TOYOTA BZ4X 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: BZ4X, Model: TOYOTA BZ4X 2022Pages: 610, PDF Size: 96.21 MB
Page 221 of 610

Als er een melding over een
schakelhandeling wordt weergegeven
Om te voorkomen dat de schakelstand
onjuist wordt geselecteerd of dat de auto
onverwachts in beweging komt, kan de
schakelstand automatisch worden
gewijzigd of moet de draaiknop van de
transmissie mogelijk worden bediend.
Wijzig in dit geval de schakelstand aan de
hand van de meldingen op het
multi-informatiedisplay.
Na het laden/aansluiten van de
12V-accu
→Blz. 424
WAARSCHUWING!
Tijdens het rijden op een glad wegdek
Vermijd plotseling accelereren om te
voorkomen dat de auto in een slip raakt
of de aangedreven wielen doorslippen.
OPMERKING
Situaties waarbij storingen in de
schakelregeling mogelijk zijn
Als een van de volgende situaties zich
voordoet, zijn storingen in de
schakelregeling mogelijk. Breng de auto
onmiddellijk op een veilige plaats met
een vlakke ondergrond tot stilstand,
activeer de parkeerrem en neem
vervolgens contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Als de waarschuwingsmelding metbetrekking tot een storing in de
schakelregeling op het multi-
informatiedisplay verschijnt.
(→Blz. 469)
• Op het display wordt aangegeven dat er gedurende meerdere seconden
geen schakelstand is geselecteerd. Weergave schakelstand en wijzigen van
de schakelstand
ADraaiknop transmissie
Bedien de draaiknop langzaam en
goed.
Houd de draaiknop enige tijd
ingedrukt om stand N in te schakelen.
Druk de draaiknop in en draai deze
naar links of rechts, afhankelijk van de
pijl op de schakelstandindicator, om
stand R of D te selecteren.
Laat de draaiknop na het schakelen
steeds los, zodat hij kan terugkeren
naar zijn normale positie.
Zorg er bij het schakelen van P naar N,
D of R, van N, D of R naar P, van D naar
R of van R naar D voor dat het
rempedaal ingetrapt is en dat de auto
stilstaat.
5.2 Rijprocedures
219
5
Rijden
Page 222 of 610

BSchakelstandindicator
Weergave instrumentenpaneel
De actuele schakelstand wordt
getoond.
Weergave stand draaiknop
transmissie:
De actuele schakelstand wordt
getoond.
Controleer bij het selecteren van de
schakelstand of de schakelstand
gewijzigd is in de gewenste stand
door de schakelstandindicator in het
instrumentenpaneel te controleren.
CSchakelaar stand P
Breng de auto volledig tot stilstand
en activeer de parkeerrem. Druk
vervolgens op de schakelaar voor
stand P.
Wanneer de schakelstand gewijzigd
wordt naar P, gaat de
schakelaarverlichting branden.
Controleer of de
schakelstandindicator P aangeeft.
Wijzigen van de schakelstand in elke
stand van het contact
• Wanneer het contact in stand ACC of UIT staat, kan de schakelstand niet
worden gewijzigd.
• Wanneer het contact AAN staat en het controlelampje READY niet brandt,
kan de schakelstand alleen worden
gewijzigd in N.
• Wanneer het controlelampje READY brandt, kan de schakelstand worden
gewijzigd van P in D, N of R.
• Wanneer het controlelampje READY knippert, kan de schakelstand vanuit
stand P niet worden gewijzigd, ook al
wordt de draaiknop van de
transmissie bediend. Bedien de
draaiknop van de transmissie
nogmaals nadat het controlelampje
READY na het knipperen blijft
branden. Wijzigen van de schakelstand vanuit
stand P
• Bedien de draaiknop van de
transmissie terwijl u het rempedaal
stevig intrapt. Als u de draaiknop van
de transmissie bedient zonder dat u
het rempedaal intrapt, klinkt de
zoemer en is het selecteren van een
andere stand niet mogelijk.
• Controleer bij het selecteren van de schakelstand of de schakelstand
gewijzigd is in de gewenste stand door
de schakelstandindicator in het
instrumentenpaneel te controleren.
De schakelstand kan niet worden
gewijzigd wanneer
In de volgende situaties klinkt er een
zoemer om u te informeren dat de
schakelstand niet kan worden gewijzigd.
Gebruik de juiste handeling om opnieuw
te proberen de schakelstand te wijzigen.
• Als wordt geprobeerd de schakelstand te wijzigen vanuit stand P zonder
daarbij het rempedaal in te trappen
• Als wordt geprobeerd de schakelstand te wijzigen vanuit stand P terwijl het
gaspedaal wordt ingetrapt
• Als wordt geprobeerd de schakelstand te wijzigen vanuit stand N terwijl de
auto stilstaat of er zeer langzaam
wordt gereden zonder daarbij het
rempedaal in te trappen
• Als wordt geprobeerd de schakelstand te wijzigen vanuit stand N terwijl de
auto stilstaat of er zeer langzaam
wordt gereden terwijl het gaspedaal
wordt ingetrapt
• Als de schakelaar stand P tijdens het rijden wordt ingedrukt
Wanneer met zeer lage snelheid wordt
gereden, wordt de schakelstand
mogelijk gewijzigd naar stand P.
5.2 Rijprocedures
220
Page 223 of 610

De schakelstand wijzigt automatisch
naar stand N wanneer
In de volgende situaties klinkt er een
zoemer om u te informeren dat de
schakelstand is gewijzigd naar stand N.
Gebruik de juiste handeling om opnieuw
te proberen de schakelstand te wijzigen.
• Als wordt geprobeerd de schakelstandte wijzigen naar stand R terwijl de auto
vooruitrijdt
Wanneer met lage snelheid wordt
gereden, wordt de schakelstand
mogelijk gewijzigd naar stand R.
• Als wordt geprobeerd de schakelstand te wijzigen naar stand D terwijl de
auto achteruitrijdt
Wanneer met lage snelheid wordt
gereden, wordt de schakelstand
mogelijk gewijzigd naar stand D.
Selecteren van stand N tijdens het
rijden
Houd om boven een bepaalde rijsnelheid
stand N te selecteren de draaiknop van
de transmissie in de stand N.
Functie automatisch selecteren van
stand P
In de volgende gevallen wordt de
schakelstand automatisch gewijzigd
naar P.
• Wanneer de startknop wordt ingedrukt terwijl de auto stilstaat, het
contact AAN staat en de
selectiehendel in een andere stand
staat dan P (nadat schakelstand P is
geselecteerd, wordt het contact UIT
gezet)
*
• Wanneer het bestuurdersportierwordt geopend en aan alle
onderstaande voorwaarden wordt
voldaan, terwijl een andere
schakelstand dan P is geselecteerd:– Het contact staat AAN.
– De bestuurder draagt geen veiligheidsgordel.
– Het rempedaal wordt niet ingetrapt. Bedien de draaiknop van de transmissie
nogmaals om weg te rijden nadat
schakelstand P is geselecteerd.
• Wanneer de auto wordt stilgezet
nadat het EV-systeem in een
noodgeval tijdens het rijden is
uitgezet
• Wanneer de spanning van de 12V-accu daalt terwijl een andere
schakelstand dan P is geselecteerd
*Wanneer op de startknop wordt
gedrukt terwijl wordt gereden met een
extreem lage snelheid, zoals net voordat
de auto tot stilstand komt, wordt
mogelijk automatisch stand P
ingeschakeld. Zorg ervoor dat de auto
volledig stilstaat voordat u op de
startknop drukt.
Als de schakelstand niet vanuit stand P
gewijzigd kan worden
De kans bestaat dat de 12V-accu leeg is.
Controleer in dit geval de 12V-accu.
(→Blz. 490)
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden
aangepast aan de persoonlijke voorkeur.
(→Blz. 508)
WAARSCHUWING!
Draaiknop transmissie
• Verwijder de draaiknop van de transmissie niet en gebruik
uitsluitend de originele
Toyota-draaiknop. Bevestig ook niets
aan de draaiknop van de transmissie.
Hierdoor kan de draaiknop niet in zijn
oorspronkelijke positie terugkeren
met mogelijk ongevallen tot gevolg
wanneer de auto in beweging is.
• Raak de draaiknop van de transmissie niet aan wanneer u deze
niet gebruikt, om te voorkomen dat
de schakelstand per ongeluk wordt
gewijzigd.
5.2 Rijprocedures
221
5
Rijden
Page 224 of 610

WAARSCHUWING!(Vervolg)
Schakelaar stand P
• Druk nooit op de schakelaar voorstand P terwijl de auto nog rijdt.
Als u op de schakelaar van stand P
drukt terwijl u zeer langzaam rijdt
(bv. direct voordat u de auto tot
stilstand brengt), kan de auto
plotseling tot stilstand komen
wanneer de schakelstand wijzigt
naar P. Dit kan tot een ongeval
leiden.
• Raak de schakelaar stand P niet aan wanneer u deze niet gebruikt, om te
voorkomen dat de schakelstand per
ongeluk wordt gewijzigd.
OPMERKING
Bij het uitstappen (alleen
bestuurdersstoel)
Controleer of de schakelstandindicator P
aangeeft en of het
waarschuwingslampje parkeerrem
brandt voordat u het portier opent en
uitstapt.
Schakelstand N geselecteerd houden
zonder dat de functie voor het
automatisch selecteren van stand P
wordt geactiveerd
• Door het uitvoeren van de volgende handeling kunt u schakelstand N
geselecteerd houden tot stand P
wordt geselecteerd zonder dat de
functie voor het automatisch
selecteren van stand P wordt
geactiveerd.
1. Zet de draaiknop van de transmissie in stand N terwijl het EV-systeem in
werking is.
2. Laat de draaiknop van de transmissie weer terugkeren in de normale stand.
3. Zet de draaiknop van de transmissie in stand N en houd hem in die stand tot
de zoemer klinkt. 4. Druk binnen 5 seconden na het
klinken van de zoemer de startknop
in.
Het EV-systeem wordt uitgeschakeld
terwijl schakelstand N is
geselecteerd
*
Controleer of de zoemer klinkt en
“Holding N Push P Switch When
Done” (druk schakelaar stand P in
terwijl knop N ingedrukt wordt
gehouden als u klaar bent) op het
multi-informatiedisplay wordt
weergegeven.
• Druk om een andere schakelstand dan N te selecteren eerst op de schakelaar
stand P om schakelstand P te
selecteren.
• Als de functie voor het automatisch selecteren van stand P is geactiveerd
terwijl het EV-systeem was
uitgeschakeld, werkt de functie voor
het automatisch selecteren van stand
P mogelijk niet. Voer deze handeling
uitsluitend uit als het EV-systeem is
ingeschakeld.
*Bedien om deze status te behouden de
startknop niet. Als de startknop
herhaaldelijk wordt bediend, wordt het
contact uitgeschakeld nadat
automatisch schakelstand P is
geselecteerd.
Selecteren van de rijmodus
X-MODE
→Blz. 360
Regeneratieboostschakelaar
De bestuurder kan het accelereren en
decelereren regelen door uitsluitend het
gaspedaal te bedienen, zodat veel minder
vaak het rempedaal gebruikt hoeft te
worden. Doordat bij het loslaten van het
gaspedaal sterker wordt afgeremd dan bij
een conventionele auto, kan soepel
snelheid worden geminderd door
geleidelijk het gaspedaal op te laten
komen zonder het volledig los te laten.
