Peugeot Partner VU 2004 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2004, Model line: Partner VU, Model: Peugeot Partner VU 2004Pages: 117, PDF Size: 1.35 MB
Page 11 of 117

12
22-12-2003
UW PARTNER IN EEN OOGOPSLAG
Page 12 of 117

22-12-2003
13
79
UW PARTNER IN EEN OOGOPSLAG
INDELING VOORIN
1. OPBERGVAKKEN IN DE PORTIERENA.Flessenhouder.
B. Bekerhouder.
C. Opbergvak.
2. OPBERGVAK BOVEN VOORRUIT MET KAARTLEESLAMPJE
3. PLAFONNIER
4. ZONNEKLEP
5. DASHBOARDKASTJE Trek aan de handgreep om het dashboardkastje te openen (uitvoering met airconditioning).
6. AANSTEKER
7. UITNEEMBARE ASBAK Trek aan de handgreep om de asbak te openen.
Trek de de asbak vervolgens omhoog om deze te kunnen verwijderen.
8. 12 V-aansluiting De 12 V-aansluiting bevindt zich aan de onderzijde van de middenconsole en kan worden gebruikt voor
bijvoorbeeld het opladen van een telefoon of een flessenwarmer.
9. OPBERGLADE Trek de lade enigszins omhoog en naar voren om deze te openen.
Page 13 of 117

14UW PARTNER IN EEN OOGOPSLAG
MOTORKAP OPENEN Binnenzijde: Trek aan de knop
links onder het dashboard. Buitenzijde: Druk de
veiligheidshaak omhoog, til de motorkap op en zetde motorkapsteun vastom de motorkap open tehouden.
BRANDSTOF TANKEN Het tanken dient met
afgezette motorte gebeuren.
Steek de sleutel in het slot en draai deze linksom.
Trek de tankdop uit de vulopening.
De voorgeschreven soort brandstof staat aangegeven. Laat het vulpistool bij het aftanken van de auto nooit meer dan 3 keer automatisch uitspringen. Indien dit wel gebeurt, kunnen er storingenoptreden. De inhoud van de brandstoftank bedraagt circa 55 liter bij uitvoeringen
met benzinemotor en 60 liter bij uitvoeringen met dieselmotor. Opmerking: Als de tankdop is verwijderd, kan de schuifdeur rechts niet
geopend worden.
Verklikkerlampje brandstofreserve
Zodra het lampje gaat branden,kan er nog ongeveer
50 km worden gereden.7069
22-12-2003
Page 14 of 117

PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES Door de lange intervallen hoeft u de werkplaats minder vaak te bezoeken.
¥ Voor modellen met benzinemotor: elke 30.000 km of elke twee jaar.
¥ Voor modellen met direct ingespoten dieselmotor: elke 20.000 km of elke twee jaar.
¥ Voor modellen met indirect ingespoten dieselmotor: elke 15.000 km of elke twee jaar.
De onderhoudsinterval wordt aangegeven door de onderhoudsintervalindicator. Deze interval wordt berekend vanaf de laat-
ste nulstelling van de onderhoudsintervalindicator (zie het desbetreffende hoofdstuk). Deze onderhoudsinterval wordt bepaald door twee factoren:Ð het afgelegde aantal kilometers.Ð de verstreken tijd sinds de laatste onderhoudscontrole.Opmerking:Afhankelijk van de gebruiksgewoonten van de bestuurder kan de factor tijd worden meegewogen bij de nog af
te leggen kilometers. Door de lange intervallen tussen de onderhoudscontroles is het noodzakelijk het motoroliepeil regelmatig te con- troleren: het is normaal dat er tussen twee verversingen motorolie bijgevuld moet worden. Daarom nodigt PEUGEOT u uit voor een tussentijdse controle tussen twee onderhoudscontroles. Deze tussen-
tijdse controle wordt niet aangegeven door de onderhoudsintervalindicator. De controle moet elke 15.000 kmplaatsvinden voor benzinemotoren, elke 10.000 km voor dieselmotoren met directe inspuiting en elke 7.500 kmvoor dieselmotoren met indirecte inspuiting.
Een PEUGEOT-monteur voert een kortdurende controle uit. Bovendien worden vloeistoffen indien nodig bijgevuld (olie, koelvloeistof, ruitensproeiervloeistof tot 2 liter). Een te laag oliepeil kan ernstige schade aan de motor veroorzaken: controleer daarom het motoroliepeil ten minste elke 3.000 of 5.000 km, afhankelijk van de gebruiksomstandigheden. Deze lange intervallen zijn mogelijk geworden door de doorontwikkeling van onze auto's en van de smeermiddelen:
DAAROM IS HET VERPLICHT UITSLUITEND MOTOROLIèN TE GEBRUIKEN DIE GESCHIKT ZIJN VOOR DE MOTOR
EN AANBEVOLEN WORDEN DOOR DE CONSTRUCTEUR (zie "Smeermiddelen").
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES
18
22-12-2003
Page 15 of 117

PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES19
22-12-2003
BIJZONDERHEDEN Bepaalde belangrijke onderdelen van uw auto vragen speciale aandacht. De
remvloeistof dient elke 60.000 km of elke 2 jaar vervangen te worden.
Het interieurfilter dient bij elk bezoek aan het PEUGEOT-servicepunt (tussentijdse controles en onderhoudscontroles)
gecontroleerd te worden.De distributieriem : raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
Bijzondere gebruiksomstandigheden Bij gebruik onder bepaalde, bijzonder zware omstandigheden:
¥ Overwegend huis-aan-huisbestellingen.
¥ Overwegend stadsverkeer (b.v. taxi).
¥ Korte ritten bij lage temperatuur.
Of bij langdurig gebruik onder de volgende omstandigheden: ¥ In warme streken met temperaturen regelmatig hoger dan +30 ¡C.
¥ In koude streken met temperaturen regelmatig lager dan Ð15 ¡C.
¥ In stoffige gebieden.
¥ In landen waar smeermiddelen of brandstoffen niet overeenkomen met onze aanbevelingen.
Onder dergelijke omstandigheden is het noodzakelijk om het onderhoudsschema voor "Bijzondere omstandigheden"te volgen en de intervallen te verkorten: ¥ Elke 20.000 km of elk jaar voor benzinemotoren.
¥ Elke 15.000 km of elk jaar voor dieselmotoren met directe inspuiting.
¥ Elke 10.000 km of elk jaar voor dieselmotoren met indirecte inspuiting.
Page 16 of 117

PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES19
22-12-2003
BIJZONDERHEDEN Bepaalde belangrijke onderdelen van uw auto vragen speciale aandacht. De
remvloeistof dient elke 60.000 km of elke 2 jaar vervangen te worden.
Het interieurfilter dient bij elk bezoek aan het PEUGEOT-servicepunt (tussentijdse controles en onderhoudscontroles)
gecontroleerd te worden.De distributieriem : raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
Bijzondere gebruiksomstandigheden Bij gebruik onder bepaalde, bijzonder zware omstandigheden:
¥ Overwegend huis-aan-huisbestellingen.
¥ Overwegend stadsverkeer (b.v. taxi).
¥ Korte ritten bij lage temperatuur.
Of bij langdurig gebruik onder de volgende omstandigheden: ¥ In warme streken met temperaturen regelmatig hoger dan +30 ¡C.
¥ In koude streken met temperaturen regelmatig lager dan Ð15 ¡C.
¥ In stoffige gebieden.
¥ In landen waar smeermiddelen of brandstoffen niet overeenkomen met onze aanbevelingen.
Onder dergelijke omstandigheden is het noodzakelijk om het onderhoudsschema voor "Bijzondere omstandigheden"te volgen en de intervallen te verkorten: ¥ Elke 20.000 km of elk jaar voor benzinemotoren.
¥ Elke 15.000 km of elk jaar voor dieselmotoren met directe inspuiting.
¥ Elke 10.000 km of elk jaar voor dieselmotoren met indirecte inspuiting.
Page 17 of 117

