sensor TOYOTA C-HR 2019 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2019, Model line: C-HR, Model: TOYOTA C-HR 2019Pages: 796, PDF Size: 90.94 MB
Page 673 of 796

6737-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
7
Bij problemen
Controlelampje Traction ControlGeeft aan dat er ee n storing is in:
• De VSC (Vehicle Stability Control);
• De TRC (Traction Control); of
• De Hill Start Assist Control.
Het lampje gaat knipperen wanneer de VSC, de TRC het 
ABS of de Trailer Sway C ontrol in werking is. (→Blz. 522)
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
(Geel)
Waarschuwingslampje remsysteem
Geeft aan dat er ee n storing is in:
• Het regeneratieve remsysteem;
• Het elektronisch geregelde remsysteem; of
• De elektrisch bedienbare parkeerrem.
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
(Knippert of
brandt)
Waarschuwingslampje PCS (indien aanwezig)
Geeft aan dat er een  storing aanwezig is in het PCS (Pre-
Crash Safety-systeem) of dat het systee m tijdelijk niet 
beschikbaar is doordat de auto  extreem warm/koud is, door-
dat er zich vuil rond de sensor voor bevindt, enz. ( →Blz. 375, 
681)
→ Volg de instructi es die worden weer gegeven op het 
multi-informatiedisplay. ( →Blz. 375, 681)
Als het PCS (Pre-Crash Safety -systeem) of de VSC (Vehicle 
Stability Control-systeem) wo rdt uitgeschakeld, gaat het 
waarschuwingslampje PCS branden.
→ Blz. 375
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook  Page 673  Tuesday, July 30, 2019  9:59 AM 
Page 677 of 796

6777-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
7
Bij problemen
■Waarschuwingslampje  (waarschuwingszoemer)  elektrische  stuurbekr achti-
ging
Als de spanning van de 12V-accu laag is of tijdelijk daalt, kan het waarschuwings-
lampje  van  de  elektrische  stuurbekrachtiging  gaan  branden  en  ka n  er  een  waar-
schuwingszoemer klinken.
■ Detectiesensor  voorpassagier,  controlelampje  veiligheidsgordel  en  waar-
schuwingszoemer
● Als er bagage wordt geplaatst op de passagiersstoel kan de dete ctiesensor het
controlelampje  laten  knipperen  en  de  waarschuwingszoemer  laten  klinken,  ook
al zit er niemand op de passagiersstoel.
● Als  er  op  de  stoel  een  kussen  wordt  geplaatst,  werkt  de  sensor  wellicht  niet
goed, waardoor ook het waarsc huwingslampje niet goed werkt.
■ Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat branden
Controleer het uiterlijk van  de band om na te gaan of de band niet lek is.
Als de band lek is:  →Blz. 688, 709
Als de band niet lek is:
Gebruik de volgende pr ocedure wanneer de banden voldoende zijn afgekoeld.
● Controleer de bandenspanning en breng hem op het juiste niveau.
● Als  het  waarschuwingslampje  zelfs  na  enkele  minuten  niet  uitgaa t,  controleer
dan of de bandenspanning in orde  is en voer de initialisatie uit. (→Blz. 609)
Het  waarschuwingslampje  kan  weer  gaan  branden  wanneer  bovenstaa nde  han-
delingen zijn uitgevoerd zonder e erst de banden voldoende te laten afkoelen.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook  Page 677  Tuesday, July 30, 2019  9:59 AM 
Page 678 of 796