5.2 Rijprocedures
222
Page 225 of 610

Wanneer op de
regeneratieboostschakelaar wordt
gedrukt, is de kracht van het regeneratief
remmen bij het loslaten van het
gaspedaal sterker dan normaal.
Als in de volgende gevallen de
regeneratieboost niet kan worden
gebruikt, werkt het systeem niet.
• Wanneer de X-MODE is geactiveerd(indien aanwezig)
• Wanneer er een storing in het remsysteem of het EV-systeem zit
• Wanneer regeneratief remmen beperkt beschikbaar is
Regeneratief remmen is in de
volgende situaties mogelijk beperkt
beschikbaar:– Bij een hoog laadniveau van de tractiebatterij
– Wanneer de temperatuur van de tractiebatterij laag of extreem hoog
is
– Wanneer de temperatuur van de elektromotor of
vermogensregeleenheid extreem
hoog is
– Wanneer regeneratief remmen langdurig is gebruikt
Regeneratief remmen
• Het is niet mogelijk om de auto tot stilstand te brengen of op zijn plaats
te houden door alleen het gaspedaal
los te laten. Houd het rempedaal
ingetrapt als de auto tot stilstand is
gebracht. • Als het contact UIT wordt gezet en het
EV-systeem vervolgens opnieuw
wordt gestart, wordt de
regeneratieboost uitgeschakeld.
• Bij het rijden met hoge snelheden voelt de deceleratie bij regeneratief
remmen minder sterk aan dan bij
conventionele auto's.
• De maximale deceleratie is afhankelijk van de rijsnelheid.
• De regeneratieboost kan niet worden gebruikt als de volgende melding
wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay. Trap in dat
geval het rempedaal stevig in om te
decelereren.– “Regeneration Boost Unavailable XMODE Activated”
(regeneratieboost niet beschikbaar,
X-MODE geactiveerd)
– “Regeneration Boost Temporarily Unavailable Press Brake to
Decelerate” (regeneratieboost
tijdelijk niet beschikbaar. Trap
rempedaal in om te decelereren)
– “Regeneration Boost Temporarily Unavailable See Owner’s Manual”
(regeneratieboost tijdelijk niet
beschikbaar. Zie handleiding)
Branden van de remlichten
Als bij regeneratief remmen een
bepaalde remkracht wordt overschreden,
gaan de remlichten branden.
Selecteren van de Eco-modus
In deze modus levert de auto minder
vermogen en verbruikt hij minder
energie.
Druk op de schakelaar om over te
schakelen op de Eco-modus.
Druk nogmaals op de schakelaar om terug
te gaan naar de normale rijmodus.
De ingeschakelde stand van de
Eco-modus wordt opgeslagen, zelfs als
het contact UIT wordt gezet.
5.2 Rijprocedures
223
5
Rijden
Page 226 of 610

Automatisch uitschakelen Eco-modus
De Eco-modus wordt automatisch
uitgeschakeld als de SNOW-modus of de
X-MODE wordt geselecteerd en de auto
terugkeert naar de normale modus.
(indien aanwezig)
Als de Eco-modus niet beschikbaar is
De Eco-modus kan niet worden
geactiveerd als de X-MODE is
geselecteerd. (indien aanwezig)
5.2.3 Richtingaanwijzerschakelaar
Bedieningsinstructies
De richtingaanwijzerschakelaar kan
worden gebruikt om aan te geven wat de
bestuurder van plan is.1. Bocht naar rechts
2. Rijstrookwisseling naar rechts
(beweeg de hendel iets omhoog en
laat hem los)
De richtingaanwijzers aan de
rechterzijde zullen drie keer
knipperen.
3. Rijstrookwisseling naar links (beweeg de hendel iets omlaag en laat hem los)
De richtingaanwijzers aan de
linkerzijde zullen drie keer knipperen.
4. Linksaf
De richtingaanwijzers kunnen bediend
worden als
Het contact AAN staat.
Als het controlelampje sneller knippert
dan normaal
Controleer of er een lamp van de
richtingaanwijzer voor of achter is
doorgebrand.
Als de richtingaanwijzers stoppen met
knipperen voordat van rijstrook is
veranderd
Bedien de hendel nogmaals.
5.2.4 Parkeerrem
De parkeerrem kan automatisch of
handmatig worden geactiveerd en
gedeactiveerd.
In de automatische modus kan de
parkeerrem automatisch worden
geactiveerd of gedeactiveerd. Zelfs in de
automatische modus kan de parkeerrem
handmatig worden geactiveerd of
gedeactiveerd.
Bedieningsinstructies
Gebruik van de handmatige modus
De parkeerrem kan handmatig worden
geactiveerd en gedeactiveerd.
en er wordt een melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay.
5.2 Rijprocedures
224
Page 227 of 610

AWaarschuwingslampje parkeerrem
1. Trek aan de schakelaar om de parkeerrem te activeren
Het waarschuwingslampje van de
parkeerrem gaat branden.
Houd de parkeerremschakelaar
omhoog getrokken als u in geval van
nood de parkeerrem tijdens het rijden
moet bedienen.
2. Druk op de schakelaar om de parkeerrem te deactiveren
• Bedien de parkeerremschakelaar terwijl u het rempedaal intrapt.
• Met de functie voor het automatisch deactiveren van de parkeerrem kan
de parkeerrem worden
gedeactiveerd door het gaspedaal in
te trappen. (→Blz. 225)
Controleer of het waarschuwingslampje
van de parkeerrem uitgaat.
Als het waarschuwingslampje van de
parkeerrem knippert, bedien de
schakelaar dan nogmaals. (→Blz. 467)
Inschakelen van de automatische modus
Houd bij stilstaande auto de
parkeerremschakelaar omhoog
getrokken totdat er een zoemer klinkt en
een melding wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay. Als de automatische modus wordt
ingeschakeld, werkt de parkeerrem als
volgt.
• Als de transmissie uit stand P wordt
gezet, wordt de parkeerrem
gedeactiveerd en gaat het
waarschuwingslampje van de
parkeerrem uit.
• Als de transmissie in stand P wordt gezet, wordt de parkeerrem
geactiveerd en gaat het
waarschuwingslampje van de
parkeerrem branden.
Verander de stand van de transmissie bij
stilstaande auto terwijl u het rempedaal
intrapt.
De parkeerrem werkt mogelijk niet
automatisch als de stand van de
transmissie te snel gewijzigd wordt.
Activeer de parkeerrem in dat geval
handmatig. (→Blz. 224)
Uitschakelen van de automatische
modus
Houd bij stilstaande auto het rempedaal
ingetrapt en de parkeerremschakelaar
ingedrukt totdat er een zoemer klinkt en
een melding wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
Werking van parkeerrem
• Als het contact niet AAN staat, kunt u de parkeerrem niet met de schakelaar
deactiveren.
• Als het contact niet AAN staat, is de automatische stand (automatische
activering en deactivering) niet
beschikbaar.
Functie automatisch deactiveren
parkeerrem
Als aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan in de handmatige modus kan de
parkeerrem worden gedeactiveerd door
het gaspedaal in te trappen.
• Het bestuurdersportier is gesloten
• De bestuurder draagt de veiligheidsgordel
5.2 Rijprocedures
225
5
Rijden
Page 228 of 610

• De geselecteerde schakelstand is eenvooruit- of achteruitversnelling
• Het motorcontrolelampje of het waarschuwingslampje van het
remsysteem brandt niet.
Trap het gaspedaal langzaam in.
Als de parkeerrem niet automatisch
wordt gedeactiveerd wanneer het
gaspedaal wordt ingetrapt, deactiveer
de parkeerrem dan handmatig.
Automatische vergrendeling
parkeerrem
De parkeerrem wordt in de volgende
situaties automatisch vergrendeld:
• Het rempedaal wordt niet ingetrapt
• Het bestuurdersportier is open
• De veiligheidsgordel van de bestuurder is niet vastgemaakt
• Er is een andere schakelstand dan P of N geselecteerd
(Schakelstand P wordt geselecteerd
tijdens de werking van de Advanced
Park-functie.) (indien aanwezig)
• Het motorcontrolelampje of het waarschuwingslampje van het
remsysteem brandt niet
Als “Parking Brake Temporarily
Unavailable” (parkeerrem tijdelijk niet
beschikbaar) wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay
Als de parkeerrem herhaaldelijk
gedurende korte tijd bediend wordt, zal
het systeem de werking beperken om
oververhitting te voorkomen. Gebruik
de parkeerrem niet als dit gebeurt. Na
ongeveer 1 minuut zal de werking weer
normaal zijn.
Als “Parking Brake Unavailable”
(parkeerrem niet beschikbaar) wordt
weergegeven op het
multi-informatiedisplay
Bedien de parkeerremschakelaar. Als de
melding niet verdwijnt nadat de
schakelaar een aantal keer is bediend, zit
er mogelijk een storing in het systeem. Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Geluid parkeerrem
Wanneer de parkeerrem geactiveerd is,
kan het geluid van een elektromotor
(zoemend geluid) hoorbaar zijn.
Dit is normaal en duidt niet op een
storing.
Waarschuwingslampje parkeerrem
• Afhankelijk van de stand van het
contact gaat het
waarschuwingslampje parkeerrem
branden en blijft het branden zoals
hieronder beschreven:
AAN: Brandt totdat de parkeerrem
wordt gedeactiveerd.
Niet AAN: Blijft gedurende ongeveer
15 seconden branden.
• Wanneer het contact UIT wordt gezet en de parkeerrem geactiveerd is, zal
het waarschuwingslampje van de
parkeerrem gedurende ongeveer
15 seconden gaan branden.
Dit is normaal en duidt niet op een
storing.
Bij een storing in de
parkeerremschakelaar
De automatische modus (automatisch
activeren en deactiveren parkeerrem)
wordt automatisch ingeschakeld.
Parkeren van de auto
→Blz. 224
Waarschuwingszoemer geactiveerde
parkeerrem
De zoemer klinkt als er met de auto
wordt gereden terwijl de parkeerrem is
geactiveerd. “Parking Brake ON”
(parkeerrem geactiveerd) wordt
weergegeven op het multi-
informatiedisplay (terwijl een rijsnelheid
van 5 km/h is bereikt).
5.2 Rijprocedures
226
Page 229 of 610

Als het waarschuwingslampje van het
remsysteem gaat branden
→Blz. 462
Gebruik in de winter
→Blz. 213
WAARSCHUWING!
Bij het parkeren
Laat een kind niet alleen in de auto
achter. De parkeerrem kan onbedoeld
worden gedeactiveerd waardoor de
auto in beweging kan komen, hetgeen
kan leiden tot een ongeval met dodelijk
of ernstig letsel tot gevolg.
Parkeerremschakelaar
Plaats geen objecten in de buurt van de
parkeerremschakelaar.
Objecten kunnen de schakelaar
hinderen en er mogelijk toe leiden dat
de parkeerrem onverwachts wordt
bediend.
Automatische vergrendeling
parkeerrem
Gebruik de automatische vergrendeling
van de parkeerrem nooit in plaats van
de normale bediening van de
parkeerrem. Deze functie is ontworpen
om de kans op een aanrijding te
verkleinen als de bestuurder vergeet de
parkeerrem te activeren. Er te veel op
vertrouwen dat deze functie de auto
veilig kan parkeren, kan leiden tot een
ongeval met dodelijk of ernstig letsel
tot gevolg. (→Blz. 202)
OPMERKING
Bij het parkeren
Selecteer stand P en activeer de
parkeerrem voordat u de auto verlaat en
controleer of de auto niet beweegt.
Wanneer een storing in het systeem
optreedt
Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand en controleer de
waarschuwingsmeldingen.
Als de 12V-accu van de auto ontladen
is
De parkeerrem kan niet worden
geactiveerd. (→Blz. 490)
Wanneer de parkeerrem niet
gedeactiveerd kan worden door een
storing
Als u gaat rijden terwijl de parkeerrem is
geactiveerd, kunnen de onderdelen van
het remsysteem oververhit raken,
waardoor de remprestaties in negatieve
zin kunnen worden beïnvloed en de
onderdelen van het remsysteem sneller
slijten.
Laat, als dit gebeurt, de auto
onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
5.2.5 Brake Hold
Het Brake Hold-systeem houdt na
activering de remmen vast wanneer de
transmissie in stand D of N staat en het
rempedaal ingetrapt werd om de auto tot
stilstand te brengen. Het systeem laat de
rem los wanneer het gaspedaal ingetrapt
wordt terwijl de transmissie in stand D
staat om zo voor soepel wegrijden te
zorgen.
5.2 Rijprocedures
227
5
Rijden
Page 230 of 610

Inschakelen van het systeem
Activeert het Brake Hold-systeem
Het controlelampje voor de
stand-bystand van het Brake
Hold-systeem (groen)
Agaat branden.
Als het systeem de remmen vasthoudt,
gaat het controlelampje Brake
Hold-systeem in werking (geel)
Bbranden.
Voorwaarden voor werking Brake
Hold-systeem
Het Brake Hold-systeem kan onder de
volgende omstandigheden niet
geactiveerd worden:
• Het bestuurdersportier is niet gesloten.
• De bestuurder draagt geen veiligheidsgordel.
• “Parking Brake Unavailable” (parkeerrem niet beschikbaar) of
“Parking Brake Malfunction Visit Your
Dealer” (Storing parkeerrem. Ga naar
uw dealer) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
Als onder een van de bovenstaande
omstandigheden het Brake
Hold-systeem is ingeschakeld, wordt het
systeem uitgeschakeld en gaat het
controlelampje voor de stand-bystand
van het Brake Hold-systeem uit.
Wanneer een van deze omstandigheden
zich voordoet terwijl het systeem de
remmen vasthoudt, klinkt een
waarschuwingszoemer en wordt een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay. De parkeerrem
wordt dan automatisch geactiveerd.
Brake Hold-functie
• Nadat het systeem ongeveer
3 minuten de remmen heeft
vastgehouden en het rempedaal niet
ingetrapt wordt, wordt automatisch
de parkeerrem geactiveerd. In dat
geval klinkt een zoemer en verschijnt
er een waarschuwingsmelding op het
multi-informatiedisplay.
• De Brake Hold-functie kan de auto mogelijk niet stilhouden op een steile
helling. In deze situatie kan het nodig
zijn dat de bestuurder zelf het
rempedaal ingetrapt houdt. Er klinkt
een waarschuwingszoemer en het
multi-informatiedisplay zal de
bestuurder over de situatie
informeren. Lees de op het
multi-informatiedisplay weergegeven
waarschuwingsmelding en volg de
aanwijzingen op.
• Trap het rempedaal krachtig in en druk opnieuw op de schakelaar om het
systeem te deactiveren.
Wanneer de parkeerrem automatisch
geactiveerd wordt terwijl het systeem
de remmen vasthoudt
Voer een van de volgende handelingen
uit om de parkeerrem te deactiveren:
• Trap het gaspedaal in. (De parkeerrem zal niet automatisch gedeactiveerd
worden als de veiligheidsgordel niet is
vastgemaakt.)
• Bedien de parkeerremschakelaar terwijl u het rempedaal intrapt.
Controleer of het
waarschuwingslampje van de
parkeerrem uitgaat. (→Blz. 224)
5.2 Rijprocedures
228