display TOYOTA COROLLA HYBRID 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: COROLLA HYBRID, Model: TOYOTA COROLLA HYBRID 2021Pages: 610, PDF Size: 100.9 MB
Page 269 of 610

2684-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA HV_TMMT_EE
■Lane Departur e Alert-functie
Wanneer het systeem vaststelt dat de 
auto de rijstrook of de rijbaan
* dreigt te 
verlaten, wordt er een waarschuwing 
weergegeven op het multi-informatie-
display en klinkt er een waarschuwings-
zoemer om de bestuurder te 
waarschuwen.
Wanneer de waarschuwingszoemer klinkt, 
controleer dan het gebied rondom uw auto 
en stuur de auto voorzichtig terug naar het 
midden van de rijstrook.
Auto met BSM: Wanneer het systeem vast-
stelt dat de auto de rijstrook dreigt te verla-
ten en dat de kans op een aanrijding met 
een inhalende auto in de naastgelegen rij-
strook groot is, treedt de Lane Departure 
Alert in werking, zelfs wanneer de richting-
aanwijzers zijn ingeschakeld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de  weg, zoals gras, grond of een stoeprand
WAARSCHUWING
●De auto krijgt een windstoot door een 
passerend voertuig op een naastgele-
gen rijstrook.
●De auto is net van rijstrook gewisseld of 
een kruising overgestoken.
●Er worden banden gebruikt met ver-
schillende structuren of profielen of van 
verschillende fabrikanten of merken.
●Er zijn winterbanden, enz. gemonteerd.
●Er wordt gereden met extreem hoge 
snelheden
Functies die zijn opgenomen in 
het LTA-systeem
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 268  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 
Page 270 of 610

269
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
■Stuurassistentiefunctie
Wanneer het systeem vaststelt dat de 
auto de rijstrook of de rijbaan
* dreigt te 
verlaten, helpt het  systeem voor zover 
nodig om de auto in de rijstrook te hou-
den door kortstondig  het stuurwiel licht 
te bedienen.
Als het systeem signaleert dat het stuurwiel 
een bepaalde periode niet bediend is of dat 
het stuurwiel niet stevig wordt vastgehou-
den, wordt een waarschuwing weergegeven 
op het multi-informatiedisplay en wordt de 
functie tijdelijk uitgeschakeld.
Auto met BSM: Wanneer het systeem vast-
stelt dat de auto de rijstrook dreigt te verla-
ten en dat de kans op een aanrijding met 
een inhalende auto in de naastgelegen rij-
strook groot is, treedt de stuurassistentie-
functie in werking, zelfs wanneer de 
richtingaanwijzers zijn ingeschakeld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de  weg, zoals gras, grond of een stoeprand
■Waarschuwingsfunctie slingeren 
auto
Wanneer de auto in een rijstrook slin-
gert, klinkt er een zoemer en wordt er 
een melding weergegeven op het 
multi-informatiedisplay om de bestuur-
der te waarschuwen.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 269  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 
Page 271 of 610

2704-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA HV_TMMT_EE
■Lane Centering-functie
Deze functie is gekoppeld aan het 
Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem met volledig snelheidsbereik en 
levert de benodigde assistentie door 
het stuurwiel te bedienen om de auto 
op zijn huidige rijstrook te houden.
Als het Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem met volledig snelheidsbereik niet 
werkt, werkt de Lane Centering-functie niet.
In gevallen waarin de witte (gele) rijstrook-
markeringen niet (goed)  zichtbaar zijn, bij-
voorbeeld wanneer u in een file staat, treedt 
deze functie in werking om te helpen een 
voorligger te volgen door de positie van die 
voorligger in de gaten te houden.
Als het systeem signaleert dat het stuurwiel 
een bepaalde periode niet bediend is of dat 
het stuurwiel niet stevig wordt vastgehou-
den, wordt een waarschuwing weergegeven 
op het multi-informatiedisplay en wordt de 
functie tijdelijk uitgeschakeld.
Druk op de toets LTA om het LTA-sys-
teem in te schakelen.
Het controlelampje LTA gaat branden en er 
wordt een melding weergegeven op het 
multi-informatiedisplay.
Druk nogmaals op de toets LTA om het 
LTA-systeem uit te schakelen.
Als het LTA-systeem wordt in- of uitgescha-
keld, blijft de status van het LTA-systeem de 
volgende keer dat het hybridesysteem wordt 
gestart ongewijzigd.
Controlelampje LTA
Aan de hand van de verlichtingsstatus van 
de indicator wordt de bestuurder geïnfor-
meerd over de bedrijfsstatus van het sys-
teem.
Brandt wit: LTA-systeem is in werking.
Inschakelen van het 
LTA-systeem
Meldingen op het 
multi-informa tiedisplay
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 270  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 
Page 272 of 610

271
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE Brandt groen: De stuurassistentie van de 
stuurassistentiefunctie of de Lane Cente-
ring-functie is in werking.
Knippert oranje: Lane Departure Alert-func-
tie is in werking.
Display werking van ondersteuning 
stuurwielbediening
Wordt weergegeven wanneer het multi-infor-
matiedisplay wordt overgeschakeld op het 
informatiescherm voor ondersteunende sys-
temen.
Geeft aan dat de stuurassistentie van de 
stuurassistentiefunctie of de Lane Cente-
ring-functie in werking is.
Beide buitenkanten van de rijstrook worden 
weergegeven: Geeft aan dat de stuurwielas-
sistentie van de Lane Centering-functie in 
werking is.
Eén buitenkant van de rijstrook wordt weer-
gegeven: Geeft aan dat de stuurwielassis-
tentie van de stuurassistentiefunctie in 
werking is.
Beide buitenkanten van de rijstrook knippe-
ren: Waarschuwt de bestuurder dat hij in 
actie moet komen om in het midden van de 
rijstrook te blijven (Lane Centering-functie).
Display Lane Departure Alert-func-
tie
Wordt weergegeven wanneer het multi-infor-
matiedisplay wordt overgeschakeld op het 
informatiescherm voor ondersteunende sys-
temen.
Binnenzijde van de weergegeven lij-
nen is wit
Dit geeft aan dat het systeem witte 
(gele) lijnen of een rijbaan
* herkent. Als 
de auto de rijstrook verlaat, knippert de 
witte lijn die wordt weergegeven aan de 
zijde waar de auto de strook verlaat 
oranje.
Binnenzijde van de weergegeven lij-
nen is zwart
Dit geeft aan dat het systeem witte 
(gele) lijnen of een rijbaan
* niet kan her-
kennen of tijdelijk is uitgeschakeld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de  weg, zoals gras, grond of een stoeprand
Display rijden met de volgregeling
Wordt weergegeven wanneer het multi-infor-
matiedisplay wordt overgeschakeld op het 
informatiescherm voor ondersteunende sys-
temen.
Geeft aan dat de stuurassistentie van de 
Lane Centering-functie in werking is door de 
positie van de voorligger in de gaten te hou-
den.
Wanneer het display voor rijden met de volg-
regeling wordt weergegeven en de voorlig-
ger in beweging is, beweegt uw auto zich 
mogelijk op dezelfde wijze. Houd uw omge-
ving altijd goed in de gaten te houden en 
bedien indien nodig het stuurwiel om de rij-
richting van de auto te corrigeren en de vei-
ligheid te garanderen.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 271  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 
Page 273 of 610

2724-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA HV_TMMT_EE
■Voorwaarden voor werking van de func-
ties
●Lane Departure Alert-functie
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• LTA is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of  hoger.
*1
• Het systeem herkent witte (gele) rijstrook-
markeringen of een rijbaan*2. (Wanneer 
slechts aan één zijde een witte [gele] mar-
kering of een rijbaan
*2 wordt herkend, 
werkt het systeem uitsluitend voor de her-
kende zijde.)
• De breedte van de rijstrook is ten minste  ongeveer 3 m.
• De richtingaanwijzersc hakelaar wordt niet 
bediend.
(Auto's met BSM: Behalve wanneer een 
ander voertuig zich op de rijstrook bevindt 
aan de zijde van de bediende richtingaanwij-
zer)
• Er wordt niet gereden in een scherpe  bocht.
• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( Blz. 274)
*1: De functie werkt zelfs als de rijsnelheid 
lager is dan ongeveer 50 km/h terwijl de 
Lane Centering-functie in werking is.
*2: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoeprand
●Stuurassistentiefunctie
Deze functie werkt wanneer niet alleen aan 
alle werkingsvoorwaarden voor de Lane 
Departure Alert-functie wordt voldaan, maar 
ook aan alle onderstaande voorwaarden.
• De instelling voor “Steering Assist” 
(stuurassistentie) in   van het 
multi-informatiedisplay is ON (aan). 
( Blz. 581)
• Er wordt niet in een vastgestelde mate of  sneller geaccelereerd of gedecelereerd.
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een  stuurkracht die geschikt is voor het veran-
deren van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS  werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
• De waarschuwing handen van het stuur- wiel wordt niet weergegeven. ( Blz. 273)
●Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• De instelling voor “Sway Warning” (waar-
schuwing voor slingeren) in   van het 
multi-informatiedisplay is ON (aan). 
( Blz. 581)
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of  hoger.
• De breedte van de rijstrook is ten minste  ongeveer 3 m.
• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( Blz. 274)
●Lane Centering-functie
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• LTA is ingeschakeld.
• De instelling voor “Steering Assist”  (stuurassistentie) en “Lane Centre” (mid-
den rijstrook) in   van het multi-informa-
tiedisplay is ON (aan). ( Blz. 581)
• Deze functie herkent wi tte (gele) rijstrook-
markeringen of de positie van een voorlig-
ger (behalve bij kleine voorliggers, zoals 
een motorfiets).
• De Dynamic Radar Cruise Control met vol- ledig snelheidsbereik werkt in de afstands-
regelmodus.
• De breedte van de rijstrook is ongeveer 3 -  4 m.
• De richtingaanwijzersc hakelaar wordt niet 
bediend.
• Er wordt niet gereden in een scherpe  bocht.
• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( Blz. 274)
• Er wordt niet in een vastgestelde mate of  sneller geaccelereerd of gedecelereerd.
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een  stuurkracht die geschikt is voor het veran-
deren van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS  werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
• De waarschuwing handen van het stuur- wiel wordt niet weergegeven. ( Blz. 273)
• De auto rijdt in het midden van een rij- strook.
• Stuurassistentiefunctie is niet in werking.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 272  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 
Page 274 of 610

273
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
■Tijdelijk uitschakelen van functies
●Als niet langer aan de werkingsvoorwaar-
den wordt voldaan, wordt een functie 
mogelijk tijdelijk uitges
chakeld. Als  echter 
weer aan de werkingsvoorwaarden wordt 
voldaan, wordt de werking van de functie 
automatisch hervat. ( Blz. 272)
●Als niet langer aan de werkingsvoorwaar-
den ( Blz. 272) wordt voldaan terwijl de 
Lane Centering-functie in werking is, klinkt 
er mogelijk een zoemer om aan te geven 
dat de functie tijdel ijk is uitgeschakeld.
■Stuurassistentiefunctie/Lane Cente-
ring-functie
●Afhankelijk van de rijs nelheid, de situatie 
rondom het verlaten van de rijstrook, de 
wegomstandigheden, enz. merkt de 
bestuurder mogelijk niet dat de functie in 
werking is of werkt de functie mogelijk 
helemaal niet.
●De bediening van het stuurwiel door de 
bestuurder krijgt prioriteit t.o.v. de stuurre-
geling van de functie.
●Probeer niet zelf de werking van de 
stuurassistentiefunctie te testen.
■Lane Departure Alert-functie
●De waarschuwingszoemer is mogelijk 
slecht te horen door geluiden van buiten, 
afspelen van muziek, enz.
●Als de rand van de rijbaan* niet duidelijk of 
niet recht is, werkt de Lane Departure 
Alert-functie mogelijk niet.
●Auto's met BSM: Het systeem kan mogelijk 
niet vaststellen of er een gevaar bestaat 
voor een aanrijding met een voertuig op 
een aangrenzende rijstrook.
●Probeer niet zelf de werking van de Lane 
Departure Alert-functie te testen.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de 
weg, zoals gras, grond of een stoeprand
■Waarschuwing handen van het stuur-
wiel
In de volgende situaties wordt op het 
multi-informatiedisplay een waarschuwings-
melding weergegeven om de bestuurder aan 
te sporen het stuurwiel vast te houden. 
Tevens wordt het in de afbeelding weergege-
ven symbool op het multi-informatiedisplay 
weergegeven. De waarschuwing stopt wan-
neer het systeem signaleert dat de bestuur-
der het stuurwiel vasthoudt. Houd uw handen  altijd aan het stuurwiel wanneer u dit systeem 
gebruikt, ongeacht eventuele waarschuwin-
gen.
●Wanneer het systeem signaleert dat de 
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel vast te 
houden terwijl het systeem in werking is
Als de bestuurder zijn handen van het stuur-
wiel blijft houden, klinkt de zoemer, wordt de 
bestuurder gewaarschuwd en wordt de func-
tie tijdelijk uitgesc hakeld. Deze waarschu-
wing werkt op dezelfde wijze als de 
bestuurder het stuurwiel licht blijft vasthou-
den.
●Wanneer bij een bocht het systeem vast-
stelt dat de auto niet de bocht in wordt 
gestuurd maar in plaats daarvan de rij-
strook dreigt te verlaten
Afhankelijk van de voertuigconditie en de 
conditie van de weg, wordt er mogelijk geen 
waarschuwing gegeven. Bovendien wordt, 
als het systeem signaleert dat de auto in een 
bocht rijdt, de bestuurder eerder gewaar-
schuwd dan bij het rijden op een rechte weg.
●Wanneer het systeem signaleert dat de 
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel vast te 
houden terwijl de stuurassistentie in wer-
king is.
Als de bestuurder zijn handen van het stuur-
wiel blijft houden en de stuurwielassistentie in 
werking is, klinkt de zoemer en wordt de 
bestuurder gewaarschuwd. Elke keer dat de 
zoemer klinkt, houdt he t geluid hiervan langer 
aan.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 273  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 
Page 275 of 610

2744-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA HV_TMMT_EE
■Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Als het systeem oordeelt dat de auto slingert 
terwijl de waarschuwingsf unctie voor het slin-
geren van de auto in werking is, klinkt er een 
zoemer en wordt er een waarschuwingsmel-
ding weergegeven om de bestuurder aan te 
sporen rust te nemen. Tegelijkertijd wordt het 
in de afbeelding weergegeven symbool op 
het multi-informatiedisplay weergegeven.
Afhankelijk van de auto en de conditie van de 
weg, wordt er mogelijk geen waarschuwing 
gegeven.
■Waarschuwingsmelding
Als de volgende waarschuwingsmelding 
wordt weergegeven op het multi-informatie-
display en het controlelampje LTA oranje 
brandt, volg dan de desbetreffende storing-
zoekprocedure. Volg de instructies die op het 
scherm worden weergegeven als er een 
andere waarschuwingsmelding wordt weer-
gegeven.
●“LTA Malfunction Visit Your Dealer” (Sto-
ring in LTA. Ga naar uw dealer)
Het systeem werkt mogelijk niet goed. Laat 
de auto nakijken door een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
●“LTA Unavailable” (LTA niet beschikbaar)
Het systeem is tijdelijk uitgeschakeld als 
gevolg van een storing in een andere sensor 
dan de camera voor. Schakel het LTA-sys-
teem uit, wacht een poosje en schakel het 
LTA-systeem weer in.
●“LTA Unavailable at Current Speed” (LTA 
niet beschikbaar bij huidige snelheid)
De functie kan niet worden gebruikt als de rij-
snelheid hoger is dan het werkingsbereik van 
het LTA-systeem. Rijd langzamer.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Er kunnen instellingen van de functie worden 
gewijzigd. ( Blz. 581)
*: Indien aanwezig
■Weergave instrumentenpaneel
Multi-informatiedisplay
Ingestelde snelheid
Controlelampjes
Dynamic Radar Cruise 
Control met volledig 
snelheidsbereik
*
Wanneer de afstandsregelmodus 
is ingeschakeld, accelereert, dece-
lereert en stopt de auto automa-
tisch overeenkomstig de 
veranderingen in snelheid van de 
voorligger, zelfs wanneer het gas-
pedaal niet wordt ingetrapt. In de 
constante-snelheidsregelmodus 
rijdt de auto met een constante 
snelheid.
Gebruik de Dynamic Radar Cruise 
Control met volledig snelheidsbe-
reik op autowegen en snelwegen.
 Afstandsregelmodus ( Blz. 277)
 Constante-snelheidsregelmodus 
( Blz. 281)
Systeemonderdelen
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 274  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 
Page 279 of 610

2784-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA HV_TMMT_EE auto rijdt in een regio waar de rijstrook voor 
inhalen zich aan de andere kant bevindt dan waar 
de auto normaal rijdt, accelereert de auto mogelijk wanneer de richti ngaanwijzerschakelaar 
wordt bediend in de tegengestelde richting van de ri jstrook voor inhalen (bijv. als de bestuur-
der normaal rijdt in een regio waar de rijstrook  voor inhalen zich rechts bevindt, maar de 
bestuurder rijdt nu in een regio waar de rijstrook  voor inhalen zich links bevindt, accelereert de 
auto mogelijk als de richtingaanwij zer rechts wordt ingeschakeld).
Voorbeeld van acceleratie
Als er geen voorliggers meer zijn die langzamer rijden dan de ingestelde snel-
heid
Het systeem verhoogt de snelheid totdat de inges telde snelheid bereikt wordt. Het systeem 
schakelt vervolgens weer over op  het rijden met constante snelheid.
1Druk op de cruise control-hoofd-
schakelaar om de cruise control in 
te schakelen.
Het controlelampje van de Dynamic Radar 
Cruise Control gaat branden en er wordt een 
melding weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay. Druk nogmaals op de schakelaar 
om de cruise control uit te schakelen.
Als de cruise control-hoofdschakelaar gedu-
rende ten minste 1,5 seconden ingedrukt 
wordt gehouden, schakelt het systeem over 
op de constante-snelheidsregelmodus. 
( Blz. 281)
2 Accelereer of decelereer met 
behulp van het gaspedaal naar de 
gewenste rijsnelheid (ongeveer 30 
km/h of hoger) en druk op de scha-
kelaar -SET om de snelheid op te 
slaan.
Het controlelampje cruise control SET gaat 
branden.
De rijsnelheid op het moment dat de schake-
laar wordt losgelaten, wordt de ingestelde 
snelheid.
Druk, om de ingestelde snelheid te wij-
zigen, op de schakelaar +RES of -SET 
totdat de gewenste snelheid wordt 
weergegeven.
Instellen van de rijsnelheid 
(afstandsregelmodus)
Wijzigen van de ingestelde 
snelheid
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 278  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 
Page 283 of 610

2824-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA HV_TMMT_EE Houd de schakelaar -SET ingedrukt.
U kunt de Dynamic Radar Cruise Con-
trol met Road Sign Assist inschake-
len/uitschakelen via   op het 
multi-informatiedisplay. (
B l z . 111 )
■De Dynamic Radar Cruise Control met 
volledig snelheidsbereik kan worden 
gebruikt als
●De selectiehendel in stand D staat.
●De gewenste snelheid kan worden inge-
steld wanneer de rijsnelheid ongeveer 30 
km/h of hoger is. 
(Als de snelheid echter wordt ingesteld ter-
wijl de rijsnelheid lager is dan ongeveer 30 
km/h, wordt de snelheid ingesteld op onge-
veer 30 km/h.)
■Accelereren na het instellen van de rij-
snelheid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na 
het accelereren gaat de auto weer rijden met 
de ingestelde snelheid. Als de afstandsregel-
modus is ingeschakeld, neemt de rijsnelheid 
echter mogelijk af tot onder de ingestelde 
snelheid, zodat de afstand tot de voorligger 
gehandhaafd blijft.
■Als de auto stopt tijdens rijden met de 
volgregeling
●Door op de schakelaar +RES te drukken 
terwijl de voorligger stopt, wordt, als de 
voorligger begint te rijden, binnen onge-
veer 3 seconden nadat op de schakelaar is 
gedrukt het rijden met de volgregeling her-
vat.
●Als de voorligger binnen 3 seconden nadat 
uw auto is gestopt begint te rijden, wordt 
het rijden met de volgregeling hervat.
■Automatisch uitschakelen van de 
afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch 
uitgeschakeld in de volgende situaties.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●De sensor kan niet goed signaleren omdat 
hij ergens door bedekt is.
●Pre Crash Brake-func tie is geactiveerd.
●De parkeerrem is geactiveerd.
●De auto wordt door het systeem stilgezet 
op een steile helling.
●Als de auto door het systeem is stilgezet, 
wordt het volgen van de voorligger in de 
volgende gevallen niet hervat:
• De bestuurder draagt geen veiligheidsgor- del.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De auto heeft ongeveer 3 minuten stilge- staan.
Als de afstandsregelmodus om een andere 
dan de hierboven genoemde redenen auto-
matisch uitgeschakeld wordt, kan er een sto-
ring in het systeem aanwezig zijn. Neem 
contact op met een erkende Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Automatisch uitschakelen van de con-
stante-snelheidsregelmodus
De constante-snelhei dsregelmodus wordt 
automatisch uitgeschakeld in de volgende 
situaties:
●Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan onge-
veer 16 km/h onder de ingestelde rijsnel-
heid.
Inschakelen/uitschakelen 
Dynamic Radar Cruise Control 
met Road Sign Assist
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 282  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 
Page 284 of 610

283
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
●Werkelijke rijsnelheid 
zakt onder ongeveer 
30 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●Pre Crash Brake-functie is geactiveerd.
Als de constante-snelheidsregelmodus om 
een andere dan de hierboven genoemde 
redenen automatisch uitgeschakeld wordt, 
kan er een storing in het systeem aanwezig 
zijn. Neem contact op met een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■De Dynamic Radar Cruise Control met 
Road Sign Assist werkt mogelijk niet 
goed wanneer
De Dynamic Radar Cruise Control met Road 
Sign Assist werkt mogelijk niet goed in situa-
ties waarbij de RSA mogelijk niet goed werkt 
of niet goed signaleert ( Blz. 293). Contro-
leer daarom, wanneer u deze functie 
gebruikt, het weergegeven verkeersbord met 
de snelheidslimiet.
In de onderstaande gevallen wordt de inge-
stelde snelheid mogelijk niet gewijzigd in de 
herkende snelheidslimiet door het ingedrukt 
houden van de schakelaar +RES/-SET:
●Als er geen informatie over de snelheidsli-
miet beschikbaar is
●Wanneer de herkende snelheidslimiet 
gelijk is aan de ingestelde snelheid
●Wanneer de herkende snelheidslimiet bui-
ten het snelheidsbereik van het Dynamic 
Radar Cruise Control-systeem ligt
■Werking van de remmen
Er kan een geluid van de remmen hoorbaar 
zijn en de reactie van het rempedaal kan ver-
anderen, maar dit duidt niet op een storing.
■Waarschuwingsmeldingen en zoemers 
voor de Dynamic Radar Cruise Control 
met volledig snelheidsbereik
Waarschuwingsmeldingen en zoemers wor-
den gebruikt om een systeemstoring aan te 
geven of om de bestuurder te informeren dat 
hij tijdens het rijden extra moet opletten. Lees 
de op het multi-informatiedisplay weergege-
ven waarschuwingsmelding en volg de aan-
wijzingen op. ( Blz. 255, 526)
■Omstandigheden waarin de sensor 
voorliggers mogelijk niet op de juiste 
manier signaleert
Bedien in onderstaande gevallen en afhanke-
lijk van de omstandigheden het rempedaal 
wanneer het systeem onvoldoende decele-
reert of bedien het gaspedaal wanneer moet 
worden geaccelereerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wellicht 
niet op de juiste manier signaleert, wordt er 
mogelijk geen naderingswaarschuwing 
(  Blz. 280) gegeven.
●Auto's die plotseling voor u invoegen
●Auto's die met lage snelheden rijden
●Auto's die niet op dez elfde rijstrook rijden
●Voertuigen met een relatief kleine achter-
zijde (aanhangwagens zonder lading, enz.)
●Motorfietsen die op dezelfde rijstrook rijden
●Als door omringend verkeer opgeworpen 
water of sneeuw de signalering door de 
sensor hindert
●Als de achterzijde van de auto ver ingezakt 
is (omdat er zware lading in de bagage-
ruimte vervoerd wordt, enz.)
●De voorligger heeft een extreem grote 
bodemvrijheid
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 283  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM