reset Peugeot Expert VU 2016 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2016, Model line: Expert VU, Model: Peugeot Expert VU 2016Pages: 520, PDF Size: 11.35 MB
Page 9 of 520
7
Expert_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2016
Vergrendelen/ontgrendelen vanuit het interieur 72-73
Elektrisch bedienbare schuifdeur(en)
78-86
Selectieve ontgrendeling cabine/ laadruimte
4
7- 48, 55
Elektrische kinderbeveiliging
1
94
Alarmknipperlichten
1
60
Bandenspanningscontrolesysteem resetten
263-264
Stop & Start uitschakelen
2
20
CDS/ASR uitschakelen
1
63
Stuurwiel verstellen
9
9
Claxon
161
Head-up display
2
22-223
Cockpit (vervolg)
Ruitenwisserschakelaar 1
56-159
Boordcomputer 40- 42
op
slaan van snelheden
2
24
Snelheidsbegrenzer
229-231
Snelheidsregelaar
23
2-235
Adaptieve snelheidsregelaar
23
6-242
Instrumentenpanelen
14-16
Verklikkerlampjes
17-30
Koelvloeistoftemperatuur
31
ond
erhoudsindicator
31-33
Motorolieniveaumeter
3
4
AdBlue
®-actieradiusindicator 35-37
Kilometerteller 38
Schakelindicator
208
Dimmer dashboardverlichting
3
9
Boordcomputer
40- 42
Datum en tijd instellen
4
6
Detectie verslapping aandacht
2
50-251
Elektrisch bedienbare ruiten
9
8
Elektrische buitenspiegelverstelling
1
43
gr
ip control
16
3, 16 4 -165
Programmeerbare verwarming/ ventilatie
138-140
Alarm
95-97
Handmatige koplamphoogteverstelling
155
Lane Departure Warning System
24
8-249
Dodehoekbewakingssysteem
252-254
gr
ootlichtassistent
1
53-154 Datum/tijd instellen
4
6
180°-camerasysteem achter
2
59 -261
op
slaan van snelheden
2
24
Snelheidslimietherkenning
225-228,
231, 234, 238
Waarschuwing kans op aanrijding
24
3-245
Active Safety Brake
2
43, 246 -249
Stop & Start uitschakelen
2
20
Lichtschakelaar
1
46-151
Richtingaanwijzers
148
.
overzicht
Page 16 of 520
14
Instrumentenpaneel met LCD-display
1. Analoge snelheidsmeter (km/h of mph).
2. Koelvloeistoftemperatuurmeter.
3.
A
anwijzingen van de snelheidsregelaar of
de snelheidsbegrenzer.
4.
D
igitale snelheidsmeter (km/h of mph).
5.
Schakelindicator.
I
ngeschakelde versnelling automatische
transmissie of elektronisch gestuurde
versnellingsbak. A. D
immer verlichting.
B. R esetten van de onderhoudsindicator.
V
olgens uitvoering: resetten van de
dagteller.
D
atum en tijd instellen.
t
i
jdelijk weergegeven informatie:
-
onderhoud,
-
a
ctieradius vloeistof emissieregeling
(AdBlue
®).
6.
Brandstofniveaumeter.
7.
Motorolieniveaumeter.
8.
o
nd
erhoudsindicator en vervolgens
kilometerteller (km of miles).
D
eze functies worden achtereenvolgend
weergegeven na het aanzetten van het
contact.
9.
D
agteller (km of miles).
10.
to
erenteller (x 1000 t /min of rpm).
Meters en displays
Bedieningstoetsen
Instrumentenpaneel
Page 24 of 520
22
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Bandenspanning
te laag permanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding. De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden te
worden uitgevoerd.
Elke keer nadat u een of meer banden op spanning
hebt gebracht en na het verwisselen van een of meer
wielen, moet u het systeem resetten.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem
.
+ knippert en brandt
vervolgens permanent,
in combinatie met
het verklikkerlampje
Service.Er zit een storing in de functie: de
bandenspanning wordt niet meer
gecontroleerd.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Laat het systeem controleren door het PE
u
g
Eo
t
-
n
etwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Voet op het
rempedaal permanent.
