Seat Alhambra 2016 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: SEAT, Model Year: 2016, Model line: Alhambra, Model: Seat Alhambra 2016Pages: 340, PDF Size: 7.27 MB
Page 31 of 340
De essentieTelefoon
Informatie en configuratiemogelijkhe-
den van de mobiele-telefoonvoorbe-
reiding.
››› brochure Radio of ››› brochure Navi-
gatiesysteem
Interieurvoor-
verwarming
Informatie en configuratiemogelijkhe-
den van de interieurvoorverwarming:
interieurvoorverwarming in- of uit-
schakelen. De duur en werkwijze se-
lecteren.
››› pag. 187
Status wagen
Actuele waarschuwings- of informatie-
teksten.
Deze optie verschijnt enkel indien een
van deze teksten beschikbaar is. Op
het scherm wordt het aantal beschik-
bare berichten weergegeven. Voor-
beeld 1/1 of 2/2.
››› pag. 105
Configuratie
Verschillende instellingsopties, zoals
de menu's Comfort, Licht & Zicht, als-
ook de tijd, snelheidswaarschuwing
met winterbanden, taal, meeteenhe-
den of "Indicator off".
››› pag. 30 Menu MFA
(multif
unctie-indic
atie)De multifunctie-indicatie (MFA) is uitgerust
met
tw
ee aut om
atisch werkende geheugens:
1 - Deelgeheugen en 2 - Totaal geheugen .
Rechtsboven op het display wordt het op dat
moment weergegeven geheugen aangege-
ven. Wanneer het contact is ingeschakeld en het
geheugen 1 of 2 w
ordt weergegeven, drukt u
kort op de toets OK om van het ene geheu-
g en n
aar het ander
e te wisselen.
1
Deelgeheu-
gen (voor
een afzon-
derlijke rit).
Het geheugen verzamelt de gegevens
van het afgelegde traject en het verbruik
vanaf het inschakelen tot het uitschake-
len van het contact.
Indien het traject wordt onderbroken ge-
durende meer dan 2 uur, wordt het ge-
heugen automatisch gewist. Indien min-
der dan twee uur na het uitschakelen van
het contact verder wordt gereden, voegt
het systeem de nieuwe gegevens toe aan
de opgeslagen waarden.
2 Totaal ge-
heugen
(voor alle
trajecten).
In het geheugen worden de waarden van
een bepaald aantal deeltrajecten geregi-
streerd, tot een totaal van 19 uur en
59 minuten of 99 uur en 59 minuten of-
wel 1.999,9 km (mijl) of 9.999 km (mijl),
afhankelijk van het model van het instru-
mentenpaneel. Bij het bereiken van deze
limietwaarden, wordt het geheugen au-
tomatisch gewist en telt het systeem op-
nieuw vanaf 0. Mogelijke aanwijzingen
RijtijdGeeft de uren (h) en minuten (min)
weer die verstreken zijn sinds het con-
tact werd ingeschakeld.
Huidig brand-
stofverbruik
De weergave van het actuele verbruik
gebeurt tijdens het rijden in l/100 km
(of mpg, mijl per gallon); met draaien-
de motor en stilstaande wagen in l/h
(of gallons per uur).
Gemiddeld
verbruik
Het gemiddelde verbruik (in l/100 km)
wordt na inschakeling van het contact
al na ongeveer 100 meter (of 328
voet) weergegeven. Tot dan worden
streepjes getoond. De aangegeven
waarde wordt ongeveer om de 5 se-
conden bijgewerkt.
Actieradius
Geschatte afstand in km (of mijl) die
nog afgelegd kan worden met de over-
blijvende brandstof in de tank, op
voorwaarde dat dezelfde rijstijl aange-
houden wordt. Deze waarde wordt o.a.
berekend op basis van het huidige
brandstofverbruik.
Afgelegde af-
standAfgelegde afstand sinds het contact
werd ingeschakeld, in km (of mijl).
Gemiddelde
snelheid
De gemiddelde snelheid wordt na in-
schakeling van het contact al na onge-
veer 100 meter (of 328 voet) weerge-
geven. Tot dan worden streepjes ge-
toond. De aangegeven waarde wordt
ongeveer om de 5 seconden bijge-
werkt.
Digitale indi-
catie van de
snelheidDigitaal weergegeven huidige snel-
heid.
