Peugeot Boxer 2008 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2008, Model line: Boxer, Model: Peugeot Boxer 2008Pages: 150, PDF Size: 2.6 MB
Page 51 of 150

67
3
ERGONOMIE EN COMFORT
Praktische voorzieningen
INDELING LAADRUIMTESteun voor sjorrail
Aan weerszijden van de laadruimte bevinden
zich boven de bekleding steunen voor de
bevestiging van een sjorrail. 12V-aansluiting
Maximaal vermogen: 180 W.
Sjorogen
U beschikt over 8 sjorogen om uw lading
vast te zetten. 6 sjorogen bevinden zich op
de vloer en 2 op de scheidingswand achter
de cabine.
Om veiligheidsredenen (noodstop) is het
raadzaam de zwaarste lading zo dicht
mogelijk bij de cabine te plaatsen. Bekleding
De wanden van de laadruimte zijn aan de
onderzijde bekleed om beschadiging door
lading te voorkomen.
Page 52 of 150

68
Praktische voorzieningen
ZijschuifruitenAfhankelijk van de uitvoering van
de auto kunnen de zijruiten van
zitrij 2 worden geopend.
Knijp de 2 knoppen in en schuif
de ruit open.
Tijdens het rijden moet de ruit zijn gesloten
of in een van de tussenstanden zijn gezet.
Treeplank
Om de laadruimte beter toegankelijk te
maken, kan de auto worden uitgerust met
een treeplank, die wordt uitgeklapt als de
schuifdeur wordt geopend.
Plafonniers
Uw auto kan (volgens uitvoering) uitgerust
zijn met één of twee plafonnier(s) boven de
achterdeuren en schuifdeuren.
De plafonniers kunnen worden ingeschakeld
door:
- de plafonnier naar links of rechts te
kantelen,
- de achterdeuren of schuifdeuren te openen of te sluiten.
Als de deuren geopend blijven, dooft de
verlichting automatisch na enkele minuten. Opbergruimte in het dak
Deze opbergruimte bevindt zich in de
laadruimte, boven de cabine. De inhoud
is afhankelijk van de dakhoogte van de
bestelwagen.
Looplamp
Volgens uitvoering.
Verticale laddervormige afscheiding
Deze afscheiding bevindt zich achter
de bestuurdersstoel en beschermt de
bestuurder tegen schuivende lading.
Schot
Het schot achter de voorstoelen beschermt
de bestuurder en voorpassagiers tegen
schuivende lading.
Scheidingswand met schuifraam
Gebruik deze knop om het schuifraam in de
scheidingswand te openen of te sluiten.
Page 53 of 150

A1
A2B2
B1
A
B
69
3
ERGONOMIE EN COMFORT
Praktische voorzieningen
SPIEGELS EN RUITEN
SPIEGELS
Buitenspiegels
De buitenspiegels bestaan uit twee gedeelten:
A - Bovenste spiegel
B - Onderste spiegel
Het glas van de buitenspiegels is sferisch
om het gezichtsveld naast de auto te
vergroten. De weergegeven objecten
in de spiegels aan bestuurders- en
passagierszijde lijken verder af dan ze in
werkelijkheid zijn. Hiermee moet rekening
worden gehouden om de afstand ten
opzichte van achteropkomend verkeer goed
in te schatten.
De spiegels bevatten bovendien de
zijknipperlichten en, volgens uitvoering, de
antennes van de telecommunicatiesystemen
van de auto (GPS, GSM, radio, ...). Elektrisch bedienbare buitenspiegels
Draai aan de knop om het gedeelte van de
spiegel te selecteren.
1
Buitenspiegel aan bestuurderszijde:
A1 - Bovenste spiegel
B1 - Onderste spiegel
Duw vervolgens de knop in de richting
waarin u de spiegel wilt afstellen.
2 Buitenspiegel aan passagierszijde:
A2 - Bovenste spiegel
B2 - Onderste spiegel
Duw vervolgens de knop in de richting
waarin u de spiegel wilt afstellen.
Binnenspiegel
Met de hendel aan de onderzijde kan de
spiegel in 2 standen worden gezet.
In de dagstand staat de hendel naar voren.
Trek de hendel naar u toe om de spiegel in
de nachtstand (antiverblinding) te zetten.
Elektrisch inklappen
Druk op deze schakelaar.
Ontdooien van de
buitenspiegels
Druk op de toets van de
achterruitverwarming.
Page 54 of 150

A
B
70
Praktische voorzieningen
ELEKTRISCH BEDIENBARE RUITEN
A. Schakelaar ruitbediening
bestuurderszijde
B. Schakelaar ruitbediening
passagierszijde U kunt de ruiten op twee manieren bedienen: Automatische bediening
Duw of trek de schakelaar A of B voorbij
het zware punt: als u de schakelaar hebt
losgelaten, opent of sluit de ruit volledig.
Druk nogmaals op de schakelaar om het
openen of sluiten te stoppen.
Handbediening
Duw of trek de schakelaar A tot aan het
zware punt om de ruit te openen of te
sluiten.
De ruit stopt zodra de schakelaar wordt
losgelaten. Gebruiksvoorschrift
Neem bij het verlaten van de auto, zelfs voor
een korte periode, altijd de sleutel uit het
contact.
Wanneer tijdens het bedienen van de ruit
iets tussen de ruit en de sponning bekneld
raakt, moet de ruit weer worden geopend.
Druk daarvoor op de desbetreffende
schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan de
passagierszijde bedient, moet hij ervan
verzekerd zijn dat niets het correcte sluiten
van de ruit verhindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd zijn dat
de passagiers op de juiste manier gebruik
maken van de elektrische ruitbediening.
Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens het
bedienen van de ruit niet kunnen bezeren.
Een minuut na het afzetten van het
contact wordt de elektrische ruitbediening
uitgeschakeld.
Page 55 of 150

71
4
TECHNOLOGIE AAN BOORD
Druk op de toets TRIP op het uiteinde van
de ruitenwisserschakelaar om de volgende
informatie weer te geven: Als in het menu
MODE de optie TRIP B is
geactiveerd:
- Traject B
- Gemiddeld brandstofverbruik B
- Gemiddelde snelheid B
- Reisduur B.
- Actieradius
- Traject A
- Gemiddeld brandstofverbruik A
- Momenteel brandstofverbruik A
- Gemiddelde snelheid A
- Reisduur A
BOORDCOMPUTER
Boordcomputer
Page 56 of 150

72
Mode
MODE
Configuratie - persoonlijke
instellingen
Het bedieningspaneel aan de linkerzijde
van het stuurwiel (volgens uitvoering)
biedt u toegang tot de menu's waarin u de
persoonlijke instellingen van de uitrusting
van de auto kunt wijzigen.
U kunt kiezen uit zeven talen: Italiaans,
Engels, Duits, Frans, Spaans, Portugees en
Nederlands.
Om veiligheidsredenen kunnen sommige
menu's uitsluitend worden weergegeven bij
afgezet contact.Druk op de toets MODE om:
- menu's en submenu's weer te geven,
- een geselecteerde optie in een menu te bevestigen
,
- menu's te verlaten.
Houd de toets ingedrukt om terug te keren naar het
beginscherm.
Druk op deze toets om:
- omhoog te scrollen in een menu,
- een waarde te verhogen.
Druk op deze toets om:
- omlaag te scrollen in een menu,
- een waarde te verlagen.
Menu... Druk
op... Submenu... Druk
op... Selecteer... Bevestig
en stop Om...
1
Geluidssignaal
snelheid
ON Verhogen Het geluidssignaal op het moment
dat de ingestelde snelheid wordt
overschreden te activeren/deactiveren
en de snelheid in te stellen.
Verlagen
OFF
2 Sensor
koplampen Verhogen
De gevoeligheid van de lichtsensor
in te stellen (1 tot 3).
Verlagen
3 Activeren
Trip B Activeren
Een tweede traject "Trip B" weer te
geven.
Deactiveren
Page 57 of 150

73
4
TECHNOLOGIE AAN BOORD
Mode
Menu…Druk
op... Submenu… Druk
op... Selecteer… Bevestig
en stop Om...
4 Tijd instellen Uren/minuten
Verhogen
De tijd in te stellen
Verlagen
Weergave uren 24
De weergave van de uren op het
klokje te selecteren.
12
5 Datum
instellen Jaar/Maand/
Dag Activeren
De datum in te stellen.
Deactiveren
6 Radio
weergeven ON
De naam van het radiostation
weer te geven.
OFF
7 Autoclose Tijdens het
rijden ON
Het automatisch vergrendelen van
de schuifdeuren vanaf 20 km/h te
activeren/deactiveren.
OFF
8 Eenheid Afstand
Km
De eenheid voor de weergave
van de afstanden te selecteren.
Miles
Brandstofverbruikkm/l
De eenheid voor de weergave van
het brandstofverbruik te selecteren.
l/100 km
9 Talen Lijst met
beschikbare
talenDe taal van de weergave te
kiezen.
10 Volume
gesproken
berichten Verhogen
Het volume van de gesproken
berichten te verhogen of
verlagen.
Verlagen
Page 58 of 150

74
ModeMenu… Druk
op... Submenu… Druk
op... Selecteer… Bevestig
en stop Om...
11 Toetsen-
volume Verhogen
Het toetsenvolume te verhogen of
verlagen.
Verlagen
12 Service
Service (resterende
afstand in km tot
verversen
) Het resterende aantal kilometers/
mijlen tot het verversingsinterval
weer te geven.
Olie Het motorolieniveau weer te
geven.
13 Airbag
passagier ON
Ja
De airbag aan passagierszijde in
te schakelen.
Nee
OFF Ja
De airbag aan passagierszijde uit
te schakelen.
Nee
14 Menu
verlaten Het menu te verlaten. Druk op de
pijltoets "omlaag"om terug te keren
naar het hoofdmenu.
Page 59 of 150

kmC I T Y
75
4
TECHNOLOGIE AAN BOORD
Parkeerhulp
PARKEERHULP ACHTER MET GELUIDSSIGNALEN
Dit systeem (volgens uitvoering) werkt
met geluidssignalen en bestaat uit vier
parkeersensoren die zijn aangebracht in de
achterbumper.
Het systeem waarschuwt de bestuurder voor
elk obstakel (persoon, auto, boom, hek, …)
dat zich achter de auto bevindt.
Het waarschuwt u echter niet voor objecten
die zich direct onder de bumper bevinden.
Paaltjes, pionnen bij wegwerkzaamheden
of gelijksoortige voorwerpen worden
waargenomen bij aanvang van de
aanrijmanoeuvre, maar niet meer wanneer
de auto te dicht genaderd is.Inschakelen van de achteruitversnelling
Een geluidssignaal geeft de afstand tot het
obstakel aan. Hoe dichter de auto bij het
obstakel komt, hoe korter de tijd tussen de
geluidssignalen is.
Als de auto minder dan ongeveer
30 centimeter van het obstakel verwijderd is,
is het geluidssignaal continu hoorbaar.
De parkeerhulp is een hulpmiddel voor de
bestuurder die desondanks waakzaam moet
blijven en verantwoordelijk is.
Uitschakelen van de parkeerhulp
Zet de versnellingsbak in de neutraalstand.Storing
Raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk als dit verklikkerlampje
op het instrumentenpaneel gaat
branden.Indien uw auto is
voorzien van dit display,
verschijnt een melding.
Gebruiksvoorschrift
Zorg ervoor dat de sensoren in de winter of
bij slecht weer niet bedekt zijn met modder,
ijs of sneeuw.
Page 60 of 150

76
Achteruitrijcamera
ACHTERUITRIJCAMERA
De achteruitrijcamera (volgens uitvoering)
bevindt zich aan de achterzijde van de
bestelwagen, ter hoogte van het derde
remlicht.
De camerabeelden worden weergegeven
op een scherm in de cabine. Deze
beelden zijn een visueel hulpmiddel bij het
achteruitrijden.Scherm
De camerabeelden worden weergegeven op een
verstelbaar 4 of 6,5 inch LCD-kleurenscherm dat
in de plaats komt van de binnenspiegel.
Druk de knop in en plaats het scherm op de
gewenste positie.
Inschakelen
Klap bij aangezet contact het scherm uit.
De camera wordt automatisch geactiveerd
zodra de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld en blijft actief tot een snelheid
van ongeveer 15 km/h. Bij een snelheid hoger
dan 18 km/h wordt de camera gedeactiveerd.
Als een vooruitversnelling wordt ingeschakeld,
wordt het laatste beeld nog ongeveer 5 seconden
weergegeven en gaat het scherm vervolgens uit.
Klap het scherm in.Toetsen
Regeling lichtsterkte.
Regeling achtergrondverlichting.
Met de functie ON/OFF
kunnen de beelden van de
achteruitrijcamera worden
weergegeven zonder dat de
achteruitversnelling wordt
ingeschakeld.