Peugeot Partner VU 2004 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2004, Model line: Partner VU, Model: Peugeot Partner VU 2004Pages: 117, PDF Size: 1.35 MB
Page 51 of 117

1. Airconditioning De airconditioning kan tijdens alle seizoenen gebruikt worden. Het systeem stelt u in
staat de temperatuur in het interieur's zomers te verlagen en zorgt in de winter bij tem-peraturen boven 0 ¡C voor een snelle ontwaseming van beslagen ruiten.Druk de schakelaar in om de airconditioning in te schakelen. Het ver-klikkerlampje gaat branden. 2. Regeling luchtopbrengst en
toevoer van buitenlucht
Draai de knop in 1van
de 4 standen om de
gewenste luchtopbrengstte verkrijgen.
UW PARTNER IN DETAIL
50
22-12-2003
AIRCONDITIONING
De airconditioning werkt niet als de knop voor de regeling van de luchtop- brengst in de laagste stand staat .
Opmerking: Condensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat er zich
een klein plasje water onder de auto vormt, dit is een normaal verschijnsel.
Page 52 of 117

4. Luchtverdeling
Luchtstroom naar voorruit en zij- ruiten (ontwasemen -ontdooien).
Ga voor het snel ontwasemen van devoorruit en de zijruiten als volgt te werk:
Ð Stel de temperatuur en de lucht-opbrengst in op maximaal.
Ð Sluit de middelste ventilatie- roosters.
Ð Schuif de knop van de luchttoe- voerregeling in de stand "Toevoer van buitenlucht".
Ð Schakel de airconditioning in.
Luchtstroom naar voorruit,portierruiten en beenruimte.
Luchtstroom naar de been-ruimte.
Deze instelling wordt aanbevolen bijeen koud klimaat.Luchtstroom naar interieur
(linker, rechter en middel-ste ventilatieroosters).
Deze instelling wordt aanbevolenonder warme weersomstandigheden.
Toevoer van buitenlucht.
Dit is de normale stand.
Luchtrecirculatie.
Deze stand dient om de toevoer vanbuitenlucht bij stank en stofoverlastaf te sluiten. Als deze stand gebruikt wordt terwijl de airco is ingeschakeld, wordt decapaciteit van de airco en de ver-warming vergroot. Als deze stand wordt gebruikt zon- der de airconditioning, bestaat hetrisico dat de ruiten beslaan. Zet de knop, zodra de omstandighe- den dit toelaten, weer in de standtoevoer buitenlucht.
UW PARTNER IN DETAIL 51
22-12-2003
3. Temperatuurregeling Naar behoefte in te stellen.
Van blauw (koud als de airco is inge- schakeld) tot rood (warm).
Belangrijke voorzorgsmaatregelen Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan omhet systeem in perfecte staat te hou-den. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem
dan door uw PEUGEOT-servicepuntcontroleren. Opmerking:
Laat voor een optimale
werking van de airconditioning de ventilatieroosters openstaan.
Page 53 of 117

UW PARTNER IN DETAIL
52
22-12-2003
Zet, om de hoofdsteun te verwij- deren, deze in de hoogste stand,druk de pallen in en trek dehoofdsteun gelijktijdig omhoog. Steek om de hoofdsteun terug te zetten de pennen in de openingenvan de rugleuning tot de hoofd-steun op zijn plaats blijft.
2- Rugleuningverstellung Draai aan de knop.
3- Verstelling in lengterichting (bestuurder)
Til de beugel op en schuif de stoel in de gewenste stand.
STOELEN
1- Hoogteverstelling
hoofdsteun Schuif de hoofdsteun naar wens
hoger of lager.
De stand van de hoofdsteun is juist als de bovenzijde van de hoofd-steun zich ter hoogte van debovenzijde van het hoofd bevindt.
Page 54 of 117

UW PARTNER IN DETAIL53
22-12-2003
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn verwij-derd; de hoofdsteunenmoeten zijn geplaatst encorrect zijn afgesteld.
Plaats geen zware voorwerpen inde opbergladen.
4- Opberglade (uitvoering met airbag passagier) U heeft de beschikking over een opberglade onder de bestuur-ders- of passagiersstoel.
Til de lade iets op en trek hem naar voren om hem te openen.
5- Schakelaar stoelverwarming Druk de schakelaar in. De temperatuur wordt automatischgeregeld. Druk nogmaals op de schakelaar om de verwarming weer uit teschakelen. Opmerking: De geselecteerde
stand van de stoelverwarming blijft nadat het contact is afgezet nogtwee minuten in het geheugen.
Page 55 of 117