ONDERHOUDSINTERVAL-
INDICATOR Deze geeft aan hoeveel kilometer u nog verwijderd bent van de eerstvol-gende onderhoudscontrole volgenshet onderhoudsschema.
Werking
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het lampje (een sleutel die onderhoudswerk-zaamheden symboliseert) gedurende
5 seconden branden. De teller geeft (afge-rond) het resterende aantal kilometers totde eerstvolgende onderhoudscontrole aan.
Voorbeeld:er is nog 4.800 km af te leggen
tot de eerstvolgende onderhoudscontrole.
Bij het aanzetten van het contact en gedurende 5 seconden daarna geeftde teller aan: 5 seconden na het aanzetten van het contact geeft de teller weer de nor-male kilometerstand of de stand vande dagteller aan. De afstand tot de eerstvolgendeonderhoudscontrole is minderdan 1.000 km.
Voorbeeld:
er is nog 900 km af te
leggen tot de eerstvolgende onder- houdscontrole. Bij het aanzetten van het contact en gedurende 5 seconden daarna geeftde teller aan: 5 seconden na het aanzetten van het contact geeft de teller weer denormale kilometerstand aan, maarhet lampje blijft branden. Dit om aan te geven dat er binnen- kort onderhoudswerkzaamhedenuitgevoerd moeten worden. De kilo-metertotaalstand of de stand van dedagteller wordt aangegeven.
De afstand tot de eerstvolgendeonderhoudscontrole is overschreden.
Elke keer als het contact wordt aan-gezet, gaat het lampje gedurende
5 seconden knipperen en geeft deteller het aantal kilometers aan dat erteveel gereden is.
Voorbeeld: er had 300 km eerder
een onderhoudscontrole uitgevoerd moeten worden. Bij het aanzetten van het contact en gedurende 5 seconden daarna geeftde teller aan: 5 seconden na het aanzetten van het contact geeft de teller weer de nor-male kilometerstand aan, maar hetlampje blijft branden. De kilometerto-taalstand of de stand van de dagtel-ler wordt aangegeven. Opmerking: de onderhoudssleutel
gaat ook branden als de onderhouds- interval van 2 jaar is overschreden (zie
hoofdstuk "PEUGEOT-onderhouds-controles").
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES
20
22-12-2003
Page 18 of 117

PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES21
22-12-2003
Op 0 zetten van de onderhoudsintervalindicator
Uw PEUGEOT-servicepunt zet de onderhoudsintervalindicator na elkeonderhoudscontrole weer op 0. De onderhoudsintervalindicator kan op de volgende wijze op 0 wordengezet:
Ð zet het contact af,
Ð druk op knop 1en houd deze
ingedrukt,
Ð zet het contact aan.
De kilometerteller begint 10 secon- den terug te tellen, Ð houd knop 1gedurende 10 secon-
den ingedrukt.
De teller geeft [= 0]aan en het lampje
gaat uit.
Page 19 of 117

VERSCHILLENDE TYPEN ONDERHOUDSCONTROLES Elke auto heeft zijn eigen onderhoudsinterval, dat door de constructeur is vastgesteld op basis van de technische eigenschappen.
Deze bestaat uit 2 verschillende onderhoudscontroles A en C, tussentijdse controles en enkele aanvullende werkzaamhe- den; deze zijn speciaal op uw auto, de kilometerstand en de leeftijd van uw auto afgestemd. Uw dealer geeft bij de garantiecontrole en daarna bij elke onderhoudscontrole het type en de werkzaamheden van de volgende onderhoudscontrole aan.
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES
22
22-12-2003
ONDERHOUDSINTERVAL VAN UW PARTNER BENZINE
Onderhoudscontrole elke 30.000 km of elke 2 jaar.
Garantiecontrole bij 10.000 km of 6 maanden*.
Deze is noodzakelijk om
aanspraak op de garantie te kunnen maken.
* Wat het eerst wordt bereikt. Tussentijdse controle tussen twee onderhoudsbeurten.
KM-STAND 30.000 60.000 90.000 120.000
150.000 180.000 210.000 240.000 270.000
Voor dit onderhoudsinterval dient olie op synthetische basisgebruikt te wor-
den. Het gebruik van volledig synthetische olie of brandstofbesparende olie
is ook toegestaan. Bijzondere gebruiksomstandigheden (zie het desbetreffende hoofdstuk).
Page 20 of 117

PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES23
22-12-2003
Tussentijdse controle tussen twee onderhoudsbeurten.
ONDERHOUDSINTERVAL VAN UW PARTNER HDI TURBODIESEL
Onderhoudscontrole elke 20.000 km of elke 2 jaar.
Garantiecontrole bij 10.000 km of 6 maanden*.
Deze is noodzakelijk om
aanspraak op de garantie te kunnen maken.
Voor dit onderhoudsinterval dient olie op synthetische basisgebruikt te worden. Het gebruik van volledig synthetische
olie of brandstofbesparende olie is ook toegestaan.
Bijzondere gebruiksomstandigheden (zie het desbetreffende hoofdstuk).
* Wat het eerst wordt bereikt. KM-STAND 20.000 40.000 60.000 80.000 100.000
120.000 140.000 160.000 180.000 200.000 220.000 240.000