PEUGEOT PARTNER TEPEE 2020 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2020, Model line: PARTNER TEPEE, Model: PEUGEOT PARTNER TEPEE 2020Pages: 216, PDF Size: 8.52 MB
Page 61 of 216

59
Plafonniers
Plafonnier vóór
Plafonnier achter
Automatisch branden/doven
De plafonnier vóór gaat automatisch branden
als de sleutel uit het contact wordt gehaald,
de auto wordt ontgrendeld, een van de
voorportieren wordt geopend of als de auto
wordt gelokaliseerd met de afstandsbediening.
De plafonnier gaat geleidelijk uit nadat het
contact is aangezet en nadat de auto is
vergrendeld.
Gebruik in verband met de veiligheid
uitsluitend de hiervoor bestemde
geurpatronen. Haal een patroon nooit uit
elkaar.
Bewaar de geurpatronen, als ze niet
worden gebruikt, in de afgedichte etuis
waarin ze zijn verpakt.
Vul de geurpatronen niet met andere
dan de door het PEUGEOT-netwerk
aanbevolen parfums.
Bewaar geurpatronen buiten het bereik
van kinderen. Vermijd elk contact met
de huid en de ogen. Neem als par fum is
ingeslikt contact op met een arts en laat
hem of haar de verpakking of het etiket
van het product zien.
Leeslampjes vóór
Blijft branden, bij aangezet contact.
Voorin: verlichting gaat aan
na het openen van een van de
voorportieren.
Achterin: verlichting gaat aan na het
openen van een van de schuifdeuren.
Als de portieren/deuren enkele
minuten open blijven staan, gaan de
plafonniers uit.
Permanent uit.
Deze worden in- en uitgeschakeld via een
handbediende schakelaar, bij aangezet
contact.
3
Ergonomie en comfort
Page 62 of 216

60
Voorzieningen bagageruimte
(5 zitplaatsen)
Bagageafdekking
Opklappen
F Klap de helft van het paneel vanuit de bagageruimte op en til dit hierbij op om het
van de haak C los te maken.
Verwijderen
Terugplaatsen
F Plaats de bagageafdekking vóór de haken A en B .
F
B
eweeg de afdekking naar voren om de
nokken in de haken te plaatsen.
F
K
lap hem terug en bevestig de afdekking in
de haken C .
Opbergen (afhankelijk van de
uit voering)
Er is een ruimte in de rugleuning van
de achterbank waarin de ver wijderde
bagageafdekking kan worden opgeborgen.
Deze stevige afdekking verbergt items die in de
bagageruimte zijn opgeborgen.
F
K
lap de afdekking op.
F
M
aak de afdekking los van de haken A en B
door hem naar u toe te trekken.
F
T
il de afdekking op en verwijder hem.
Let op: bij hard remmen kunnen op de
bagageafdekking geplaatste voorwerpen
veranderen in gevaarlijke projectielen.
12V-aansluiting (max. 120 W)
F Schuif de afdekking verticaal tussen de
zijgeleiders halverwege de rugleuningen.
F
Steek eerst het scharnier naar binnen met de
vrij bewegende delen naar boven gericht.
Aangeraden wordt het gebruik hier van te
beperken om het ontladen van de accu te
voorkomen.
Ergonomie en comfort
Page 63 of 216

61
Het aansluiten van elektrische apparatuur
die niet door PEUGEOT is goedgekeurd,
zoals een lader met USB-aansluitingen,
kan leiden tot storingen in de werking
van de elektrische componenten van de
auto, zoals een slechte radio-ontvangst of
storingen in de weergave van de displays.
Sjorogen
Veiligheidsnet
F Open de afdekking van de haaksteun.
F D raai de stang eerst een kwartslag en
bevestig ver volgens de bovenzijde van het
net in de uitsparingen.
F
C
ontroleer of het uiteinde van de stang
goed vastzit in het metalen deel van de
behuizing.
F
B
evestig de riemen op de hier voor
bestemde plaatsen op de vloer.
F
S
pan het net met de riemen aan.
Voorzieningen achterin
(7 zitplaatsen)
BekerhouderGebruik deze sjorogen om uw lading mee vast
te zetten op de vloer.
12V-aansluiting
Maximaal vermogen: 120 W.
A angeraden wordt het gebruik hier van te
beperken om het ontladen van de accu te
voorkomen.
Sjorogen
Vloeistof in een beker die kan omvallen,
vormt altijd een risico.
Bevestig uw lading met de sjorogen stevig op de
vloer in de auto.
3
Ergonomie en comfort
Page 64 of 216

