4
2
4
9
1
IN EEN OOGOPSLAG
Interieur
MIDDENCONSOLE
1.
Bedieningspaneel
ruitbediening.
2.
Bedieningspaneel
alarmknipperlichten/centrale
vergrendeling (interieur,
laadruimte).
3.
Aansteker.
4.
Bediening
verwarming/ventilatie.
5.
Opbergvak.
85
6.
Grip Control.
7.
Autoradio.
8.
Display.
38
9.1
10.
Noodoproep of
hulpoproep.
9.
Selectiehendel
elektronisch
bediende
versnellingsbak
.
3
43
2
3
10
Interieur
1.
Verstelling in
lengterichting.
2.
Rugleuningverstelling.
3. Hoogteverstelling.
4.
Hoogte- en
hoekverstelling
van de hoofdsteun.
Bestuurdersstoel
63 69
40
77 88
COMFORT
Stuurwiel
In hoogte en diepte verstellen van het
stuurwiel.
Opbergruimtes
Onder de voorstoelen bevinden zich
opbergruimtes. Deze zijn gemakkelijker
te bereiken vanaf de achterzijde van
de stoel.
De boordgereedschap is onder de
rechter voorstoel opgeborgen en via de
achterzijde bereikbaar.
Veiligheidsgordels
Hoogteverstelling.
Vergrendeling.
Buitenspiegels
Handmatig verstelbaar.
Elektrisch verstelbaar.