sensor TOYOTA HIGHLANDER 2020 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: HIGHLANDER, Model: TOYOTA HIGHLANDER 2020Pages: 568, PDF Size: 97.56 MB
Page 347 of 568

347
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
HIGHLANDER HV_EE
WAARSCHUWING
■Om ervoor te zorgen dat de Parking
Support Brake goed werkt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
met betrekking tot de sensoren in acht
( → Blz. 327). Het niet in acht nemen van
de voorschriften kan er toe leiden dat een
sensor niet goed werkt, waardoor een
ongeval kan ontstaan.
●Wijzig, demonteer of spuit de sensoren
niet.
●Vervang een defecte sensor uitsluitend
door een originele sensor.
●Stel een sensor en zijn omgeving niet
bloot aan krachtige schokken.
●Beschadig de sensoren niet en houd ze
altijd schoon.
●Wanneer het gebied rondom een radar-
sensor wordt blootgesteld aan een
krachtige schok, werkt het systeem
mogelijk niet goed meer doordat de sen-
sor niet goed meer werkt. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
■Omgaan met de wielophanging
Breng geen wijzigingen aan de wielop-
hanging aan, aangezien veranderingen in
de wagenhoogte of de hellingshoek van
de auto ervoor kunnen zorgen dat de sen-
soren objecten niet juist signaleren, dat
het systeem niet werkt of dat het systeem
onnodig werkt.
■Als de Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten) onnodig
wordt geactiveerd, bijvoorbeeld op
een spoorwegovergang
Als de Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten) onnodig in werking
treedt op een spoorwegovergang e.d.,
wordt de remregeling na ongeveer 2
seconden uitgeschakeld, zodat u verder
kunt rijden en de plek kunt verlaten. De
remregeling kan ook worden geannuleerd
door het rempedaal in te trappen. Wan-
neer u het gaspedaal intrapt nadat de rem-
regeling is geannuleerd, kunt u weer
verder rijden en de plek verlaten.
■Opmerkingen bij het wassen van de
auto
Stel de omgeving van de sensoren niet
bloot aan sterke waterstralen of stoom.
Anders kan de sensor defect raken.
●Spuit bij het wassen van de auto met
een hogedrukreiniger niet rechtstreeks
op de sensoren, omdat dit er toe kan lei-
den dat een sensor niet meer goed
werkt.
●Richt bij het wassen van de auto met
stoom de stoom niet rechtstreeks op de
sensoren, omdat dit er toe kan leiden
dat een sensor niet meer goed werkt.
■Wanneer moet de Parking Support
Brake uitgeschakeld worden
Schakel in de onderstaande situaties de
Parking Support Brake uit, omdat het sys-
teem anders mogelijk zelfs werkt als er
geen kans op een aanrijding is.
●Bij een controle van de auto op een rol-
lenbank o.i.d.
●Wanneer de auto op een schip, vracht-
wagen of ander transportmiddel wordt
geladen
●Als de wielophanging is gewijzigd of als
er een andere maat banden dan voor-
geschreven is gemonteerd
●Als de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag staat door de belading van de
auto
●Als er uitrusting die een sensor kan hin-
deren, zoals een sleepoog, bumperbe-
schermer (een extra beschermstrip,
enz.), fietsendrager of sneeuwploeg, is
geplaatst
●Bij het wassen van de auto in een was-
straat
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 347 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 348 of 568

3484-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HIGHLANDER HV_EE
■Voorwaarden voor werking van de Par-
king Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten)
De functie werkt als het controlelampje PKSB
OFF niet brandt of knippert ( →Blz. 100, 102)
en aan alle onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
●Begrenzingsregeli ng hybridesysteem
• De Parking Support Brake is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is 15 km/h of lager.
• Er bevindt zich een stilstaand object in de rijrichting van de auto, op een afstand van
2 tot 4 m.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er harder dan normaal moet worden geremd
om een aanrijding te voorkomen.
●Remregeling
• De begrenzingsregeling van het hybride- systeem is in werking.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er onmiddellijk moet worden geremd om een
aanrijding te voorkomen.
■Voorwaarden voor het stoppen van de
werking van de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten)
De werking van de functie stopt als aan één
van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
●Begrenzingsregeli ng hybridesysteem
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Het systeem stelt vast dat de aanrijding voorkomen kan worden met normaal rem-
men.