62
Om er voor te zorgen dat de lading niet
kan schuiven wordt aanbevolen deze
stevig vast te zetten met behulp van de
sjorogen op de vloer.
Afdekkingen van opbergvakken
De bevestigingspunten van de veiligheidsgordels
mogen hier voor niet worden gebruikt.
Bagageafdekscherm
De bagageafdekking is een scherm met
oprolautomaat. Plaats geen zware voor werpen
op het afdekscherm wanneer dit is uitgerold.
Aanbrengen
F Til de betreffende afdekking op.De uitsparing direct achter de
bagageruimtedorpel is bedoeld voor het
opbergen van het bagageafdekscherm.
F
K
lap de stoelen van de derde zitrij neer.
F
T
il de afdekking van het opbergvak bij de
dorpel van de bagageruimte op.
F
P
ak de oprolautomaat in het midden vast en
druk deze tegen de linker stijl.
F
T
il het geheel op.F
P
ositioneer het afdekscherm zodanig, dat
de achterste flappen van het scherm in uw
richting wijzen.
F
P
laats het linker uiteinde van de
oprolautomaat in steun A .
Ergonomie en comfort
Page 65 of 216

63
De oprolautomaat is voorzien van drie
flappen om de bagageruimte aan het oog
te onttrekken, ongeacht of de stoelen van
de tweede zitrij in de normale of in de
comfortstand staan.
Elke flap heeft twee klemmen die aan de
stangen van de betreffende hoofdsteun
bevestigd worden.
Verwijderen
F Trek het bagageafdekscherm naar u toe om het van de stijlen los te maken.
F
D
ruk deze in en plaats ver volgens het
rechter uiteinde in steun B .
F
L
aat het uiteinde los om de oprolautomaat
in de steun te bevestigen.
F
R
ol het bagageafdekscherm in de richting
van de achterste stijlen uit.
F
B
evestig de uiteinden in de achterste
inkepingen om het scherm strak te houden. F
H
oud het scherm tijdens het oprollen vast.
F
M
aak de klemmen van de drie flappen van
de betreffende hoofdsteun los.
Opbergen
Berg de oprolautomaat in de uitsparing van
de bagageruimte bij de dorpel op met de twee
achterste flappen omhoog. F
D
ruk de oprolautomaat naar links en haal
hem uit steun B .
F
T
il hem omhoog en kantel hem naar voren.
F
D
ruk eerst het uiteinde naar links.
F
L
aat het uiteinde vervolgens los.
3
Ergonomie en comfort
Page 66 of 216

64
F Positioneer de twee flappen en sluit het deksel.
Voorzieningen laadruimte
12V-aansluiting (max. 120 W)
Het aansluiten van elektrische apparatuur
die niet door PEUGEOT is goedgekeurd,
zoals een lader met USB-aansluitingen,
kan leiden tot storingen in de werking
van de elektrische componenten van de
auto, zoals een slechte radio-ontvangst of
storingen in de weergave van de displays.
Aangeraden wordt het gebruik hier van te
beperken om het ontladen van de accu te
voorkomen.
Sjorogen
Om veiligheidsredenen (noodstop) is het
raadzaam de lading goed met de sjorogen
te bevestigen en zware voor werpen zo
dicht mogelijk bij de cabine te plaatsen.
Bevestig uw lading met de sjorogen op de vloer
achter in de auto.
Bekleding
Laadschotten
Uw auto kan worden voorzien van een breed
scala aan laadschotten voor een effectieve
bescherming van de bestuurder en de voorste
passagiers met behoud van de modulariteit van
de laadruimte.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk voor
meer informatie over de verschillende
laadschotaccessoires.
De wanden van de laadruimte zijn aan de
onderzijde bekleed om beschadiging door
lading te voorkomen.
Ergonomie en comfort
Page 67 of 216

65
Laddervormige afscheidingHalfhoge afscheiding
Volledige afscheiding met ruitAfscheiding met luik
Uitneembaar luik
Het luik in het paneeldeel van het middelhoge
tussenschot, achter de passagiersstoel(en)
kan ver wijderd worden om lange voor werpen
te laden.
F
D
raai aan de knop boven het luik om het luik
te ontgrendelen.
F
T
il het luik op om het uit de behuizing te
halen.
F
D
raai het luik 90° naar rechts.
F
B
erg het op achter de bestuurdersstoel door
het vast te klemmen in de nokken.
3
Ergonomie en comfort
Page 68 of 216

66
1.Regeling temperatuur.
2. Regeling luchtopbrengst.
3. Regeling luchtverdeling.
4. Toevoer van buitenlucht/luchtrecirculatie.
5. In-/uitschakelen airconditioning.
Temperatuur
Zet de knop in de gewenste stand:
van blauw (toevoer van koude lucht),
tot rood (toevoer van warme lucht).
Luchtopbrengst
De aanjagersnelheid varieert van 1 tot
4, de krachtigste stand. In stand 0 is de
luchttoevoer uitgeschakeld.
Vergeet niet de stand van de knop aan
te passen om het juiste thermische
comfort te verkrijgen.
Luchtverdeling
Draai de knop in de gewenste stand om de
luchtstroom te verdelen naar: de zijventilatieroosters en de
middelste ventilatieroosters,
de voetenruimte,
Toevoer van buitenlucht
Het lampje in de toets gaat uit.
Gebruik deze stand zo veel
mogelijk.
Luchtrecirculatie in het interieur
Het lampje in de toets gaat aan. De
recirculatie van de interieurlucht
dient om de toevoer van buitenlucht
bij stank en stofoverlast tijdelijk af
te sluiten.
Als deze stand gebruikt wordt ter wijl de
aanjager (stand 1 t /m 4) is ingeschakeld, zorgt
de recirculatie er voor dat de capaciteit van
de verwarming (knop temperatuurregeling
naar rood) of de airconditioning (knop
temperatuurregeling naar blauw) wordt vergroot.
Gebruik deze stand niet langer dan nodig.
Schakel zodra de omstandigheden dit toelaten
de toevoer van buitenlucht weer in om de lucht in
het interieur te ver versen en het beslaan van de
ruiten te voorkomen. Gebruik deze stand zo veel
mogelijk.
Verwarming/handbediende
airconditioning
Verwarming
Handbediende airconditioning de voorruit en de voetenruimte,
de voorruit.
De luchtstroom kan worden
gevarieerd door de knop in een van
de middelste standen gemarkeerd
met "●" te zetten.
Ergonomie en comfort
Page 69 of 216

67
Airconditioning
De airconditioning werkt alleen bij draaiende
motor.Druk op de toets om de
airconditioning in te schakelen;
het lampje gaat branden. Druk
nogmaals op de toets om de
airconditioning uit te schakelen; het
lampje gaat uit.
De airconditioning werkt niet als de regeling
voor de luchtopbrengst is ingesteld op 0.
Automatische airconditioning
met gescheiden regeling
1. Comfortprogramma AUTO.
2. Temperatuurregeling bestuurderszijde/
passagierszijde.
3. Regeling luchtverdeling.
4. Regeling luchtopbrengst.
5. Toevoer van buitenlucht/luchtrecirculatie.
6. In-/uitschakelen van de airconditioning. Om het interieur maximaal te verkoelen
of te ver warmen is het mogelijk de
minimale waarde 15 of de maximale
waarde 27 te overschrijden door verder te
draaien tot respectievelijk LO of HI wordt
weergegeven.
Als de temperatuur in de auto bij het
instappen veel lager (of hoger) is dan
de ingestelde waarde, heeft het geen
zin om voor een optimale temperatuur
de ingestelde waarde te wijzigen. Het
systeem compenseert automatisch en zo
snel mogelijk het temperatuurverschil.
Automatische werking
Comfortprogramma AUTO
Comfortwaarde bestuurder of
voorpassagier
De op het display weergegeven waarde heeft
betrekking op een bepaald comfortniveau en
niet op een temperatuur in graden Celsius of
Fahrenheit.
Dit is de normale stand van de airconditioning. F
D
ruk op deze toets. Het symbool
AUTO wordt weergegeven. Om bij koude motor de toevoer van koude lucht
te beperken, wordt de ventilatie geleidelijk op
het optimale niveau gebracht.
Voor uw comfort worden de instellingen van de
airconditioning de volgende keer dat uw auto
wordt gestart, gehandhaafd.
De automatische werking wordt uitgeschakeld
als u handmatig een instelling wijzigt (het
symbool AUTO verdwijnt).
Afhankelijk van het geselecteerde comfortniveau
regelt het systeem de luchtverdeling, de
luchtopbrengst en de luchttoevoer om het
comfort en de luchtcirculatie in het interieur
optimaal te houden. U hoeft het systeem niet
meer zelf bij te regelen.
F Draai deze knop naar links of
naar rechts om deze waarde
te verlagen of verhogen. Een
waarde van rond de 21 zorgt
voor een optimaal comfort.
Afhankelijk van uw wensen is
een waarde tussen 18 en 24
gebruikelijk.
Dek de zonnesensor op het dashboard
niet af.
3
Ergonomie en comfort
Page 70 of 216

68
Handbediening
Als u dat wenst, kunt u de automatische
bediening van het systeem handmatig
aanpassen. De overige functies blijven
automatisch geregeld. Druk op de toets AUTO
om het systeem weer volledig automatisch te
laten functioneren.
Luchtverdeling
Druk deze toets herhaaldelijk in om
de luchtstroom te verdelen naar:
-
d
e voorruit,
-
d
e voorruit en de voetenruimte,
-
d
e voetenruimte,
-
de
zijventilatieroosters, de middelste
ventilatieroosters en de voetenruimte,
-
de
zijventilatieroosters en de middelste
ventilatieroosters,
Luchtopbrengst
F Druk op de knop met de kleine ventilator om de luchtopbrengst
te verlagen of op de knop met
de grote ventilator om de
luchtopbrengst te verhogen.
Op het display worden meer ventilatorbladen
opgevuld naarmate de luchtopbrengst hoger
wordt.
Uitschakelen van het systeem
F Druk op de knop met de kleine ventilator van de
luchtopbrengstregeling tot het
symbool van de ventilator is
verdwenen.
Hierdoor worden alle systeemfuncties
uitgeschakeld behalve de luchtrecirculatie
en de achterruitver warming (indien uw auto
hiermee is uitgerust). Uw ingestelde waarden
voor het comfortniveau worden nu niet meer
aangehouden en niet meer weergegeven.
Vermijd de uitgeschakelde stand voor uw eigen
comfort.
Druk op de toets grote ventilator of
de toets AUTO om het systeem weer
met de laatst ingestelde waarden in
te schakelen.
Toevoer van buitenlucht/
luchtrecirculatie in het interieur
F Druk op deze toets om de lucht in het interieur te laten
recirculeren. Het symbool
van de recirculatie wordt
weergegeven.
De recirculatie van de interieurlucht dient om de
toevoer van buitenlucht bij stank en stofoverlast
tijdelijk af te sluiten. Vermijd het te lang rijden
met ingeschakelde luchtrecirculatie om
beslagen ruiten, stank en vocht te voorkomen.
Druk nogmaals op deze toets om de toevoer
van buitenlucht weer in te schakelen.
Airconditioning AAN/UIT
F Wanneer deze knop wordt ingedrukt, zal het symbool A/C
worden weergegeven en de
airco ingeschakeld worden.
Druk nogmaals op deze toets om het koelen
van de lucht weer uit te schakelen.
De ventilatieopening in het
dashboardkastje verspreidt frisse lucht
(als de airconditioning ingeschakeld
is), afhankelijk van de instelling van de
gewenste temperatuur in het interieur en
de buitentemperatuur.
Ergonomie en comfort