6787-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
■Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk brand en door
een natuurlijke oorzaak
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk brand en door een
natuurlijke  oorzaak,  zoals  het  onvermijdelijke  spanningsverlies   dat  op  den  duur
optreedt of een veranderde bandenspanning die veroorzaakt wordt  door tempera-
tuurveranderingen.  In dat geval zal het  waarschuwingslampje na  een paar  minu-
ten uitgaan als de bande n weer op de juiste spanning gebracht z ijn.
■ Als een wiel is vervangen door e en reservewiel (indien aanwezig)
Auto's  met  een  volwaardig  reservewiel:  Het  reservewiel  is  ook  v oorzien  van  een
bandenspanningssensor en -zender. Als de bandenspanning van het  reservewiel
te laag  is,  zal het  waarschuwingslampje lage bandenspanning gaa n branden. Bij
een lekke band zal het waarschuwingslampje lage bandenspanning  niet uitgaan,
ook al is het wiel met de lekke  band vervangen door het reserve wiel. Vervang het
reservewiel  door  het  wiel  met  de  gerepareerde  band  en  breng  de  band  op  de
juiste spanning. Het waarschuwingslampje lage bandenspanning za l na een paar
minuten uitgaan.
Auto's  met  een  compact  reservewiel:  Het  compacte  reservewiel  is   niet  voorzien
van  een  bandenspanningssensor  en  -zender.  Bij  een  lekke  band  za l  het  waar-
schuwingslampje  lage  bandenspanning  niet  uitgaan,  ook  al  is  het   wiel  met  de
lekke band vervangen door het reservewiel. Vervang het reservew iel door het wiel
met  de  gerepareerde  band  en  breng  de  band  op  de  juiste  spanning .  Het  waar-
schuwingslampje lage bandenspannin g zal na een paar minuten uitgaan.
■ Omstandigheden  waaronder  het  bandenspanningswaarschuwingssystee m
mogelijk niet juist werkt
→Blz. 611
■ Als  het  waarschuwingslampje  lage  bandenspanning  regelmatig  gaat  bran-
den nadat het gedurende 1 minuut heeft geknipperd
Als  het  waarschuwingslampje  lage  bandenspanning  regelmatig  gaat   branden
nadat  het  gedurende  1 minuut  geknipperd  heeft  wanneer  het  contac t AAN  wordt
gezet,  laat  het  systeem  dan  controleren  door  een  erkende  Toyota -dealer  of  her-
steller/reparateur of een andere n aar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■ Waarschuwingszoemer
De zoemer is in sommige gevallen niet hoorbaar, zoals in een lu idruchtige omge-
ving of wanneer het volume  van de audio hoog staat.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook  Page 678  Tuesday, July 30, 2019  9:59 AM 
Page 703 of 796

7037-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
7
Bij problemen
■Als de band te hard is opgepompt
Controleer  of  de  bandenspanningsmeter  de  voorgeschreven  spannin g  aan-
geeft.
Zet de compressor weer aan als de spanning onder de voorgeschre ven waarde
ligt en vul de band t ot de juiste spanning is bereikt.
■ Het ventiel van een gerepareerde band
Nadat  de  band  met  de  bandenreparatieset  is  gerepareerd,  moet  he t  ventiel  bij
een definitieve reparatie worden vervangen.
■ Nadat een band is gerepareer d met de bandenreparatieset
● Vervang de bandenspanningssensor en -zender.
● Zelfs  als  de  bandenspanning  op  het  voorgeschreven  niveau  ligt,  gaat  mogelijk
het waarschuwingslampje lage bandenspanning branden/knipperen.
■ Aanwijzing voor het controler en van de bandenreparatieset
Controleer  regelmatig  de  uiterste  houdbaarheidsdatum  van  de  ban denreparatie-
vloeistof.
De uiterste houdbaarheidsdatum s taat vermeld op de fles. Gebruik de bandenre-
paratievloeistof  niet  wanneer  de  uiterste  houdbaarheidsdatum  is   verstreken.
Anders  worden  reparaties  met  de  bandenreparatieset  mogelijk  niet  goed  uitge-
voerd. Druk op de knop om wat lucht te laten ont-
snappen.
1
2
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b
ook  Page 703  Tuesday, July 30, 2019  9:59 AM 
Page 708 of 796

7087-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
OPMERKING
■Een noodreparatie uitvoeren
● Een  band  mag  alleen  met  de  bandenr eparatieset  worden  gerepareerd  indien
de  beschadiging  is  veroorzaakt  door  perforatie  van  het  loopvlak   door  een
scherp voorwerp, zoals een spijker of een schroef.
Verwijder de spijker of de schroef niet uit de band. Door het v erwijderen van de
spijker of de schroef kan het ga t groter worden waardoor de ban d niet meer tij-
delijk gerepareerd kan worden.
● De reparatieset is niet waterbestendig. Zorg dat de bandenrepar atieset niet in
aanraking komt met water, bijvoo rbeeld bij gebruik tijdens regen.
● Zet  de  bandenreparatieset  niet  op  een  stoffige  ondergrond,  zoal s in het zand
of in de berm. Als de reparatie set stof e.d. opzuigt, kunnen er  storingen optre-
den.
● Houd de fles tijdens het gebruik niet ondersteboven, om schade  aan de com-
pressor te voorkomen.
■ Voorzorgsmaatregelen voor de bandenreparatieset
● De reparatieset heeft als voedi ng 12V-gelijkstroom nodig. Sluit  de reparatieset
niet aan op andere  voedingsbronnen.
● Als  er  benzinedruppels  op  de  reparatieset  terechtkomen,  kan  de  set  defect
raken. Zorg dat de set niet me t benzine in aanraking kan komen.
● Berg de reparatieset op, zodat  de set beschermd is tegen vuil e n vocht.
● Berg de reparatieset op in de gereedschapshouder onder de afdek mat, buiten
bereik van kinderen.
● Demonteer de reparatieset niet en breng geen wijzigingen aan. S tel onderde-
len  als  de  bandenspanningsmeter  niet  bloot  aan  schokken.  Hierdoor  kunnen
storingen optreden.
■ Voorkomen van schade aan de banden spanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met  bandenreparatievloeistof, werken de banden-
spanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban denrepara-
tievloeistof  is  gebruikt  zo  snel  mogelijk  contact  op  met  een  er kende  Toyota-
dealer  of  hersteller/reparateur   of  een  andere  naar  behoren  gekw alificeerde  en
uitgeruste deskundige. Vervang  na het gebruik van bandenreparat ievloeistof de
bandenspanningssensor  en  -zender  wanneer  de  band  wordt  gerepare erd  of
vervangen. ( →Blz. 608)
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook  Page 708  Tuesday, July 30, 2019  9:59 AM 
Page 720 of 796

7207-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
■Het compacte reservewi el (indien aanwezig)
● Op  de  band  van  het  compacte  reservewiel  staat  aan  de  zijkant  de   aanduiding
TEMPORARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk gebruik).
Gebruik het compacte reservewi el alleen tijdelijk en alleen in noodgevallen.
● Controleer de bandenspanning van  het compacte reservewiel. (→Blz. 756)
■ Gebruik van het compacte re servewiel (indien aanwezig)
Het  compacte  reservewiel  is  niet  voorzien  van  een  bandenspannin gssensor  en  -
zender,  waardoor  een  te  lage  bandenspanning  hiervan  niet  wordt  aangegeven
door  het  bandenspanningswaarschuwingssysteem.  Verder  zal,  als  u  het com-
pacte  reservewiel  monteert  nada t  het  waarschuwingslampje  voor  e en  lage  ban-
denspanning is gaan branden,  dit lampje blijven branden.
■ Gebruik van het compacte re servewiel (indien aanwezig)
De  auto  ligt  lager  op  de  weg  al s  het  compacte  reservewiel  is  ge monteerd  dan
wanneer er gereden wordt met de standaardbanden.
■ Als uw auto een lekke voorband krijgt op een weg die bedekt is  met sneeuw
of ijs (auto's met een  compact reservewiel)
Vervang  een  van  de  achterwielen  van  de  auto  door  het  compacte  r eservewiel.
Voer onderstaande stappen uit e n monteer sneeuwkettingen op de  voorwielen:
Vervang het wiel links of rechts  achter door het compacte reservewiel.
Vervang  het  wiel  met  de  lekke  voorband  door  het  wiel  dat  van  de  achterzijde
afkomstig is.
Monteer sneeuwketting en op de voorwielen.
1
2
3
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook  Page 720  Tuesday, July 30, 2019  9:59 AM 
Page 722 of 796

7227-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
WAARSCHUWING
■Gebruik van het compacte re servewiel (indien aanwezig)
● Houd  er  rekening  mee  dat  het  compacte  reservewiel  speciaal  ontw orpen  is
voor  gebruik  onder  uw  auto.  Gebruik  uw  reservewiel  daarom  niet  onder  een
andere auto.
● Monteer niet gelijktijdig meer d an één compact reservewiel onde r uw auto.
● Vervang  het  reservewiel  zo  snel  mogelijk  door  een  wiel  met  een  standaard-
band.
● Vermijd  plotseling  accelereren,  abrupte  stuuracties,  plotseling   remmen  en
schakelhandelingen die een plotselinge motorremwerking veroorza ken.
■ Gebruik van het compacte re servewiel (indien aanwezig)
Het  kan  voorkomen  dat  de  rijsnelheid  niet  goed  wordt  weergegeven  en  dat  de
volgende systemen niet goed werken:
*: Indien aanwezig
■ Snelheidsbeperking bij gebruik van het compacte reservewiel (in dien aan-
wezig)
Rijd  niet  harder  dan  80  km/h  als  er  een  compact  reservewiel  onder  de  auto  is
gemonteerd.
Het  compacte  reservewiel  is  niet  ontworpen  voor  gebruik  bij  hog e  snelheden.
Het  niet  opvolgen  van  deze  voorzorgsmaatregel  kan  leiden  tot  ee n  ongeval  en
ernstig letsel.
■ Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer  voor  het  rijden  of  het  gereedschap  en  de  krik  weer  g oed  zijn  opge-
borgen en bevestigd. Dit om te voorkomen dat een van deze voorw erpen bij een
aanrijding of bij hard re mmen letsel veroorzaakt.
• ABS en Brake Assist
• VSC
•TRC
• EPS
• Automatic High Beam-systeem
*
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)*
• LDA  (Lane  Departure  Alert  met
stuurregeling)
*
• Dynamic Radar Cruise Control metvolledig snelheidsbereik
*
• Cruise control*
• BSM (Blind Spot Monitor)*
• Toyota Parking Assist-sensor*
• S-IPA  (Simple  Intelligent  ParkingAssist-systeem)
*
• Rear View Monitor-systeem*
• Navigatiesysteem*
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook  Page 722  Tuesday, July 30, 2019  9:59 AM 
Page 723 of 796

7237-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
7
Bij problemen
OPMERKING
■Rijd voorzichtig over oneffenheden in het wegdek heen als het c ompacte
reservewiel onder de auto gemonteerd is. (indien aanwezig)
De  auto  ligt  lager  op  de  weg  als  het  compacte  reservewiel  is  ge monteerd  dan
wanneer  er  gereden  wordt  met  de  standaardbanden.  Wees  voorzicht ig  bij  het
rijden over slechte wegen.
■ Rijden  met  sneeuwkettingen  en  het  compacte  reservewiel  (indien  aanwe-
zig)
Monteer geen sneeuwketting op  het compacte reservewiel.
De sneeuwketting kan de carrosserie beschadigen en het rijgedra g in negatieve
zin beïnvloeden.
■ Bij het vervangen van banden
Neem  voor  het  verwijderen  en  plaatsen  van  wielen,  banden  of  ban denspan-
ningssensoren  en  -zenders  contact  op  met  een  erkende  Toyota-dea ler  of  her-
steller/reparateur  of  een  andere  naar  behoren  gekwalificeerde  e n  uitgeruste
deskundige, omdat de bandenspanni ngssensoren en -zenders beschadigd kun-
nen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgegaan.
■ Voorkomen van schade aan de banden spanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met  bandenreparatievloeistof, werken de banden-
spanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban denrepara-
tievloeistof  is  gebruikt  zo  snel  mogelijk  contact  op  met  een  er kende  Toyota-
dealer  of  hersteller/reparateur   of  een  andere  naar  behoren  gekw alificeerde  en
uitgeruste deskundige.
Vervang bij het vervangen van  de band de bandenspanningssensor  en -zender.
(→Blz. 608)
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook  Page 723  Tuesday, July 30, 2019  9:59 AM 
Page 763 of 796

7638-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
8
Voertuigspecificaties
■Instrumentenpaneel (→Blz. 171)
■Smart entry-systeem met startknop en afstandsbediening 
(→ Blz. 190, 203)
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke voorkeurs- instelling
Sensorgevoeligheid  voor
vermindering  van  de  hel-
derheid  van  het  instrumen-
tenpaneel  afhankelijk  van
de lichtsterkte buiten
Standaard-2 - 2––O
Sensorgevoeligheid  voor
terugzetten  van  de  helder-
heid  van  het  instrumenten-
paneel  op  het  oorspronke-
lijke  niveau  afhankelijk  van
de lichtsterkte buiten
Standaard-2 - 2––O
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke voorkeurs- instelling
Bedieningssignaal  (alarm-
knipperlichten)AanUit–OO
Ontgrendelen
Alle portieren in  één keer ont- grendelen
Bestuur-
dersportier ont- grendelen in 
één keer, ove-
rige portieren in  twee keer
–OO
Tijd  tot  na  het  ontgrende-
len,  zonder  dat  een  portier
wordt  geopend,  de  portie-
ren  automatisch  weer  wor-
den vergrendeld
30 seconden
60 seconden
––O
120 seconden
Waarschuwingszoemer
geopend portier (tijdens het
vergrendelen)
AanUit––O
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook  Page 763  Tuesday, July 30, 2019  9:59 AM 
Page 765 of 796

7658-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
8
Voertuigspecificaties
■Elektrisch bedienbare ruiten (→Blz. 273)
■Richtingaanwijzerschakelaar ( →Blz. 320)
■Automatische verlichting ( →Blz. 329)
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke voorkeurs- instelling
Gekoppelde  werking  aan
mechanische  sleutel  (ope-
nen)
UitAan––O
Gekoppelde  werking  aan
mechanische  sleutel  (slui-
ten)
UitAan––O
Gekoppelde  werking  aan
afstandsbediening  (ope-
nen)
UitAan––O
Gekoppelde  werking  aan
afstandsbediening (sluiten)UitAan––O
Mechanische  sleutel,  kop-
peling  van  werking  aan
afstandsbediening  (zoe-
mer)
AanUit––O
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke voorkeurs- instelling
Aantal  keren  knipperen  bij
het  veranderen  van  rij-
strook
3
Uit
––O5
7
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke voorkeurs- instelling
Gevoeligheid lichtsensorNiveau 0Niveau -2 - 2–OO
Tijd die verstrijkt voordat de
koplampen  worden  uitge-
schakeld  (Follow  Me
Home-systeem)
30 seconden
60 seconden
––O90 seconden
120 seconden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook  Page 765  Tuesday, July 30, 2019  9:59 AM