TOYOTA BZ4X 2023 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: BZ4X, Model: TOYOTA BZ4X 2023Pages: 586, PDF Size: 90.62 MB
Page 101 of 586

“Next Event” (volgende gebeurtenis)
“Next Event” (volgende gebeurtenis)
verwijst naar het laadschema dat van de
geregistreerde laadschema's het dichtst
bij het actuele tijdstip ligt.
Overeenkomstig het laadschema wordt
AC-laden uitgevoerd bij de “Next Event”
(volgende gebeurtenis).
Registreren van het laadschema
Het laadschema kan worden
geregistreerd op het multi-
informatiedisplay of het scherm van het
multimediasysteem.
• Bediening multi-informatiedisplay:
→blz. 100
• Bediening scherm
multimediasysteem:→blz. 103
Laadschema
• Het laadschema kan niet tijdens het
rijden worden ingesteld.
• Er kunnen maximaal 15 laadschema's
worden geregistreerd.
Als de laadmodus is ingesteld op
“Start-Stop” en de starttijd en stoptijd
op dezelfde tijd zijn ingesteld, wordt het
laden gedurende 24 uur, vanaf de
starttijd, uitgevoerd.
De laadschemafunctie kan niet worden
gebruikt in combinatie met DC-laden.
Controleren of de laadschemafunctie
goed werkt
Controleer het volgende.• Stel de klok in op het juiste tijdstip
(→blz. 136)
• De kalender wordt op de juiste datum
ingesteld (→blz. 136)
• Controleer of het contact UIT staat.
• Sluit na het opslaan van het
laadschema de AC-laadstekker aan.
Het starttijdstip voor het laden wordt
vastgesteld op basis van het
laadschema op het moment dat de
AC-laadstekker werd aangesloten.
• Sluit de AC-laadstekker aan voor de
starttijd.
Als de laadmodus is ingesteld op
“Start” en u de AC-laadstekker na de
ingestelde starttijd aansluit, wordt er
naar het volgende laadschema
verwezen.
Als de laadmodus is ingesteld op
“Start-Stop” en u de AC-laadstekker
na de starttijd aansluit, wordt het
laden onmiddellijk gestart en wordt er
geladen tot de stoptijd.
• Controleer na het aansluiten van de
AC-laadstekker of de laadindicator
van de laadaansluiting knippert
(→blz. 79)
• Gebruik geen contactdoos met
uitschakelfunctie (of timerfunctie).
Gebruik een contactdoos waar
constant spanning op staat. Bij
contactdozen met uitschakelfunctie
door bijvoorbeeld een timer verloopt
het laden mogelijk niet volgens plan
als de spanning tijdens de ingestelde
tijd uitgeschakeld wordt.
Als de AC-laadstekker aangesloten
blijft op de auto
• Zelfs wanneer de laadmodus is
ingesteld op “Start” en er meerdere
opeenvolgende laadschema's zijn
geregistreerd, wordt de volgende
laadprocedure niet uitgevoerd
volgens het laadschema als de
AC-laadstekker na het voltooien van
de laadprocedure niet is verwijderd en
opnieuw is aangesloten. Verder zal, als
2.2 Laden
99
2
EV-systeem
Page 102 of 586

de tractiebatterij volledig geladen is,
het laadschema niet worden
uitgevoerd.
• Als de stoptijd voor het laden wordt
bereikt voordat de tractiebatterij
volledig is geladen en de laadmodus is
ingesteld op “Start-Stop”, wordt het
eerstvolgende schema na de stoptijd
bijgewerkt als het volgende
laadschema en wordt het laden
herhaald totdat de batterij volledig is
geladen.
Als laadschema's worden genegeerd
Als de volgende handelingen worden
uitgevoerd terwijl het laadschema
stand-by staat, wordt het laadschema
tijdelijk geannuleerd en wordt er
begonnen met laden.
• Als de op afstand bedienbare
airconditioning (→blz. 365) wordt
ingeschakeld
• Als de “My Room Mode” (mijn
ruimte-modus) wordt ingeschakeld
(→blz. 108)
• Als “Charge now” (nu laden) wordt
ingeschakeld (→blz. 103, blz. 107)
• Als er een handeling wordt uitgevoerd
waardoor het laden middels het
tijdschema tijdelijk wordt
geannuleerd (→blz. 89)
“Battery heater” (batterijverwarming)
(→Verwarming
tractiebatterij 81)/“Battery Cooler”
(batterijkoeler) (→Koeler
tractiebatterij 82)
Afhankelijk van de temperatuur van de
tractiebatterij wordt de verwarming van
de tractiebatterij of de
tractiebatterijkoeler mogelijk
geactiveerd en gaat de laadindicator
mogelijk branden terwijl de timer wacht
op het opladen.Instellingen uitvoeren op het
multi-informatiedisplay
Gebruik de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel als het laadschema
wordt gebruikt.
ABedieningstoetsen
instrumentenpaneel (→blz. 134)
BMulti-informatiedisplay
Registreren van het laadschema
1. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om
te
selecteren.
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om “Vehicle
Settings” (voertuiginstellingen) te
selecteren en houd vervolgens
ingedrukt.
3. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om “Charging
Settings” (laadinstellingen) te
selecteren en druk vervolgens op
.
Het scherm “Charging Settings”
(laadinstellingen) wordt
weergegeven.
4. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om “Charging
Schedule” (laadschema) te selecteren
en druk vervolgens op
.
Het scherm “Charging Schedule”
(laadschema) wordt weergegeven.
2.2 Laden
100
Page 103 of 586

5. Druk opofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om “Scheduled
Events” (geplande gebeurtenissen) te
selecteren en druk op
.
Het scherm “Scheduled Events”
(geplande gebeurtenissen) wordt
weergegeven.
6. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om “+
toevoegen” te selecteren en druk
vervolgens op
.
Het scherm “Charging Mode”
(laadmodus) wordt weergegeven.
7. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om het te
wijzigen item te selecteren en druk
vervolgens op
ofom de
instelling te wijzigen. Als de
laadmodus ingesteld is op “Start”, stel
dan het starttijdstip van het laden in.
Als de laadmodus ingesteld is op
“Start-Stop”, stel dan het starttijdstipen het stoptijdstip van het laden in.
Druk nadat de instellingen zijn
aangepast op
.
8. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de gewenste
dag voor de herhalingsinstelling te
selecteren en druk vervolgens op
.
Elke keer dat opwordt gedrukt,
wisselt de herhalingsinstelling tussen
aan en uit. Als voor aan is gekozen,
wordt het laadschema op die dag
herhaald. Het is mogelijk meer dan
één dag aan te zetten. Selecteer nadat
de instellingen zijn aangepast “Done”
(gereed) en druk vervolgens op
.
Er wordt een scherm weergegeven
waarmee de instellingen kunnen
worden opgeslagen.
9. Selecteer “Opslaan” en druk
in
om de instellingen op te slaan. De
instellingen worden opgeslagen. Als u
de instellingen wilt wijzigen, druk dan
op
en voer de instelprocedure
opnieuw uit. Na het voltooien van de
instellingen zal, als de AC-laadstekker
wordt aangesloten op de auto, het
laden worden uitgevoerd volgens de
instellingen van het laadschema.
Aan- en uitzetten van de laadschema's
De geregistreerde laadschema's kunnen
aan en uit worden gezet.
1. Voer stap1totenmet5van de
procedure “Registreren van het
laadschema” (→blz. 100) uit en geef
het scherm “Scheduled Events”
(geplande gebeurtenissen) weer.
Er wordt een lijst met geregistreerde
laadschema's weergegeven.
2.2 Laden
101
2
EV-systeem
Page 104 of 586

2. Druk opofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om het item te
selecteren dat u AAN/UIT wilt zetten
en druk vervolgens op
. Elke keer
dat opwordt gedrukt, wisselt het
geselecteerde laadschema tussen aan
en uit. Als “Off” (uit) is ingesteld,
wordt een laadschema genegeerd en
wordt het laden via het laadschema
niet uitgevoerd.
Wijzigen van de geregistreerde
laadschema's
De geregistreerde laadschema's kunnen
worden gewijzigd of gewist.
1. Voer stap1totenmet5van de
procedure “Registreren van het
laadschema” (→blz. 100) uit en geef
het scherm “Geplande gebeurt.” weer.
Er wordt een lijst met geregistreerde
laadschema's weergegeven.2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om het item te
selecteren dat u wilt wijzigen en houd
vervolgens
ingedrukt.
Het scherm “Edit Event” (gebeurtenis
bewerken) wordt weergegeven.
3. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om het item te
selecteren dat u wilt bewerken, druk
op
en voer de noodzakelijke
handeling uit.
• “Edit” (bewerken)
Wijzig de gewenste instellingen zoals
beschreven vanaf stap7van de
procedure “Registreren van het
laadschema”. (→Blz. 100)
Druk op
om terug te keren naar
het vorige scherm.
• “Delete” (verwijderen)
Er wordt een bevestigingsscherm
voor het verwijderen weergegeven.
Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om “Yes” ( ja) te
2.2 Laden
102
Page 105 of 586

selecteren en druk vervolgens opom het geselecteerde laadschema te
verwijderen.
Selecteer “No” (nee) en druk
vervolgens op
om het wissen te
annuleren.Druk opom terug te
keren naar het vorige scherm.
Instellen van “Charge Now” (nu opladen)
op “On” (aan)
De instelling “Charge Now” (nu opladen)
kan worden gewijzigd door het uitvoeren
van een van de twee onderstaande
procedures.
Via het scherm “Charging Schedule”
(laadschema)
1. Voer stap1totenmet4van de
procedure “Registreren van het
laadschema” (→blz. 100) uit en geef
het scherm “Charging Schedule”
(laadschema) weer.
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om “Charge
Now” (nu opladen) te selecteren en
druk vervolgens op
.
Elke keer als op
wordt gedrukt,
schakelt “Charge Now” (nu opladen)
tussen “On” (aan) en “Off” (uit).
Via het scherm “Closing Display” (afsluitend
scherm)
*
*
Als “Closing Display” (afsluitend scherm)
niet is ingesteld op “Charging Schedule”
(laadschema) op het scherm
van het
multi-informatiedisplay, wordt het “Closing
Display” (afsluitend scherm) niet
weergegeven. Controleer in dat geval de
instellingen op het multi-informatiedisplay
1. Zet het contact UIT. Het scherm
“Closing Display” (afsluitend scherm)
wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay. (Als het
portier is geopend terwijl u wacht op
het laadschema, wordt hetzelfde
scherm weergegeven.)
2. Druk op
om “Charge Now” (nu
opladen) in te stellen op “On” (aan).Na het voltooien van de instellingen
wordt met laden begonnen zodra de
AC-laadstekker is aangesloten.
“Next Event” (volgende gebeurtenis)
weergeven
1. Voer stap1totenmet4van de
procedure “Registreren van het
laadschema” (→blz. 100) uit en geef
het scherm “Charging Schedule”
(laadschema) weer.
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om “Next Event”
(volgende gebeurtenis) te selecteren
en druk vervolgens op
.
Het scherm “Next Event” (volgende
gebeurtenis) wordt weergegeven.
Wanneer het instellen van het
laadschema wordt geannuleerd
Onder de volgende omstandigheden
wordt het instellen van het laadschema
geannuleerd.
• Het contact wordt bediend voordat de
instellingen zijn bevestigd
• De auto rijdt weg
• Er wordt een display weergegeven
met een hogere prioriteit dan dat van
de instelling voor het laadschema
OPMERKING
Tijdens het instellen
Zorg ervoor dat bij het instellen bij
uitgeschakeld EV-systeem de 12V-accu
niet ontladen raakt.
Instellingen uitvoeren op het scherm
van het multimediasysteem
Raadpleeg de handleiding voor het
multimediasysteem voor meer informatie
over de bediening van het scherm van het
audiosysteem.
Instellingen met betrekking tot het
laadschema worden uitgevoerd op het
scherm “Charging Schedule”
(laadschema).
2.2 Laden
103
2
EV-systeem
Page 106 of 586

Weergeven van het scherm “Charging
Schedule” (laadschema)
1. Zet het contact AAN en geef het
menuscherm weer.
Het is in stand ACC niet mogelijk om
de instellingen van het oplaadschema
te beheren.ACONTACT AAN
2. Selecteer
en “Charging
Schedule” (laadschema), in die
volgorde. Het scherm “Charging
Schedule” (laadschema) wordt
weergegeven.
Lezen van het scherm “Charging Schedule” (laadschema)
ALaadschema's
Geeft met behulp van iconen het
geregistreerde laadschema van een
week weer in een lijst.
BToets “Add” (voeg toe)
Hiermee kunt u een nieuw item
toevoegen aan het laadschema.
(→Blz. 105)
CToets “Edit” (bewerken)
Hiermee kunt u geregistreerde itemstoevoegen aan of wissen in het
laadschema. (→Blz. 106)
DToets “Charge now” (nu laden)
Elke keer als op de toets wordt
gedrukt, schakelt “Charge Now” (nu
opladen) tussen “On” (aan) en “Off”
(uit). (→Blz. 107)
ETerugtoets
Hiermee kunt u het scherm “Charging
Schedule” (laadschema) sluiten.
2.2 Laden
104
Page 107 of 586

Registreren van het laadschema
1. Geef het scherm “Charging Schedule”
(laadschema) weer. (→Blz. 104)
2. Druk op “Add” (voeg toe).
Het scherm “Add event” (gebeurtenis
toevoegen) wordt weergegeven.
3. Wijzig het schema naar de gewenste
tijd.
• Laadmodus
Druk op “Start at set time”
(beginnen op ingestelde tijd) of
“Start and stop at set times”
(beginnen en stoppen op vaste
tijden) om de gewenste laadmodus
in te stellen.
• Wanneer “Start at set time”
(beginnen op ingestelde tijd) wordt
geselecteerd:
Stel de starttijd voor het laden in en
druk op OK.Wanneer “Start and stop at set
times” (beginnen en stoppen op
vaste tijden) wordt geselecteerd
Stel de starttijd en stoptijd voor het
laden in en druk op OK.
• Herhaalde instellingen
Selecteer de dag van de week en
druk op OK.
Indien ingeschakeld, wordt het
laadschema op die dag herhaald. Het
is mogelijk meer dan één dag aan te
zetten.
4. Druk op “Save” (opslaan) als het
instellen voltooid is.
2.2 Laden
105
2
EV-systeem
Page 108 of 586

Het laadschema is geregistreerd en er
wordt een icoon toegevoegd aan het
schema.
Druk op de terugtoets om de registratie
van het laadschema te annuleren.
Na het voltooien van de instellingen zal,
als het contact UIT is gezet en de
AC-laadstekker wordt aangesloten op de
auto, het laden worden uitgevoerd
volgens de instellingen van het
laadschema.
Aan- en uitzetten van de laadschema's
1. Geef het scherm “Charging Schedule”
(laadschema) weer. (→Blz. 104)
2. Druk op “Edit” (bewerken).
Het scherm “Events”
(gebeurtenissen) wordt weergegeven.
3. Selecteer uit de items die op het
scherm worden weergegeven “on”
(aan) of “off” (uit) in de rij van het
laadschema dat u wilt wijzigen.
Als het laadschema dat u wilt wijzigen
niet op het scherm wordt weergegeven,
scrol dan door de lijst om het weer te
geven.
Elke keer dat op de toets wordt gedrukt,
wisselt het geselecteerde laadschema
tussen aan en uit.Wijzigen van de geregistreerde
laadschema's
1. Geef het scherm “Charging schedule”
(laadschema) weer. (→Blz. 104)
2. Druk op “Edit” (bewerken).
Het scherm “Scheduled Events”
(geplande gebeurtenissen) wordt
weergegeven.
3. Druk op “Edit” (bewerken) op het
scherm “Events” (gebeurtenissen).
4. Selecteer uit de items die op het
scherm worden weergegeven het
laadschema dat u wilt wijzigen.
• Geregistreerde items wijzigen:
Wijzig de gewenste instellingen zoals
beschreven in stap3en4van de
procedure “Registreren van het
laadschema”. (→Blz. 105)
Wanneer een instelling wordt gewijzigd,
wordt ook het icoon ervan op de
kalender gewijzigd.
• Geregistreerde items wissen:
Druk op “Delete” (verwijderen).
2.2 Laden
106
Page 109 of 586

Er verschijnt een bericht ter bevestiging
van het wissen.
Druk op “Delete” (verwijderen) om het
geselecteerde laadschema te wissen.
Druk op “Cancel” (annuleren) of de
terugtoets om het wissen te annuleren.
Wanneer een laadschema wordt gewist,
wordt het icoon ervan ook gewist van de
kalender.
“Charge now” (nu opladen) inschakelen
1. Geef het scherm “Charging Schedule”
(laadschema) weer. (→Blz. 104)
2. Druk op “Charge now” (nu opladen).
Elke keer als op de toets wordt gedrukt,
schakelt “Charge now” (nu opladen)
tussen “On” (aan) en “Off” (uit).
Na het voltooien van de instellingen
wordt met laden begonnen zodra de
AC-laadstekker is aangesloten.
Wijzigen van “Next Event” (volgende
gebeurtenis)
Als de multimedia-instelling “ACC
customize” (aanpassen ACC) niet is
ingesteld op OFF (uit), wordt het
eindscherm niet weergegeven.
Controleer in dat geval de instellingen
van het multimediasysteem.
Zet het contact UIT.
De volgende gebeurtenis wordt
weergegeven overeenkomstig de
instellingen van het laadschema.Wanneer op OK wordt gedrukt, wordt het
scherm “Next charging event” (volgende
laadprocedure) gesloten. Wanneer op
“Charge now” (nu opladen) wordt
gedrukt, wordt “Charge now” (nu
opladen) ingeschakeld.
Wanneer alle laadschema's worden
uitgeschakeld
Het icoon wordt niet weergegeven op het
scherm “Charging schedule”
(laadschema).
Het icoon kan worden weergegeven door
het in te schakelen op het scherm
“Events” (gebeurtenissen).
Wanneer het instellen van het
laadschema wordt geannuleerd
Onder de volgende omstandigheden
wordt het instellen van het laadschema
geannuleerd.
• Het contact wordt UIT gezet voordat
de instellingen zijn bevestigd
• De auto rijdt weg
• Er wordt een display weergegeven
met een hogere prioriteit dan dat van
de instelling voor het laadschema
OPMERKING
Tijdens het instellen
Zorg ervoor dat bij het instellen bij
uitgeschakeld EV-systeem de 12V-accu
niet ontladen raakt.
2.2 Laden
107
2
EV-systeem
Page 110 of 586

2.2.9 Gebruik van de “Mijn
ruimte-modus”
Als de laadkabel is aangesloten op de
auto, kunnen elektrische componenten,
zoals de airconditioning en het
audiosysteem, worden gebruikt met de
voeding van de externe voedingsbron.
Inschakelen van de “My Room Mode”
(mijn ruimte-modus)
1. Sluit de laadkabel aan op de auto om
het laden te starten.
AC-laden:→blz. 87
DC-laden:→blz. 93
2. Zet het contact AAN tijdens het laden.
De instellingen voor de “Mijn
ruimte-modus” worden automatisch
weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
3. Gebruik de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om “Yes” ( ja) te
selecteren en druk vervolgens op OK.
De “Mijn ruimte-modus” wordt
gestart en de airconditioning, het
audiosysteem, enz. kunnen worden
gebruikt.
Selecteer “No” (nee) en druk op OK als
de “Mijn ruimte-modus” niet wordt
gebruikt.
Zet het contact UIT om de “Mijn
ruimte-modus” uit te schakelen.
De “Mijn ruimte-modus” wordt
automatisch uitgeschakeld als het
DC-laden voltooid is.
Weergave van informatie over
energiebalans als “Mijn ruimte-modus”
is ingeschakeld
Als de “Mijn ruimte-modus” wordt
ingeschakeld, wordt de energiebalans
automatisch weergegeven op het
multi-informatiedisplay en kan er een
schatting van de energiebalans (balans
tussen energievoorziening en
energieverbruik) tijdens het gebruik van
de “Mijn ruimte-modus” worden
gecontroleerd.
AOntladen (-)
BLaden (+)
De grootte van de pijl verandert
afhankelijk van de
energievoorziening en het
energieverbruik.
Als het energieverbruik hoger is dan
de energievoorziening, wordt
A
groter weergegeven dan .
Als de energievoorziening en het
energieverbruik gelijk zijn, worden
AenBeven groot weergegeven.
Als een portier wordt ontgrendeld bij
het gebruik van de “Mijn
ruimte-modus”
De laadstekker wordt ontgrendeld, het
laden wordt onderbroken en de “My
Room Mode” (mijn ruimte-modus) wordt
uitgeschakeld. Sluit de AC-laadkabel weer
aan en schakel de “Mijn ruimte-modus” in
om de “Mijn ruimte-modus” weer te
gebruiken.
Als u gebruikmaakt van de “My Room
Mode” (mijn ruimte-modus) bij een
openbaar laadstation, moet de procedure
voor het beginnen met laden met behulp
van de lader mogelijk opnieuw worden
uitgevoerd vóór het inschakelen van de
“My Room Mode”.
Weergave op instrumentenpaneel
tijdens laden
Als tijdens het laden ongeveer
100 seconden verstreken zijn nadat het
contact AAN is gezet en de “Mijn
ruimte-modus” niet is ingeschakeld, gaat
het contact automatisch UIT.
2.2 Laden
108