assist  129
Rijstanden  129
Schakelindicator  131
Stop & Start  132
Bandenspanningscontrolesysteem  133
Rij- en parkeerhulpsystemen - Algemene  
adviezen 
 135
Snelheden opslaan  137
Snelheidslimietherkennings- en 
snelheidsadviessysteem 
 137
Snelheidsbegrenzer  141  
Page 6 of 292

4
Overzicht
Presentatie
Deze afbeeldingen en beschrijvingen dienen 
slechts als voorbeeld. De aanwezigheid en 
de locatie van bepaalde elementen kunnen 
variëren afhankelijk van de uitvoering of het 
uitrustingsniveau.
Cockpit 
 
1.Bediening schuif-/kanteldak en zonnescherm
Interieurverlichting vóór/kaartleeslampjes
Display met waarschuwingslampjes voor 
veiligheidsgordels en airbag vóór aan 
passagierszijde
Noodoproep / pechhulpoproep
2. Binnenspiegel
  / Indicatielampje voor rijstand 
Electric
3. Digitaal head-up display
4. Zekeringkast
5. Openen motorkap
6. Bedieningspaneel buitenspiegels en 
elektrisch bedienbare ruiten
7. Airbag vóór aan passagierszijde
8. Dashboardkastje
Uitschakelen van de airbag vóór aan 
passagierszijde
 
 
1.Touchscreen van 8" PEUGEOT Connect 
Radio (of 10" HD PEUGEOT Connect Nav)  2.
12 V-aansluiting / USB-aansluiting
Draadloze smartphonelader
3. Toets "START/STOP"
4. Versnellingsbakbediening
5. Elektrische parkeerrem
6. Hill Assist Descent Control
7. "SPORT"- of “ECO”-programma
of
Rijkeuzeschakelaar en/of Advanced Grip 
Control
8. Advanced Grip Control
Schakelaars op en rondom het stuurwiel 
 
1.Schakelaars verlichting/richtingaanwijzers
2. Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeier/
boordcomputer
3. Schakelflippers automatische transmissie   
Page 14 of 292

12
Instrumentenpaneel
Lijst met 
waarschuwingslampjes
Rode waarschuwingslampjes
STOP
Permanent, in combinatie met een ander 
lampje, de weergave van een melding en 
een geluidssignaal.
Een ernstige storing in de motor, het 
remsysteem, de stuurbekrachtiging of de 
automatische transmissie, of een ernstige 
elektrische storing.
Voer (1) en dan (2) uit.
Te hoge koelvloeistoftemperatuurBrandt permanent.
De temperatuur van de koelvloeistof is te 
hoog.
Zie (1) en wacht totdat de motor is afgekoeld 
voordat u koelvloeistof bijvult. Zie (2) als het 
probleem niet verdwijnt.
MotoroliedrukBrandt permanent.
Er is een probleem met het 
smeersysteem van de motor.
Voer (1) en dan (2) uit.
Systeemstoring (plug-in hybride)Brandt permanent.
Storing in het plug-in hybridesysteem.
Voer (1) en vervolgens (2) uit.
Kabel aangesloten (plug-in hybride)Brandt permanent bij het aanzetten van 
het contact.
De laadkabel is aangesloten op de aansluiting 
van de auto.
Brandt permanent bij het aanzetten van 
het contact, in combinatie met een 
melding.
De auto kan niet worden gestart als de laadkabel 
op de aansluiting van de auto is aangesloten. 
Koppel de laadkabel los en sluit de klep.
Laadtoestand van de 12V-accuBrandt permanent.
Het laadcircuit van de accu werkt niet 
goed (bijvoorbeeld door vuile klemmen, of een 
losse of afgescheurde dynamoriem). 
Zie (1).
Als de elektrische parkeerrem niet meer werkt, 
beveilig de auto dan op de volgende manier 
tegen wegrollen:
►
 
Bij een auto met een handgeschakelde 
versnellingsbak: schakel een versnelling in.
►
 
