Peugeot Expert VU 2016 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2016, Model line: Expert VU, Model: Peugeot Expert VU 2016Pages: 520, PDF Size: 11.35 MB
Page 171 of 520

169
Expert_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Adviezen
Bij aanrijdingen
De gordelspanners kunnen, afhankelijk van
de aard en de kracht van de aanrijding,
vóór en onafhankelijk van de airbags afgaan.
Het activeren van de gordelspanners gaat
gepaard met wat onschadelijke rook en een
knal, als gevolg van de activering van de
pyrotechnische lading die in het systeem is
geïntegreerd.
In alle gevallen gaat het verklikkerlampje van
de airbag branden.
Laat het systeem na een aanrijding
controleren en eventueel vervangen door het
PE
ugEo
t
-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Voor een effectieve werking van de
veiligheidsgordel:
-
d
ient deze strak om het lichaam te
worden gedragen,
-
m
oet deze in een vloeiende beweging
naar voren worden getrokken, zonder
dat de gordel gedraaid raakt,
-
m
ag deze door niet meer dan één
persoon worden gedragen,
-
m
ag deze geen beschadigingen of rafels
vertonen,
-
m
ag er om te voorkomen dat de gordel
niet goed werkt, niets aan worden
gewijzigd.Vanwege de wettelijke veiligheidsvoorschriften
moeten werkzaamheden en controles aan de
veiligheidsgordels worden uitgevoerd door het
PE
ugEo
t
-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats, die tevens voor de garantie zorgt en de
werkzaamheden volgens de voorschriften uitvoert.
Laat de veiligheidsgordels van uw auto regelmatig
controleren door het PE
u
g
Eo
t
-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats, vooral als de gordels
beschadigingen vertonen.
Reinig de veiligheidsgordels met zeepsop of een
reinigingsmiddel voor textiel, verkrijgbaar bij het
PE
u
g
Eo
t
-
netwerk.
Controleer na het neerklappen of verstellen van
een stoel of de achterbank of de gordel zich op de
juiste plaats bevindt en goed is opgerold.
Voorschriften voor kinderen
Maak voor kinderen tot 12 jaar of kleiner dan
1,50 m gebruik van een geschikt kinderzitje.
De veiligheidsgordel mag door niet meer dan
één persoon gedragen worden.
Laat nooit een kind op schoot zitten tijdens
het rijden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over kinderzitjes .
Alvorens te gaan rijden dient de bestuurder
te controleren of alle passagiers hun
veiligheidsgordel goed hebben omgedaan
en vastgemaakt.
Zorg ervoor dat alle inzittenden tijdens het
rijden hun veiligheidsgordel dragen, ook al
betreft het een korte rit.
Draai de gespen van de veiligheidsgordels
niet om; de gordels zijn dan niet voldoende
effectief.
De veiligheidsgordels zijn voorzien van een
oprolautomaat die ervoor zorgt dat de lengte
van de gordel automatisch wordt aangepast
aan de lichaamsbouw van de gebruiker. De
gordel wordt automatisch opgerold als deze
niet wordt gebruikt.
Controleer zowel voor en na het gebruik van
de gordel of deze goed is opgerold.
De heupgordel moet zo laag mogelijk op het
bekken worden geplaatst.
De schoudergordel moet langs het holle
gedeelte van de schouder worden geplaatst.
De oprolautomaten zijn voorzien van
een automatische blokkeerinrichting die
in werking treedt bij een aanrijding, een
noodstop of het over de kop slaan van
de auto.
u
kunt de blokkeerinrichting
deblokkeren door stevig aan de riem te
trekken en deze weer los te laten, zodat de
riem weer een stukje wordt opgerold.
5
Veiligheid
Page 172 of 520