Digitale olie-
temperatuur-
meterDigitale weergave van de actuele mo-
torolietemperatuur.
Snelheids-
waarschuwing
bij --- km/uIndien de opgeslagen snelheid (tus-
sen 30-250 km/u of 18-155 mijl per
uur) wordt overschreden, klinkt een
akoestisch signaal en verschijnt een
visuele waarschuwing.
»
29
Page 32 of 340
De essentie
Tussen de weergavefuncties wisselen
● Bij wagens zonder multifunctiestuurwiel:
druk op de nok.
● Bij wa gens
met multifunctiestuurwiel: druk
op de toets of
.
E en s
nelheid v
astleggen voor de snelheids-
waarschuwing
● Selecteer de weergave Snelheidswaar-
schuwing bij --- km/h .
● Druk op de toets
OK om de actuele snel-
heid op t e s
laan en de w
aarschuwing uit te
schakelen.
● Tijdens de volgende 5 seconden stelt u de
gewens
te snelheid in met behulp van de tui-
melschakelaar in de ruitenwisserhendel of
met de toetsen of
van het multifunctie-
s t
uur w
iel. Druk daarna opnieuw op OK of
w ac
ht enk
ele seconden af. De snelheid wordt
opgeslagen en de waarschuwing ingescha-
keld.
● Om uit te schakelen , drukt u op OK . De ge-
pr ogr
ammeer de s
nelheid wordt gewist.
Het geheugen 1 of 2 handmatig wissen
● Selecteer het geheugen dat u wenst te wis-
sen.
● Houd de toets OK gedurende een 2-tal se-
c onden in
gedrukt
. De aanwijzingen personaliseren
In het menu
instellingen kan ge
selec-
teerd worden welke van de mogelijke aanwij-
zingen in de multifunctie-indicatie u wenst
weer te geven op het display van het instru-
mentenpaneel. Daarnaast kunnen ook de
meeteenheden gewijzigd worden ››› pag.
30.
Menu Configuratie
Gegevens
van de mul-
tifunctie-in-
dicatieConfiguratie van de gegevens van de
multifunctie-indicatie die u wenst weer
te geven op het display van het instru-
mentenpaneel ››› pag. 29.
Kompas
Instelling van de magnetische regio en
kalibratie van het kompas. Let bij het
kalibreren op de aanwijzingen op het
display van het instrumentenpaneel.
ComfortInstellingen van de comfortfuncties van
de wagen ››› pag. 31.
Licht & zichtConfiguratie van de wagenverlichting
››› pag. 31.
Tijd
Instelling van de uren en minuten van
de klok op het instrumentenpaneel en
het navigatiesysteem. Hier kan de tijd
worden ingesteld en worden gewisseld
tussen 12- en 24-uursweergave. Daar-
naast geeft de S die verschijnt boven-
aan op het display aan dat het uur is
aangepast aan de zomertijd.
Winterban-
den
Instelling van de visuele en akoestische
snelheidswaarschuwingen. Deze functie
kan enkel gebruikt worden wanneer het
voertuig is uitgerust met winterbanden,
die niet geschikt zijn voor het rijden met
topsnelheid.
TaalInstelling van de taal voor de teksten op
het display en navigatiesysteem.
EenhedenInstelling van de meeteenheden voor de
temperatuur, het verbruik en de afstand.
Tweede
snelheidDe tweede snelheidsmeter in- en uit-
schakelen.
ServiceRaadplegen van de servicemededelin-
gen of terugzetten van de service-inter-
valindicatie.
Afstelling in
productieEen aantal functies van het menu Con-
figuratie wordt terug op hun fa-
brieksinstelling gezet.
TerugHet hoofdmenu wordt opnieuw weerge-
geven. 30
Page 33 of 340
De essentie
Submenu ComfortCentr. ver-
grendeling.
››› pag. 117
Autom. vergrendelen (Auto Lock):
automatisch vergrendelen van alle por-
tieren en de achterklep vanaf een snel-
heid van ca. 15 km/u (10 mph). Om de
wagen te ontgrendelen als hij stilstaat
moet u op de knop van de centrale ver-
grendeling drukken, de portiergreep
vastnemen of de sleutel uit het contact-
slot trekken als functie Aut. Ont-
grend. ingeschakeld is.
Aut. Ontgrend. (Auto Lock): ont-
grendelen van alle portieren en de ach-
terklep zodra de sleutel uit het contact-
slot wordt getrokken.
Ontgrendeling port. : wanneer de
wagen ontgrendeld wordt met de sleu-
tel, worden de volgende portieren ont-
grendeld naargelang de instelling:
– Alle : alle portieren worden ontgren-
deld.
– Een portier : wanneer de wagen
ontgrendeld wordt met de sleutel, zal
uitsluitend het portier van de bestuur-
der worden ontgrendeld. Door een twee-
de maal te drukken op de knop
wor-
den alle portieren en de achterklep ont-
grendeld.
– Zijde van de wagen : de portieren
aan de bestuurderszijde worden ont-
grendeld.
In wagens met Keyless Access ›››
pag.
117 systeem worden na het vastnemen
van de desbetreffende portiergreep de
portieren ontgrendeld aan de zijde waar
de sleutel zich bevindt.
Ruitbedie-
ning
Instelling van de ruitbediening: hiermee
kunnen alle ruiten geopend of gesloten
worden wanneer de wagen wordt ont-
grendeld respectievelijk vergrendeld.
De openingsfunctie kan enkel ingescha-
keld worden in het portier van de be-
stuurder ››› pag. 131.
Helling van
de achteruit-
kijkspiegelHelt de achteruitkijkspiegel van de bij-
rijder naar onderen wanneer in achteruit
geschakeld wordt. Zo kan bijvoorbeeld
de stoeprand waargenomen worden
››› pag. 144.
Regel. ach-
teruitkijk-
spiegelIndien de instelling gesynchroni-
seerd wordt geselecteerd, wordt bij het
aanpassen van de spiegel van de be-
stuurder ook die van de bijrijder afge-
steld.
Afstelling in
productieEen aantal functies van het submenu Comfort wordt terug op hun fabrieksin-
stelling gezet.
TerugHet menu Configuratie wordt op-
nieuw weergegeven. Submenu
Licht & zicht.
Coming Ho-
meHiermee kan ingesteld worden hoe lang
de lampen blijven branden na het ver-
grendelen of ontgrendelen van de wa-
gen, en kan deze functie in- of uitge-
schakeld worden ››› pag. 138.
Leaving Ho-
me
Licht voeten-
ruimte
Hiermee kan de intensiteit van de ver-
lichting in de voetenruimte met geopen-
de portieren aangepast worden, en kan
deze functie in- en uitgeschakeld wor-
den.
Comfortlich-
ten
De comfortlichten in- of uitschakelen.
Wanneer de comfortlichten zijn inge-
schakeld, knipperen deze lichten min-
stens drie keer bij het activeren van het
knipperlicht ››› pag. 135.
Afstelling in
productieAlle configuraties in het submenu
Licht & zicht worden terug op hun
fabrieksinstelling gezet.
Reislampen
Instelling van de lampen in landen waar
men aan de andere kant van de weg
rijdt. Bij het inschakelen van het merk,
worden de lampen van een wagen met
het stuur links ingesteld voor het rijden
aan de linkerzijde. Deze functie mag
slechts gedurende een korte tijd ge-
bruikt worden.
TerugHet menu Configuratie wordt op-
nieuw weergegeven. Persoonlijke comfortinstellingen
Wanneer twee personen dezelfde wagen de-
l
en, bev
eelt
SEAT aan dat elke persoon
steeds "zijn eigen" sleutel met afstandsbe-
diening gebruikt. Wanneer het contact wordt » 31
Page 34 of 340
De essentie
uitgeschakeld of de wagen wordt vergren-
del d, w
orden de per
soonlijke comfortinstel-
lingen opgeslagen en automatisch toegewe-
zen aan de sleutel van de wagen ››› pag. 26.
De persoonlijke comfortinstellingen van de
volgende menu-opties worden toegewezen
aan de sleutel van de wagen:
■ Menu Interieurvoorverwarming
■ Menu Configuratie
■ Tijd
■ Taal
■ Eenheden
■ Menu Comfortinstellingen
■ Openen van de portieren (individuele
opening, Auto Lock)
■ Comfortbediening van de ruiten
■ Helling achteruitkijkspiegel
■ Menu Instellingen licht & zicht.
■Coming home en Leaving home
■ Licht voetenruimte
■ Comfortlichten
De opgeslagen instellingen worden automa-
tisch geactiveerd, pas bij het inschakelen van
het contact. Zie ook de informatie en advie-
zen met betrekking tot het geheugen van de
stoelen ›››
pag. 151. Snelheidsregelsysteem
Bediening v an het snelheidsregelsys-
teem (SRS)* Afb. 47
Links van de stuurkolom: bedienings-
s c
h ak
elaar en -elementen van de GRA. ●
GRA aanzetten: keuzehendel in stand 1 ›››
afb. 47 z etten. Het systeem wordt inge-
s
chakeld, maar regelt niet omdat geen enke-
le snelheid is geprogrammeerd.
● GRA activeren: drukken op de knop A ›››
afb. 47. B ew
aart en regelt de huidige snel-
heid.
● GRA tijdelijk uitzetten: hendel naar
2
› ›
› afb . 47 zetten en loslaten, of rem of
k
oppeling intrappen. Het snelheidsregelsys-
teem wordt tijdelijk uitgeschakeld.
● GRA opnieuw aanzetten: hendel naar
1
› ›
› afb . 47 zetten en loslaten. De opgesla-
g
en snelheid wordt opnieuw bewaard en ge-
regeld. ●
Geprogrammeerde s
nelheid verhogen tij-
dens GRA-regeling: hendel kort naar
+ brengen om de snelheid te verhogen in
int er
val
len van 10 km/u. Indien u deze inge-
drukt blijft houden, zal de wagen accelereren
tot de gewenste snelheid. Op het moment
dat de toets wordt losgelaten, is de actuele
snelheid in het geheugen opgeslagen.
● Geprogrammeerde snelheid verlagen tij-
dens GRA-re
geling: hendel kort naar
– brengen om de snelheid te verlagen in in-
t er
val
len van 10 km/u. Indien u deze inge-
drukt houdt, wordt de snelheid verlaagd door
het gaspedaal te blokkeren zonder dat de
remmen in werking treden. Op het moment
dat de toets wordt losgelaten, is de actuele
snelheid in het geheugen opgeslagen.
● GRA uitschakelen: hendel in stand 2 ›››
afb. 47 br en
gen. Het systeem wordt uitge-
schakeld en de opgeslagen snelheid gewist.
››› in Snelheidsregelsysteem gebrui-
ken op pag. 232
››› pag. 231 32
Page 35 of 340
De essentie
Controlelampjes C ontr
ol
e- en waarschuwingslampjesRode lampjes
Niet verder rijden!
De elektronische parkeerrem is
ingeschakeld, het peil van de
remvloeistof is te laag of het
remsysteem vertoont een sto-
ring.
››› pag.
197
Niet verder rijden!
Storing in het koelsysteem van
de motor.››› pag.
292
Niet verder rijden!
De motoroliedruk is te laag.››› pag.
289
Niet verder rijden!
Minstens één van de portieren
staat open of is niet goed geslo-
ten.››› pag.
125
Niet verder rijden!
De achterklep staat open of is
niet goed gesloten.››› pag.
128
Niet verder rijden!
Storing in stuurinrichting.››› pag.
191
De motor mag niet opnieuw ge-
start worden!
Peil van "AdBlue" te laag.›››
pag.
283
de bestuurder of voorpassagier
heeft de veiligheidsgordel niet
om.›››
pag.
66
Trap het rempedaal in!
Schake-
len
››› pag.
202
Remmen
››› pag.
197
Generator defect.›››
pag.
298 Gele lampjes
Remblokken voor versleten.
›››
pag.
197
brandt: ESC defect of uitgescha-
keld.
knippert: ESC actief.
ASR handmatig buiten werking
gesteld.
Storing in ABS, of werkt niet.
Storing in elektronische parkeer-
rem.›››
pag.
197
Mistachterlicht aan.›››
pag.
135
brandt: Rijlicht geheel of gedeel-
telijk defect.›››
pag.
94
knippert: Storing in het systeem
van de bochtenverlichting.››› pag.
135
brandt of knippert
: storing in uit-
laatgascontrolesysteem.
››› pag.
211
brandt: voorverwarmen van de
dieselmotor.
knippert: storing in het diesel-
motormanagement.
Storing in het benzinemotorma-
nagement.
Roetfilter verstopt.
storing in stuurinrichting.›››
pag.
191
Bandenspanning te laag.›››
pag.
302
Storing in indicator bandenspan-
ning.››› pag.
245
Het vloeistofpeil voor het wassen
van de spiegels is te laag.›››
pag.
142
Brandstoftank bijna leeg.›››
pag.
278
knippert: motoroliesysteem de-
fect.›››
pag.
289
brandt: motoroliepeil te laag.
Storing in het systeem van air-
bags en gordelspanners.›››
pag.
74
De voorairbag van de bijrijder is
uitgeschakeld (
).
››› pag.
74» 33
Page 36 of 340
De essentie
"AdBlue" bijvullen, of er is een
storing in het "AdBlue"-systeem.›››
pag.
283
De benzinetank is niet goed ge-
sloten.›››
pag.
278
De rijstrookassistent (Lane As-
sist) is ingeschakeld, maar niet
actief.›››
pag.
233 Andere controlelampjes
Linker of rechter knipperlicht.›››
pag.
135
Alarmlichten aan.››› pag.
84
Trap het rempedaal in!
Schakelen
››› pag.
202
Remmen
››› pag.
197
Snelheidsregelsysteem actief.›››
pag.
231
de rijstrookassistent (Lane As-
sist) is ingeschakeld en actief.›››
pag.
233
Grootlicht aan of grootlichtsig-
naal in werking gesteld.
›››
pag.
135
Grootlichtregeling (Light Assist)
ingeschakeld.
Elektronische wegrijblokkering
actief.›››
pag.
192
Service-intervalindicatie.›››
pag.
108
Mobiele telefoon gekoppeld via
Bluetooth met origineel hand-
sfree apparaat.›››
brochu-
re Radio
of ››› bro-
chure Na-
vigatiesys-
teem
Indicatie ladingstoestand accu
mobiele telefoon. Uitsluitend
beschikbaar voor apparaten die
zijn gemonteerd af fabriek.
IJzelwaarschuwing. Buitentem-
peratuur is lager dan +4°C
(+39°F).›››
pag.
107
››› in Controle- en waarschuwingslamp-
jes op pag. 110
››› pag. 110 Versnellingshendel
Handg e
sc
hakelde versnellingsbak Afb. 48
Schakelschema van handgeschakelde
6- v
er s
nellingsbak. In de versnellingshendel zijn de standen van
de
v
er s
nellingen aangeduid ››› afb. 48.
● Houd het koppelingspedaal helemaal inge-
trapt.
● Zet
de versnellingshendel in de gewenste
stand.
● Laat het
koppelingspedaal los.
Achteruit
versnelling inschakelen
● Houd het koppelingspedaal helemaal inge-
trapt.
● Druk de
versnellingshendel in neutrale
stand oml
aag, beweeg hem dan helemaal
naar links en daarna naar voren om de ach-
teruitversnelling ››› afb. 48 R te selecteren.
34
Page 37 of 340
De essentie
● Laat het
kop
pelingspedaal los.
››› in Handgeschakelde versnellings-
bak op pag. 203
››› pag. 203 Automatische versnellingsbak*
Afb. 49
Automatische versnellingsbak: keuze-
hendel s
tanden. Parkeervergrendeling
A
c
ht eruit
versnelling
Neutrale stand (vrijloop)
Permanente stand voor vooruitversnel-
ling
Tiptronic-modus: hendel naar voren ( +)
trekken om op te schakelen of naar ach-
teren (–) om terug te schakelen.
P
R
N
D/S
+/–
››› in Automatische versnellingsbak*
op pag. 205
››› pag. 204
››› pag. 35 Noodontgrendelen van de keuzehen-
del
Afb. 50
Verwijder de bekleding van de ver-
s nel
ling
sindicator. Afb. 51
Noodontgrendeling van de vergrende-
ling v an de k
euzehendel. Als de stroom van de wagen uitvalt en de wa-
g
en w
orden g
eduwd of getrokken (bijv. om-
dat de accu leeg is), dan moet de keuzehen-
del worden geplaatst op N met behulp van de
noodontgrendeling.
De noodontgrendeling bevindt zich onder de
afdekking van het versnellingsbakpaneel,
rechts in de rijrichting. U hebt een gepast
hulpmiddel nodig om de keuzehendel te ont-
grendelen (bijvoorbeeld een schroevendraai-
er).
Voorbereidingen
● Schakel de parkeerrem in. Als de parkeer-
rem niet ge
activeerd wordt, zorg er dan op
een andere manier voor dat de wagen niet
kan bewegen.
● Contact uitschakelen. » 35
Page 38 of 340
De essentie
Verwijder de afdekking van het versnellings-
b akp
aneel
● Tr
ek de afdekking naar boven aan de stof-
hoes v
an de keuzehendel ››› afb. 50.
● Trek de afdekking over de keuzehendel
››› .
Noodont gr
endel en
van de keuzehendel
● Druk de ontgrendelingshendel ››› afb
. 51 in
de pijlrichting en houd deze in deze positie. ●
Druk op de knop voor
vergrendeling ››› afb.
50 1 op de bovenzijde van de keuzehendel
en p l
aats de hendel
in de positie N. ATTENTIE
Haal de keuzehendel nooit uit positie P ter-
wijl de el ektr
onische parkeerrem uitgescha-
keld is. Anders kan de wagen zich onver-
wachts in beweging zetten op steile hellingen
en ernstige ongevallen veroorzaken. VOORZICHTIG
Indien het voertuig rijdt met de motor uit en
de keuzehendel in de s
tand N aan hoge snel-
heid en gedurende langere tijd (bijv. bij het
slepen), dan zal de versnellingsbak bescha-
digd worden. 36
Page 39 of 340
De essentie
Airconditioning Hoe w erkt
de air c
onditioning? Afb. 52
Deel van de middenconsole: Knoppen voor de handbediende elektri-
sche air c
onditioning. Afb. 53
Deel van de middenconsole: bedieningselementen van de Climatronic.
Toets, regelingAanvullende informatie. Handbediende elektrische airconditioning ››› afb. 52; Climatronic ››› afb. 53.
1 TemperatuurHandbediende elektrische airconditioning: Draai de regelknop om de temperatuur overeenkomstig in te stellen. De stand
MAX komt overeen met
het maximale vermogen van de airco. De luchtcirculatie en airco worden automatisch ingeschakeld.
Climatronic: De rechter- en linkerzijde kunnen afzonderlijk worden geregeld. Draai de regelknop om de temperatuur overeenkomstig in te stellen.
» 37
Page 40 of 340
De essentieToets, regelingAanvullende informatie. Handbediende elektrische airconditioning
››› afb. 52; Climatronic ››› afb. 53.
2 Ventilator
Handbediende elektrische airconditioning: stand 0: uitgeschakelde ventilator en airconditioning (handmatig), stand 4: maximale ventilatorsnelheid.
Climatronic: het vermogen van de ventilator wordt automatisch geregeld. Draai de knop om ook de ventilator handmatig te regelen.
3 LuchtverdelingHandbediende elektrische airconditioning: draai de regelknop continu om de luchtstroom naar de gewenste plek te leiden.
Climatronic: De luchtstroom wordt automatisch ingesteld op een comfortabele waarde. Deze kan ook handmatig worden ingeschakeld met de knop-
pen 3
.
4Climatronic: Schermweergave ingestelde temperatuur voor de linker- resp. rechterzijde.
Handbediende elektrische airconditioning: ontwasemingsfunctie. De luchtstroom wordt naar de voorruit geleid. In deze stand wordt de luchtcircula-
tiefunctie automatisch uitgeschakeld of niet gestart. Verhoog het vermogen van de ventilator om de voorruit zo snel mogelijk te ontwasemen. Het
aircosysteem wordt automatisch ingeschakeld om de lucht te drogen.
Climatronic: ontwasemingsfunctie. De aangezogen buitenlucht wordt naar de voorruit geleid en de circulatiefunctie wordt automatisch uitgeschakeld.
Om de voorruit sneller te ontwasemen, wordt vocht onttrokken uit de lucht bij temperaturen boven ong. +3°C (+38°F) en draait de ventilator op maxi-
maal vermogen.
De lucht wordt via de roosters in het dashboard naar het bovenlichaam geleid.
Luchtverdeling naar de voetenruimte.
Handbediende elektrische airconditioning: Luchtverdeling naar de voorruit en de voetenruimte.
Climatronic: Luchtverdeling naar boven.
Achterruitverwarming: Werkt enkel wanneer de motor draait en wordt automatisch uitgeschakeld na 10 minuten.
Handbediende elektrische airconditioning: Luchtcirculatie
››› pag. 186.
Climatronic: handmatige en automatische luchtcirculatie
››› pag. 186
Toets voor onmiddellijke inschakeling van de interieurvoorverwarming
››› pag. 187.
Toets voor stoelverwarming
››› pag. 151. 38