• Het statische object bevindt zich niet lan- ger op een afstand van 2 tot 4 m van de
auto in de rijrichting van de auto.
●Remregeling
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat de auto door de remregeling tot stil-
stand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de auto tot stilstand is gebracht door de rem-
regeling.
• Het statische object bevindt zich niet lan- ger op een afstand van 2 tot 4 m van de
auto in de rijrichting van de auto.
■Opnieuw inschakelen van de Parking
Support Brake-functie (voor stilstaande
objecten)
→ Blz. 344
■Detectiebereik van de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten)
Het detectiebereik van de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objecten) ver-
schilt van dat van de Toyota Parking
Assist-sensor. ( →Blz. 332) Daardoor wordt
de Parking Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten) mogelijk niet geactiveerd,
ook al signaleert de Toyota Parking
Assist-sensor een obstakel en wordt er een
waarschuwing gegeven.
■Objecten die mogelijk niet door de Par-
king Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten) worden gesignaleerd
Het kan voorkomen dat de sensoren
bepaalde objecten niet signaleren, zoals de
volgende:
●Voetganger
●Katoen, sneeuw of andere materialen die
ultrasoongolven slecht weerkaatsen.
●Objecten die niet loodrecht op de grond
staan, objecten die niet in een rechte hoek
ten opzichte van de rijrichting van de auto
staan en ongelijkmatige of golvende objec-
ten
●Lage objecten
●Dunne objecten zoals draden, hekken, tou-
wen en palen van verkeersborden
●Objecten die zich extreem dicht bij de
bumper bevinden
●Zeer hoekige objecten
●Hoge obstakels waarbij het bovenste deel
uitsteekt in de richting van uw auto
■Situatie waarin de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten) mogelijk niet werkt
Wanneer gereden wordt met de selectiehen-
del in stand N.
■Zoemer Toyota Parking Assist-sensor
Als, ongeacht of de zoemer van de Toyota
Parking Assist-sensor is ingeschakeld of niet
( → Blz. 328), de Parking Support Brake-func-
tie (voor stilstaande objecten) is ingeschakeld
( → Blz. 340) en de sensoren voor en achter
een obstakel signaleren en de remregeling
wordt uitgevoerd, klinkt de zoemer van het
Toyota Parking Assist Sensor-systeem om de
geschatte afstand tot het obstakel aan te
geven.
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 348 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 349 of 568

349
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
HIGHLANDER HV_EE
■Omstandigheden waaronder de Par-
king Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten) mogelijk werkt, zelfs
als er geen kans op een aanrijding is
Onder sommige omstandigheden, zoals de
onderstaande, werkt de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objecten)
mogelijk zelfs als er geen kans op een aanrij-
ding is.
●Omgeving van de auto
• Wanneer op een smalle weg wordt gere- den
• Wanneer op een grindweg of in een omge- ving met hoog gras wordt gereden
• Wanneer richting een spandoek of vlag, een laaghangende tak of een slagboom
(zoals wordt gebruikt bij spoorwegovergan-
gen, tolpoortjes en parkeerplaatsen) wordt
gereden
• Bij het rijden op een smalle rijbaan omringd door een constructie, zoals een
tunnel of een stalen brug
• Bij fileparkeren
• Bij een groef of gat in het wegdek
• Wanneer de auto over een metalen afdek- king (rooster) rijdt, zoals gebruikt boven
afvoergoten
• Bij het rijden op een steile helling
• Als een sensor wordt geraakt door een grote hoeveelheid water, zoals bij het rij-
den op een overstroomde weg
●Weer
• Als een sensor is bedekt met bijvoorbeeld ijs, sneeuw of vuil (nadat de sensor is
schoongemaakt, zal het systeem weer nor-
maal werken) • Bij zware regenval of als er veel water op
een sensor terechtkomt
• Bij het rijden onder barre weersomstandig- heden, bijvoorbeeld bij mist, sneeuw of
een zandstorm
• Wanneer het stevig waait
●Andere bronnen van ultrasoongolven
• Wanneer in de omgeving van de auto ultra- soongolven worden geproduceerd door
claxons, voertuigdetectiesystemen, motor-
fietsmotoren, luchtremmen van vrachtwa-
gens, sonarsystemen van andere auto's of
andere bronnen.
• Als een sticker of een elektronisch onder- deel zoals een kentekenplaat met achter-
grondverlichting (met name
fluorescerende), een mistlamp, een spat-
bordantenne of een draadloze antenne in
de buurt van een van de sensoren is
geplaatst
●Wijzigingen in de stand van de auto ten
opzichte van de weg
• Als de auto sterk naar één kant helt
• Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat door de belading van de auto
• Als de stand van een sensor is gewijzigd door een aanrijding o.i.d.
• Als er bijvoorbeeld lak of een sticker op een sensor is aangebracht.
■Situaties waarin de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten) mogelijk niet goed werkt
In bepaalde situaties, zoals de onderstaande,
werkt deze functie mogelijk niet goed.
●Weer
• Wanneer een sensor of de omgeving van een sensor zeer heet of koud is
• Wanneer het stevig waait
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 349 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 350 of 568

3504-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HIGHLANDER HV_EE • Als een sensor is bedekt met bijvoorbeeld
ijs, sneeuw of vuil (nadat de sensor is
schoongemaakt, zal het systeem weer nor-
maal werken)
• Bij zware regenval of als er veel water op een sensor terechtkomt
• Bij het rijden onder barre weersomstandig- heden, bijvoorbeeld bij mist, sneeuw of
een zandstorm
• Als de sensor bevror en is (zodra de sensor
ontdooit, zal het systeem weer normaal
werken)
●Omgeving van de auto
• Wanneer zich tussen de auto en een gesignaleerd obstakel een object bevindt
dat niet kan worden gesignaleerd
• Als een object zoals een auto, motorfiets, fiets of voetganger voor de auto langs
komt of plotseling van opzij opduikt.
• De auto nadert een hoge of gebogen stoeprand.
• De auto rijdt op een bijzonder hobbelige weg, op een helling, op grind of op gras.
• Als het object zich te dicht bij de sensor bevindt.
●Andere bronnen van ultrasoongolven
• Wanneer in de omgeving van de auto ultra- soongolven worden geproduceerd door
claxons, voertuigdetectiesystemen, motor-
fietsmotoren, luchtremmen van vrachtwa-
gens, sonarsystemen van andere auto's of
andere bronnen.
• Als een sticker of een elektronisch onder- deel zoals een kentekenplaat met achter-
grondverlichting (met name
fluorescerende), een mistlamp, een spat-
bordantenne of een draadloze antenne in
de buurt van een van de sensoren is
geplaatst
●Wijzigingen in de stand van de auto ten
opzichte van de weg
• Als de auto sterk naar één kant helt
• Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat door de belading van de auto
• Als de stand van een sensor is gewijzigd door een aanrijding o.i.d.
• Als er uitrusting di e een sensor kan hinde-
ren, zoals een bumperbeschermer (een
extra beschermstrip, enz.), fietsendrager of
sneeuwploeg, is geplaatst
• Als de wielophanging is gewijzigd of als er een andere maat banden dan voorge-
schreven is gemonteerd
• Als er bijvoorbeeld lak of een sticker op een sensor is aangebracht.
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 350 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 351 of 568

351
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
HIGHLANDER HV_EE
*: Indien aanwezig
Deze functie treedt in werking in situaties zoals hieronder aangegeven wanneer in
de rijrichting van de auto een auto wordt gesignaleerd.
■Bij het achteruitrijden nadert een auto en het rempedaal wordt niet of te laat
ingetrapt
→Blz. 324
Parking Suppor t Brake-functie (voor voer tuigen die
achterlangs rijden)*
Als een radarsensor achter een auto signaleert die van rechts of links achter
nadert en het systeem bepaalt dat de kans op een aanrijding groot is, acti-
veert deze functie de remmen om de kans op een aanrijding met de nade-
rende auto te verkleinen.
Voorbeeld van het in werking treden van de functie
Soorten sensorenWAARSCHUWING
■Ervoor zorgen dat de Parking Sup-
port Brake-functie (voor voertuigen
die achterlangs rijden) goed werkt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
met betrekking tot de radarsensoren ach-
ter ( →Blz. 324) in acht. Het niet in acht
nemen van de voorschriften kan er toe lei-
den dat een sensor niet goed werkt, waar-
door een ongeval kan ontstaan.
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 351 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 352 of 568

3524-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HIGHLANDER HV_EE
■Voorwaarden voor werking van de Par-
king Support Brake-functie (voor voer-
tuigen die achterlangs rijden)
De functie werkt als het controlelampje PKSB
OFF niet brandt of knippert ( →Blz. 100, 102)
en aan alle onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
●Begrenzingsregeli ng hybridesysteem
• De Parking Support Brake is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is 15 km/h of lager.
• Voertuigen die de auto van rechts of links achter de auto naderen met een snelheid
van minder dan ongeveer 8 km/h
• De selectiehendel staat in stand R.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er harder dan normaal moet worden geremd
om een aanrijding met een naderende auto
te voorkomen.
●Remregeling
• De begrenzingsregeling van het hybride- systeem is in werking.
• De Parking Support Brake stelt vast dat een noodstop noodzakelijk is om een aan-
rijding met een naderende auto te voorko-
men.
■Voorwaarden voor het stoppen van de
werking van de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden)
De werking van de functie stopt als aan één
van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
●Begrenzingsregeling hybridesysteem
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• De aanrijding kan worden voorkomen met normaal remmen.
• Er nadert niet langer een auto van rechts
of links achter de auto.
●Remregeling
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat de auto door de remregeling tot stil-
stand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de auto tot stilstand is gebracht door de rem-
regeling.
• Er nadert niet langer een auto van rechts of links achter de auto.
■Opnieuw inschakelen van de Parking
Support Brake-functie (voor voertuigen
die achterlangs rijden)
→ Blz. 344
■Detectiegebied van de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden)
Het detectiegebied van de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die achter-
langs rijden) verschilt van dat van de RCTA
( → Blz. 337). Daardoor wordt de Parking Sup-
port Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden) mogelijk niet geactiveerd, ook
al signaleert de RCTA een auto en wordt er
een waarschuwing gegeven.
■Omstandigheden waaronder de Par-
king Support Brake-functie (voor voer-
tuigen die achterlangs rijden) een auto
niet signaleert
De Parking Support Brake-functie (voor voer-
tuigen die achterlangs ri jden) is niet ontwor-
pen om de volgende typen voertuigen en/of
objecten te signaleren.
●Voertuigen die van direct achter de auto
naderen
●Voertuigen die achteruit inparkeren in een
parkeerruimte naast uw auto
WAARSCHUWING
●Wijzig, demonteer of spuit de sensoren
niet.
●Vervang een radarsensor achter uitslui-
tend door een originele sensor.
●Voorkom dat de radarsensoren achter
beschadigd raken en houd de radarsen-
soren en hun omgeving op de bumper
te allen tijde schoon.
●Wanneer het gebied rondom een radar-
sensor achter wordt blootgesteld aan
een krachtige schok, werkt het systeem
mogelijk niet goed meer doordat de sen-
sor niet goed meer werkt. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
●Neem de voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot het omgaan met de radar-
sensor achter in acht. ( →Blz. 324)
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 352 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 353 of 568

353
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
HIGHLANDER HV_EE
●Voertuigen die niet kunnen worden gesig-
naleerd door de sensoren als gevolg van
obstakels
●Voertuigen vlak bij uw auto die plotseling
accelereren of decelereren
●Vangrails, muren, verkeersborden, gepar-
keerde auto's en vergelijkbare, stilstaande
objecten
●Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers,
enz.*
●Voertuigen die van de auto af bewegen
●Voertuigen die naderen vanuit parkeer-
ruimtes naast uw auto*
●Objecten die zich zeer dicht bij een radar-
sensor bevinden*
●Voertuigen die de auto van rechts of links
achter de auto naderen met een snelheid
van minder dan ongeveer 8 km/h
●Voertuigen die de auto van rechts of links
achter de auto naderen met een snelheid
van meer dan ongeveer 24 km/h
*: Afhankelijk van de omstandigheden wordt
er mogelijk een auto en/of object gesigna-
leerd.
■PKSB-zoemer
Als de Parking Support Brake is ingescha-
keld en de remregeling wordt uitgevoerd,
klinkt een zoemer om de bestuurder hierop te
attenderen.
■Omstandigheden waaronder het sys-
teem mogelijk werkt, zelfs als er geen
kans op een aanrijding is
Onder sommige omstandigheden, zoals de
onderstaande, werkt de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die achter-
langs rijden) mogelijk zelfs als er geen kans
op een aanrijding is.
●Wanneer de parkeerplaats uitkijkt op een
straat en er auto's over die straat rijden
●Wanneer een gesignaleerde naderende
auto een bocht maakt
●Wanneer een voertuig uw auto van opzij
passeert
●Wanneer de afstand tussen uw auto en
metalen objecten, zoals een vangrail,
muur, verkeersbord of geparkeerde auto,
die mogelijk elektrisc he golven richting de
achterzijde van de auto reflecteren, kort is
●Als er zich ronddraaiende objecten, zoals
een ventilator van een airco-unit, in de
buurt van de auto bevinden
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 353 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 354 of 568

3544-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HIGHLANDER HV_EE
●Als er water op de achterbumper spat of
gespoten wordt, bijvoorbeeld van een
sproeier
■Situaties waarin de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden) mogelijk niet goed
werkt
In bepaalde situaties, zoals de onderstaande,
signaleren de radarsensoren een object
mogelijk niet en werkt deze functie mogelijk
niet goed
●Stilstaande objecten
●Wanneer een sensor of de omgeving van
een sensor zeer heet of koud is
●Als de achterbumper is bedekt met bijvoor-
beeld ijs, sneeuw of vuil
●Als er bijvoorbeeld lak of een sticker op
een sensor is aangebracht.
●Bij zware regenval of een andere oorzaak
waardoor er veel water op de auto terecht-
komt
●Als de auto sterk naar één kant helt
●Als er uitrusting die een sensor kan hinde-
ren, zoals een sleepoog, bumperbescher-
mer (een extra beschermstrip, enz.),
fietsendrager of sneeuwploeg, is geplaatst
●Als de wielophanging is gewijzigd of als er
een andere maat banden dan voorge-
schreven is gemonteerd
●Als de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag staat door de belading van de auto
●Als een elektronisch onderdeel zoals een
kentekenplaat met achtergrondverlichting
(met name fluorescerende), een mistlamp,
een spatbordantenne of een draadloze
antenne in de buurt van een radarsensor is
geplaatst
●Als de stand van een radarsensor is gewij-
zigd
●Wanneer meerdere auto's naderen met
slechts weinig ruimte tussen elke auto
●Als er een auto snel van achteren nadert
●Omstandigheden waaronder de radarsen-
sor een voertuig mogelijk niet signaleert
• Wanneer een voertuig van rechts of links achter de auto nadert terwijl u achteruitrij-
dend een bocht maakt
• Wanneer u achteruitrijdend een bocht maakt • Bij het onder een kleine hoek achteruit uit-
rijden van een parkeerplaats
• Bij het achteruitrijden op een helling met een grote verandering in het hellingsper-
centage
• Wanneer een voertuig een bocht maakt in het detectiegebied
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 354 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 359 of 568

359
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
HIGHLANDER HV_EE
■VSC+ (Vehicle Stability Control+)
Coördineert de werking van ABS-,
TRC-, VSC- en EPS-systemen.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit
behouden blijft bij uitwijkmanoeuvres
op een glad wegdek door de stuurcom-
mando's aan te passen.
■Trailer Sway Control
Helpt de bestuurder om de aanhangwa-
gen weer onder controle te krijgen door
op afzonderlijke wielen remdruk uit te
oefenen en het aandrijfkoppel te ver-
minderen wanneer wordt gesignaleerd
dat de aanhangwagen slingert.
■TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht
behouden blijft en voorkomt dat de aan-
drijvende wielen gaan doorslippen bij
het wegrijden met de auto of bij het
accelereren op gladde wegen
■Active Cornering Assist (ACA)
Helpt te voorkomen dat de auto naar de
buitenkant van de bocht uitwijkt door
remregeling uit te oefenen op de wielen
aan de binnenzijde wanneer tijdens het
rijden in een bocht wordt geprobeerd te
accelereren
■Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achter-
uit rolt bij helling op wegrijden
■EPS (elektrische stuurbekrachti-
ging)
Maakt gebruik van een elektromotor om
de benodigde kracht voor het rond-
draaien van het stuurwiel te verminde-
ren
■E-Four
Elektronisch on-demand AWD-sys-
teem. Schakelt afhankelijk van de
rijomstandigheden automatisch van
voorwielaandrijving naar permanente
vierwielaandrijving (AWD), wat bij-
draagt aan betrouwbaar rijgedrag en
stabiliteit. Voorbeelden van omstandig-
heden waaronder het systeem over-
schakelt op AWD zijn het nemen van
bochten, heuvelopwaarts rijden, wegrij-
den of accelereren en als het wegop-
pervlak glad is ten gevolge van
sneeuw, regen, enz.
