Peugeot Expert VU 2016 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2016, Model line: Expert VU, Model: Peugeot Expert VU 2016Pages: 520, PDF Size: 11.35 MB
Page 141 of 520

139
Expert_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
F Houd deze toets ingedrukt om de ver warming direct uit te
schakelen.
F
H
oud deze toets ingedrukt
om de ver warming direct in te
schakelen.
Het lampje van de afstandsbediening licht
gedurende ongeveer 2 seconden rood op om
te bevestigen dat het signaal door de auto is
ontvangen. Het lampje van de afstandsbediening licht
gedurende ongeveer 2 seconden groen op om
te bevestigen dat het signaal door de auto is
ontvangen.
Uitschakelen Inschakelen
Long Range-
afstandsbediening
Het bereik van de afstandsbediening is
ongeveer 1 km, in een onbeschutte omgeving. Het lampje van de afstandsbediening
knippert gedurende ongeveer
2
seconden als de auto het signaal niet
heeft ontvangen.
Probeer het in dat geval vanaf een
andere plaats opnieuw.
Batterij vervangen
Als het lampje van de afstandsbediening oranje
gaat branden, is de batterij bijna leeg.
Als het lampje niet meer brandt, is de batterij
leeg.
F
D
raai de knop met een muntstuk los en
vervang de batterij.
Tijdens de verwarming
Dit lampje blijft knipperen zolang de
verwarming in werking is.
Het lampje gaat uit als de ver warmingscyclus
is beëindigd of als de ver warming met de
afstandsbediening wordt uitgeschakeld.
De maximale werkingsduur van
de verwarming bedraagt ongeveer
45 min, afhankelijk van de
weersomstandigheden.
go
oi de lege batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze bevatten
metalen die schadelijk zijn voor het
milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal
verzamelpunt.
3
Ergonomie en comfort
Page 142 of 520

140
Expert_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Zorg ervoor dat de programmeerbare
verwarming altijd is uitgeschakeld
tijdens het bijvullen van brandstof,
om brand- en explosiegevaar te
voorkomen.
ge
bruik om koolmonoxidevergiftiging
te voorkomen de programmeerbare
ver warming nooit, zelfs niet voor korte
tijd, in een afgesloten ruimte zoals
een garage of werkplaats zonder
afzuiginstallatie.
Parkeer om brandgevaar te voorkomen
de auto niet op een brandbare
ondergrond (dor gras, dode bladeren,
papier...).
gl
azen oppervlakken zoals de
achterruit en voorruit kunnen plaatselijk
zeer warm worden.
Plaats geen voor werpen tegen deze
oppervlakken en raak ze niet aan.
De verwarming wordt geactiveerd als:
-
d
e laadtoestand van de accu dat
toelaat,
-
h
et brandstofniveau dat toelaat,
-
d
e motor na het vorige gebruik van
de programmeerbare verwarming
een keer is gestart.
De programmeerbare ver warming werkt
op brandstof uit de brandstoftank van
de auto.
Verzeker u er vóór gebruik voor dat er
voldoende brandstof in de tank zit.
Als de brandstoftank bijna leeg is, is
het raadzaam om het systeem niet te
gebruiken.
De ventilatie wordt alleen geactiveerd als
de laadtoestand van de accu dat toelaat.
Ergonomie en comfort
Page 143 of 520

141
Expert_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
uit. De plafonnier achter gaat branden
zodra een van de voorportieren of
schuifdeuren wordt geopend. Blijft branden, bij aangezet contact.
Achter
Plafonnier(s)
Vóór
Zorg ervoor dat er niets tegen de
plafonnier aan stoot.
Automatisch inschakelen/
uitschakelen
De plafonnier vóór gaat automatisch branden
als de sleutel uit het contact wordt gehaald.
Bij het ontgrendelen van de auto, zodra een
portier wordt geopend of als de auto wordt
gelokaliseerd met de afstandsbediening, gaan
alle plafonniers branden.
De plafonniers gaan geleidelijk uit nadat
het contact is aangezet en nadat de auto is
vergrendeld.
3
Ergonomie en comfort
Page 144 of 520

142
Expert_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Leeslampjes (volgens uitvoering)
Achter
PlafonniersAutomatisch inschakelen/
uitschakelen
De plafonnier vóór gaat automatisch branden als de
sleutel uit het contact wordt gehaald.
Bij het ontgrendelen van de auto, zodra een portier
wordt geopend of als de auto wordt gelokaliseerd
met de afstandsbediening, gaan alle plafonniers
branden.
De plafonniers gaan geleidelijk uit nadat het contact
is aangezet en nadat de auto is vergrendeld.
Vóór
Blijft uit. 2e en 3e zitrij: de plafonnier gaat
branden zodra een van de deuren
achter (schuifdeur en afhankelijk van
de uitvoering de linker achterdeur of
de achterklep) wordt geopend.Voorstoelen: de plafonniers gaan
branden zodra een van de portieren of
deuren (schuifdeur en afhankelijk van
de uitvoering de linker achterdeur of de
achterklep) wordt geopend.
Blijft branden, bij aangezet contact. Zorg ervoor dat er geen voor werpen
tegen de plafonnier aan komen.Deze kunnen worden in- en
uitgeschakeld met behulp van een
schakelaar.
Bedien bij aangezet contact de
desbetreffende schakelaar.
Ergonomie en comfort
Page 145 of 520

143
Expert_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
F Zet de knop A naar links of rechts om de desbetreffende spiegel te selecteren.
F
D
uw de knop B in de 4 richtingen om de
spiegel af te stellen.
F
Z
et de knop A weer in het midden.
Elektrisch uitklappen
De spiegels worden weer elektrisch uitgeklapt
zodra de auto ontgrendeld wordt met de
afstandsbediening of de sleutel. t
r
ek als de
spiegels zijn ingeklapt met behulp van de
schakelaar A nogmaals aan de schakelaar.
SpiegelsElektrisch verstellenElektrisch inklappen (volgens uitvoering)
Bij stilstaande auto en aangezet contact
kunnen de buitenspiegels van binnenuit
elektrisch worden ingeklapt:
F
Z
et de knop A in de
middelste stand.
F
t
r
ek de knop A naar
achteren.
Vergrendel om de spiegels van buitenaf in
te klappen met de afstandsbediening of de
sleutel.
Het automatisch in- en uitklappen van
de buitenspiegels bij het vergrendelen/
ontgrendelen kan worden gedeactiveerd.
Raadpleeg het PE
ugEo
t
-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Indien nodig kunnen de buitenspiegels
handmatig worden ingeklapt.
Buitenspiegels
Stel de spiegel met behulp van de hendel in de
gewenste stand.
ti
jdens het parkeren kunnen de buitenspiegels
handmatig ingeklapt worden.
Stel de spiegel na het uitklappen bij stilstaande
auto handmatig of elektrisch terug in de
gewenste stand.
De spiegel zal niet breken, ook niet bij vorst.
Handmatig verstellen
4
Verlichting en zicht
Page 146 of 520

144
Expert_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Buitenspiegels met
ver warming
of
Stel om veiligheidsredenen de spiegels zo af
dat de dode hoek zo klein mogelijk is.
De waargenomen objecten in de
buitenspiegels lijken verder af dan ze in
werkelijkheid zijn.
Hiermee moet rekening worden gehouden om
de afstand ten opzichte van achteropkomend
verkeer goed in te schatten.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
Achterruitverwarming.
F
D
ruk op de toets van de
achterruitverwarming.
F
D
ruk op de toets van de
buitenspiegelverwarming.
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto:
Verlichting en zicht
Page 147 of 520

145
Expert_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Binnenspiegel
De binnenspiegel is voorzien van een antiverblindingsstand waardoor de spiegel donkerder wordt en de bestuurder
minder hinder ondervindt van bijvoorbeeld de zon en van de koplampen van achteropkomend verkeer.
Handmatige binnenspiegel
Verstellen
F S tel de spiegel af als deze in de dagstand
staat.
Zodra de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld, wordt de spiegel in de
dagstand gezet voor een maximaal
zicht naar achteren.
Dag-/nachtstand
F
t
r
ek aan het hendeltje om de spiegel in de
nachtstand te zetten.
F
D
uw het hendeltje naar voren om de
spiegel terug te zetten in de dagstand.
"Elektrochromatische"
binnenspiegel
Dankzij een sensor die de hoeveelheid licht die
vanaf de achterzijde van de auto op de spiegel
valt meet, gaat de binnenspiegel geleidelijk en
automatisch over van de dag- in de nachtstand.
4
Verlichting en zicht
Page 148 of 520

146
Expert_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Uitvoering zonder automatische inschakeling
Uitvoering met automatische inschakeling
Ring voor de hoofdverlichtingLichten uit (afgezet contact) /
dagrijverlichting vóór (draaiende motor).
Automatische verlichting.
Alleen parkeerlicht.
Dimlicht of grootlicht.Overschakelen van dim-
naar grootlicht en terug
Als de verlichting is uitgeschakeld of wanneer
alleen de parkeerlichten zijn ingeschakeld, kunt
u een lichtsignaal geven door de hendel naar u
toe te trekken.
Het branden van het desbetreffende
verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel geeft aan dat de
geselecteerde verlichting is ingeschakeld.
tr
ek de hendel naar u toe om over te schakelen
van dim- naar grootlicht en terug.
Lichtschakelaar
onder bepaalde weersomstandigheden
(lage temperatuur, vochtigheid) kan zich
een laagje condens aan de binnenzijde
van de koplampen en de achterlichten
vormen; dit verdwijnt enkele minuten na
het ontsteken van de koplampen.
Draai aan de ring om het symbool van de gewenste
stand tegenover het merkteken te zetten.
Verlichting en zicht
Page 149 of 520

147
Expert_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Ring voor de mistverlichting
Mistlampen vóór en
mistachterlicht
Alleen mistachterlicht
F Draai de ring naar voren om het
mistachterlicht in te schakelen.
Wanneer de verlichting automatisch wordt
uitgeschakeld (uitvoeringen met de stand
A
u
to
)
, blijven het mistachterlicht en het
dimlicht branden.
F
D
raai de ring naar achteren om het
mistachterlicht uit te schakelen. Verdraai de ring:
F
é
én stand naar voren om de mistlampen
vóór in te schakelen,
F
t
wee standen naar voren om de
mistachterlichten in te schakelen,
F
é
én stand naar achteren om de
mistachterlichten uit te schakelen,
F
t
wee standen naar achteren om de
mistlampen vóór uit te schakelen. Als de verlichting automatisch wordt
uitgeschakeld (uitvoeringen met automatische
verlichting) of als het dimlicht handmatig wordt
uitgeschakeld, blijven de mistverlichting en de
parkeerlichten branden.
F
D
raai de ring naar achteren om de
mistverlichting uit te schakelen.
De parkeerlichten worden dan ook
uitgeschakeld.
De mistlampen vóór werken als de dimlichten zijn
ingeschakeld (handmatig of in de stand Au
to) .
Het mistachterlicht werkt als minimaal de parkeerlichten zijn ingeschakeld.
4
Verlichting en zicht
Page 150 of 520

148
Expert_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Richtingaanwijzers
(knipperlichten)
F Links: beweeg de verlichtingsschakelaar omlaag voorbij het zware punt.
F
R
echts: beweeg de verlichtingsschakelaar
omhoog voorbij het zware punt.
Drie keer knipperen
F Beweeg de schakelaar kort omhoog of omlaag, zonder deze door de
weerstand te drukken. De desbetreffende
richtingaanwijzers zullen drie keer
knipperen.
Bij helder of regenachtig weer,
zowel overdag als 's nachts,
zijn de mistlampen vóór en de
mistachterlichten verblindend voor
medeweggebruikers en daarom niet
toegestaan.
g
e
bruik de mistlampen
vóór en de mistachterlichten uitsluitend
bij mist of sneeuwval.
ond
er deze weersomstandigheden
dient u de mistlampen en het dimlicht
handmatig in te schakelen, omdat
de lichtsensor voldoende licht kan
waarnemen.
Vergeet niet de mistlampen uit te zetten
zodra ze niet meer nodig zijn.
Vergeten verlichting
Als het contact is afgezet, de verlichting
handmatig is ingeschakeld en een van
de voorportieren wordt geopend, klinkt
een geluidssignaal om aan te geven dat
de verlichting nog brandt.
Het geluidssignaal stopt zodra de
verlichting wordt uitgeschakeld.
Reizen naar het buitenland
Wanneer u uw auto gaat gebruiken
in een land waarin het verkeer aan
de andere kant van de weg rijdt,
moet de afstelling van de koplampen
worden gewijzigd om te voorkomen
dat tegemoetkomend verkeer wordt
verblind.
Raadpleeg het PE
u
g
Eo
t
-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats. Als het contact wordt afgezet, wordt
de verlichting gedoofd, maar kunt u de
verlichting altijd weer inschakelen met
de lichtschakelaar.
Verlichting en zicht