TOYOTA BZ4X 2023 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: BZ4X, Model: TOYOTA BZ4X 2023Pages: 586, PDF Size: 90.62 MB
Page 111 of 586

Bij gebruik van de “Mijn ruimte-modus”
kan het volgende gebeuren
• Als de resterende lading in de
tractiebatterij de onderlimiet bereikt,
wordt de airconditioning automatisch
uitgeschakeld. In dat geval kan de
airconditioning niet worden gebruikt
totdat de resterende lading in de
tractiebatterij toeneemt. Zet het
contact UIT en schakel de “Mijn
ruimte-modus” in als de resterende
lading in de tractiebatterij toeneemt.
• Als de portieren tijdens de “Mijn
ruimte-modus” worden ontgrendeld,
wordt de AC-laadstekker ontgrendeld
en wordt de “Mijn ruimte-modus”
onderbroken. Voer de procedure uit
om de “Mijn ruimte-modus” weer te
starten en gebruiken. (→Blz. 108)
Daarnaast moet bij gebruik van een
AC-lader bij een openbaar laadstation
de procedure voor het starten van de
lader worden uitgevoerd alvorens de
“Mijn ruimte-modus” te gebruiken.
• De laadtijd van de tractiebatterij
wordt langer.
• Afhankelijk van de conditie van de
radiogolf kunnen er geluiden
hoorbaar zijn uit de radio.
• De omgeving van de ingebouwde
tractiebatterijlader in het
elektromotorcompartiment kan heet
worden.
• Het waarschuwingslampje elektrische
stuurbekrachtiging (geel) wordt
mogelijk ingeschakeld, maar dat duidt
niet op een storing.Gebruik van de “Mijn ruimte-modus”
tijdens DC-laden
Wanneer de “Mijn ruimte-modus” wordt
gebruikt tijdens DC-laden, is de
ladingstoestand na voltooiing lager dan
wanneer de “Mijn ruimte-modus” niet
wordt gebruikt.
Als de “Mijn ruimte-modus” wordt
gebruikt terwijl de tractiebatterij
volledig geladen is
Als het contact AAN wordt gezet terwijl
de tractiebatterij volledig geladen is en
de laadstekker die energie levert,
aangesloten is, wordt “Charging Port Lid
is Open” (klep oplaadpoort is open)
weergegeven op het multi-
informatiedisplay. Druk in dat geval op
van de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om het
instelscherm van de “Mijn
ruimte-modus” weer te geven en
selecteer vervolgens “Mijn
ruimte-modus”.
Als de “Mijn ruimte-modus” wordt
gebruikt terwijl de tractiebatterij
volledig geladen is, wordt de energie van
de tractiebatterij mogelijk verbruikt. In
dat geval wordt er mogelijk opnieuw
geladen.
2.2 Laden
109
2
EV-systeem
Page 112 of 586

Weergave waarschuwingsmelding
Raadpleeg de desbetreffende tabel en voer de juiste correctieprocedures uit als er een
melding wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay terwijl u de “Mijn
ruimte-modus” probeert in te schakelen of de “Mijn ruimte-modus” wordt gebruikt.
Melding Correctieprocedure
“Traction Battery is too Low for “My Room
Mode”” (lading tractiebatterij te laag voor
“Mijn ruimte-modus”)Er is geen resterende lading aanwezig in de
tractiebatterij om de “Mijn ruimte-modus” in
te schakelen. Wacht totdat de resterende la-
ding in de tractiebatterij is toegenomen en
schakel de “Mijn ruimte-modus” in.
““My Room Mode” has stopped due to low
traction battery level” (“Mijn ruimte-modus”
is uitgeschakeld ten gevolge van ontladen
tractiebatterij)De resterende lading in de tractiebatterij is te
laag. Schakel de “Mijn ruimte-modus” uit en
laad de tractiebatterij.
““My Room Mode” will stop when traction
battery level is too low Reduce power usage
to continue using “My Room Mode”” (“Mijn
ruimte-modus” wordt uitgeschakeld als la-
ding tractiebatterij te laag is, beperk energie-
verbruik om “Mijn ruimte-modus” te blijven
gebruiken)Wanneer het energieverbruik van de “Mijn
ruimte-modus” hoger is dan de ladingstoe-
stand, wordt het laadniveau van de tractie-
batterij te laag.
*
■Als het energieverbruik van de auto niet
verbeterd kan worden, wordt de “Mijn
ruimte-modus” uitgeschakeld.
■Schakel, als u de “Mijn ruimte-modus” wilt
blijven gebruiken, systemen als de
airconditioning en het audiosysteem uit
om de resterende lading van de
tractiebatterij te verhogen.
*Als de “Mijn ruimte-modus” is
ingeschakeld, kan de energiebalans
worden gecontroleerd op het
multi-informatiedisplay.
WAARSCHUWING!
Waarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van de “Mijn
ruimte-modus”
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan leiden tot
de dood of zeer schadelijk zijn voor de
gezondheid.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Laat nooit kinderen,
hulpbehoevenden en dieren in de
auto achter. De temperatuur in de
auto kan hoog oplopen of sterk dalen
door functies als automatische
uitschakeling. In de auto
achtergelaten kinderen,
hulpbehoevenden en dieren kunnen
worden bevangen door de hitte of
uitgedroogd of onderkoeld raken.
Ook kunnen bijv. de ruitenwissers per
ongeluk worden bediend, hetgeen
kan leiden tot een ongeval.
• Gebruik de modus nadat u de
veiligheid van de omgeving van de
auto hebt gecontroleerd.
2.2 Laden
110
Page 113 of 586

2.2.10 Solarlaadsysteem*
*Indien aanwezig
Een systeem dat energie levert aan de
tractiebatterij en andere systemen door
de tractiebatterij te laden met
zonne-energie via het grote zonnepaneel
(solardak) in het dak van de auto.
Zelfs als er geen laadstation op het
parkeerterrein beschikbaar is en in een
noodgeval is het mogelijk detractiebatterij zonder speciale
handelingen te laden
*zolang er zonlicht
beschikbaar is.
*De hoeveelheid lading die het
solarlaadsysteem levert, is afhankelijk
van de omstandigheden, zoals het
seizoen en het weer.
Werking solarlaadsysteem
Dit systeem wekt zonne-energie op met het zonnepaneel in het dak van de auto
(solardak).
• De tractiebatterij wordt geladen gedurende de tijd dat de auto geparkeerd staat.
• Het elektriciteitsverbruik van de tractiebatterij wordt gereduceerd tijdens het rijden.
Het elektriciteitsverbruik van de tractiebatterij wordt beperkt, waardoor de actieradius
voor elektrisch rijden toeneemt doordat zonne-energie gebruikt wordt voor de
voeding van andere systemen.
A12V-accu
BZonnedak
CSolar-ECU
DTractiebatterij
2.2 Laden
111
2
EV-systeem
Page 114 of 586

Weergeven van informatie met
betrekking tot het solarlaadsysteem
Informatie met betrekking tot het
solarlaadsysteem kan worden bekeken op
het multi-informatiedisplay en het
multimedia-display.
ABedieningstoetsen
instrumentenpaneel (→blz. 134)
BMulti-informatiedisplay
CMultimedia
Multi-informatiedisplay
1. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om
te
selecteren.
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om het scherm
van het solarlaadsysteem te
selecteren.
AActuele energieopwekking
BAfgelegde kilometers met de
opgewekte energie**
Afgelegde kilometers met de
opgewekte energie sinds het einde
van de vorige rit tot het actuele
moment. Deze waarden worden
berekend door de opgewekte energie
om te zetten in een afgelegde afstand,
maar wijken mogelijk af van de
werkelijke afstand. Als de auto is
voorzien van optionele banden, wijkt
de weergegeven waarde mogelijk af
van de werkelijke afstand.
Multimedia
• Energiescherm
1. Druk op
.
2. Druk op “Solar charging”
(zonne-energie).
Als een ander scherm dan het
gewenste scherm wordt
weergegeven, selecteert u “Energy”
(energie).
Deze afbeeldingen zijn slechts
voorbeelden en kunnen licht afwijken
van de werkelijke situaties.
AActuele energieopwekking
BEnergieopwekking vandaag
CTotale energieopwekking
DGegevens wissen
Hiermee worden de dagelijkse
gegevens gereset.
EDagelijkse energieopwekking*
*
Kan door bepaalde handelingen
worden gereset.
2.2 Laden
112
Page 115 of 586

• Afstandscherm
1. Druk op
.
2. Druk op “Solar charging”
(zonne-energie).
Als een ander scherm dan het
gewenste scherm wordt
weergegeven, selecteert u “Distance”
(afstand).
Deze afbeeldingen zijn slechts
voorbeelden en kunnen licht afwijken
van de werkelijke situaties.
AActuele energieopwekking
BAfgelegde kilometers met
energieopwekking van vandaag*1
CAfgelegde kilometers met totale
energieopwekking*1
DGegevens wissen
Hiermee worden de dagelijkse
gegevens gereset.
EAfgelegde kilometers met
dagelijkse energieopwekking*1, 2
*1
Deze waarden worden berekend
door de opgewekte energie om te
zetten in een afgelegde afstand, maar
wijken mogelijk af van de werkelijke
afstand. Als de auto is voorzien van
optionele banden, wijkt de
weergegeven waarde mogelijk af van
de werkelijke afstand.
*2Kan door bepaalde handelingen
worden gereset.
Solarlaadsysteem
• In de volgende situaties wordt het
laden van de tractiebatterij via het
solarlaadsysteem niet uitgevoerd.– Het contact staat niet UIT
– De verwarming van de
tractiebatterij is in werking
(→blz. 81)
– De op afstand bedienbare
airconditioning is ingeschakeld
– De tractiebatterij is volledig geladen
– De tractiebatterij is volledig
ontladen
• In de volgende situaties stopt het
solarlaadsysteem met het opwekken
van zonne-energie en het leveren van
energie aan de tractiebatterij en
andere systemen.
– De motorkap wordt geopend
– AC- of DC-laden is gestart
– Bij gebruik van de “Mijn
ruimte-modus”
– De functie voor het behoud van de
temperatuur van het
solarlaadsysteem is in werking
– Er is een storing aanwezig in het
solarlaadsysteem
• De hoeveelheid energie die door het
zonnedak kan worden opgewekt, is
afhankelijk van het seizoen, het
klimaat, de weersomstandigheden, de
hoek van de auto en
omgevingsfactoren.
• Zelfs als maar een deel van het
zonnedak in de schaduw ligt, kan er al
sprake zijn van een aanzienlijke
terugval in energieopwekking.
• Volg onderstaande aanwijzingen om
het zonnedak optimaal te laten
presteren.
– Reinig het dak regelmatig (vooral
bladeren en vogeluitwerpselen
kunnen leiden tot een aanzienlijke
afname van de energieopwekking).
– Verwijder sneeuw zo snel mogelijk
van het dak
– Breng geen striping of stickers aan
op het dak. Geadviseerd wordt geen
dakdrager of iets dergelijks te
monteren tenzij dit noodzakelijk is
2.2 Laden
113
2
EV-systeem
Page 116 of 586

• Als de tractiebatterij volledig geladen
is, wordt de tractiebatterij niet via het
solarlaadsysteem geladen. Als het niet
nodig is te laden via een externe
voedingsbron, laad de auto dan zo veel
mogelijk overdag met het
solarlaadsysteem en gebruik de
externe voedingsbron alleen 's nachts.
Op deze manier wordt effectief
gebruikgemaakt van het
solarlaadsysteem.
• Als de auto bij warm weer geparkeerd
staat, treedt de functie voor het
behoud van de temperatuur van het
solarlaadsysteem snel in werking door
de hoge temperatuur in het interieur
van de auto.
• Wanneer een glascoating op het
zonnedak wordt aangebracht, kan dat
de brekingsindex van het licht
veranderen en de hoeveelheid
opgewekte stroom verlagen.
• Kleine stippen, lijnen en vlekken
kunnen zichtbaar zijn in het zonnedak,
maar er is geen probleem met de
stroomopwekkingsfunctie of
veiligheid.
OPMERKING
Het solarlaadsysteem beschermen
tegen schade
• Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
– Modificeer het zonnedak niet
– Stel het zonnedak niet bloot aan
geconcentreerd zonlicht
– Plaats niets op het zonnedak
– Stel het zonnedak niet bloot aan
sterke schokken en oefen geen
kracht uit op het dak met scherpe
objecten van binnenuit.
• Raak als het zonnedak beschadigd is
het beschadigde gedeelte niet aan en
neem direct contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als er bagage op het dak geladen is
→Blz. 192
2.2.11 Wanneer de normale procedure voor laden niet kan worden
uitgevoerd
Als het laden niet start, ook al is de normale procedure gevolgd, controleer dan elk van de
onderstaande items. Als er een waarschuwingsmelding verschijnt op het multi-
informatiedisplay, raadpleeg dan ook blz. 120.
Wanneer de normale procedure voor laden niet kan worden uitgevoerd
Raadpleeg de volgende tabel en voer de desbetreffende correctieprocedure uit.
2.2 Laden
114
Page 117 of 586

De laadindicator van de laadaansluiting gaat niet branden, ook al is de laadstekker
aangesloten.
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
De stekker is niet goed aangesloten op de
contactdoosControleer of de stekker goed is aangesloten
op de contactdoos.
De elektriciteit is uitgevallenVoer de laadprocedure nogmaals uit als er
weer elektriciteit beschikbaar is.
De op afstand bedienbare schakelaar is uitge-
schakeldSchakel de op afstand bedienbare schakelaar,
indien aanwezig, in.
De zekering in het gebouw is doorgeslagen en
de elektriciteit is uitgevallenControleer de verbindingsstatus van de
stroomonderbreker en controleer of laden
mogelijk is met een andere lader als er geen
afwijkingen worden gevonden. Neem contact
op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar be-
horen gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige als er geen andere lader in de buurt is.
Als laden dan mogelijk is, is de eerste lader
mogelijk defect. Neem in dat geval contact op
met de manager van het gebouw/de appara-
tuur of een elektricien.
De AC-laadstekker is niet goed aangesloten
op het AC-laadcontactControleer de aansluitstatus van de AC-
laadstekker.
■Plaats de AC-laadstekker bij het
aansluiten goed.
■Controleer na het aansluiten van de
AC-laadstekker of de laadindicator van de
laadaansluiting brandt.
Als de laadindicator van de AC-
laadaansluiting niet gaat branden, zelfs niet
wanneer de AC-laadstekker goed is
aangesloten, kan er sprake zijn van een
storing in het systeem. Stop onmiddellijk met
laden en neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
De tractiebatterij is al volledig geladenAls de tractiebatterij volledig geladen is,
wordt de laadprocedure niet uitgevoerd.
De capaciteit van de tractiebatterij is hoger
dan de maximale laadcapaciteitStel de maximale laadcapaciteit in op een
waarde die hoger is dan de resterende lading
van de tractiebatterij en laad opnieuw.
De AC-lader werkt nietNeem contact op met de beheerder als er een
probleem is met de AC-lader.
Als na bovenstaande controle het probleem niet is opgelost, is de AC-laadkabel
(bijvoorbeeld het snoer van de voedingsstekker) mogelijk kapot. Stop onmiddellijk met
laden en neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
2.2 Laden
115
2
EV-systeem
Page 118 of 586

De laadindicator van de laadaansluiting knippert en de laadprocedure kan niet worden
uitgevoerd.
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
Als de laadindicator van de laadaansluiting
normaal knippert
*: er is een laadschema ge-
registreerdWacht tot het ingestelde tijdstip als u wilt
laden volgens het laadschema.
Stel “Charge Now” (nu laden) in op “On” (aan)
om te beginnen met laden. (→Blz. 103,
blz. 107)
Als de laadindicator van de laadaansluiting
snel knippert
*: Er is een storing opgetreden in
een externe voedingsbron of de autoEr wordt een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay wanneer het contact
UIT is. Volg de instructies die worden weerge-
geven op het multi-informatiedisplay.
*Raadpleeg blz. 79 voor informatie over het branden en knipperen van de laadindicator
van de laadaansluiting.
Wanneer de procedure voor DC-laden niet normaal kan worden uitgevoerd
DC-laden start niet
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
De DC-laadstekker is niet goed
aangesloten op de auto.Controleer de aansluitstatus van de DC-laadstekker en con-
troleer of de stekker vergrendeld is.
Als het DC-laden niet start, zelfs niet wanneer de DC-
laadstekker goed is aangesloten, kan er sprake zijn van een
storing in de DC-lader of het laadsysteem.
De DC-laadstekker is niet goed
vergrendeld.■Als er een storing aanwezig is in de DC-lader, neem dan
contact op met de beheerder van het laadstation.
■Als er geen storing aanwezig is in de DC-lader, zit er
mogelijk een storing in het systeem. Neem contact op
met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
■Als er een fout is in de aansluitstatus door het gewicht
van de stekker, neem dan de stekker los en sluit deze
opnieuw aan. Til de stekker op, nadat u hem opnieuw
hebt aangesloten, en houd hem gedurende ongeveer
3 seconden op zijn plaats totdat hij vergrendelt. Als de
stekker nog steeds niet vergrendelt, controleer dan of hij
kan worden gebruikt bij het laden met een andere
DC-lader.
2.2 Laden
116
Page 119 of 586

Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
Fout gedetecteerd door de DC-
lader of de systeemcontrole
van de auto.Er is mogelijk een storing aanwezig in de DC-lader of het
laadsysteem.
■Als er een storing aanwezig is in de DC-lader, neem dan
contact op met de beheerder van het laadstation.
■Als er geen storing aanwezig is in de DC-lader, zit er
mogelijk een storing in het systeem. Neem contact op
met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
■Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als het
EV-systeem niet kan worden gestart.
De voeding van de DC-lader
wordt uitgeschakeld.Neem contact op met de beheerder van het laadstation en
controleer de status van de voeding.
De tractiebatterij is al volledig
geladenAls de tractiebatterij volledig geladen is, is DC-laden niet
mogelijk.
De AC-laadstekker is ook aan-
gesloten.DC-laden en AC-laden kunnen niet gelijktijdig worden uit-
gevoerd.
Het EV-systeem wordt gestart.Wanneer het EV-systeem wordt ingeschakeld, kan DC-laden
niet worden gestart.
Ook als een andere schakelstand dan P is geselecteerd, is
DC-laden niet mogelijk.
Als het DC-laden wordt onderbroken
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
De timer voor de DC-lader is geacti-
veerd.Afhankelijk van het type DC-lader is de timer mogelijk
zo ingesteld dat hij na een bepaalde tijd stopt met la-
den.
Ga dit na bij de beheerder van het laadstation.
De voeding van de DC-lader is uitge-
schakeld.Controleer de status van de voeding van de DC-lader.
Als de status van de voeding niet duidelijk is, neem
dan contact op met de beheerder van het laadstation.
De temperatuur van de tractiebatterij
is extreem hoog of laag.DC-laden wordt mogelijk niet uitgevoerd bij extreem
hoge of extreem lage omgevingstemperaturen. Laad
de tractiebatterij nadat de temperatuur is gestabili-
seerd.
Fout gedetecteerd door de DC-lader
of de systeemcontrole van de auto.Er is mogelijk een storing aanwezig in de DC-lader of
het laadsysteem.
■Als er een storing aanwezig is in de DC-lader, neem
dan contact op met de beheerder van het
laadstation.
■Als er geen storing aanwezig is in de DC-lader, zit
er mogelijk een storing in het systeem. Neem
contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Neem contact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
als het EV-systeem niet kan worden gestart.
2.2 Laden
117
2
EV-systeem
Page 120 of 586

Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
Hoge temperatuur van onderdelen
die verband houden met het ladenAls de temperatuur van onderdelen die verband hou-
den met het laden hoog is, is DC-laden wellicht niet
mogelijk. Wacht enige tijd en probeer opnieuw te la-
den.
De werking van elektrische compo-
nenten zoals de airconditioning
wordt onderbroken terwijl de tractie-
batterij bijna volledig geladen is.Laat elektrische componenten zoals de airconditio-
ning UIT en voer de laadprocedure nogmaals uit.
Het EV-systeem kan niet worden gestart na DC-laden
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
De systeemcontrole is na het
laden niet volledig uitgevoerd.Voer een systeemcontrole uit volgens de procedures op
blz. 96. Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als geen volledige sys-
teemcontrole kan worden uitgevoerd, zelfs niet nadat deze
procedures zijn gevolgd.
De DC-laadstekker is nog
steeds aangesloten.Om veiligheidsredenen kan het EV-systeem niet worden
gestart als de DC-laadstekker aangesloten is. (→Blz. 84)
Verwijder de DC-laadstekker als het laden is voltooid on-
middellijk.
Er zit een storing in het DC-
laadsysteem■Afhankelijk van het type storing kan het EV-systeem
worden gestart na het sluiten van de klep van de
laadaansluiting.
■Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als het
EV-systeem niet kan worden gestart.
Als de laadschemafunctie niet normaal werkt
Raadpleeg de volgende tabellen en voer de desbetreffende correctieprocedures uit.
Kan niet laden op het gewenste tijdstip
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
De voertuigkalender en klok
zijn niet juist ingesteld.Controleer de kalenderinstelling en stel de juiste datum in.
(→Blz. 136)
AC-laadstekker is niet op de
auto aangeslotenSluit de AC-laadstekker aan alvorens het laadschema te ge-
bruiken.
De AC-laadstekker is aangeslo-
ten na het instellen van het
tijdstipSluit de AC-laadstekker aan vóór het instellen van het tijd-
stip in “Start”.
Wanneer de laadmodus is ingesteld op “Start-Stop”, wordt
de tractiebatterij opgeladen, zelfs als de starttijd is verstre-
ken, als de AC-laadstekker voor de stoptijd is aangesloten.
2.2 Laden
118