170
Expert_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Airbags
De airbags zijn speciaal ontworpen om de
veiligheid van de inzittenden (uitgezonderd
de passagiers op de middelste zitplaats
van zitrij 2 en, volgens uitvoering, zitrij 3) bij
ernstige aanrijdingen te verbeteren. De airbags
vormen een aanvulling op de werking van de
veiligheidsgordels met spanbegrenzers.
De elektronische schoksensoren registreren
de frontale en zijdelingse aanrijdingen waaraan
de registratiezones voor een aanrijding worden
blootgesteld:
-
b
ij een ernstige aanrijding gaan de airbags
onmiddellijk af om de inzittenden van de
auto (uitgezonderd de passagiers op de
middelste zitplaats van zitrij 2 en, volgens
uitvoering, zitrij 3) te helpen beschermen.
Direct na de aanrijding ontsnapt het gas
snel uit de airbags, zodat het zicht niet
wordt belemmerd en de inzittenden de auto
eventueel kunnen verlaten,
-
b
ij een minder ernstige aanrijding of een
aanrijding van achteren en in bepaalde
gevallen waarbij de auto over de kop
slaat, treden de airbags niet in werking.
De veiligheidsgordels helpen u in deze
situaties voldoende te beschermen. De airbags werken alleen als het
contact aan is.
De airbags werken slechts eenmaal.
Als er een tweede aanrijding plaatsvindt
(tijdens hetzelfde of een volgend
ongeval), worden de airbags niet meer
opgeblazen.
Het activeren van (een van) de airbags
gaat gepaard met wat rook en een
knal, als gevolg van de activering van
de pyrotechnische lading die in het
systeem is geïntegreerd.
De rook is niet schadelijk, maar kan
voor personen die hier gevoelig voor
zijn, irriterend zijn.
De knal die bij het afgaan wordt
geproduceerd, kan het gehoor
gedurende een korte periode enigszins
verminderen.
Registratiezones voor een aanrijding
A. Impactzone vóór.
B. Imp
actzone opzij.
Veiligheid
Page 173 of 520

171
Expert_nl_Chap05_securite_ed01-2016
FrontairbagsActivering
De airbags worden opgeblazen, behalve de
airbag aan passagierszijde wanneer deze
is uitgeschakeld, bij een ernstige frontale
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone vóór (A), waarbij de krachten in de
horizontale lengterichting van de auto en vanaf
de voorzijde richting de achterzijde op de auto
inwerken.
De frontairbag wordt opgeblazen tussen
de bestuurder en het stuur of tussen de
passagier(s) voorin en het dashboard om
te verhinderen dat deze naar voren wordt
geslingerd.
De frontairbags beschermen de bestuurder
en voorpassagier(s) bij een ernstige frontale
aanrijding, om de kans op hoofd- en borstletsel
te verkleinen.
De bestuurdersairbag is geïntegreerd in
het stuur wiel en de passagiersairbag in het
dashboard boven het dashboardkastje. Houd tijdens het rijden
het opbergvak
gesloten om verwondingen bij
een aanrijding of een noodstop te
voorkomen.
5
Veiligheid
Page 174 of 520

172
Expert_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Uitschakelen airbag aan
passagierszijde
Alleen de airbag aan passagierszijde kan
worden uitgeschakeld.Bij het aanzetten van het contact
brandt dit waarschuwingslampje
in het display met de
waarschuwingslampjes voor de
veiligheidsgordels. Het blijft branden
zolang de airbag is uitgeschakeld. Schakel voor de veiligheid van uw kind
de airbag aan passagierszijde altijd uit
als u een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de voorstoel plaatst.
Anders kan een kind bij het afgaan
van de airbag levensgevaarlijk gewond
raken.
Opnieuw inschakelen airbag aan
passagierszijde
Als u het kinderzitje hebt ver wijderd, zet dan
met afgezet contact
de schakelaar weer op
"ON" om de airbag opnieuw in te schakelen
en zo de veiligheid van uw voorpassagier(s) te
garanderen.
Bij het aanzetten van het contact gaat
dit waarschuwingslampje in het display
met de waarschuwingslampjes voor de
veiligheidsgordels gedurende ongeveer één
minuut branden om aan te geven dat de airbag
aan passagierszijde weer is ingeschakeld.
Storing
Als dit lampje op het
instrumentenpaneel gaat branden,
laat het systeem dan altijd controleren
door het PE
u
g
Eo
t
-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats. De kans
bestaat dat de airbags bij een ernstige
aanrijding niet worden geactiveerd.
Zijairbags
Activering
De zijairbags worden aan de desbetreffende
zijde opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij, loodrecht op de lengteas
van de auto en vanaf de buitenzijde richting de
binnenzijde van de auto.
De zijairbag wordt opgeblazen tussen het
bovenlichaam van de inzittende voorin en het
desbetreffende portierpaneel.
Indien uw auto is uitgerust met zijairbags,
beschermen deze de bestuurder en de
voorpassagier bij een ernstige zijdelingse aanrijding
om de kans op letsel aan het bovenlichaam, tussen
de buik en het hoofd, te verkleinen.
De zijairbags zijn aangebracht in het frame van de
rugleuning, aan de portierzijde.
F Zet het contact af en steek de sleutel in de schakelaar voor het uitschakelen van de
airbag aan passagierszijde.
F
D
raai deze in de stand "OFF" .
F
V
er wijder de sleutel zonder de stand van
de schakelaar te veranderen.
Veiligheid
Page 175 of 520

173
Expert_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop in de voorstoelen te zitten.
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...) en bevestig niets in
de buurt van de airbags of in het gebied waar
de airbags afgaan. Dit kan de inzittende bij
het afgaan van de airbag ver wonden.
Verander niets aan de oorspronkelijke
uitvoering van uw auto, voer met name geen
wijzigingen door aan de onderdelen in de
directe nabijheid van de airbags.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw
auto de airbagsystemen controleren.
Werkzaamheden aan airbagsystemen
mogen uitsluitend door het PE
u
g
Eo
t
-
n
etwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats worden uitgevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriften
worden nageleefd, blijft de kans bestaan op
letsel of lichte brandwonden aan het hoofd,
de borst of de armen als de airbag wordt
geactiveerd.
Zijairbags
Bedek de stoelen uitsluitend met daarvoor
goedgekeurde stoelhoezen, die in
combinatie met actieve zijairbags gebruikt
kunnen worden. Voor informatie over de
stoelhoezen die geschikt zijn voor uw auto
kunt u zich wenden tot het PE
u
g
Eo
t
-
n
etwerk.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de accessoires .
Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de
stoelen (kleding...): dit zou bij het afgaan van
de airbags kunnen leiden tot verwondingen
aan armen of borstkas.
ga n
iet onnodig dicht tegen het
portierpaneel zitten.
De airbag wordt namelijk zeer snel
opgeblazen (binnen enkele milliseconden)
en loopt vervolgens even snel leeg, waarbij
de warme gassen via de daarvoor bestemde
openingen naar buiten stromen.
Airbags vóór
Houd het stuur wiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn voeten niet op
het dashboard laten rusten.
Rook niet in de auto. Als de airbag afgaat,
kunnen brandende sigaretten of een pijp
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten
in de stuur wielbekleding en sla er niet op.
Bevestig geen voor werpen of stickers op
het stuur wiel of op het dashboard. Deze
kunnen bij het afgaan van de airbags letsel
veroorzaken.
Adviezen
Houd u aan de onderstaande veiligheidsvoorschriften voor een
maximale effectiviteit van de airbags.
De portierpanelen van de voorportieren
bevatten de zijdelingse schoksensoren van de
auto.
Schade aan het portier of het uitvoeren van
werkzaamheden (wijzigingen of reparaties)
die niet aan de voorschriften voldoen, kan
ertoe leiden dat deze sensoren niet meer goed
werken - In dat geval werken de zij-airbags
mogelijk niet!
Laat werkzaamheden aan de voorportieren
uitsluitend uitvoeren door het PE
u
g
Eo
t
-
n
etwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
5
Veiligheid
Page 176 of 520

174
Expert_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Algemene informatie met betrekking tot kinderzitjes
Volg voor een optimale veiligheid de volgende
adviezen op:
-
c
onform de Europese wetgeving dienen
kinderen jonger dan 12 jaar of kleiner
dan 1,50 m in gehomologeerde, aan
het lichaamsgewicht aangepaste
kinderzitjes op met veiligheidsgordels of
IS
o
F
IX-bevestigingen uitgeruste plaatsen
te worden vervoerd*,
-
d
e veiligste plaats voor het ver voeren
van een kind is volgens de statistieken
een plaats op de achterbank van uw
auto,
-
k
inderen tot 9 kg moeten zowel voor-
als achterin met de rug in de rijrichting
worden vervoerd.PEUGEOT beveelt u aan kinderen op de
achterzitplaatsen van uw auto te vervoeren:
- met de rug in de rijrichting tot 3 jaar,- met het gezicht in de rijrichting vanaf
3 j a a r.
Hoewel PEu gEo t bij het ontwerp van uw auto veel aandacht heeft besteed aan
veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun veiligheid natuurlijk ook afhankelijk van uzelf.
*
D
e regelgeving met betrekking tot het vervoer
van kinderen zijn per land verschillend.
Raadpleeg de in uw land geldende regels.
Veiligheid
Page 177 of 520

175
Expert_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Kinderzitje achterin
"Rug in de rijrichting"
Schuif als u een kinderzitje "met de rug in de
rijrichting" achterin plaatst de voorstoel naar
voren en zet de rugleuning van de voorstoel
rechtop, zodat het kinderzitje de voorstoel niet
raakt.
Zet de zitplaats waarop u het kinderzitje plaatst
in de achterste stand, met de rugleuning
rechtop.
"Gezicht in de rijrichting"
Schuif als u een kinderzitje "met het gezicht
in de rijrichting" achterin plaatst de voorstoel
naar voren en zet de rugleuning van de
voorstoel rechtop, zodat de benen van het kind
de voorstoel niet raken.
Zet de zitplaats waarop u het kinderzitje plaatst
in de achterste stand, met de rugleuning
rechtop.
Controleer of de veiligheidsgordel goed
is aangetrokken.
Controleer bij kinderzitjes met een
steun of deze steun stabiel op de vloer
staat. Verzet indien nodig de voorstoel
van de auto.
3e zitrij (volgens uitvoering)
Schuif als een kinderzitje op de 3e zitrij is
geplaatst de zitplaats op de 2e zitrij naar
voren en zet de rugleuning rechtop zodat
het kinderzitje en de benen van het kind de
zitplaats op de 2e zitrij niet raken.
5
Veiligheid
Page 178 of 520

176
Expert_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Passagiersstoel in de hoogste stand en zo
ver mogelijk naar achteren.
"Met de rug in de rijrichting"
Kinderzitje op de passagiersstoel voor*
"Met het gezicht in de rijrichting"
Let erop dat de veiligheidsgordel goed
aansgespannen is.
Zorg er bij kinderzitjes met een steun
voor dat de steun goed contact maakt
met de vloer. Verstel de passagiersstoel
als dit niet het geval is.
Wanneer een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de passagiersstoel voor
wordt
geplaatst, moet de stoel zo ver mogelijk naar
achteren worden geschoven, en in de hoogste
stand en met de rugleuning rechtop worden
gezet.
De frontairbag aan passagierszijde moet
zijn uitgeschakeld.
g
e
beurt dit niet, dan
kan het kind bij het afgaan van de airbag
levensgevaarlijk gewond raken .Wanneer een kinderzitje met het gezicht in
de rijrichting op de passagiersstoel voor
wordt geplaatst, moet de stoel zo ver mogelijk
naar achteren worden geschoven, en in de
hoogste stand en met de rugleuning rechtop
worden gezet en mag de frontairbag aan
passagierszijde niet worden uitgeschakeld.
*
R
aadpleeg de wetgeving in uw land alvorens
u een kinderzitje op deze zitplaats bevestigt.
Veiligheid
Page 179 of 520

177
Expert_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Airbag aan passagierszijde OFF
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de airbags.
uitschakelen van de airbag vóór aan passagierszijde
Plaats nooit een kind in een kinderzitje
"met de rug in de rijrichting" op de
voorpassagiersstoel als de airbag vóór
aan passagierszijde is ingeschakeld.
Het kind kan in dat geval bij een
aanrijding levensgevaarlijk gewond raken.
Dit voorschrift wordt tevens vermeld op de
waarschuwingssticker aan beide zijden van de
zonneklep aan passagierszijde.
Conform de wettelijke voorschriften vindt u op
de volgende tabellen deze waarschuwing in
alle benodigde talen.
5
Veiligheid
Page 180 of 520

178
AR
B g
НИКОГА НЕ инсталирайте детско столче на седалка с АКТИВИРАНА предна ВЪЗДУШНА ВЪЗГЛАВНИЦ А. Това може да причини
СМЪРТ или СЕРИОЗНО НАРАНЯВАНЕ на детето.
CSNIKDY neumisťujte dětské zádržné zařízení orientované směrem dozadu na sedadlo chráněné AKTIVOVANÝM čelním AIRBAGEM. Hrozí
nebezpečí SMRTI DÍTĚTE nebo VÁ ŽNÉHO ZR ANĚNÍ.
DABrug ALDRIg en bagudvendt barnestol på et sæde, der er beskyttet af en AKtI V AIRBAg. B ARNEt risikerer at blive ALVoR LIg t
K VÆStEt eller DR ÆBt.
DEMontieren Sie auf einem Sitz mit AKtI VIERtE M Front-Airbag NIEMALS einen Kindersitz oder eine Babyschale entgegen der
Fahrtrichtung, das Kind könnte schwere oder sogar tödliche Verletzungen erleiden.
ELΜη χρησιμοποιείτε ΠΟΤΕ παιδικό κάθισμα με την πλάτη του προς το εμπρός μέρος του αυτοκινήτου, σε μια θέση που προστατεύεται από
ΜΕΤΩΠΙΚΟ αερόσακο που είναι ΕΝΕΡΓΟΣ. Αυτό μπορεί να έχει σαν συνέπεια το ΘΑΝΑΤΟ ή το ΣΟΒΑΡΟ ΤΡΑΥΜΑΤΙΣΜΟ του ΠΑΙΔΙΟΥ
ENNEVER use a rear ward facing child restraint on a seat protected by an ACtI VE AIRBAg in front of it, DEAtH o r SERIo uS I NJuR Y to the
CHILD can occur
ESNo INStALAR NuN CA un sistema de retención para niños de espaldas al sentido de la marcha en un asiento protegido mediante un
AIRBAG frontal ACTIVADO, ya que podría causar lesiones GR AVES o incluso la MUERTE del niño.
EtÄrge MIttE KuN AgI paigaldage “seljaga sõidusuunas“ lapseistet juhi kõrvalistmele, mille ESI tuR VAPADI on AKt IVEERI tuD . tu
r vapadja avanemine võib last tÕ SISELt või ELu oHtL IKuLt vigastada.
FIÄLÄ KoSK A AN aseta lapsen tur vaistuinta selkä ajosuuntaan istuimelle, jonka edessä suojana on käyttöön aktivoitu tuR VAtY YNY. Sen
laukeaminen voi aiheuttaa LAPSEN Ku oL EMAN tai VAK AVAN Lo uK K A ANt uM ISEN.
FRNE JAMAIS installer de système de retenue pour enfants faisant face vers l’arrière sur un siège protégé par un Co uS SIN goN FLABLE
frontal ACTIVÉ.
Cela peut provoquer la M
oRt
de l’ENFAN
t
ou le BLESSER g
R
AVEMEN
t
HRNIK ADA ne postavljati dječju sjedalicu leđima u smjeru vožnje na sjedalo zaštićeno UKLJUČENIM prednjim ZR AČNIM JASTUKOM. To bi
moglo uzrokovati SMRt ili tE ŠKu o ZLJEDu djeteta.
HuSOHA ne használjon menetiránynak háttal beszerelt gyermekülést AKTIVÁLT (BEK APCSOLT) FRONTLÉGZSÁKK AL védett ülésen. Ez a
gyermek HALÁLÁT vagy SÚLYOS SÉRÜLÉSÉT okozhatja.
ItNoN installare MAI seggiolini per bambini posizionati in senso contrario a quello di marcia su un sedile protetto da un AIRBAg frontale
At tI VAt o. C iò potrebbe provocare la MoRtE o F ERItE gR AVI al bambino.
LtNIEK ADA neįrenkite vaiko prilaikymo priemonės su atgal atgręžtu vaiku ant sėdynės, kuri saugoma VEIKIANČIOS priekinės ORO
PAGALVĖS. Išsiskleidus oro pagalvei vaikas gali būti MIRTINAI arba SUNKIAI TR AUMUOTAS.
Expert_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Veiligheid