ABS Peugeot Bipper 2015 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2015, Model line: Bipper, Model: Peugeot Bipper 2015Pages: 193, PDF Size: 8.33 MB
Page 30 of 193

28
Bipper_nl_Chap03_pret-a-partir_ed02-2014
Verklikkerlampjestatussignaleert Wat te doen
Airbag vóór
Zij-airbag knippert of blijft branden. een defecte airbag. Zo snel mogelijk laten controleren door het P
e UG e OT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Rubriek "Veiligheid - Airbags".
Airbag passagier
uitgeschakeld brandt.dat de airbag bewust is
uitgeschakeld i.v.m. plaatsing
van een kinderzitje met de
rug in de rijrichting. Rubriek "Technologie aan boord - Configuratie van de
auto".
ABS blijft branden.
een storing in het systeem.
Het remsysteem werkt normaal, maar zonder
bekrachtiging. Wij raden u aan te stoppen en het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
te raadplegen.
blijft branden, samen met
het waarschuwingslampje
parkeerrem.een storing in
de elektronische
remdrukregelaar. Stop de auto en zet het contact af. Neem contact
op met het PEUGEOT-netwerk of met een
gekwalificeerde werkplaats.
Stabiliteitscontrolesysteem
knippert enkele
seconden.
een ingreep van de
e SC.Ingreep van het systeem waardoor de koers van de
auto wordt gecorrigeerd.
brandt in combinatie met
een melding op het display.een storing in de eSC. Neem contact op met het P e UG e OT-netwerk of met
een gekwalificeerde werkplaats.
brandt in combinatie
met het verklikkerlampje
ASR OFF met een
melding op het display. een storing in de ASR/MSR.
Neem contact op met het P
e UG e OT-netwerk of met
een gekwalificeerde werkplaats.
brandt. een storing in de Intelligent
Traction Control. Neem contact op met het P
e UG e OT-netwerk of met
een gekwalificeerde werkplaats.
Hill holder brandt.een storing in de hill holder. Neem contact op met het P
e UG e OT-netwerk of met
een gekwalificeerde werkplaats.
Cockpit
Page 51 of 193

49
Bipper_nl_Chap03_pret-a-partir_ed02-2014
Opnieuw activeren
- Druk nogmaals op de
toets op het uiteinde van
de hendel.
of
-
T
rap het gaspedaal in tot een snelheid
is bereikt die dicht bij de ingestelde
snelheid ligt.
-
Schakel de versnelling in die was
ingeschakeld toen de snelheid werd
ingesteld.
De auto neemt de laatst ingestelde snelheid
weer aan.
Als de functie wordt ingeschakeld, gaat
het verklikkerlampje "Snelheidsregelaar"
branden op het instrumentenpaneel.
SNELHEIDSREGELAAR
Voor het instellen van de gewenste
wagensnelheid.
Met dit systeem kan de bestuurder bij
normaal doorstromend verkeer met een
constante zelf ingestelde snelheid rijden
zonder dat het gaspedaal ingetrapt hoeft te
worden.
Deze voorziening werkt alleen bij snelheden
boven 30
km/h en met minimaal de tweede
versnelling ingeschakeld.
Selecteren van de
functie
- Zet de ring in de
stand ON. De
snelheidsregelaar is
geselecteerd, maar nog
niet geactiveerd en er
is nog geen snelheid
ingesteld.
Eerste keer activeren /
Instellen van een
snelheid
- Breng uw auto met
het gaspedaal op de
gewenste snelheid.
-
Bewee
g de hendel gedurende minimaal
één seconde omhoog (+) en laat
vervolgens de hendel los.
De snelheid is nu in het geheugen opgeslagen.
U kunt het gaspedaal loslaten, deze snelheid
wordt door de auto gehandhaafd.
Tijdelijk overschrijden
van de ingestelde
snelheid
Het is mogelijk gas te
geven en tijdelijk met
een hogere snelheid dan de ingestelde
snelheid te rijden (bijvoorbeeld om een
inhaalmanoeuvre uit te voeren).
Als het gaspedaal wordt losgelaten, wordt
de ingestelde snelheid weer aangenomen.
Uitschakelen
- Druk op de toets op
het uiteinde van de
hendel.
of
-
T
rap op het rem- of koppelingspedaal.
De snelheidsregelaar wordt ook
uitgeschakeld als het ABS of de
e SC
ingrijpt.
3
VOORDAT u GAAT RIJDEN
Stuurkolomschakelaars
Page 114 of 193

11 2
Bipper_nl_Chap06_securite_ed02-2014
CLAXON
Druk in het midden van het stuurwiel.
Antiblokkeersysteem (ABS) en
elektronische remdrukregelaar
Deze systemen zorgen tijdens het
remmen voor een betere stabiliteit en
bestuurbaarheid van uw auto, vooral op een
slecht of glad wegdek.
HULPSySTEMEN BIJ HET REMMEN
Uw auto is voorzien van drie systemen die u
helpen om de auto in een noodsituatie veilig
tot stilstand te brengen:
-
het antiblokkeersysteem (ABS),
-
de elektronische remdrukregelaar (
e BD),
-
Brake
Assist System (BAS). Inschakelen
Het antiblokkeersysteem treedt automatisch
in werking zodra een van de wielen dreigt te
blokkeren.
Als het antiblokkeersysteem ingrijpt, is dat
merkbaar aan het trillen van het rempedaal
en een specifiek geluid; dit is de normale
werking.
T
rap het rempedaal bij een noodstop
krachtig en volledig in en laat het niet
los.
Storing Als dit waarschuwingslampje gaat
branden in combinatie met een
melding op het display van het
instrumentenpaneel, duidt dit op
een storing in het antiblokkeersysteem. Door
deze storing zou u tijdens het remmen de
controle over uw auto kunnen verliezen. Als dit waarschuwingslampje
gaat branden in combinatie met
het waarschuwingslampje
ABS
en een melding op het display
van het instrumentenpaneel,
duidt dit op een storing in de elektronische
remdrukregelaar. Door deze storing zou u
tijdens het remmen de controle over uw auto
kunnen verliezen.
Stop op een veilige plaats.
Gebruiksvoorschrift
Het antiblokkeersysteem garandeert geen
kortere remweg. Op een erg glad wegdek
(ijzel, olie, enz.) kan de remweg door de
werking van het ABS juist langer zijn. Trap
het rempedaal bij een noodstop krachtig en
volledig in en laat het niet los, ook niet op
een glad wegdek. Het ABS zorgt er dan voor
dat u om het obstakel heen kunt sturen.
Zorg er bij vervanging van de wielen
(banden en velgen) voor dat er wielen
worden gemonteerd die aan de voorschriften
van de constructeur voldoen. Raadpleeg in beide gevallen het P e UG e OT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Voor een optimale werking van het
remsysteem is het raadzaam een
inremperiode van 500 km aan te houden.
Vermijd gedurende deze periode situaties
waarbij u hard, veelvuldig en aanhoudend
moet remmen.
Veiligheid tijdens het rijden
Page 140 of 193

138
Bipper_nl_Chap07_accessoire_ed02-2014
Bij zeer zware gebruiksomstandigheden (het
trekken van het maximale aanhangergewicht
op een steile helling bij hoge temperatuur),
kan de airconditioning automatisch worden
uitgeschakeld om de prestaties van de
motor weer te verhogen.Als het verklikkerlampje van
de koelvloeistoftemperatuur
gaat branden, stop dan zo snel
mogelijk en zet de motor af.
Raadpleeg de rubriek "Onderhoud -
Niveaus".
Banden: controleer de bandenspanning van
de auto en de aanhanger en breng deze
indien nodig op de juiste waarde.
Remmen: het trekken van een aanhanger
vergroot de remweg. Rijd met matige
snelheid, schakel tijdig terug en rem
geleidelijk. Zijwind: de zijwindgevoeligheid van de auto
is groter. Rijd daarom soepel en met matige
snelheid.
ABS: dit systeem werkt uitsluitend op de
auto en niet op de aanhanger.
Verdeling van het gewicht
Verdeel het gewicht in de caravan/
aanhanger gelijkmatig met de zwaarste
voorwerpen zo dicht mogelijk bij de as
en houd u aan de toegestane kogeldruk.
Door een geringere luchtdichtheid nemen
de prestaties van de motor af als men
op grotere hoogte boven de zeespiegel
komt. Trek boven de 1000
m 10% van het
maximum aanhangergewicht af en herhaal
dit voor elke volgende 1000
m.
Raadpleeg de rubriek "Technische
gegevens - Identificatie". Parkeerhulp achter: bij het gebruik
van een originele P
e UG e OT-trekhaak
wordt de parkeerhulp achter automatisch
uitgeschakeld.
Trekhaak
Wij raden u aan gebruik te maken van
een originele trekhaak van P e UG e OT
en bijbehorende kabelset, die tijdens de
ontwikkeling van uw auto uitgebreid zijn
getest, en deze te laten monteren door een
servicepunt van het P
e UG e OT-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats.
Wanneer de trekhaak buiten het P
e UG e OT-
netwerk wordt gemonteerd, dient dit volgens
de aanwijzingen van de fabrikant te worden
uitgevoerd met behulp van de daarvoor
bestemde elektrische aansluitingen aan de
achterzijde van de auto.
De sensoren van de parkeerhulp achter
worden bij het aankoppelen van een
aanhanger automatisch uitgeschakeld.
Als de stekker van de aanhanger uit de
stekkerdoos op de auto wordt gehaald,
treden de sensoren van de parkeerhulp
achter weer in werking.
Raadpleeg de rubriek "Technologie aan
boord - Parkeerhulp".
Raadpleeg voor de gewichten en
aanhangergewichten die voor uw auto
van toepassing zijn de rubriek "Technische
gegevens - Gewichten".
Trekken van een aanhanger
Page 172 of 193

170
Bipper_nl_Chap09_aide-rapide_ed02-2014
Zekering AmpèreFuncties
F01 60
A
e
lektronische eenheid.
F02 40
AAanjager.
F03 20
AVoeding startmotor.
F04 40
AVoeding pomp hydraulisch blok ABS.
F06 30
ABediening motorventilateur met één snelheid.
F07 40
ABediening motorventilateur hoge snelheid.
F08 30
APomp aircogroep.
F09 15
ATrekhaakbedrading.
F10 10
AClaxon.
F 11 10
AVoeding secundaire lading motormanagement.
F14 15
AGrootlicht.
F15 15
A12V-aansluiting.Tabel zekeringen motorruimte
Zekering vervangen
Page 173 of 193

171
Bipper_nl_Chap09_aide-rapide_ed02-2014
Zekering AmpèreFuncties
F16 7,5
A
e
lektronische eenheid motor - elektronische eenheid en selectiehendel ele\
ktronisch gestuurde - spoel relais
T20.
F17 15
AVoeding bobine - verstuivers - elektronische eenheid motor (1.3
HDi).
F18 7,5
A
e
lektronische eenheid motor (1.3 HDi) - spoel relais T09 (1.3 HDi).
F19 7,5
AAircocompressor.
F20 30
AVoeding achterruitverwarming, buitenspiegelverwarming, elektrische buiten\
spiegelverstelling.
F21 15
ABrandstofpomp (1.4
benzine en 1.3 HDi).
F22 20
A
e
lektronische eenheid motor (1.3 HDi).
F23 20
AVoeding elektrokleppen hydraulisch regelorgaan ABS.
F24 7,5
AABS.
F30 15
AMistlampen.
F81 60
AVoorgloeimodule (1.3
HDi).
F82 30
APomp elektronisch gestuurde versnellingsbak - voeding elektronisch gestu\
urde versnellingsbak.
F84 10
A
e
lektronische eenheid en elektrokleppen elektronisch gestuurde versnellin\
gsbak.
F85 30
AAansteker - 12V-aansluiting.
F87 7,5
AAchteruitrijlichten - sensor water in brandstof - luchtmeter - spoelen r\
elais T02, T05, T14, T17
en
T19
(behalve 1.3 HDi).
5
AAchteruitrijlichten - sensor water in brandstof - luchtmeter - spoelen r\
elais T02, T05, T14, T17
en T19 -
sensor laadtoestand accu (1.3
HDi).
9
SNEL WEER OP WEG
Zekering vervangen