Bij een auto met een automatische 
transmissie: plaats de meegeleverde 
wielblokken 
voor en achter een van de wielen.
Reinig de accuklemmen en zet ze correct vast. 
Als het waarschuwingslampje niet uit gaat 
wanneer de motor is gestart, voer (2) uit.
Portieren(en) geopendPermanent, in combinatie met een 
melding die aangeeft om welk portier het 
gaat.
Een portier of de achterklep is niet goed gesloten 
(rijsnelheid lager dan 10 km/u).
Permanent, in combinatie met een 
melding die aangeeft om welk portieren 
het gaat en een geluidssignaal.
Een portier of de achterklep is niet goed gesloten 
(rijsnelheid hoger dan 10 km/u).
Veiligheidsgordels losgemaakt of niet 
vastgemaakt
Permanent of knipperend, samen van een 
toenemend geluidssignaal.
Een van de veiligheidsgordels is niet 
vastgemaakt of weer losgemaakt.
Elektrische parkeerremBrandt permanent.
De elektrische parkeerrem is 
aangetrokken.
Knippert.
Het aantrekken / vrijzetten werkt niet.
Voer (1) uit: parkeer de auto op een vlakke 
(horizontale) ondergrond. 
Bij auto's met een handgeschakelde 
versnellingsbak: schakel een versnelling in.
Bij auto's met een automatische transmissie: 
selecteer stand  P .
Zet het contact af en voer (2) uit.  
Page 15 of 292

13
Instrumentenpaneel
1RemmenBrandt permanent.
Het remvloeistofpeil in het remcircuit is 
aanzienlijk gedaald.
Voer (1) uit en vul het remvloeistofreservoir 
bij met de door de fabrikant voorgeschreven 
remvloeistof. Zie (2) als het probleem niet 
verdwijnt.
Permanent.
Een storing in het systeem van de 
elektronische remdrukregelaar (EBD).
Voer (1) en dan (2) uit.
Oranje waarschuwingslampjes
Service
Brandt tijdelijk in combinatie met de 
weergave van een melding.
Er zijn één of meer kleine storingen gedetecteerd 
waarbij geen specifiek waarschuwingslampje 
gaat branden.
Identificeer de oorzaak van de storing 
met behulp van de melding op het 
instrumentenpaneel.
Sommige problemen kunt u zelf oplossen, 
zoals het vervangen van de batterij in de 
afstandsbediening.
Zie (3) voor andere problemen, zoals een storing 
in het bandenspanningscontrolesysteem.
Brandt permanent, in combinatie met de 
weergave van een melding.
Er zijn één of meerdere grote storingen 
gedetecteerd waarbij geen specifiek 
waarschuwingslampje gaat branden. Identificeer de oorzaak van de storing 
met behulp van de melding op het 
instrumentenpaneel en voer vervolgens (3) uit.
Permanent, in combinatie met de melding 
"Storing parkeerrem
".
De functie automatisch vrijzetten van de 
elektrische parkeerrem is niet beschikbaar.
Zie (2).
Waarschuwingslampje Service 
brandt permanent en 
onderhoudssleutel knippert, en brandt 
vervolgens permanent.
Het interval voor de onderhoudsbeurt is 
overschreden.
Laat de onderhoudsbeurt van uw auto zo snel 
mogelijk uitvoeren.
Alleen bij BlueHDi-dieselmotoren.
Voorgloeien (diesel)Brandt tijdelijk
(tot ongeveer 30 seconden bij lage 
temperaturen).
Wanneer het contact wordt aangezet, als de 
weersomstandigheden en de motortemperatuur 
dit noodzakelijk maken.
Wacht met starten totdat het lampje uit gaat.
Wanneer het waarschuwingslampje uit gaat, 
wordt de motor onmiddellijk gestart wanneer u:
–
 
bij een auto met een handgeschakelde 
versnellingsbak het koppelingspedaal ingetrapt 
houdt.
–
 