Het rempedaal moet worden
ingetrapt. Bij de automatische transmissie of elektronisch
gestuurde versnellingsbak moet u bij een draaiende
motor en voordat u de parkeerrem vrijzet het
rempedaal intrappen om de selectiehendel vanuit
stand P of N in een andere stand te kunnen zetten.
Als u de parkeerrem vrijzet zonder het rempedaal in te
trappen, zal dit verklikkerlampje blijven branden.
Voet op het
koppelingspedaalpermanent.
In de St oP -stand van het Stop &
Start-systeem wordt de motor niet
gestart als u het koppelingspedaal
slechts gedeeltelijk intrapt.tr ap bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak het koppelingspedaal volledig in zodat
de motor gestart kan worden.
Instrumentenpaneel
Page 33 of 520
31
Expert_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Als bij draaiende motor de wijzer of de
grafische meter (afhankelijk van de uitvoering)
zich bevindt in:
- zone A, is de koelvloeistoftemperatuur in
orde,
-
zone B, is de koelvloeistoftemperatuur
te hoog. Het waarschuwingslampje
maximumtemperatuur en het
waarschuwingslampje STOP gaan branden,
in combinatie met een geluidssignaal
en een waarschuwingsmelding op het
touchscreen.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Wacht enkele minuten voordat u de motor
afzet.
Raadpleeg het PE
u
g
Eo
t
-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats. De temperatuur en de druk in het koelcircuit
beginnen na enkele minuten rijden te stijgen.
om k
oelvloeistof bij te vullen:
F
l
aat de motor ten minste één uur afkoelen,
F
d
raai de dop twee omwentelingen los om
de druk te laten dalen,
F
v
erwijder vervolgens de dop,
F
v
ul bij tot aan het merkteken "MA XI".
Wees voorzichtig bij het bijvullen
van de koelvloeistof: kans op
brandwonden. Vul niet bij tot boven het
maximumniveau (aangegeven op het
reservoir).
Koelvloeistoftemperatuur Onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel
kilometer u nog ver wijderd bent van de
eerstvolgende onderhoudsbeurt volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant.
Deze termijn wordt berekend op basis van de laatste
reset van de onderhoudsindicator en is afhankelijk
van het aantal afgelegde kilometers en de verstreken
tijd sinds de laatste onderhoudsbeurt.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met dieselmotor
heeft de mate van vervuiling van de motorolie
ook invloed op de berekening (volgens land van
bestemming).
Controle
1
Instrumentenpaneel
Page 43 of 520
41
Expert_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Traject resetten
Instrumentenpaneel met LCD-tekstdisplay
F Druk zodra het gewenste traject wordt aangegeven de toets op het uiteinde van
de ruitenwisserschakelaar langer dan
twee seconden in.
F
o
f d
ruk langer dan twee seconden op
de rolknop op het stuurwiel (volgens
uitvoering).
F
Druk zodra het gewenste traject wordt aangegeven
de resettoets van het instrumentenpaneel langer
dan twee seconden in.
Instrumentenpaneel met
LCD-tekst- of matrixdisplay
Met LCD-instrumentenpaneel
F Druk de knop op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar meer dan twee
seconden in zodra het gewenste traject
wordt aangegeven.
1
Instrumentenpaneel
Page 46 of 520
44
Menu "Rijden"
De te configureren functies zijn in de volgende tabel weergegeven.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over een bepaalde functie van de rijhulpsystemen.To e t s Desbetreffende functie Aanwijzingen
Initialisatie
bandenspanningscontrole Resetten van het bandenspanningscontrolesysteem.
Dodehoekbewaking Inschakelen/uitschakelen van de functie.
Stop and Start-systeem
uit
schakelen/inschakelen van de functie.
of Lane Departure Warning
System (LDWS)
Inschakelen/uitschakelen van de functie.
Automatisch uitschakelen
van het grootlicht Inschakelen/uitschakelen van de functie.
Instrumentenpaneel
Page 87 of 520
85
Expert_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
De achterzijde van een geopende
schuifdeur zal nooit voorbij de
achterbumper van de auto komen.
Schuifdeuren en breedte van uw
auto
Een geopende schuifdeur steekt uit. Houd
hier rekening mee wanneer u de auto langs
een muur, een paaltje of een hoge stoeprand
parkeert.
Beveiliging / Detectie van obstakels
elektrisch bedienbare schuifdeur(en)Brandstofvulklep
Het obstakeldetectiesysteem wordt geactiveerd
op het moment dat de schuifdeur tijdens het
bewegen tegen een obstakel met een bepaalde
weerstand komt.
-
A
ls bij het sluiten van de schuifdeur een
obstakel wordt gedetecteerd, stopt de
schuifdeur met bewegen en wordt deze
vervolgens volledig geopend.
-
A
ls bij het openen van de schuifdeur een
obstakel wordt gedetecteerd, stopt de
schuifdeur met bewegen en wordt deze
vervolgens gesloten.
-
A
ls tijdens de beweging van de deur twee
keer achter elkaar een obstakel wordt
gedetecteerd, wordt de deur niet meer
elektrisch gesloten. Sluit de deur volledig
met de hand om de deur te resetten.op en niet de linker schuifdeur (indien
aanwezig) als de brandstofvulklep is
geopend: risico van beschadiging van
de brandstofvulklep en de schuifdeur.
Bovendien kan de persoon die aan het
tanken is gewond raken.
Als de brandstofvulklep is geopend
en uw auto is uitgerust met een
elektrisch bedienbare schuifdeur links,
kan deze schuifdeur niet elektrisch
worden geopend. Indien nodig kan
deze schuifdeur handmatig gedeeltelijk
worden geopend. De schuifdeur kan
alleen normaal worden geopend als de
brandstofvulklep is gesloten.
2
toegang tot de auto
Page 88 of 520
86
Expert_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
op een steile helling kan de schuifdeur zich
door zijn eigen gewicht schoksgewijs in
beweging zetten.
De beweging van de schuifdeur kan niet
worden gestopt door de schakelaar te
bedienen door de tijd die nodig is om het
bedieningssignaal te verwerken.
Het obstakeldetectiesysteem heeft
onvoldoende tijd om te kunnen
reageren.
Zorg ervoor dat de schuifdeur op een
steile helling niet onbewaakt geopend
blijft. Het niet in acht nemen van dit
veiligheidsvoorschrift kan leiden tot
schade aan voor werpen en letsel aan
lichaamsdelen indien deze tijdens het
bewegen van de schuifdeur bekneld raken.
Op een steile helling
Het elektrisch openen en sluiten van de
schuifdeuren is mogelijk bij hellingen tot 20%.
Als de auto met de voorzijde naar boven op
een helling staat, is echter voorzichtigheid
geboden bij het bedienen van de schuifdeuren.
De helling kan een versnelde beweging van de
schuifdeuren veroorzaken.
Als de auto op een steile helling staat, begeleid
de schuifdeur dan bij het sluiten met de hand.Als de auto met de achterzijde naar boven op
een helling staat, kan het zijn dat de schuifdeur
niet in de geopende stand blijft staan,
schoksgewijs weer sluit en daardoor letsel
veroorzaakt.
Resetten elektrisch bedienbare
schuifdeur(en)
Nadat de accukabels zijn aangesloten ter wijl de
deuren zijn geopend, moeten de schuifdeuren
mogelijk handmatig worden gesloten om ze te
resetten.
Als de elektrische bediening niet meer werkt,
moet(en) de schuifdeur(en) als volgt worden
gereset:
F
S
luit handmatig de schuifdeur(en) tot deze
volledig is/zijn gesloten.
F
o
p
en handmatig de schuifdeur(en) tot deze
volledig is/zijn geopend.
F
S
luit de schuifdeur(en) handmatig.
F
o
p
en handmatig de schuifdeur(en) tot deze
volledig is/zijn geopend.
F
S
luit de schuifdeur(en) handmatig.
Na het uitvoeren van deze procedure kunnen
de schuifdeuren weer elektrisch worden
bediend.
Raadpleeg het PE
u
g
Eo
t
-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als het probleem
niet is verholpen.
toegang tot de auto
Page 100 of 520
98
Expert_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
1. Schakelaar ruitbediening bestuurderszijde
2. Schakelaar ruitbediening passagierszijde
Resetten
Nadat de accukabels los zijn geweest, moet de
ruitbediening opnieuw gereset worden.
F
o
p
en de ruit volledig en sluit de ruit.
te
lkens als de schakelaar omhoog wordt
getrokken, sluit de ruit enkele centimeters.
F
L
aat de schakelaar los en trek hem
opnieuw omhoog totdat de ruit volledig is
gesloten.
F
H
oud de schakelaar na het sluiten nog
minimaal één seconde omhoog getrokken.Elektrisch bedienbare ruiten
u kunt de ruiten op twee manieren bedienen:
tijdens deze handelingen is de beveiliging
tegen beknellen uitgeschakeld.
Neem bij het verlaten van de auto, zelfs voor
een korte periode, altijd de sleutel mee.
Wanneer tijdens het bedienen van de ruit iets
tussen de ruit en de sponning bekneld raakt,
moet de ruit weer worden geopend. Druk
daarvoor op de desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruiten van de
passagiers bedient, moet hij er zeker van zijn
dat niets het correcte sluiten van de ruiten
hindert.
De bestuurder moet er zeker van zijn dat de
passagiers op de juiste manier gebruik maken
van de elektrische ruitbediening.
Let er goed op dat kinderen zich tijdens het
bedienen van de ruiten niet kunnen bezeren.
Handbediening
Duw of trek de schakelaar tot aan het zware
punt om de ruit te openen of te sluiten. De ruit
stopt zodra de schakelaar wordt losgelaten.
Automatische bediening
Duw of trek de schakelaar voorbij het zware
punt. Als u de schakelaar hebt losgelaten,
opent of sluit de ruit volledig. Druk nogmaals
op de schakelaar om het openen of sluiten te
stoppen.
De elektrische ruitbediening wordt
uitgeschakeld:
-
o
ngeveer 45 seconden na het afzetten van
het contact.
-
a
ls bij afgezet contact een voorportier
wordt geopend.
Beveiliging tegen beknellen
(volgens uitvoering)
Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit,
stopt de ruit en gaat deze direct gedeeltelijk
weer open.
Als de ruit niet wil sluiten, druk dan op de
schakelaar om de ruit helemaal te openen.
t
r
ek
vervolgens binnen 4 seconden de schakelaar
omhoog tot de ruit volledig is gesloten.
ti
jdens deze handelingen is de beveiliging
tegen beknellen uitgeschakeld.
toegang tot de auto
Page 252 of 520
250
Expert_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Detectie verslapping aandacht
Het systeem wordt gereset als aan een van de
volgende woorwaarden is voldaan:
-
d
e auto staat gedurende meer dan
15
minuten stil met draaiende motor,
-
s
inds het afzetten van het contact zijn
enkele minuten verstreken,
-
d
e veiligheidsgordel van de bestuurder is
losgemaakt en het portier is geopend.
Zodra de snelheid lager is dan 65 km/h,
gaat het systeem over in de wachtstand.
De rijtijd wordt opnieuw berekend zodra
de snelheid hoger is dan 65 km/h.
Deze systemen zijn hulpmiddelen
voor de bestuurder die desondanks
waakzaam moet blijven.
ga n
iet rijden als u moe bent.
Het systeem geeft een waarschuwing
zodra het detecteert dat de bestuurder
langer dan twee uur heeft gereden
met een snelheid van meer dan
65
km/h zonder dat hij een pauze heeft
genomen.
Het is raadzaam om een pauze te nemen
wanneer u zich moe voelt. Pauzeer in elk geval
elke twee uur.
Afhankelijk van de uitvoering bevat de
functie alleen het systeem " Waarschuwing
overschrijding rijtijd" of daarnaast ook het
systeem "Waarschuwing verslapping aandacht
bestuurder".
Waarschuwing
overschrijding rijtijd
Met autoradio
open het menu "
Persoonlijke instelling -
configuratie " en activeer/deactiveer " Detectie
verslapping aandacht ".
Inschakelen/uitschakelen
Deze functie kan worden in- en uitgeschakeld
via het configuratiemenu van de auto.
Deze waarschuwing bestaat uit een melding
die de bestuurder adviseert een pauze te
nemen, en een geluidssignaal.
Als de bestuurder dit advies niet opvolgt, wordt
de waarschuwing elk uur herhaald tot de motor
wordt afgezet.
op
en het configuratiemenu van de auto en
activeer/deactiveer " Detectie verslapping
aandacht ".
Met touchscreen
Rijden