display TOYOTA COROLLA HYBRID 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: COROLLA HYBRID, Model: TOYOTA COROLLA HYBRID 2021Pages: 610, PDF Size: 100.9 MB
Page 286 of 610

285
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
1
Druk op de cruise control-hoofd-
schakelaar om de cruise control in 
te schakelen.
Het controlelampje cruise control gaat bran-
den.
Druk nogmaals op de schakelaar om de 
cruise control uit te schakelen.
2Accelereer of decelereer naar de 
gewenste snelheid en druk op de 
schakelaar -SET om de snelheid in 
te stellen.
Het controlelampje cruise control SET en de 
ingestelde snelheid worden weergegeven 
op het multi-informatiedisplay.
De rijsnelheid op het moment dat de schake-
laar wordt losgelaten, wordt de ingestelde 
snelheid.
Druk, om de ingestelde snelheid te wij-
zigen, op de schakelaar +RES of -SET 
totdat de gewenste snelheid wordt 
bereikt.
1Verhogen van de snelheid
2 Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Beweeg de schakelaar in de 
gewenste richting.
Ruime afstelling: Houd de schakelaar inge-
drukt.
De ingestelde snelheid wordt als volgt ver-
hoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 1 km/h
*1 of 1 mph*2 telkens als 
de schakelaar wordt ingedrukt
Ruime afstelling: De ingestelde snelheid kan 
continu worden verhoogd of verlaagd totdat 
de schakelaar wordt losgelaten.
*1: Wanneer de ingestelde snelheid wordt  getoond in “km/h”
*2: Wanneer de ingestelde snelheid getoond 
wordt in “MPH”
Instellen van de rijsnelheidWijzigen van de ingestelde 
snelheid
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 285  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 
Page 287 of 610

2864-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA HV_TMMT_EE
1 Als u op de uitschakeltoets drukt, 
wordt de constante-snelheidsrege-
ling uitgeschakeld.
De snelheidsregeling wordt eveneens uitge-
schakeld als het rempedaal wordt ingetrapt.
2Door op de schakelaar +RES te 
drukken wordt de constante-snel-
heidsregeling hervat.
Hervatten is mogelijk vanaf een rijsnelheid 
hoger dan ongeveer 30 km/h.
■De cruise control kan worden gebruikt 
als
●De selectiehendel in stand D staat.
●De rijsnelheid hoger is dan 30 km/h.
■Accelereren na het instellen van de rij-
snelheid
●Er kan normaal met de auto geaccelereerd 
worden. Na de acceleratie gaat de auto 
weer rijden met de ingestelde snelheid.
●De ingestelde snelheid kan zelfs worden 
verhoogd zonder de cruise control uit te 
schakelen door eerst naar de gewenste 
snelheid te accelereren en vervolgens op 
de schakelaar -SET te drukken om de 
nieuwe snelheid in te stellen.
■Automatisch uitschakelen van de cruise 
control
De snelheidsregeling door de cruise control 
wordt in de volgende gevallen onderbroken:
●De werkelijke rijsnelheid zakt tot meer dan 
16 km/h onder de geprogrammeerde rij-
snelheid.
In dit geval blijft de geprogrammeerde 
snelheid niet bewaard.
●Werkelijke rijsnelheid is lager dan onge-
veer 30 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld door de schakelaar VSC OFF in te 
drukken.
■Als de waarschuwingsmelding voor de 
cruise control op het multi-informatie-
display wordt weergegeven
Druk eenmaal op de cruise control-hoofd-
schakelaar om het systeem uit te schakelen 
en druk vervolgens opnieuw op de schake-
laar om het systeem weer in te schakelen. 
Als er geen snelheid kan worden geprogram-
meerd of de cruise control direct na het acti-
veren weer wordt uitgeschakeld, is er 
mogelijk een defect in het cruise control-sys-
teem aanwezig. Laat de auto nakijken door 
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Uitschakelen en hervatten 
van de constante-
snelheidsregeling
WAARSCHUWING
■Onbedoeld inschakelen van de 
cruise control voorkomen
Schakel de cruise control uit met de cruise 
control-hoofdschakelaar als deze niet 
wordt gebruikt.
■Situaties die niet geschikt zijn voor 
gebruik van de cruise control
Gebruik de cruise control niet in de vol-
gende situaties.
Als u dat wel doet, verliest u mogelijk de 
controle waardoor een ongeval met ernstig 
letsel kan ontstaan.
●In druk verkeer
●Op wegen met scherpe bochten
●Op slingerende wegen
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 286  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 
Page 289 of 610