■VDIM (Vehicle Dynamics Integra-
ted Management)
Zorgt voor een geïntegreerde regeling
van de ABS-, BA-, TRC-, VSC-, Hill
Start Assist Control- en EPS-systemen.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit
behouden blijft bij uitwijkmanoeuvres
op een glad wegdek door de remkracht,
het vermogen van het hybridesysteem
en de mate van stuurbekrachtiging aan
te passen.
■Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt
ingetrapt, gaan de alarmknipperlichten
automatisch knipperen om het achter-
opkomende verkeer te waarschuwen.
■Secondary Collision Brake
Als de airbagsensor een aanrijding sig-
naleert en het systeem in werking is,
worden de remmen en remlichten auto-
matisch geregeld om de rijsnelheid te
verlagen en te helpen de kans op ver-
dere schade ten gevolge van een
tweede aanrijding te verkleinen.
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 359 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 362 of 568

3624-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HIGHLANDER HV_EE
■Voorwaarden voor werking noodstop-
signaal
Als aan de volgende voorwaarden wordt vol-
daan, werkt het noodstopsignaal:
●De alarmknipperlichten zijn uit
●De werkelijke rijsnelheid is hoger dan 55
km/h
●Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het om een
noodstop gaat.
■Automatisch uitschakelen van nood-
stopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende
situaties uitgeschakeld:
●De alarmknipperlichten worden ingescha-
keld
●Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het niet om
een noodstop gaat
■Werkingsvoorwaarden Secondary Colli-
sion Brake
Het systeem werkt als de airbagsensor een
aanrijding signaleert terwijl de auto in bewe-
ging is.
Het systeem werkt echter niet wanneer
onderdelen beschadigd zijn.
■Automatisch uitschakelen Secondary
Collision Brake
Het systeem wordt automatisch uitgescha-
keld in een van de volgende situaties.
●De rijsnelheid wordt lager dan ongeveer 0
km/h
●Er verstrijkt een bepaalde tijd tijdens de
werking
●Het gaspedaal wordt flink ingetrapt.
WAARSCHUWING
■Het ABS werkt niet effectief als
●De maximale grip van de banden over-
schreden wordt (bijvoorbeeld versleten
banden op een weg die bedekt is met
sneeuw).
●Er sprake is van aquaplaning bij hoge
snelheid op een nat of glad wegdek.
■De remweg met ABS in werking kan
langer zijn dan onder normale
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg
van de auto te verkorten. Houd altijd vol-
doende afstand tot uw voorligger, met
name in de volgende gevallen:
●Als wordt gereden op wegen met grind,
zand en dergelijke, of op besneeuwde
wegen
●Als wordt gereden met sneeuwkettingen
●Als wordt gereden op slechte wegen
●Als wordt gereden over wegen met
diepe gaten of andere grote oneffenhe-
den
■De TRC/VSC werkt mogelijk niet
effectief als
Het insturen van de juiste richting en het
overbrengen van de aandrijfkracht kunnen
op een gladde weg niet onder alle omstan-
digheden gerealiseerd worden, zelfs niet
als het TRC/VSC-systeem in werking is.
Rijd voorzichtig met de auto onder
omstandigheden waarbij de stabiliteit en
de aandrijfkracht verloren kunnen gaan.
■De Active Cornering Assist werkt niet
effectief als
●Vertrouw niet alleen op de Active Corne-
ring Assist. De Active Cornering Assist
werkt mogelijk niet effectief bij het acce-
lereren op een helling of bij het rijden op
een glad wegdek.
●Wanneer de Active Cornering Assist
vaak in werking is getreden, wordt de
werking ervan mogelijk tijdelijk gestopt
om een goede werking van de remmen,
TRC en VSC te garanderen.
■De Hill Start Assist Control werkt niet
effectief wanneer
●Vertrouw niet uitsluitend op de Hill Start
Assist Control. De Hill Start Assist Con-
trol werkt mogelijk niet effectief op steile
hellingen en op met ijs bedekte wegen.
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 362 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM