Peugeot Partner VP 2002.5 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2002.5, Model line: Partner VP, Model: Peugeot Partner VP 2002.5Pages: 127, PDF Size: 1.62 MB
Page 51 of 127

23-12-2002
2. Regeling luchtopbrengst enregeling luchttoevoer
Draai de knop in 1van de
4 standen om de gewen-
ste luchtopbrengst te ver- krijgen.
Toevoer van buitenlucht.
Dit is de normale stand.
Recirculatie van de lucht in
het interieur.
Deze stand dient om de toevoer vanbuitenlucht bij stank en stofoverlastaf te sluiten en om het verwarmenvan het interieur te versnellen.
Zet de knop, zodra de omstandig-heden dit toelaten, weer in de standtoevoer buitenlucht om het beslaanvan de ruiten te voorkomen.
VERWARMING
1. Regeling luchtopbrengst
Draai de knop in 1van de
4 standen om de gewen-
ste luchtopbrengst te ver- krijgen.
UW PARTNER IN DETAIL
50
Page 52 of 127

23-12-2002
Luchtstroom naar voorruit, portierruiten en beenruimte. Luchtstroom naar de been- ruimte.
Deze instelling wordt aanbevolen bijeen koud klimaat.
Luchtstroom naar interieur
(linker, rechter en middel-ste ventilatieroosters).
Deze instelling wordt aanbevolenonder warme weersomstandigheden.
4. Luchtverdeling
Luchtstroom naar voorruiten zijruiten (ontwasemen-ontdooien).
Ga voor het snel ontwasemen van devoorruit en de zijruiten als volgt te werk:
Ð Schuif de knop van de luchttoe- voerregeling in de stand "Toevoer van buitenlucht",
Ð Stel de temperatuur en de lucht- opbrengst in op maximaal,
Ð Sluit de middelste ventilatieroosters.
UW PARTNER IN DETAIL 51
3. Temperatuurregeling Naar behoefte in te stellen.
Van blauw (buitentemperatuur) tot rood (warm).
Page 53 of 127

23-12-2002
1. Airconditioning De airconditioning kan tijdens alle seizoenen gebruikt worden. Het systeem stelt u in staat de temperatuur in het interieur `s zomers te verlagen en zorgt in de winter bij tem-peraturen boven 0 ¡C voor een snelle ontwaseming van beslagen ruiten. Druk de schakelaar in om de airconditioning in te schaFkelen. Het verklikkerlampje gaat branden. 2. Regeling luchtopbrengst en
toevoer van buitenlucht
Draai de knop in 1van de
4 standen om de gewen-
ste luchtopbrengst te ver-krijgen.
UW PARTNER IN DETAIL
52
AIRCONDITIONING
De airconditioning werkt niet als de knop voor de regeling van de luchtopbrengst in de laagste stand staat .
Opmerking: Condensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat er zich
een klein plasje water onder de auto vormt, dit is een normaal verschijnsel.
Page 54 of 127

23-12-2002
4. LuchtverdelingLuchtstroom naar voorruit en zijruiten (ontwasemen- ontdooien).
Ga voor het snel ontwasemen van devoorruit en de zijruiten als volgt te werk:
Ð Stel de temperatuur en de lucht- opbrengst in op maximaal.
Ð Sluit de middelste ventilatie- roosters.
Ð Schuif de knop van de luchttoe- voerregeling in de stand "Toevoer van buitenlucht".
Ð Schakel de airconditioning in.
Luchtstroom naar voorruit,portierruiten en beenruimte. Luchtstroom naar de been- ruimte.
Deze instelling wordt aanbevolen bijeen koud klimaat.
Luchtstroom naar interieur
(linker, rechter en middel-ste ventilatieroosters).
Deze instelling wordt aanbevolenonder warme weersomstandigheden.
Toevoer van buitenlucht.
Dit is de normale stand.
Luchtrecirculatie.
Deze stand dient om de toevoer vanbuitenlucht bij stank en stofoverlastaf te sluiten. Als deze stand gebruikt wordt terwijl de airco is ingeschakeld, wordt decapaciteit van de airco en de ver-warming vergroot. Als deze stand wordt gebruikt zon- der de airconditioning, bestaat hetrisico dat de ruiten beslaan. Zet de knop, zodra de omstandig- heden dit toelaten, weer in de standtoevoer buitenlucht.
UW PARTNER IN DETAIL 53
3. Temperatuurregeling Naar behoefte in te stellen.
Van blauw (koud als de airco is inge- schakeld) tot rood (warm).
Belangrijke voorzorgsmaatregelen Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan omhet systeem in perfecte staat tehouden. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem
dan door uw PEUGEOT-servicepuntcontroleren. Opmerking: Laat voor een optimale
werking van de airconditioning de ventilatieroosters openstaan.
Page 55 of 127

23-12-2002
UW PARTNER IN DETAIL
54
VOORSTOELEN
1. Hoogteverstelling hoofdsteun
Schuif de hoofdsteun naar wens
hoger of lager. Zet, om de hoofdsteun te verwij- deren, deze in de hoogste stand,druk de pallen in en trek dehoofdsteun gelijktijdig omhoog. Steek om de hoofdsteun terug te zetten de pennen in de openin-gen van de rugleuning tot dehoofdsteun op zijn plaats blijft.
2. Rugleuningverstelliung A. Draai aan de knop.
B. Trek aan de hendel (uitvoeringmet ŽŽn schuifdeur).
3. Verstelling in lengterichting. Til de beugel op en schuif destoel in de gewenste stand.
De stand van de hoofdsteun is juist als de bovenzijde van dehoofdsteun zich ter hoogtevan de bovenzijde van hethoofd bevindt.
Page 56 of 127

23-12-2002
UW PARTNER IN DETAIL55
4. Opberglade (uitvoering met
airbag passagier) U heeft de beschikking over een opberglade onder de passa-giersstoel.
Til de lade iets op en trek hem naar voren om hem te openen.
5. Toegang tot de achterbank (uitvoering met ŽŽn schuifdeur)
Trek de handgreep omhoog om de rugleuning naar voren te klap-pen en schuif de stoel vooruit. Als de stoel wordt teruggeduwd, komt deze automatisch weer inde oorspronkelijke stand terug(bestuurderszijde). 6. Schakelaar stoelverwarming
Druk de schakelaar in. De tem-peratuur wordt automatischgeregeld. Druk nogmaals op de schakelaar om de verwarming weer uit teschakelen. Opmerking: De geselecteerde
stand van de stoelverwarming blijft nadat het contact is afgezet nogtwee minuten in het geheugen.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn verwij-derd; de hoofdsteunenmoeten zijn geplaatst encorrect zijn afgesteld.
Plaats geen zware voorwerpenin de opbergladen.
Zorg ervoor dat hetterugkeren in de oor-spronkelijke stand nietwordt verhinderd; deze
stand is noodzakelijk om destoel te vergrendelen in de leng-terichting.
Page 57 of 127

23-12-2002
UW PARTNER IN DETAIL
56
NEERKLAPBARE ACHTERBANK Neerklappen van de achterbank:
Ð Schuif de hoofdsteunen omlaag.
Ð Druk op de knop
1om de rugleuning 2los te maken.
Ð Klap de rugleuning 2neer op de zitting.
Ð Zet de achterbank in de stand "gevouwen".
Terugplaatsen:
Ð Kantel de achterbankzitting terug in de oorspronkelijke stand.
Ð Klap de rugleuning omhoog.
Ð Controleer of de zitting goed is verankerd.Let op dat de gordels niet worden vastgeklemd.
Page 58 of 127

23-12-2002
UW PARTNER IN DETAIL57
ISOFIX-BEVESTIGINGEN De Isofix-bevestigingen zijn beschik- baar voor de rechter en de middelsteachterzitplaats. Ze maken het moge-lijk een speciaal Isofix-kinderzitje ,
dat verkrijgbaar is bij de PEUGEOT-servicepunten, te plaatsen. De sloten van het kinderzitje worden verankerd aan de speciale Isofixbevestigingspunten en zorgen zovoor een veilige, degelijke en snellemontage van het zitje. Een speciaal, gehomologeerd kinder-
zitje is het KIDDY Isofix kinderzitje. Ditkan met de rug in de rijrichting wordengeplaatst voor kinderen vanaf degeboorte tot 13 kg en met het gezichtin de rijrichting voor kinderen van 9 tot18 kg. In dit laatste geval moet het kinderzit- je worden bevestigd met de Isofix-bevestigingen, de gordelbeschermeren de veiligheidsgordel. Gebruik als het kinderzitje met de rug in de rijrichting wordt geplaatst zowelde Isofix-bevestigingen als het tuigjevan het kinderzitje. Het is in beide gevallen verplicht de voorstoel in de middelste stand ende rugleuning rechtop
te zetten.
Op de middelste achterzitplaats
mag het KIDDY Isofix kinderzitjeuitsluitend met het gezicht in de rij-richting worden geplaatst. Dit kinderzitje kan ook wordenbevestigd op zitplaatsen die niet zijnvoorzien van Isofix-bevestigingen.Het is in dat geval verplicht de nor-male driepunts veiligheidsgordels tegebruiken.
Als het KIDDY kinderzitje met de rug in de rijrichting op de passa-giersstoel is geplaatst, is het ver-plicht de passagiersairbag uit teschakelen. Het kind kan bij het in werking tre- den van de airbag levensgevaar-lijk gewond raken.
Volg bij het plaatsen van het kin- derzitje de gebruiksaanwijzingvan de fabrikant.
Page 59 of 127

23-12-2002
UW PARTNER IN DETAIL
58
KINDERZITJES
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van uw auto veel aandacht heeft besteed aan veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun veiligheid natuurlijk ook afhankelijk van u zelf.
Volg voor een optimale veiligheid de volgende adviezen op:
Ð Kinderen jonger dan 10 jaar* moeten in goedgekeurde*, aan het lichaamsgewicht aangepaste kinderzitjes op met veilig-heidsgordels uitgeruste plaatsen worden vervoerd.
Ð Passagiersstoel*: kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet met het kinderzitje in de rijrichting worden vervoerd**. Het kinderzitje mag wel tegen de rijrichting in worden aangebracht. In deze stand is het verplicht de airbag aan passagierszijde uit te schakelen.
PEUGEOT beveelt de volgende systemen aan:
Vanaf de geboorte tot 18 maanden (tot 13 kg) "Britax Babysure": wordt zowel voorin als achterin met de rug in de rijrichting aangebracht en met een driepuntsgordel vastgemaakt. Als het zitje voorin is aangebracht, moet de passagiersstoel in de middelste standworden gezet.
Van 9 maanden tot 3 of 4 jaar (9 tot 18 kg) "Ršmer Prince": wordt op de achterzitting met een driepuntsgordel vastgemaakt.
Omwille van de veiligheid van uw kinderen: gebruik het zitje en de gordelbeschermer nooit los van elkaar.
Van 3 tot 6 jaar (15 tot 25 kg) "Ršmer Vario": wordt op de achterzitting met een driepuntsgordel vastgemaakt.
1
2
3
Page 60 of 127

Laat nooit een kind of een dier in uw auto achterwanneer alle ruiten geslo-ten zijn en de auto in de
zon staat. Laat de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter inde de auto. Schakel de airbag aan passa- gierszijde uit als een kinderzitjemet de rug in de rijrichting op depassagiersstoel wordt geplaatst. Bij het afgaan van de airbag kan een kind levensgevaarlijkgewond raken.
Volg alle aanwijzingen van de fabrikant met betrekking tot hetplaatsen van het kinderzitje op.Deze zijn aangegeven in de des-betreffende gebruiksaanwijzing.
UW PARTNER IN DETAIL 59
Van 3 tot 10 jaar (15 tot 36 kg)
"Recaro Start": wordt op de achterzitting met een driepuntsgordel vastgemaakt. De hoogte, de breedte en de lengte van het zitje kunnen naar gelang de leeftijd en de grootte van uw kind worden afgesteld. "Klippan Optima": wordt op de achterzitting met een driepuntsgordel vastge- maakt.
Vanaf 6 jaar (ongeveer 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging.
Let erop dat de driepuntsgordels of de banden van het kinderzitje goed vastgezet worden, zelfs bij een korte rit. Om te voorkomen dat de achterportieren per ongeluk worden geopend, gebruikt u de kindersloten.
* Volgens de wettelijke bepalingen.
** Alleen als de achterzitplaatsen al bezet zijn door andere kinderen of als de achterbank niet bruikbaar is (verwijderd, neergeklapt). Zet in dat geval de passagiersstoel in de achterste stand en schakel de airbag niet uit.
4
5
23-12-2002