2884-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA HV_TMMT_EE
1 Schakel de snelheidsbegrenzer in 
met de hoofdschakelaar snelheids-
begrenzer.
Het controlelampje van de snelheidsbegren-
zer gaat branden.
Druk opnieuw op de sc hakelaar om de snel-
heidsbegrenzer uit te schakelen.
2 Accelereer of decelereer naar de 
gewenste snelheid en druk op de 
schakelaar -SET om de gewenste 
topsnelheid in te stellen.
De ingestelde snelheid wordt weergegeven 
op het multi-informatiedisplay.
Als de schakelaar wordt ingedrukt wanneer 
de rijsnelheid lager is dan 30 km/h, wordt de 
snelheid ingesteld op 30 km/h.
Druk, om de ingestelde snelheid te wij-
zigen, op de schakelaar +RES of -SET 
totdat de gewenste snelheid wordt 
bereikt.
1Verhogen van de snelheid
2 Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Beweeg de schakelaar in de 
gewenste richting.
Ruime afstelling: Houd de schakelaar inge-
drukt.
De ingestelde snelheid wordt als volgt ver-
hoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 1 km/h
*1 of 1 mph*2 telkens als 
de schakelaar wordt ingedrukt
Ruime afstelling: Wordt in stappen van 5 
km/h
*1 of 5 mph*2 verhoogd of verlaagd 
zolang de schakelaar ingedrukt wordt 
gehouden
*1: Wanneer de ingestelde snelheid wordt  getoond in “km/h”
*2: Wanneer de ingestelde snelheid getoond wordt in “MPH”
Instellen van de rijsnelheidWijzigen van de ingestelde 
snelheid
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 288  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 
Page 290 of 610

289
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
1
Als u op de uitschakeltoets drukt, 
wordt de snelheidsbegrenzer uitge-
schakeld.
2 Door op de schakelaar +RES te 
drukken wordt de snelheidsbegren-
zer opnieuw geactiveerd.
■Overschrijden van de ingestelde snel-
heid
In de volgende situaties overschrijdt de rij-
snelheid de ingestel de snelheid en gaan de 
tekens op het display knipperen:
●Wanneer u het gaspedaal volledig intrapt
●Wanneer u bergaf rijdt
■Automatische uitschakeling snelheids-
begrenzer
De snelheidsbegrenzer wordt automatisch 
uitgeschakeld in een van de volgende situa-
ties:
●De cruise control wordt ingeschakeld.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld door de schakelaar VSC OFF in te 
drukken.
■Als de waarschuwingsmelding voor de 
snelheidsbegrenzer op het multi-infor-
matiedisplay wordt weergegeven
Schakel het hybridesysteem uit en vervol-
gens weer in. Stel na het weer inschakelen 
van het hybridesyst eem de snelheidsbegren-
zer in. Als de snelheidsbegrenzer niet kan 
worden ingesteld, is er mogelijk een storing 
aanwezig in de snelheidsbegrenzer. Laat de 
auto nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere 
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige.Uitschakelen en hervatten van 
de snelheidsbegrenzer
WAARSCHUWING
■Onbedoeld inschakelen van de snel-
heidsbegrenzer voorkomen
Schakel de snelheidsbegrenzer uit met de 
hoofdschakelaar s nelheidsbegrenzer als 
deze niet wordt gebruikt.
■Situaties die niet geschikt zijn voor 
gebruik van de snelheidsbegrenzer
Gebruik de snelheidsbegrenzer niet in de 
volgende situaties.
Als u dat wel doet, verliest u mogelijk de 
controle waardoor een ongeval met ernstig 
letsel kan ontstaan.
●Op wegen die door regen, ijs of sneeuw 
glad zijn
●Op steile hellingen
●Bij het rijden met een aanhangwagen of 
tijdens het slepen in een noodgeval
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 289  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 
Page 291 of 610

