TOYOTA C_HR HYBRID 2017 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2017, Model line: C_HR HYBRID, Model: TOYOTA C_HR HYBRID 2017Pages: 712, PDF Size: 51.24 MB
Page 641 of 712

6418-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
8
Bij problemen
Laat de auto zakken.
Draai iedere moer twee of drie
keer aan in de volgorde die in
de afbeelding is aangeven.
Aanhaalmoment:
103 Nm (10,5 kgm, 76 ft·lbf)
Auto's met 16 inch velgen:
plaats de wielring wanneer u
een origineel wiel terugplaatst.
Controleer voordat u de wielring
plaatst de klauwen of het klitten-
band van het montagevlak op vuil
en beschadigingen. Bij vuil of
beschadigingen kan de wielring
mogelijk niet goed worden beves-
tigd.
Breng de uitsparing in de wielring in lijn met het ventieldopje zoals aange-
geven en zet de wielring goed vast door hem rondom goed aan te drukken
met uw handen.
Berg het wiel met de lekke band, de krik en het gereedschap op.
3
4
5
6
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.book Page 641 Tuesday, October 11, 2016 3:52 PM
Page 642 of 712

6428-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
■Het compacte reservewiel (indien aanwezig)
●Op de band van het compacte reservewiel staat aan de zijkant de aandui-
ding TEMPORARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk gebruik).
Gebruik het compacte reservewiel alleen tijdelijk en alleen in noodgevallen.
● Controleer de bandenspanning van het compacte reservewiel. ( →Blz. 674)
■ Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
Het compacte reservewiel is niet voorzien van een bandenspannin gssensor
en -zender, waardoor een te lage bandenspanning hiervan niet wo rdt aange-
geven door het bandenspanningswaarschuwingssysteem. Verder zal, als u
het compacte reservewiel monteert nadat het waarschuwingslampje voor een
lage bandenspanning is gaan branden, dit lampje blijven branden .
■ Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is ge monteerd dan
wanneer er gereden wordt met de standaardbanden.
■ Als uw auto een lekke voorband krijgt op een weg die bedekt is met
sneeuw of ijs (auto's met een compact reservewiel)
Vervang een van de achterwielen van de auto door het compacte r eserve-
wiel. Voer onderstaande stappen uit en monteer sneeuwkettingen op de
voorwielen:
Vervang het wiel links of rechts achter door het compacte reser vewiel.
Vervang het wiel met de lekke voorband door het wiel dat van de achter-
zijde afkomstig is.
Monteer sneeuwkettingen op de voorwielen.
1
2
3
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 642 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
Page 643 of 712

6438-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
8
Bij problemen
■Verklaring voor de krik
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 643 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
Page 644 of 712

6448-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
WAARSCHUWING
■Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
● Houd er rekening mee dat het compacte reservewiel speciaal ontw orpen
is voor gebruik onder uw auto. Gebruik uw reservewiel daarom ni et onder
een andere auto.
● Monteer niet gelijktijdig meer dan één compact reservewiel onde r uw auto.
● Vervang het reservewiel zo snel mogelijk door een wiel met een stan-
daardband.
● Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en
schakelhandelingen die een plotselinge motorremwerking veroorza ken.
■ Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet goed wordt weergegeve n en dat
de volgende systemen niet goed werken:
*: Indien aanwezig
■ Snelheidsbeperking bij gebruik van het compacte reservewiel (in dien
aanwezig)
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een compact reservewiel ond er de auto
is gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontworpen voor gebruik bij hog e snelhe-
den. Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden t ot een
ongeval en ernstig letsel.
■ Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereedschap en de krik weer goed zijn
opgeborgen en bevestigd. Dit om te voorkomen dat een van deze v oorwer-
pen bij een aanrijding of bij hard remmen letsel veroorzaakt.
• ABS en Brake Assist
•VSC
•TRC
•EPS
• Automatic High Beam-systeem
*
• PCS (Pre-Crash Safety-sys-
teem)
*
• LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling)
*
• Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik
*
• Cruise control*
• BSM (Blind Spot Monitor)*
• Toyota Parking Assist-sensor*
• S-IPA (Simple Intelligent ParkingAssist-systeem)
*
• Rear View Monitor-systeem*
• Navigatiesysteem*
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 644 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
Page 645 of 712

6458-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
8
Bij problemen
OPMERKING
■Rijd voorzichtig over oneffenheden in het wegdek heen als het c om-
pacte reservewiel onder de auto gemonteerd is. (indien aanwezig)
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is ge monteerd
dan wanneer er gereden wordt met de standaardbanden. Wees voorz ichtig
bij het rijden over slechte wegen.
■ Rijden met sneeuwket tingen en het compacte reservewiel (indien aan-
wezig)
Monteer geen sneeuwketting op het compacte reservewiel.
De sneeuwketting kan de carrosserie beschadigen en het rijgedra g in nega-
tieve zin beïnvloeden.
■ Bij het vervangen van banden
Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of bandenspan-
ningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige, omdat de bandenspanningssensoren en -zenders
beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgeg aan.
■ Voorkomen van schade aan de band enspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werke n de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op m et een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Vervang bij het vervangen van de band de bandenspanningssensor en -
zender. ( →Blz. 543)
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 645 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
Page 646 of 712

6468-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
Als het hybridesysteem niet kan worden
gestar t
Een van de onderstaande punten kan het probleem veroorzaken:
● De elektronische sleutel werkt mogelijk niet goed. ( →Blz. 648)
● Er is mogelijk onvoldoende brandstof aanwezig in de tank.
Vul de brandstoftank. ( →Blz. 94)
● Er kan een storing aanwezig z ijn in de startblokkering. (→Blz. 99)
● Er kan een storing aanwezig z ijn in het stuurslotsysteem.
● Het hybridesyste em van de motor is mogelijk defect als gevolg v an
een elektrische storing, zoals een ontladen batterij van de ele ktroni-
sche sleutel of een defecte zeke ring. Er bestaat echter, afhankelijk
van het soort storing, een noodm aatregel om het hybridesysteem
te starten. ( →Blz. 647)
Een van de onderstaande punten kan het probleem veroorzaken:
● De 12V-accu is moge lijk te ver ontladen. (→Blz. 651)
● De accuklemmen zitten mogelijk los of zijn gecorrodeerd.
(→ Blz. 536)
Het niet starten van het hybridesysteem kan verschillende oor-
zaken hebben. Raadpleeg het vo lgende overzicht en onderneem
de bijpassende acties:
Het hybridesysteem kan niet worden gestart, ook al is de start-
procedure correct uitgevoerd. ( →Blz. 221)
De interieurverlichting en de koplampen gaan zwakker branden
of de claxon maakt gee n of weinig geluid.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 646 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
Page 647 of 712

6478-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
8
Bij problemen
Een van de onderstaande punten kan het probleem veroorzaken:
● De 12V-accu is moge lijk te ver ontladen. (→Blz. 651)
● Een of beide accuklem(men) kan (kunnen) loszitten. (→Blz. 536)
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/rep arateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun dige als
het probleem niet verholpen kan worden of als de reparatieproce dure niet
bekend is.
Wanneer het hybridesysteem niet start maar de startknop normaal
werkt, kan het systeem aan de hand van de volgende stappen voor lo-
pig worden gestart:
Gebruik deze startprocedur e alleen in noodgevallen.
Activeer de parkeerrem.
Zet de selectiehe ndel in stand P.
Zet het contact in stand ACC.
Houd de startknop g edurende 15 seconden ingedrukt terwijl het
rempedaal stevig wordt ingetrapt.
Ook als het hybridesysteem met behulp van deze stappen kan wor-
den gestart, kan er een storing in het systeem aanwezig zijn. L aat de
auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa rateur
of een andere naar behoren gek walificeerde en uitgeruste deskun -
dige.
De interieurverlichting en de koplampen gaan niet branden of de
claxon maakt geen geluid.
Noodstartfunctie
1
2
3
4
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 647 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
Page 648 of 712

6488-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
Als de elektronische sleutel niet goed
werkt
Gebruik de mechanische sleutel ( →Blz. 145) om de volgende hande-
lingen uit te voeren:
Vergrendelen van alle portieren
Sluiten van de ruiten (draaien
en vasthouden)
*
Ontgrendelen van alle portieren
Openen van de ruiten (draaien
en vasthouden)
*
*
: Deze instellingen moeten aan de persoonlijke voorkeur worden aan-
gepast door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige.
(→ Blz. 679)
Als de communicatie tussen de el ektronische sleutel en de auto is
verbroken ( →Blz. 166) of de elektronische sleutel niet kan worden
gebruikt omdat de batterij leeg is, werken het Smart entry-syst eem
met startknop en de afstandsbediening niet. In dergelijke geval len
kunnen de portieren en de achterk lep worden geopend of kan het
hybridesysteem worden gestart volgens onderst aande procedure.
Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren
1
2
3
4
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.book Page 648 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
Page 649 of 712

6498-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
8
Bij problemen
Controleer of de selectiehendel in stand P staat en trap het re mpe-
daal in.
Houd de zijde van de elektroni-
sche sleutel met het Toyota-
logo tegen de startknop.
Wanneer de elektronische sleutel
wordt gedetecteerd, klinkt er een
zoemer en wordt het contact AAN
gezet.
Wanneer het Smart entry-systeem
met startknop is uitgeschakeld via
de persoonlijke voorkeursinstellin-
gen, wordt het contact in stand
ACC gezet.
Trap het rempedaal stevig in en controleer of en meldingen
op het multi-informatiedisplay worden weergegeven.
Druk op de startknop.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/rep ara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste d es-
kundige als het hybri desysteem nog steeds n iet kan worden bediend.
Starten van het hybridesysteem
1
2
3
4
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 649 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
Page 650 of 712

6508-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
■Uitschakelen van het hybridesysteem
Activeer de parkeerrem, zet de selectiehendel in stand P en dru k op de start-
knop zoals u normaal doet bij het uitschakelen van het hybridesysteem.
■ Vervangen van de sleutelbatterij
Omdat deze procedure een noodmaatregel is, wordt geadviseerd de batterij
van de elektronische sleutel zo snel mogelijk te laten vervange n als deze ont-
laden is. ( →Blz. 561)
■ Alarm (indien aanwezig)
Het alarmsysteem wordt niet ingeschakeld als de mechanische sle utel wordt
gebruikt om de portieren te vergrendelen.
Het alarm kan worden geactiveerd als een portier met de mechani sche sleu-
tel wordt ontgrendeld terwijl het alarmsysteem is ingeschakeld. (→Blz. 106)
■ Wijzigen van de standen van het contact
Laat het rempedaal los en druk tijdens stap hierboven op de st artknop. Het
hybridesysteem wordt niet ingeschakeld en de stand verandert ie dere keer
dat de knop wordt ingedrukt. ( →Blz. 222)
■ Als de elektronische sleutel niet goed werkt
●Controleer of het Smart entry-systeem met startknop niet is uit geschakeld
via de persoonlijke voorkeursinstellingen. Is de functie uitgeschakeld, scha-
kel hem dan in.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstelli ngen:
→Blz. 679)
● Controleer of de energiebesparende functie voor de batterij is ingeschakeld.
Is de functie ingeschakeld, schakel hem dan uit. ( →Blz. 165)
WAARSCHUWING
■Bij het gebruik van de mechanische sleutel en het bedienen van de
elektrisch bedienbare ruiten
Bedien de elektrisch bedienbare ruit nadat u hebt gecontroleerd of er geen
risico is dat een passagier met een lichaamsdeel bekneld kan raken tussen
de zijruit en de sponning. Laat tevens de mechanische sleutel niet bedienen
door kinderen. Het kan gebeuren dat een lichaamsdeel van een kind of een
andere passagier klem komt te zitten door het bedienen van de e lektrisch
bedienbare ruit.
3
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 650 Friday, September 9, 2016 12:21 PM