UW PARTNER IN DETAIL
54
22-12-2003
MULTIFUNCTIONELE PASSAGIERSSTOEL* Neerklappen van de rugleuning:
Trek de hendel
1omhoog en kantel de rugleuning.
U beschikt zo over een schrijfplateau, bekerhouders en een riem waarmee documenten kunnen worden bevestigd.
Volledig neerklappen van de stoel:
Trek de hendel 2omhoog en kantel de stoel volledig.
Het is niet noodzakelijk de hoofdsteun te verwijderen.
U heeft nu toegang tot een opbergkoffer waarin u voorwerpen die niet in het zicht mogen liggen kunt opbergen en waarmee u lange ladingen die door de dakklep zijn gestoken kunt steunen.
Wanneer uw auto niet van een tussenschot is voorzien, kunt u bovendien lange voorwerpen vervoeren (tot 2,10 m). Deze kunnen op de voorste rand van de vloer worden geplaatst en worden vastgezet met de achterste stang in de laadruim- te of met de sjorogen.
* Volgens land van bestemming.
Page 56 of 117

UW PARTNER IN DETAIL55
22-12-2003
SJOROGEN Gebruik de 6 sjorogen op de vloer van de bagageruimte om uw bagagestevig vast te zetten. Het verder naar voren schuiven van bagage kan voorkomen worden metbijvoorbeeld een tussenschot of
scheidingsraster, dat leverbaar is bij
uw PEUGEOT-servicepunt.
Zorg er voor uw veilig- heid voor dat u bagagealtijd stevig vastzet.
Page 57 of 117

UW PARTNER IN DETAIL
56
22-12-2003
ALGEMENE INFORMATIE MET BETREKKING TOT KINDERZITJES
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van uw auto veel aandacht heeft besteed aan veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun veiligheid natuurlijk ookafhankelijk van u zelf.
Volg voor een optimale veiligheid de volgende adviezen op:
Ð Sinds 1992 dienen
kinderen jonger dan 10 jaar in gehomologeerde*, aan
het lichaamsgewicht aangepaste kinderzitjes op met veiligheidsgordels
uitgeruste plaatsen te worden vervoerd.
Ð Kinderen van minder dan 9 kg moeten zowel voor- als achterin tegen de rijrichting in worden vervoerd. PEUGEOT raadt u aan uw kind tegen de
rijrichting in te vervoeren tot de leeftijd van 2 jaar.
Ð De veiligste plaats voor een kinderzitje is volgens de statistieken een plaats op de achterbank van uw auto. PEUGEOT beveelt u dan ook aan het kinderzitje op de achterbank te bevestigen, ook al is het een kinderzitje dat tegen de rijrichting in kanworden bevestigd.
Ð Als uw kind op een zitverhoging zit, controleer dan of de heupgordel goed over de bovenbenen van het kind ligt. De schoudergordel dient over de schouder
van het kind te liggen, zonder de hals te raken. PEUGEOT raadt u aan een zitverhoging met rugleuning en een gordelgeleider ter hoogte van de schoudervan het kind te gebruiken.
Ð Vergeet bij het vastmaken van de veiligheidsgordel of het tuigje van het kinderzitje niet om de speling tussen de gordel of het tuigje en het lichaam
van het kind tot een minimum te beperken .
* Volgens de wettelijke bepalingen.
** Raadpleeg de wettelijke bepalingen van uw land voor de voorschriften met betrekking tot het vervoer van kinderen op de passagiersstoel.Voorschriften met betrekking tot het vervoer van kinderen op depassagiersstoel** Kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet met het kinderzitje in de rijrich-ting op de passagiersstoel wordenvervoerd, behalve als de achterzit-plaatsen al bezet zijn door anderekinderen of als de achterbank nietbruikbaar is (verwijderd, neerge-klapt). Zet in dat geval de passa-giersstoel in de middelste stand enschakel de airbag niet uit. Het kinderzitje mag tegen de rijrich- ting in worden aangebracht. In dezestand is het verplicht de airbag aanpassagierszijde uit te schakelen.Anders kan het kind bij het afgaanvan de airbag levensgevaarlijkgewond raken.
Page 58 of 117

UW PARTNER IN DETAIL57
DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN KINDERZITJES PEUGEOT levert een uitgebreide reeks kinderzitjes die met de veiligheidsgordelkunnen worden vastgemaakt:
Groep 0+: Vanaf de geboorte tot 13 kg L1 - "Britax Babysure": wordt zowel voor- als achterin met de rug in de rijrichting aangebracht en met een driepuntsgordel vastgemaakt. Als het zitje voorin is aangebracht, is het verplicht de airbag aan passagierszijde uit te schakelen en de voorstoel in de middelste stand te zetten.
Groep 1: Van 9 tot 18 kg L2 - "Ršmer Prince": wordt achterin met een heupgordel of driepuntsgordel vastgemaakt. Omwille van de veiligheid van uw kinderen: het gebruik van de gordelbeschermer is verplicht.
Groep 2: Van 15 tot 25 kg L3 - "Ršmer Vario": wordt achterin met een heupgordel of driepuntsgordel vastgemaakt.
22-12-2003
Page 59 of 117

UW PARTNER IN DETAIL
58
22-12-2003
Groep 2 en 3: Van 15 tot 36 kg
L4- "Recaro Start": wordt achterin met een driepuntsgordel vastgemaakt. De hoogte en de breedte ter hoogte van de schouders en de lengte van de zitting moeten naar gelang de leeftijd en de grootte van uw kind worden afge-steld. L5- "Klippan Optima": wordt achterin met een driepuntsgordel vastgemaakt.
Vanaf 6 jaar (ongeveer 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging.
Groep 1, 2 en 3: Van 9 tot 36 kg L6- "Kiddy Life": wordt achterin met een driepuntsgordel vastgemaakt. De hoogte en de breedte ter hoogte van de schouders en de lengte van de zitting moeten naar gelang de leeftijd en de grootte van uw kind worden afge-steld. Omwille van de veiligheid van jonge kinderen (van 9 tot 18 kg), raadt
PEUGEOT u aan de gordelbeschermer te gebruiken.
Laat nooit ŽŽn of meer kin- deren zonder toezicht in
een auto achter. Laat nooit een kind of een
dier in uw auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en deauto in de zon staat. Plaats zonneschermen voor de achterste zijruiten om uw jongekinderen tegen de zon tebeschermen. Laat de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter inde de auto.
Volg alle aanwijzingen van de fabrikant met betrekking tot hetplaatsen en het bevestigen vanhet kinderzitje op. Deze zijn aangegeven in de des- betreffende gebruiksaanwijzing. Zorg er bovendien voor dat de achterzijruiten* niet verder danvoor 1/3 deel geopend worden.
* Volgens uitvoering.
Schakel de airbag aan passagierszijde altijd uit als u een kinderzitje met
de rug in de rijrichting op de voorstoel plaatst. Anders kan een kind bijhet afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Page 60 of 117

UW PARTNER IN DETAIL59
OVERZICHT BEVESTIGING KINDERZITJES Overeenkomstig de Europese wetgeving (Richtlijn 2000/3) geeft het onderstaande overzicht de mogelijkheden aan voor het
plaatsen van een universeel goedgekeurd kinderzitje (kinderzitje dat in alle auto's met de veiligheidsgordel kan wordenbevestigd) afhankelijk van het gewicht van het kind en de plaats in de auto:
U : zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel goedgekeurd kinderzitje dat met de veiligheidsgordel wordt vastgemaakt, zowel met de "rug in de rijrichting" als met het "gezicht in de rijrichting".
(a) Groep 0 : vanaf de geboorte tot 10 kg.
(b) De wettelijke voorschriften voor het vervoer van kinderen op de passagiersstoel v——r zijn per land verschillend. Raadpleeg de wetgeving in uw land. Gewicht en leeftijdsindicatie van het kind
Plaats
Gewicht < 13 kg Gewicht van 9 tot 18 kg Gewicht van 15 tot 25 kgGewicht van 22 tot 36 kg
(groep 0 (a) en 0+) (groep 1) (groep 2) (groep 3)
Tot ongeveer 1 jaar Van 1 tot 3 jaar Van 3 tot 6 jaar Van 6 tot 10 jaar ongeveer ongeveer ongeveer
Passagiersstoel v——r (b) UU UU
22-12-2003