bij een auto met een automatische transmissie 
het rempedaal ingetrapt houdt. Als de motor niet start, druk dan nogmaals op de 
knop ST
ART/STOP terwijl u het pedaal ingetrapt 
houdt.
Laag brandstofniveauBrandt permanent, waarbij de 
reservehoeveelheid in rood wordt 
aangegeven, in combinatie met een 
geluidssignaal en een melding.
Als het lampje gaat branden, zit er nog 
ongeveer 6 liter brandstof in de tank 
(reservevoorraad).
Zolang er geen brandstof wordt getankt, wordt 
deze waarschuwing iedere keer herhaald 
wanneer het contact wordt aangezet, en met 
een toenemende frequentie naarmate het 
brandstofniveau verder zakt en de nul nadert.
Tank bij de eerstvolgende gelegenheid om een 
lege brandstoftank te voorkomen.
Rijd nooit door totdat de tank helemaal leeg 
is; hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en 
het injectiesysteem beschadigd raken.
Zelfdiagnosesysteem motor
Knippert.
Een storing in het 
motormanagementsysteem.
De katalysator kan onherstelbaar beschadigd 
raken.
U moet (2) uitvoeren.
Brandt permanent.
Een storing in de emissieregeling.
Het waarschuwingslampje moet uit gaan als de 
motor draait.  
Page 18 of 292

16
Instrumentenpaneel
Lane Departure Warning SystemKnippert in combinatie met een 
geluidssignaal.
Er wordt een overschrijding van een 
rijstrookmarkering links of rechts gedetecteerd.
Stuur de andere kant op om de auto weer op de 
juiste baan te brengen.
Permanent, in combinatie met een bericht 
op het scherm.
Er is een storing in het systeem.
Let goed op en rijd voorzichtig. Zie daarna (3).
Active Lane Keeping AssistanceKnippert.
De auto dreigt een onderbroken 
rijstrookmarkering te overschrijden zonder dat de 
richtingaanwijzer is ingeschakeld.
Het systeem wordt geactiveerd en corrigeert 
vervolgens de koers afhankelijk van de zijde van 
de rijstrookmarkering die overschreden dreigt te 
worden.
Raadpleeg de rubriek  Rijden voor meer 
informatie.
Permanent, in combinatie met een 
melding en een geluidssignaal.
Er is een storing in het systeem.
Zie (3).
Lane Positioning AssistBrandt permanent, in combinatie 
met het waarschuwingslampje 
Service.
Er is een storing in het systeem.
Voer (3) uit.
AirbagsPermanent.
Een van de airbags of pyrotechnische 
gordelspanners is defect.
Zie (3).
Airbag voorpassagier (ON)Brandt permanent.
De passagiersairbag vóór is geactiveerd.
De schakelaar staat in de stand " ON".
Plaats in dit geval GEEN kinderzitje 
met de "rug in de rijrichting" op de 
voorpassagiersstoel - risico op zwaar letsel!
Airbag vóór aan passagierszijde (OFF)Brandt permanent.
De airbag vóór aan passagierszijde is 
uitgeschakeld.
De schakelaar is in de stand " OFF" gezet.
Er kan een kinderzitje met de rug in de rijrichting 
worden geplaatst, tenzij er een probleem met de 
airbags is (waarschuwingslampje airbags aan).
Bandenspanning te laagBrandt permanent.
De bandenspanning van een of meerdere 
banden is te laag.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Reset het controlesysteem na het aanpassen 
van de bandenspanning.
Waarschuwingslampje voor te lage 
bandenspanning knippert en 
brandt vervolgens permanent, en  waarschuwingslampje Service brandt 
permanent.
Er is een storing in het 
bandenspanningscontrolesysteem.
Het systeem kan geen lage bandenspanning 
meer aangeven.
Controleer de bandenspanning zo snel mogelijk 
en zie (3).
Stop & StartBrandt permanent, in combinatie met de 
weergave van een melding.
Het Stop & Start-systeem is handmatig 
uitgeschakeld.
De volgende keer dat de auto tot stilstand komt, 
wordt de motor niet afgezet.
Brandt permanent.
Het Stop & Start-systeem is automatisch 
uitgeschakeld.
De volgende keer dat de auto tot stilstand 
komt, wordt de motor niet afgezet bij een 
buitentemperatuur:
–
 
lager dan 0 °C.
–
 
hoger dan +35 °C.
Raadpleeg de rubriek  Rijden
 voor meer 
informatie.
Knippert en brandt vervolgens permanent, 
in combinatie met een melding.
Er is een storing in het systeem.
Zie (3).
Mistlampen achterBrandt permanent.
De lampen zijn ingeschakeld.   
Page 19 of 292

17
Instrumentenpaneel
1Groene verklikkerlampjes
Dodehoekbewaking
Permanent.
De functie is geactiveerd.
Hill Assist Descent ControlBrandt permanent.
De functie is geactiveerd, maar er wordt 
niet voldaan aan alle voorwaarden voor de 
regeling (hellingspercentage, ingeschakelde 
versnelling).
Knippert.
De functie regelt de snelheid van de auto.
De auto wordt afgeremd; de remlichten gaan 
branden tijdens de afdaling.
Stop & StartBrandt permanent.
Wanneer de auto stopt, zet het Stop & 
Start-systeem de motor in de STOP-stand.
Knippert tijdelijk.
De STOP-stand is momenteel niet 
beschikbaar of de START-stand wordt 
automatisch geactiveerd.
Raadpleeg de rubriek  Rijden voor meer 
informatie.
Auto is klaar om te rijden (plug-in hybride)Brandt permanent, in combinatie met een 
geluidssignaal als het gaat branden.
De auto is klaar om te rijden.
Het lampje gaat uit wanneer er een snelheid van 
ongeveer 5 km/h is bereikt en gaat weer branden 
als de auto tot stilstand komt. Het lampje gaat uit als u de motor afzet en uit de 
auto stapt.
Lane Positioning AssistBrandt permanent.
De functie is geactiveerd.
Er is aan alle voorwaarden voldaan: het systeem 
is in werking.
Raadpleeg de rubriek  Rijden voor meer 
informatie.
Automatische ruitenwissersBrandt permanent.
De automatische stand van de 
ruitenwissers vóór is geactiveerd.
RichtingaanwijzersKnippert, met geluidssignaal.
De richtingaanwijzers zijn ingeschakeld.
ParkeerlichtPermanent.
De lampen zijn ingeschakeld.
DimlichtPermanent.
De lampen zijn ingeschakeld.
GrootlichtassistentBrandt permanent.
De functie is via het touchscreen 
geactiveerd (menu  Rijverlichting/Auto).
De lichtschakelaar staat in de stand "AUTO".
Raadpleeg de rubriek  Verlichting en zicht voor 
meer informatie.
Blauwe verklikkerlampjes
Grootlicht
Permanent.
De lampen branden.
Zwarte/witte waarschuwingslampjes
Automatische transmissie of elektrische 
automatische transmissie (e-EAT8) 
(plug-in hybride)
Brandt permanent.
De automatische transmissie is 
vergrendeld.
U moet op de toets Unlock drukken om deze te 
ontgrendelen.
eSave-functie (plug-in hybride)Permanent, samen met de gereserveerde 
actieradius.
De
 
eSave-functie is geactiveerd.
Meters
Onderhoudsindicator
De informatie over onderhoudsbeurten wordt 
aangegeven in afstand (kilometer of mijl) en tijd 
(maanden of dagen).
Er wordt een waarschuwing gegeven zodra een 
van deze waarden wordt bereikt.
De informatie over onderhoudsbeurten wordt 
op het instrumentenpaneel weergegeven. 
Afhankelijk van de uitvoering van de auto:   
Page 21 of 292

19
Instrumentenpaneel
1Te laag olieniveau
Als het motorolieniveau te laag is, 
verschijnt de melding "Te laag olieniveau" 
op het instrumentenpaneel, gaat het 
waarschuwingslampje Service branden en klinkt 
er een geluidssignaal.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als 
blijkt dat het olieniveau inderdaad te laag is, 
moet olie worden bijgevuld om te voorkomen dat 
ernstige motorschade ontstaat.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer 
informatie over het  controleren van de 
niveaus.
Storing in de olieniveaumeter
Dit wordt aangegeven met de melding 
"Ongeldige meting olieniveau " op het 
instrumentenpaneel.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats.
Bij een storing in de elektrische 
motorolieniveaumeter wordt het 
motorolieniveau niet meer gecontroleerd.
Bij een storing in het systeem moet u het 
motorolieniveau met de peilstok in de 
motorruimte controleren.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer 
informatie over het  controleren van de 
niveaus.
Indicator 
koelvloeistoftemperatuur
 
 
Bij draaiende motor:
–  In zone  A is de temperatuur in orde.
–
 
In zone 
 B is de temperatuur te hoog. Het 
bijbehorende waarschuwingslampje en het 
waarschuwingslampje  STOP
  branden rood op 
het instrumentenpaneel, er wordt een melding 
weergegeven en er klinkt een geluidssignaal.
Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige 
plaats stil.
Wacht enkele minuten voordat u de motor afzet.
Zet het contact uit, open voorzichtig de 
motorkap en controleer het 
koelvloeistofniveau.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer 
informatie over het  controleren van de 
niveaus.
AdBlue®-
actieradiusindicatoren 
(BlueHDi)
De BlueHDi-dieselmotoren zijn uitgerust 
met een systeem waarbij het roetfilter 
(FAP) wordt gecombineerd met het SCR-
emissieregelsysteem (Selective Catalytic 
Reduction) voor de nabehandeling van de 
uitlaatgassen. Deze kunnen niet functioneren 
zonder AdBlue
®-vloeistof.
Zodra de reservevoorraad van het AdBlue®-
reservoir is aangesproken (tussen 2400 en 
0 km), gaat bij het aanzetten van het contact 
een verklikkerlampje branden en wordt een 
melding weergegeven die aangeeft hoeveel 
kilometer u nog ongeveer kunt rijden voordat het 
opnieuw starten van de motor automatisch wordt 
geblokkeerd.
Het wettelijk verplichte 
startblokkeringssysteem wordt 
automatisch geactiveerd zodra het AdBlue
®-
reservoir leeg is. De motor kan weer worden 
gestart  nadat AdBlue
® is bijgevuld tot het 
minimale niveau.   
Page 25 of 292

23
Instrumentenpaneel
1Met PEUGEOT Connect Nav
Met de lichten ingeschakeld:► Druk op deze toets om het menu 
" Instellingen " te selecteren.
►
 
Selecteer "
 OPTIES".
► Selecteer  "Schermconfig.". 
►
 
Selecteer het tabblad " Lichtsterkte
".
► Stel de lichtsterkte van het 
instrumentenpaneel en het scherm af 
door op de pijlen te drukken of de cursor te 
verplaatsen.
► Druk op deze toets om op te slaan en 
af te sluiten.
U kunt ook het scherm uitschakelen:
► Druk op deze toets om het menu 
" Instellingen " te selecteren.
► Selecteer  "Scherm uit". 
Het scherm wordt volledig uitgeschakeld.
►
 
Druk nog een keer op het scherm (op 
een willekeurig gedeelte) om het weer in te 
schakelen.
Boordcomputer
Toont informatie over de huidige rit (actieradius,  brandstofverbruik, gemiddelde snelheid, enz.).
Weergave van informatie op 
het instrumentenpaneel
De gegevens van de boordcomputer worden 
permanent weergegeven als de weergavemodus 
"BOORDCOMPUTER" of "PERSOONLIJK" is 
geselecteerd, afhankelijk van de uitvoering.
Druk bij alle andere weergavemodi op het 
uiteinde van de ruitenwisserschakelaar om deze 
informatie tijdelijk op een specifiek scherm weer 
te geven.
Weergave van de verschillende tabbladen
 
 
 
 
► Wanneer u op de toets op het uiteinde van 
de ruitenwisserschakelaar drukt, worden de 
volgende tabbladen na elkaar weergegeven:
–  
Actuele informatie:
•
 
T
 otale actieradius (benzine of diesel).
•
 
Huidig verbruik (benzine of diesel).
•
 
T
 ijdteller Stop & Start-systeem (benzine of 
diesel).
•
 
Percentage van de huidige rit dat volledig 
elektrisch is gereden (plug-in hybride).
–
 
T
 raject "1" en daarna "2":
•
 
Gemiddelde snelheid. •
 
Gemiddeld brandstofverbruik.
•
  
Afgelegde afstand.
Traject resetten
► Druk lang
er dan 2 seconden op de 
knop op het uiteinde van de 
ruitenwisserschakelaar wanneer het gewenste 
traject wordt weergegeven.
Traject "1" en "2" zijn onafhankelijk en ze worden 
op dezelfde manier gebruikt.
Begrippen
De actieradius
(km of mijl)Afstand die u nog met de resterende  hoeveelheid brandstof kunt afleggen 
(gebaseerd op het gemiddelde verbruik over de 
laatste afgelegde kilometers).
Deze waarde kan schommelen door een 
verandering in rijstijl of van het reliëf op de 
route, waardoor het actuele brandstofverbruik 
aanzienlijk kan wijzigen.
Als de actieradius minder dan 30
  km bedraagt, 
worden streepjes weergegeven.
Na het tanken van minimaal 5 liter brandstof 
wordt de actieradius opnieuw berekend en 
weergegeven als deze meer dan 100
  km 
bedraagt.
Wanneer tijdens het rijden permanent streepjes 
in plaats van waarden worden weergegeven, 
neem dan contact op met een PEUGEOT-dealer 
of een gekwalificeerde werkplaats.   
Page 26 of 292

24
Instrumentenpaneel
Menu's 
 
Druk met drie vingers op het touchscreen 
om alle menutoetsen weer te geven.
Zie de hoofdstukken over de audio- en 
telematicasystemen voor meer informatie 
over de menu's.
Radio/Media 
Airconditioning
Instellingen voor de temperatuur, 
luchtstroom enz.
Zie de betreffende hoofdstukken voor meer 
informatie over de  semi-automatische 
airconditioning met centrale regeling 
en de automatische airconditioning met 
gescheiden regeling .
Navigatie (Afhankelijk van de uitrusting) 
Huidig verbruik
(l/100 km, km/l of mijl/gallon)Berekend over de laatste seconden. 
Deze functie wordt alleen weergegeven bij 
snelheden vanaf 30
  km/h.
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mijl/gallon)Berekend sinds de laatste nulstelling van 
de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)Berekend sinds de laatste nulstelling van 
de trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of mijl)Berekend sinds de laatste nulstelling van 
de trajectgegevens.
Tijdteller Stop & Start-systeem
(minuten/seconden of uren/minuten) 
Als uw auto is uitgerust met Stop & Start, 
registreert een teller hoe lang de STOP-stand 
tijdens een traject is geactiveerd.
De tijdteller wordt gereset telkens wanneer het 
contact wordt aangezet.
Touchscreen
Dit systeem heeft de volgende functies:
–  Permanente weergave van de tijd en de 
buitentemperatuur (er brandt een blauw lampje 
bij kans op gladheid).
–
 
Bediening verwarming/airconditioning.
–
 
T
 oegang tot de configuratiemenu's van de 
functies en systemen van de auto.
–
 
Bediening van het audiosysteem en 
de telefoonfuncties, en weergave van de 
bijbehorende informatie.
–
 
W
 eergave van de informatie van de 
parkeerhulpsystemen (grafische weergave van 
de parkeerhulp, Park Assist
  enz.).
–
 
T
 oegang tot de internetdiensten en weergave 
van de bijbehorende informatie.
–
 
Bediening van het navigatiesysteem en 
weergave van de bijbehorende informatie 
(afhankelijk van de uitvoering).
Zet de auto uit 
veiligheidsoverwegingen altijd stil 
voordat u handelingen uitvoert die uw 
volledige aandacht vragen.
Bepaalde functies zijn niet beschikbaar als de 
auto rijdt.
Adviezen
Het touchscreen is een capacitief scherm.
–  Houd geen puntige voorwerpen tegen het 
touchscreen.
– Raak het touchscreen niet aan met vochtige 
vingers.
–
 
Gebruik een schone, zachte doek om het 
touchscreen te reinigen.
Werkingsprincipes
► Gebruik de toetsen onder het touchscreen 
om de menu's te openen en druk vervolgens op 
de aanraaktoetsen op het touchscreen.
Bepaalde menu's worden op twee pagina's 
weergegeven: druk op de toets " OPTIES" om de 
tweede pagina te bekijken.
Als u enkele seconden niets op de  tweede pagina doet, wordt automatisch 
de eerste pagina weer weergegeven.
Druk op "ON" of "OFF " om een functie in of uit te 
schakelen.
Een functie configureren 
Toegang tot aanvullende informatie over  de functie
Bevestigen 
Terug naar de vorige pagina of bevestigen 
Instellen van het volume/onderbreken van 
het geluid.   
Page 34 of 292

32
Toegang tot de auto
of in de richting van de voorzijde om de auto te 
ontgrendelen.
Overige portieren
Ontgrendelen
► Trek aan de binnenportiergreep.
Vergrendelen 
 
►  Open de portieren.
►  Controleer of de kinderbeveiliging van de 
achterportieren niet is geactiveerd.
Zie het betreffende hoofdstuk.
►  Verwijder het zwarte dopje  op de zijkant 
van het portier met behulp van de sleutel.
►  Steek de sleutel zonder te forceren in de 
opening en draai het slot richting de binnenkant 
van het portier.
►  Verwijder de sleutel en plaats de zwarte dop 
terug.
►  Sluit de portieren en controleer van buitenaf 
of de auto goed is vergrendeld.
entry and start-systeem of de geïntegreerde 
sleutel gebruiken om de auto te ontgrendelen.
Automatisch (beveiliging  tegen agressie)
De portieren en de achterklep worden tijdens het 
rijden automatisch vergrendeld (bij een snelheid 
hoger dan 10
  km/h).
De functie is standaard ingeschakeld. Voor uit- of 
weer inschakelen:
►
 
Druk op de toets totdat er een geluidssignaal 
klinkt en er ter bevestiging een melding wordt 
weergegeven.
Vervoer van lange of grote 
voorwerpen
Druk op de knop van de centrale 
vergrendeling om met geopende achterklep 
en vergrendelde portieren te kunnen rijden. 
Anders hoort u de sloten terugspringen 
telkens wanneer de auto harder dan 10 
km/h rijdt en wordt er een waarschuwing 
weergegeven.
Noodprocedures
Sleutels, afstandsbediening 
of elektronische sleutel 
verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto, 
uw legitimatiebewijs en indien mogelijk de 
sleutelcode naar een PEUGEOT-dealer.
De PEUGEOT-dealer kan de sleutelcode en 
de transpondercode uitlezen, waardoor er een 
nieuwe sleutel kan worden besteld.
De auto volledig met de 
sleutel ontgrendelen/
vergrendelen
Gebruik deze procedure in de volgende situaties:
–  De batterij van de afstandsbediening is leeg.
–
 
Een storing in de afstandsbediening.
–
 
De accu van de auto is leeg.
–
 
De auto staat in een gebied met sterke 
elektromagnetische straling.
In het eerste geval moet u de batterij van de 
afstandsbediening vervangen.
In het tweede geval kunt u het probleem 
mogelijk 
verhelpen door de afstandsbediening te resetten.
Zie de betreffende hoofdstukken.
 
 
► Steek de sleutel in het portierslot.
►  Draai de sleutel in de richting van 
de voorzijde / achterzijde om de auto te 
ontgrendelen / vergrendelen.
►
 
Draai de sleutel binnen 5 seconden 
nogmaals naar de achterzijde van de auto om de 
supervergrendeling van de auto in te schakelen.
Als de auto is uitgerust met een  alarmsysteem, wordt het alarm niet 
ingeschakeld bij het vergrendelen met de 
sleutel.
Als het alarmsysteem is ingeschakeld, 
klinkt de sirene bij het openen van de 
deur. De sirene stopt als het contact wordt 
ingeschakeld.
Centrale vergrendeling 
werkt niet
Gebruik deze procedures in de volgende 
situaties:
–
 
Storing in de centrale vergrendeling.
–
 
Accu losgekoppeld of leeg.
Bij een storing in het centrale-
vergrendelingssysteem moet de accu 
worden losgekoppeld, zodat de auto volledig 
is vergrendeld.
Bestuurdersportier
► Draai de sleutel in de richting van de 
achterzijde van de auto om deze te vergrendelen