TOYOTA C_HR HYBRID 2018 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2018, Model line: C_HR HYBRID, Model: TOYOTA C_HR HYBRID 2018Pages: 762, PDF Size: 83.48 MB
Page 341 of 762

3404-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E
WAARSCHUWING
■Voordat u de Dynamic Radar Crui se Control met volledig snelheidsbe-
reik gebruikt
Voor veilig rijden is alleen de bestuurder verantwoordelijk. Ve rtrouw niet
alleen op het systeem en rijd voorzichtig door altijd goed op d e omgeving te
letten.
De Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik bi edt onder-
steuning bij het rijden om de bestuurder te ontlasten. Er zijn echter grenzen
aan de geboden ondersteuning.
Stel de geschikte snelheid in op basis van de snelheidslimiet, de verkeersin-
tensiteit, de wegcondities, de weersomstandigheden, enz. De bes tuurder is
verantwoordelijk voor het controleren van de ingestelde snelhei d.
Zelfs als het systeem normaal werkt, kan de door het systeem ge signa-
leerde status van de voorligger afwijken van de door de bestuur der waarge-
nomen status. Daarom moet de bestuurder altijd alert blijven, het gevaar
van elke situatie inschatten en veilig rijden. Volledig afgaan op het systeem
of aannemen dat het systeem de veiligheid garandeert tijdens het rijden kan
leiden tot een ongeval met ernstig letsel als gevolg.
■ Waarschuwingen met betrekking tot de ondersteunende systemen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht, aangezien er grenzen
zijn aan de door het systeem geboden ondersteuning.
Als u dat niet doet, kunt u een ongeval veroorzaken, waardoor e rnstig letsel
kan ontstaan.
● De bestuurder helpen bij het meten van de volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik di ent
alleen ter ondersteuning van de bestuurder bij het bepalen van de volgaf-
stand tussen de eigen auto en een bepaalde voorligger. Het syst eem is
niet bedoeld om zorgeloos of roekeloos rijgedrag te rechtvaardigen en kan
de bestuurder ook niet helpen tijdens het rijden bij slecht zic ht. Het blijft
noodzakelijk dat de bestuurder zelf de omgeving van de auto goed in de
gaten houdt.
● De bestuurder helpen bij het bepalen van de juiste volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik be paalt of
de volgafstand tussen de eigen auto en een bepaalde voorligger binnen
een vastgelegd bereik ligt. Het systeem kan geen andere beoorde lingen
maken. Het is daarom strikt noodzakelijk dat u zelf alert blijf t en inschat of
een situatie mogelijk gevaarlijk is.
● De bestuurder helpen bij het bedienen van de auto
De Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik ka n maar
beperkt aanrijdingen met een voorligger voorkomen. Daarom dient u wan-
neer er gevaar dreigt direct de controle over de auto te nemen en juist te
handelen om de veiligheid van alle betrokkenen te garanderen.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E.b ook Page 340 Thursday, March 15, 2018 4:01 PM
Page 342 of 762

3414-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E
WAARSCHUWING
■Onbedoeld activeren van de Dynamic Radar Cruise Control met vol le-
dig snelheidsbereik voorkomen
Schakel de Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsb ereik uit
met de toets ON-OFF als deze niet wordt gebruikt.
■ Situaties waarin de Dynamic Rada r Cruise Control met volledig snel-
heidsbereik niet kan worden gebruikt
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsb ereik niet
in de volgende situaties.
Als u dat wel doet, wordt de snelheid mogelijk niet goed geregeld, waardoor
een ongeval met ernstig letsel kan ontstaan.
● Op wegen met voetgangers, fietsers, enz.
● In druk verkeer
● Op wegen met scherpe bochten
● Op slingerende wegen
● Op wegen die door regen, ijs of sneeuw glad zijn
● Op steile afdalingen of bij afwisselend sterk dalende en sterk stijgende
wegen
Bij het afdalen van een helling kan de rijsnelheid de geprogram meerde
snelheid overschrijden.
● Op invoegstroken van autowegen en snelwegen
● Als de weersomstandigheden zo slecht zijn dat ze een juiste sig nalering
door de sensoren onmogelijk zouden kunnen maken (mist, sneeuw, zand-
storm, zware regenval, enz.)
● Als er regen, sneeuw, enz. op de voorzijde van de radarsensor of de
camerasensor zit
● In verkeersomstandigheden waarbij herhaaldelijk accelereren en decele-
reren noodzakelijk is
● Bij het rijden met een aanhangwagen of tijdens het slepen in ee n noodge-
val
● Als er vaak een naderingswaarschuwing hoorbaar is
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E.b ook Page 341 Thursday, March 15, 2018 4:01 PM
Page 343 of 762

3424-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E
In deze modus registreert een radarsensor of er binnen ongeveer 100
meter voor u een voertuig rijdt. Deze sensor wordt tevens gebru ikt om
de afstand tussen uw auto en de voorligger te berekenen en een
geschikte afstand tussen uw aut o en de voorligger te handhaven.
Let erop dat de afstand tot uw voorligger kleiner wordt als u e en lange hel-
ling afrijdt.
Voorbeeld van het rijden me t een constante snelheid
Wanneer er geen voorliggers zijn
De auto rijdt met de snelheid die door de bestuurder is ingesteld. De
gewenste tussenafstand-- kan tevens met de afstandsschakelaar w orden
ingesteld.
Rijden in de afstandsregelmodus
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E.b ook Page 342 Thursday, March 15, 2018 4:01 PM
Page 344 of 762

3434-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E
Voorbeeld van deceleratie en het volgen van een auto
Wanneer een voorligger langzamer rijdt dan de ingestelde snelhe id
Als er een voorligger wordt gesignaleerd, verlaagt het systeem automa-
tisch de snelheid van uw auto. Als de snelheid nog meer moet wo rden
gereduceerd, schakelt het systeem het remsysteem in (de remlich ten gaan
dan branden). Het systeem regelt de snelheid van de auto zo dat de
afstand die de bestuurder heeft ingesteld tot de voorligger geh andhaafd
blijft. Als het systeem de snelheid niet genoeg kan verlagen om een veilige
afstand tot de voorligger te creëren, klinkt er een naderingswa arschuwing.
Wanneer uw voorligger stopt, stopt uw auto ook (de auto wordt d oor het
systeem stilgezet). Als uw voorligger begint te rijden, wordt h et volgen van
de auto hervat wanneer u de hendel van de cruise control omhoog
beweegt of het gaspedaal intrapt.
Voorbeeld van acceleratie
Als er geen voorliggers meer zijn die langzamer rijden dan de inge-
stelde snelheid
Het systeem verhoogt de snelheid totdat de ingestelde snelheid bereikt
wordt. Het systeem schakelt vervolgens weer over op het rijden met con-
stante snelheid.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E.b ook Page 343 Thursday, March 15, 2018 4:01 PM
Page 345 of 762

3444-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E
Druk op de toets ON-OFF om
de cruise control in te schake-
len.
Het controlelampje van de Dyna-
mic Radar Cruise Control gaat
branden en er wordt een melding
weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay.
Druk nogmaals op de toets om de
cruise control uit te schakelen.
Als de toets ON-OFF gedurende
ten minste 1,5 seconden ingedrukt
wordt gehouden, schakelt het sys-
teem over op de constante-snel-
heidsregelmodus. ( →Blz. 349)
Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar
de gewenste rijsnelheid (hoger
dan ongeveer 50 km/h) en druk
de hendel naar beneden om de
snelheid op te slaan.
Het controlelampje cruise control
SET gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat
de hendel wordt losgelaten, wordt
de ingestelde snelheid.
Als de hendel wordt bediend terwijl
de rijsnelheid lager is dan onge-
veer 50 km/h en er een voorligger
aanwezig is, wordt de snelheid
ingesteld op ongeveer 50 km/h.
Instellen van de rijsnelh eid (afstandsregelmodus)
1
2
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E.b ook Page 344 Thursday, March 15, 2018 4:01 PM
Page 346 of 762

3454-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E
Bedien, om de ingestelde snelheid te wijzigen, de hendel totdat de
gewenste snelheid wordt weergegeven.
Verhogen van de snelheid
(Behalve wanneer de auto door het
systeem is stilgezet in de afstands-
regelmodus)
Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Beweeg de hendel
kort in de gewenste richting.
Ruime afstelling: Houd de hendel omhoog of omlaag om de snelhei d
te wijzigen en laat hem los als d e gewenste snelheid is bereikt.
Als de afstandsregelmodus is inges chakeld, wordt de ingestelde snel-
heid als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 5 km/h (3,1 mph)*1 of 5 mph (8 km/h)*2, telkens als de hendel
wordt bediend
Ruime afstelling: In stappen van 5 km/h (3,1 mph)
*1 of 5 mph (8 km/h)*2
zolang de hendel wordt vastgehouden
In de constante-snelheidsregelmodus ( →Blz. 349) wordt de inge-
stelde snelheid als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 1 km/h (0,6 mph)*1 of 1 mph (1,6 km/h)*2, telkens als de
hendel wordt bediend
Ruime afstelling: Zolang de hendel wordt vastgehouden, wordt de snelheid
gewijzigd.
*1: Wanneer de ingestelde snelheid wordt getoond in “km/h”
*2: Wanneer de ingestelde snelheid getoond wordt in “MPH”
Wijzigen van de ingestelde snelheid
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E.b ook Page 345 Thursday, March 15, 2018 4:01 PM
Page 347 of 762

3464-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E
Door de schakelaar in te drukken
wordt de afstand tot de voorligger
als volgt gewijzigd:Lang
Gemiddeld
Kort
De tussenafstand wordt automa-
tisch op lang ingesteld als het con-
tact AAN wordt gezet.
Als er een auto voor u rijdt, wordt het symbool voor een voorli gger ook
weergegeven.
Selecteer een afstand in de onderstaande tabel. Houd er rekenin g
mee dat de aangegeven afstanden overeenkomen met een rijsnelhei d
van 80 km/h. De tuss enafstand is afhankelijk van de rijsnelheid . Wan-
neer de auto wordt stilgezet doo r het systeem, stopt de auto op een
bepaalde tussenafstand, afh ankelijk van de situatie.
Wijzigen van de tussenafstand (afstandsregelmodus)
Symbool voorligger
Instellingen tussenafstan d (afstandsregelmodus)
AfstandsoptiesTussenafstand
LangOngeveer 50 m (160 ft.)
GemiddeldOngeveer 40 m (130 ft.)
KortOngeveer 30 m (100 ft.)
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E.b ook Page 346 Thursday, March 15, 2018 4:01 PM
Page 348 of 762

3474-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E
Druk de hendel omhoog als uw
voorligger begint te rijden.
Het volgen van uw voorligger
wordt ook hervat als u het gaspe-
daal intrapt wanneer uw voorlig-
ger begint te rijden.Als u de hendel naar u toe trekt,
wordt de snelheidsregeling uit-
geschakeld.
De snelheidsregeling wordt even-
eens uitgeschakeld als het rempe-
daal wordt ingetrapt.
(Als de auto is stilgezet door het
systeem, wordt de snelheidsinstel-
ling niet geannuleerd als het rem-
pedaal wordt ingetrapt.)
Als u de hendel omhoog drukt, wordt de cruise control hervat en
wordt de ingestelde snelheid hervat.
Wanneer er echter geen voorligger wordt gesignaleerd, wordt de cruise
control niet hervat wanneer de rijsnelheid ongeveer 40 km/h of lager is.
Hervatten van het rijden met de volgregeling als de auto is stilge-
zet door het systeem ( afstandsregelmodus)
Uitschakelen en hervatten van de snelheidsregeling
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E.b ook Page 347 Thursday, March 15, 2018 4:01 PM
Page 349 of 762

3484-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E
Wanneer uw auto een voorligger
te dicht nadert en automatisch
decelereren door middel van de
cruise control niet mogelijk is, zal
het scherm gaan knipperen en
een zoemer klinken om de
bestuurder te waarschuwen. Dit
kan bijvoorbeeld gebeuren als
een andere bestuurder vóór u
invoegt terwijl u een voorligger
volgt. Trap het rempedaal in om
voldoende afstand tot uw voorlig-
ger te houden.
■Mogelijk worden geen waarschuwingen gegeven
In de volgende gevallen worden mogelijk geen waarschuwingen
gegeven als de tusse nafstand klein is.
● Als de snelheid van de voorligger gelijk is aan of hoger is dan de
snelheid van uw eigen auto
● Als de voorligger ex treem langzaam rijdt
● Direct nadat de snelheid van d e cruise control is ingesteld
● Bij het intrappen van het gaspedaal
Naderingswaarschuwing (afstandsregelmodus)
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E.b ook Page 348 Thursday, March 15, 2018 4:01 PM
Page 350 of 762

3494-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E
Wanneer de constante-snelheidsregelmodus is geselecteerd, blijft de
auto met een ingestelde snelheid rijden, zonder de tussenafstand te
regelen. Selecteer deze modus alleen wanneer de afstandsregelmo -
dus niet goed werkt als gevolg van een vuile radarsensor, enz.
Houd bij uitgeschakelde cruise
control de toets ON-OFF gedu-
rende ten minste 1,5 seconden
ingedrukt.
Direct nadat op de toets ON-OFF
is gedrukt, gaat het controlelampje
Dynamic Radar Cruise Control
branden. Vervolgens gaat het con-
trolelampje cruise control branden.
Overschakelen naar de constante-snelheidsregelmodus is alleen m ogelijk
als de hendel wordt bediend terwijl de cruise control uit staat.
Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar
de gewenste rijsnelheid (hoger
dan ongeveer 40 km/h) en druk
de hendel naar beneden om de
snelheid op te slaan.
Het controlelampje cruise control
SET gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat de hendel wordt losgelaten, wo rdt de
ingestelde snelheid.
Wijzigen van de ingestelde snelheid: →Blz. 345
Uitschakelen en hervatten van de snelheidsregeling: →Blz. 347
Selecteren van de constante-snelheidsregelmodus
1
2
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E.b ook Page 349 Thursday, March 15, 2018 4:01 PM