2904-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA HV_TMMT_EE
*: Indien aanwezig
Wanneer de camera voor een verkeers-
bord herkent en/of er informatie over 
een verkeersbord beschikbaar is via 
het navigatiesysteem, wordt het bord 
weergegeven op het multi-informatie-
display.
 Wanneer de informatie van het 
ondersteunende systeem wordt 
geselecteerd, kunnen er maximaal 3 
verkeersborden worden weergege-
ven. ( B l z . 111 )
 Wanneer een ander tabblad dan dat 
van het ondersteunende systeem is 
geselecteerd, worden alleen de vol-
gende typen verkeersborden weer-
gegeven. ( Blz. 111)
• Verkeersbord begin/einde snelheidslimiet
• Verkeersbord met aan de snelheidslimiet 
gerelateerde informatie (autoweg, snel-
weg, bebouwde kom, erf)
• Verkeersbord einde verboden
• Verkeersbord verboden in te rijden
* 
(indien een melding nodig is)
• Verkeersbord maximaal toegestane snel- heid met aanvullend bord (alleen op- en 
afritten)
RSA (Road Sign Assist)*
Het RSA-systeem herkent 
bepaalde verkeersborden door 
gebruik te maken van de camera 
voor en/of het navigatiesysteem 
(als er informatie over de snel-
heidslimiet beschikbaar is) en 
voorziet de bestuurder via het dis-
play van informatie.
Als het systeem vaststelt dat de 
snelheidslimiet wordt overschre-
den of wanneer er bijvoorbeeld 
verboden acties ten opzichte van 
de herkende verkeersborden wor-
den uitgevoerd, wordt de bestuur-
der gewaarschuwd door middel 
van een waarschuwingsdisplay en 
waarschuwingszoemer.
WAARSCHUWING
■Voordat u de RSA gebruikt
Vertrouw niet uitsluitend op het RSA-sys-
teem. De RSA is een systeem dat de 
bestuurder ondersteunt middels het bie-
den van informatie, maar het is geen ver-
vanging van het eigen inzicht en de 
oplettendheid van de bestuurder. Rijd 
voorzichtig door altijd goed op de ver-
keersregels te letten.
Weergave op het 
multi-informa tiedisplay
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 290  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 
Page 293 of 610

2924-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA HV_TMMT_EE
 Verkeersborden inhaalverbod
 Andere verkeersborden
*: Auto's met navigatiesysteem
Maximaal toegestane snelheid met 
aanvullend teken
*1
*1: Gelijktijdig met snelheidslimiet weergege-
ven
*2: Inhoud niet herkend.
*3: Als de richtingaanwij zers bij het wisselen 
van rijstrook niet worden bediend, wordt 
het teken niet weergegeven.
In de volgende situaties waarschuwt 
het RSA-systeem de bestuurder.
 Wanneer de rijsnelheid de drempel-
waarde voor de snelheidswaarschu-
wing van het weergegeven 
verkeersbord met de maximaal toe-
gestane snelheid overschrijdt, wordt 
het verkeersbord duidelijker zicht-
baar gemaakt en klinkt er een zoe-
mer.
 Als het RSA-systeem een verkeers-
bord voor verboden in te rijden her-
kent en signaleert dat de bestuurder 
het inrijverbod negeert op basis van 
de kaartinformatie van het navigatie-
systeem, knippert het verkeersbord 
voor verboden in te rijden en klinkt er 
een zoemer. (Auto's met navigatie-
systeem)
 Als wordt gesignaleerd dat uw auto 
een ander voertuig inhaalt terwijl er 
een verkeersbord voor een inhaal-
verbod wordt weergegeven op het 
multi-informatiedisplay, gaat het ver-
keersbord knipperen en klinkt er een 
zoemer.
Afhankelijk van de situatie wordt de ver-
keerssituatie (richting en snelheid van 
het verkeer en hoeveelheid verkeer) 
mogelijk niet goed gesignaleerd en 
werkt de waarschuwingsfunctie moge-
lijk niet goed.
Begin inhaalverbod
Einde inhaalverbod
Verboden in te rijden
*
Einde verboden
Stop
Nat
Regen
IJs
Aanvullend teken aanwe-
zig
*2
Afrit rechts*3
Afrit links*3
Tijd
Waarschuwingsfunctie
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 292  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 
Page 294 of 610

293
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
■Instellen
1 Druk op   of   van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel 
en selecteer 
2 Druk op   of   van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel 
en selecteer  . Druk vervolgens op 
.
■Automatisch uitschakelen van weer-
gave verkeersborden RSA
In de volgende situaties worden een of meer 
verkeersborden automatisch uitgeschakeld.
●Er wordt over een bepaalde afstand geen 
verkeersbord herkend.
●De weg verandert als gevolg van een 
afslag naar links of rechts, enz.
■Omstandigheden waaronder de functie 
mogelijk niet goed werkt of niet goed 
signaleert
In de volgende situaties werkt de RSA niet 
normaal en worden verkeersborden mogelijk 
niet herkend, worden onjuiste verkeersbor-
den weergegeven, enz. Dit duidt echter niet 
op een storing.
●De camera voor is niet goed uitgelijnd 
doordat de sensor, enz. is blootgesteld aan 
hevige schokken.
●Er zit(ten) vuil, sneeuw, stickers, enz. op 
de voorruit in de buurt van de camera voor.
●Onder barre weersomstandigheden, bij-
voorbeeld bij zware regenval, mist, 
sneeuw of zandstormen
●Licht van een tegenligger, de zon, enz. 
dringt de camera voor binnen.
●Het verkeersbord is vuil of vervaagd, staat 
scheef of is krom.
●Het elektronische verkeersbord heeft wei-
nig contrast.
●Het verkeersbord gaat helemaal of gedeel-
telijk verscholen achter boombladeren, een 
paal, o.i.d.
●Het verkeersbord is alleen korte tijd zicht-
baar voor de camera voor.
●De omgeving (bij afslaan, rijstrookwisse-
ling, enz.) wordt onjuist beoordeeld.
●Wanneer een verkeersbord niet van toe-
passing is op de rijstrook waar op dat 
moment op wordt gereden, maar dit bord 
wel direct na een vertakking van de snel-
weg staat of bij een aangrenzende rijstrook 
net voordat rijstroken samenkomen.
●Er zitten stickers op de achterzijde van de 
voorligger.
●Er wordt een verkeersbord herkend dat lijkt 
op een verkeersbord dat compatibel is met 
het systeem.
●Mogelijk worden verkeersborden met de 
snelheidslimiet voor parallelwegen gesig-
naleerd en weergegeven (wanneer deze in 
het zicht van de camera voor staan) terwijl 
de auto op de hoofdweg rijdt.
●Mogelijk worden verkeersborden met de 
maximaal toegestane snelheid voor afsla-
gen van rotondes gesignaleerd en weerge-
geven (wanneer deze in het zicht van de 
camera voor staan) terwijl de auto op de 
rotonde rijdt.
●De voorzijde van de auto staat omhoog of 
omlaag door de belading van de auto.
●De helderheid van het omgevingslicht is 
niet voldoende of verandert plotseling.
●Wanneer een verkeersbord voor trucks, 
enz. wordt herkend.
●Er wordt met de auto in een land gereden 
waar het verkeer aan de andere kant rijdt.
●De kaartgegevens van het navigatiesys-
teem zijn niet meer up-to-date.
●Het navigatiesysteem werkt niet.
●De snelheidsinformatie die op het instru-
mentenpaneel wordt weergegeven ver-
schilt mogelijk van de informatie die wordt 
weergegeven op het navigatiesysteem als 
gevolg van de gebruikte kaartgegevens 
van het navigatiesysteem.
■Weergave verkeersbord snelheidslimiet
Als het contact de laatste keer UIT werd 
gezet terwijl er een verkeersbord met de 
maximaal toegestane snelheid op het 
multi-informatiedisplay werd weergegeven, 
wordt datzelfde verkeersbord weer weerge-
geven wanneer het contact AAN wordt gezet.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 293  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 
Page 296 of 610

295
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
Bedieningstoetsen instrumentenpa-
neel
In-/uitschakelen van de Blind Spot Monitor.
Indicatoren in buitenspiegel
Wanneer een auto wordt gesignaleerd in de 
dode hoek van de buitenspiegels of van ach-
teren snel de dode hoek nadert, gaat de 
indicator in de buitenspiegel aan die zijde 
branden. Als de rich
tingaanwijzerschake-
laar wordt bediend in de richting van de zijde 
waar een auto wordt gesignaleerd, gaat de 
indicator in de buitenspiegel knipperen.
Controlelampje BSM
Gaat branden wanneer de Blind Spot Moni-
tor wordt ingeschakeld
■Zichtbaarheid van de indicatoren in de 
buitenspiegels
Mogelijk zijn de indicatoren in de buitenspie-
gels bij fel zonlicht niet goed te zien.
■Wanneer “Blind Spot Monitor Unavaila-
ble” (Blind Spot Monitor niet beschik-
baar) wordt weergegeven op het 
multi-informatiedisplay
Er zit mogelijk ijs, sneeuw, modder, enz. rond 
de sensoren in de achterbumper. ( Blz. 307) 
Na het verwijderen van het ijs, de sneeuw, de 
modder, enz. van de achterbumper moet het 
systeem weer normaal gaan werken. Ook 
werken de sensoren mogelijk niet normaal bij 
extreem warm of koud weer.
■Wanneer “Blind Spot Monitor Malfunc-
tion Visit Your Dealer” (Storing in Blind 
Spot Monitor. Ga naar uw dealer) op het 
multi-informatiedisplay wordt weerge-
geven
Er zit mogelijk een storing in de sensor of de 
sensor is niet goed uitgelijnd. Laat de auto 
nakijken door een erkende Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast 
aan de persoonlijke voorkeur. ( Blz. 581)
Systeemonderdelen
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 295  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 
Page 312 of 610

311
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
●Onder de volgende omstandigheden is de 
kans dat de Blind Spot Monitor onnodig 
een auto en/of object signaleert groter:
• Als de sensor niet goed is uitgelijnd door- dat de sensor of de omgeving ervan is 
blootgesteld aan hevige schokken
• Wanneer de afstand tussen uw auto en  een vangrail, muur, enz. die het detectie-
gebied binnenkomt kort is
• Bij het op- en afrijden van opeenvolgende  steile hellingen, zoals heuvels, dalingen in 
de weg, enz.
• Wanneer de rijstroken smal zijn of wan- neer op de rand van een rijstrook wordt 
gereden en een auto die op een andere 
dan de aangrenzende rijstroken rijdt het 
detectiegebied binnenkomt
• Bij het rijden op wegen met scherpe boch- ten, opeenvolgende bochten of oneffenhe-
den
• Als de banden slippen of spinnen
• Wanneer er slechts weinig ruimte zit tus- sen uw auto en een auto achter u
• Wanneer een accessoire (zoals een fiet- sendrager) op de achterzijde van de auto 
is gemonteerd
*: Indien aanwezig
■Soorten sensoren
Hoeksensoren voor
Binnenste sensoren voor
Hoeksensoren achter
Binnenste sensoren achter
Zijsensoren voor (indien aanwezig)
Zijsensoren achter (indien aanwe-
zig)
Toy o t a  Pa r k i n g  
Assist-sensor*
De afstand van uw auto tot objec-
ten, zoals een muur, bij het filepar-
keren en inparkeren in een garage 
wordt gemeten door sensoren en 
wordt doorgegeven via het 
multi-informatiedisplay, het 
head-up display (indien aanwezig), 
het audiosysteemdisplay (indien 
aanwezig) en een zoemer. Contro-
leer bij gebruik van dit systeem 
ook altijd zelf de omgeving.
Systeemonderdelen
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 311  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 
Page 313 of 610

3124-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA HV_TMMT_EE
■Weergave
Wanneer de sensoren een object, zoals 
een muur, signaleren, wordt er een 
afbeelding weergegeven op het 
multi-informatiedisplay, het head-up 
display (indien aanwezig) en het audio-
systeemdisplay (indien aanwezig) over-
eenkomstig de positie van en de 
afstand tot het object.
 Multi-informatiedisplay en head-up 
display
Signalering hoeksensoren voor
Signalering binnenste sensor voor
Signalering zijsensor voor (indien 
aanwezig)
*
Signalering zijsensor achter (indien 
aanwezig)
*
Signalering hoeksensoren achter
Signalering binnenste sensor achter
*: De displays van de zijsensoren worden  niet weergegeven tot de gebieden aan de 
zijkant volledig zijn gescand.
 Audiosysteemdisplay
Er wordt een afbeelding weergegeven wan-
neer de Toyota Parking Assist Monitor wordt 
weergegeven.
Als er een object wordt gesignaleerd, ver-
schijnt er een vereenvoudigde afbeelding op 
het audiosysteemdisplay.
Gebruik de bedienin gstoetsen van het 
instrumentenpaneel om de Toyota Par-
king Assist-sensor  in  of uit te schake-
len. ( Blz. 112)
1 Druk op   of   om   te 
selecteren.
2 Druk op   of   om   te 
selecteren en druk vervolgens op 
.
Wanneer de Toyota Parking Assist-sen-
sor wordt uitgeschakeld, gaat het con-
trolelampje Toyota Parking 
Assist-sensor OFF ( Blz. 98) branden.
Als het systeem is uitgeschakeld en u 
het weer wilt inschakelen, selecteer 
dan   op het multi-informatiedisplay, 
selecteer   en vervolgens “On” 
(aan). Als het systeem door middel van 
deze methode is uitgeschakeld, wordt 
het niet automatisch weer ingeschakeld 
nadat het contact UIT en weer AAN is 
gezet.
Toyota Parking Assist-sensor 
in-/uitschakelen
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 312  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM