sensor TOYOTA HIGHLANDER 2020 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: HIGHLANDER, Model: TOYOTA HIGHLANDER 2020Pages: 568, PDF Size: 97.56 MB
Page 366 of 568

3664-6. Rijtips
HIGHLANDER HV_EE
Gebruik vloeistoffen die geschikt zijn
voor winterse omstandigheden.
• Motorolie
• Koelvloeistof motor/vermogensregeleen-
heid
• Ruitensproeiervloeistof
Laat de toestand van de 12V-accu
controleren door een monteur.
Laat vier winterbanden onder uw
auto monteren of schaf een set
sneeuwkettingen voor de voorwielen
aan.
Controleer of alle banden dezelfde maat
hebben en van hetzelfde merk zijn en con-
troleer of de sneeuwkettingen geschikt zijn
voor de bandenmaat van uw auto.
Rijden in de winter
Tref voor het aanbreken van de
winter de noodzakelijke voorberei-
dingen en voer de benodigde con-
troles uit. Pas uw rijgedrag altijd
aan de actuele weersomstandighe-
den aan.
Voorbereidingen voor
de winter
WAARSCHUWING
■Rijden met winterbanden
Neem om de kans op ongevallen te beper-
ken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
●Gebruik winterbanden met de voorge-
schreven maat.
●Zorg ervoor dat de bandenspanning aan
de specificatie voldoet.
●Rijd niet harder dan de toegestane snel-
heid of harder dan de snelheidslimiet
die geldt voor de gebruikte winterban-
den.
●Monteer winterbanden op alle wielen.
■Rijden met sneeuwkettingen
Neem om de kans op ongevallen te beper-
ken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Anders kunnen een aanrijding en ernstig
letsel het gevolg zijn.
●Rijd niet harder dan de maximaal toege-
stane snelheid voor de gebruikte
sneeuwkettingen of niet harder dan 50
km/h, afhankelijk van welke snelheid de
laagste is.
●Vermijd het rijden over slechte wegdek-
ken en over gaten.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
●Minder uw snelheid alvorens een bocht
aan te snijden zodanig, dat u zeker weet
dat de auto bestuurbaar blijft.
●Gebruik het LTA-systeem (Lane Tracing
Assist) niet.
OPMERKING
■Repareren of vervangen van winter-
banden
Laat winterbanden repareren of vervangen
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
of door een bandenspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winter-
banden heeft namelijk invloed op de wer-
king van de bandenspanningssensoren en
-zenders.
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 366 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 368 of 568

3684-6. Rijtips
HIGHLANDER HV_EE
Gebruik de juiste maat sneeuwkettin-
gen.
De maat van de sneeuwkettingen is
afgestemd op de bandenmaat. Zijketting (diameter 3 mm)
Zijketting (breedte 10 mm)
Zijketting (lengte 30 mm)
Dwarsketting (diameter 4 mm)
Dwarsketting (breedte 14 mm)
Dwarsketting: (lengte 25 mm) De wetgeving met betrekking tot het
gebruik van sneeuwkettingen verschilt
per land en per soort weg. Stel u op de
hoogte van lokale voorschriften alvo-
rens sneeuwkettingen te monteren.
■Monteren van sneeuwkettingen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht bij het monteren en verwijderen van
sneeuwkettingen:
●Monteer en verwijder de sneeuwkettingen
op een veilige locatie.
●Monteer de sneeuwkettingen uitsluitend op
de voorwielen. Gebruik geen sneeuwket-
tingen om de achterwielen.
●Plaats de sneeuwkettingen zo strak moge-
lijk om de voorwielen. Zet de sneeuwkettin-
gen na 0,5 - 1 km opnieuw vast.
●Monteer de sneeuwkettingen volgens de
meegeleverde gebruiksaanwijzing.
Kiezen van sneeuwkettingenWetgeving met betrekking tot
het gebruik van
sneeuwkettingen
OPMERKING
■Monteren van sneeuwkettingen
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn,
werken de bandenspanningssensoren en
-zenders mogelijk niet goed.
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 368 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 383 of 568

383
5
5-2. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
HIGHLANDER HV_EE
■Werking van de airconditioning in de
ECO-rijmodus
●In de ECO-rijmodus wordt de airconditio-
ning als volgt bediend voor een laag
brandstofverbruik:
• Het motortoerental en de werking van de compressor worden geregeld om de ver-
warm-/koelcapaciteit te beperken
• Wanneer de automatische modus is geko- zen, wordt de aanjagersnelheid beperkt
●Doe het volgende om de prestaties van de
airconditioning te verbeteren:
• Wijzig de aanjagersnelheid
• Schakel de ECO-rijmodus uit ( →Blz. 355)
• Schakel de ECO-modus van de airconditi- oning uit
●Als de ECO-rijmodus wordt ingeschakeld,
wordt de ECO-modus van de airconditio-
ning automatisch ingeschakeld. Zelfs in
dat geval kan de ECO-modus van de air-
conditioning worden uitgeschakeld door op
de schakelaar voor de ECO-modus van de
airconditioning te drukken.
■Wanneer de buitentemperatuur laag is
De ontvochtigingsfuncti e werkt mogelijk niet,
ook niet als A/C wordt ingedrukt.
■Geuren ventilatie en airconditioning
●Zet de airconditioning in de buitenluchtmo-
dus om frisse lucht binnen te laten.
●Tijdens het gebruik kunnen verschillende
geuren van binnen en buiten de auto in het
airconditioningsysteem terechtkomen. Dit
kan tot gevolg hebben dat de lucht die uit
de uitstroomopeningen komt niet lekker
ruikt.
●Het voorkomen van mogelijke geuren:
• We raden u aan het airconditioningsys- teem in de buitenluchtmodus te zetten
voordat u de motor uitschakelt.
• Mogelijk wordt het inschakelen van de aanjager direct nadat de airconditioning in
de automatische modus of de pollenverwij-
deringsmodus wordt ingeschakeld even
vertraagd.
●Bij het parkeren schakelt het systeem
automatisch de buitenluchtmodus in voor
een betere luchtcirculatie in de auto, wat
helpt om geuren bij het starten van de auto
te verminderen.
1 Druk op de schakelaar voor de
automatische modus.
De ontvochtigingsfunctie wordt ingescha-
keld. De uitstroomopeningen waaruit de
lucht komt en de aanjagersnelheid worden
automatisch geregeld op basis van de geko-
zen temperatuur en de luchtvochtigheid.
2Wijzig de ingestelde temperatuur.
3 Druk op de schakelaar OFF om de
procedure te beëindigen.
Als de instelling van de aanjagersnel-
heid of de luchtcirculatiemodi worden
bediend, dooft het controlelampje van
de automatische modus. De automati-
sche modus blijft echter ingeschakeld
voor de andere functies dan die worden
bediend.
■Gebruik van de automatische modus
De aanjagersnelheid wordt automatisch
geregeld op basis van de gekozen tempera-
tuur en de omgevingscondities.
Direct na het indrukken van de schakelaar
voor de automatische modus kan de aanja-
ger even worden uitgeschakeld tot er vol-
doende warme of koude lucht voorhanden is.
Gebruik van de automatische
modus
OPMERKING
■Luchtvochtigheidssensor
De voorruit is voorzien van een sensor die
de luchtvochtigheid in de auto, de tempe-
ratuur van de voorruit, enz. meet, om vast
te stellen of de ruit is beslagen.
Volg onderstaande punten op om te voor-
komen dat de sensor beschadigd raakt.
●Neem de sensor niet uit elkaar
●Spuit geen ruitenreiniger op de sensor
en stel hem niet bloot aan sterke schok-
ken
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 383 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 384 of 568

3845-2. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
HIGHLANDER HV_EE
Met de schakelaar kan worden inge-
steld of de lucht alleen naar de voor-
stoelen moet stromen of naar alle
stoelen. Wanneer de voorpassagiers-
stoel niet bezet is, stroomt er mogelijk
alleen lucht naar de bestuurdersstoel.
Onnodig gebruik van de airconditioning
wordt onderdrukt, wat zorgt voor een
lager brandstofverbruik.
Selecteer op het bedienings-
scherm voor opties of druk op de toets
S-FLOW-modus op het bedie-
ningspaneel van de airco en stel de
luchtcirculatie in.
Indicator brandt: luchtstroom alleen
naar de voorstoelen
Indicator is uit: luchtstroom naar alle
stoelen.
■Regeling van de luchtcirculatie
Zelfs wanneer de functie handmatig wordt
ingesteld om de luchtstroom alleen naar de
voorstoelen te leiden, wordt mogelijk automa-
tisch lucht naar alle stoelen geleid wanneer
een achterstoel bezet is.
Dit systeem wordt gebruikt om ijsvor-
ming op de voorruit en de ruitenwissers
te voorkomen.
Selecteer op het bedienings-
scherm voor opties of het stoelklimaat-
regelingsscherm. ( →Blz. 382,Blz. 374)
Het controlelampje gaat branden als
het systeem is ingeschakeld.
Auto's met voorruitverwarming: De voorruit-
verwarming wordt na een tijdje automatisch
uitgeschakeld.
Auto's met volledige-voorruitverwarming: De
volledige-voorruitverwarming wordt na een
tijdje automatisch uitgeschakeld. De volle-
dige-voorruitverwarming werkt niet als de
buitentemperatuur 5°C of hoger is.
OPMERKING
●Bevestig niets op of aan de sensor
Gebruik van de
geconcentreerde
luchtcirculatiemodus voorstoel
(S-FLOW-modus)
Voorruitverwarming/volledige-
voorruitverwarming (auto's met
een 12,3 inch display)
WAARSCHUWING
■Als de voorruitverwarming ingescha-
keld is (indien aanwezig)
Raak het onderste deel van de voorruit en
de gedeeltes bij de voorstijlen niet aan
wanneer de voorruitverwarming is inge-
schakeld.
■Als de volledige-voorruitverwarming
ingeschakeld is (indien aanwezig)
Raak de voorruit niet aan wanneer de vol-
ledige-voorruitverwarming is ingescha-
keld.
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 384 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 417 of 568

417
6
6-1. Onderhoud en verzorging
Onderhoud en verzorging
HIGHLANDER HV_EE
WAARSCHUWING
■Bij het wassen van de auto
Zorg dat er geen water in de motorruimte
komt. Anders kunnen de elektrische com-
ponenten, enz. vlam vatten.
■Bij het wassen van de voorruit
Zet de ruitenwisserschakelaar in de stand
OFF.
Als de schakelaar in de stand AUTO staat,
kunnen de ruitenwissers in de volgende
gevallen onverwacht in werking treden.
Hierdoor kunnen uw handen bekneld
raken en kunt u ernstig letsel oplopen, en
hierdoor kunnen de ruitenwisserbladen
beschadigd raken.
Uit
AUTO
●Wanneer het bovenste deel van de
voorruit waar de regensensor is
geplaatst met de hand wordt aangeraakt
●Wanneer een natte doek of iets derge-
lijks in de buurt van de regensensor
wordt gehouden
●Als iets tegen de voorruit stoot
●Als u het regensensorhuis aanraakt of
als iets in aanraking komt met de regen-
sensor
■Voorzorgsmaatregelen met betrek-
king tot de uitlaatpijp
Uitlaatgassen zorgen ervoor dat de uitlaat-
pijp tamelijk heet wordt.
Raak wanneer u de auto wast de uitlaat-
pijp niet aan totdat deze voldoende is
afgekoeld, aangezien het aanraken van
een hete uitlaatpijp brandwonden kan ver-
oorzaken.
■Voorzorgsmaatregelen met betrek-
king tot de achterbumper met de
Blind Spot Monitor
Als de lak van de achterbumper is geschil-
ferd of bekrast, kan een storing optreden
in het systeem. Neem, als dit gebeurt, con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
OPMERKING
■Aantasting van de lak en corrosie
van de carrosserie en onderdelen
(lichtmetalen velgen, enz.) voorko-
men
●Was de auto zo spoedig mogelijk:
• Na het rijden in een kustgebied
• Na het rijden over gepekelde wegen
• Als er zich teer of boomsappen op de lak bevinden
• Als er zich dode insecten, insecten- of vogelpoep op de lak bevinden
• Na het rijden in gebieden waar sprake is van veel rook, stof, ijzerdeeltjes of che-
mische stoffen
• Als de auto erg vuil is geworden van stof of modder
• Als er brandstof op de lak is gemorst
●Als de lak is geschilferd of bekrast, laat
deze dan direct herstellen.
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 417 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 436 of 568

4366-3. Zelf uit te voeren onderhoud
HIGHLANDER HV_EE
Wissel de banden zoals aangegeven in
de afbeelding.
Auto's met een compact reservewiel Vo o r
Auto's met een volwaardig reserve-
wielVo o r
Toyota beveelt aan om de banden ongeveer
elke 5.000 km van plaats te wisselen om een
gelijkmatig slijtagepatroon en een langere
levensduur van de banden te verkrijgen.
Vergeet niet na het wisselen van de banden
het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem te initialiseren.
Uw auto is uitgerust met een banden-
spanningswaarschu wingssysteem dat
gebruikmaakt van bandenspannings-
sensoren en -zenders om een lage
bandenspanning te signaleren voordat
deze tot problemen leidt.
De door het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem gesignaleerde
bandenspanning kan op het
multi-informatiedisplay worden weer-
gegeven. ( →107)
De getoonde afbeelding dient slechts als
voorbeeld en verschilt mogelijk van het wer-
kelijke beeld op het multi-informatiedisplay.
WAARSCHUWING
●Auto's met een compact reservewiel:
Rijd niet met een aanhangwagen als
een compact reservewiel is gemon-
teerd.
OPMERKING
■Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over
onverharde wegen en wegen met kuilen.
Dergelijke omstandigheden hebben moge-
lijk een verlaging van de bandenspanning
tot gevolg, waardoor de verende werking
van de banden vermindert. Bovendien
kunnen de banden zelf en de velgen en
carrosserie beschadigd raken bij het rijden
over onverharde wegen.
■Als tijdens het rijden in elke band een
te lage bandenspanning ontstaat
Rijd niet verder als de bandenspanning te
laag is, anders kunnen de banden en/of
velgen ernstig beschadigd raken.
Wisselen van bandenBandenspannings-
waarschuwingssysteem
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 436 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 437 of 568

437
6
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
HIGHLANDER HV_EE
Als de bandenspanning onder een
bepaalde waarde komt, wordt de
bestuurder gewaarschuwd door mid-
del van een melding op het scherm
en een waarschuwingslampje.
(→Blz. 487)
De getoonde afbeelding dient slechts als
voorbeeld en verschilt mogelijk van het wer-
kelijke beeld op het multi-informatiedisplay.
■Periodieke controle van de banden-
spanning
Het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem vervangt de periodieke controle van de
bandenspanning niet. Controleer daarom ook
zelf regelmatig de bandenspanning.
■Situaties waarin het bandenspannings-
waarschuwingssysteem mogelijk niet
goed werkt
●Onder de volgende omstandigheden werkt
het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem mogelijk niet goed.
• Als er niet-originele Toyota-velgen zijn gemonteerd.
• Er is een band vervangen door een exem- plaar dat niet overeenkomt met de
OE-specificaties (Original Equipment).
• Er is een band vervangen door een exem- plaar dat niet de voorgeschreven maat
heeft. • Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
• Er is een run-flat band met ondersteu-
nende ring gemonteerd.
• Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst van de radiografische sig-
nalen nadelig beïnvloedt.
• Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen of de wielkasten.
• Als de bandenspanning aanzienlijk hoger is dan de voorgeschreven waarde.
• Als het reservewiel zich op een plaats bevindt waar een slechte ontvangst van
radiosignalen is.
*
• Als er banden zonder bandenspannings-sensoren en -zenders zijn gebruikt.
• Als de identificatiecode op de banden- spanningssensoren en -zenders niet is
geregistreerd in de bandenspanningswaar-
schuwingssysteem-ECU.
*: Alleen auto's met een volwaardig reserve-
wiel
●In de volgende situaties kunnen de presta-
ties worden beïnvloed.
• In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of
elektromagnetische velden aanwezig zijn
• Als u een draagbare radio, mobiele tele- foon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiemiddel bij u draagt
●Als de bandenpositiegegevens niet juist
worden weergegeven als gevolg van
slechte ontvangst van de radiogolven, kan
de weergave worden hersteld door verder
te rijden en zo de ontvangst van de radio-
golven te veranderen.
●Wanneer de auto geparkeerd is, kan het
langer duren voordat de waarschuwing
verschijnt of verdwijnt.
●Wanneer de bandenspanning snel daalt,
zoals bij een klapband, dan verschijnt de
waarschuwing mogelijk niet.
■Waarschuwingen bandenspannings-
waarschuwingssysteem
De eventuele waarschuwing van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem is geba-
seerd op de omstandigheden waaronder het
systeem geïnitialiseerd is. Daarom laat het
systeem mogelijk zelfs een waarschuwing
zien wanneer de bandenspanning niet laag
genoeg is of wanneer de druk hoger is dan
de druk die was ingesteld tijdens het initiali-
seren van het systeem.
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 437 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 446 of 568

4466-3. Zelf uit te voeren onderhoud
HIGHLANDER HV_EE
Bij het vervangen van banden of velgen
moeten de bandenspanningssensoren
en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssenso-
ren en -zenders geplaatst worden,
moeten de identificatiecodes van deze
componenten worden geregistreerd in
de bandenspanningswaarschuwings-
systeem-ECU en moet het banden-
spanningswaarschuwingssysteem
worden geïnitialis eerd. Laat de identifi-
catiecodes van de bandenspannings-
sensoren en -zenders registreren door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. ( →Blz. 448)
■Vervangen van banden en velgen
Als de identificatiecode van de bandenspan-
ningssensor en -zender niet is geregistreerd,
werkt het bandenspanningswaarschuwings-
systeem niet correct. Na ongeveer 10 minu-
ten rijden gaat het waarschuwingslampje
lage bandenspanning gedurende 1 minuut
knipperen en het blijft daarna branden om
aan te geven dat er een storing in het sys-
teem aanwezig is.■Het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem moet worden geïni-
tialiseerd onder de volgende
omstandigheden:
Bij het wijzigen van de bandenspan-
ning (bijvoorbeeld omdat u de rij-
snelheid aanzienlijk gaat
veranderen).
Bij het wijzigen van de bandenspan-
ning omdat er een andere banden-
maat gemonteerd is.
Bij het wisselen van wielen.
Nadat de identificatiecodes zijn
geregistreerd. ( →Blz. 448)
Als het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem wordt ge ïnitialiseerd,
wordt de actuele bandenspanning als
referentiespanning beschouwd.
Plaatsen van banden-
spanningssensoren en
-zenders
OPMERKING
■Repareren of vervangen van banden,
velgen, bandenspanningssensoren,
-zenders en ventieldopjes
●Neem voor het verwijderen en plaatsen
van wielen, banden of bandenspan-
ningssensoren en -zenders contact op
met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige omdat de bandenspan-
ningssensoren en -zenders beschadigd
kunnen raken als er niet voorzichtig
mee wordt omgegaan.
●Vergeet niet de dopjes weer op de ven-
tielen aan te brengen. Als de ventieldop-
jes niet geplaatst worden, dan kan er
water in de bandenspanningssensoren
terechtkomen en kunnen ze vast gaan
zitten.
●Vervang ventieldopjes alleen door het
voorgeschreven type ventieldopje. De
dop kan anders vast gaan zitten.
■Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang bij het repareren of
vervangen van de band de bandenspan-
ningssensor en -zender. ( →Blz. 446)
Initialiseren van het
bandenspannings-
waarschuwingssysteem
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 446 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 448 of 568

4486-3. Zelf uit te voeren onderhoud
HIGHLANDER HV_EE
●Als u per ongeluk de initialisatie weer start
wanneer initialiseren niet nodig is, breng
de banden dan op de juiste spanning wan-
neer ze koud zijn en voer de initialisatie
opnieuw uit.
●Als tijdens het bepalen van de positie van
elke band, waarbij de bandenspanningen
niet worden weergegeven op het
multi-informatiedisplay, de spanning in een
band daalt, gaat het waarschuwingslampje
lage bandenspanning branden.
■Als de initialisatie van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem niet vol-
tooid is
Het voltooien van de initialisatie kan langer
duren als er met de auto over een onver-
harde weg wordt gereden. Rijd bij het uitvoe-
ren van de initialisati e indien mogelijk over
een verharde weg. Afhankelijk van de rijom-
geving en de conditie van de banden kan het
ongeveer 10 tot 30 minuten duren totdat de
initialisatie voltooid is. Rijd nog een poosje
door als de initialisatie na ongeveer 10 tot 30
minuten nog niet voltooid is.
Voer de volgende procedure uit als de ban-
denspanning van elke band niet wordt weer-
gegeven als er ongeveer 1 uur met de auto
gereden is.
●Parkeer de auto op een veilige plaats
gedurende ongeveer 20 minuten. Rijd ver-
volgens rechtuit (met zo min mogelijk
bochten naar links en rechts) met een snel-
heid van ten minste ongeveer 40 km/h
gedurende ongeveer 10 tot 30 minuten.
In de volgende situaties wordt de banden-
spanning niet opgeslagen en werkt het sys-
teem niet goed. Voer de initialisatie nogmaals
uit.
●Als er tijdens de initialisatie achteruit gere-
den wordt, worden de gegevens tot dat
punt gereset. Herhaal de initialisatieproce-
dure in dat geval vanaf het begin.
●Als de resetknop van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem wordt
bediend, gaat het waarschuwingslampje
lage bandenspanning niet 3 keer knippe-
ren.
●Na het initialiseren knippert het waarschu-
wingslampje lage bandenspanning gedu-
rende 1 minuut en blijft het tijdens het
rijden branden.
Als de bandenspanning van elke band nog
steeds niet wordt weergegeven, laat dan de
auto controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Elke bandenspanningssensor en -zen-
der is voorzien van een unieke identifi-
catiecode. Bij het vervangen van een
bandenspanningssensor en -zender is
het noodzakelijk om de identificatie-
code te registreren. Ga als volgt te werk
bij het registreren v
an de identificatie-
codes:
1 Parkeer de auto op een veilige
plaats en zet het contact UIT.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer
de auto rijdt.
2Breng de banden op de voorge-
schreven spanning bij koude ban-
den. ( →Blz. 532)
Breng de banden op de voorgeschreven
spanning voor de banden in koude toestand.
Deze spanning vormt de referentiespanning
voor het bandenspannings waarschuwings-
systeem.
3 Zet het contact AAN.
4 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel om te selecteren.
WAARSCHUWING
■Bij het initialiseren van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem
Initialiseer het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem niet voordat de banden
op de voorgeschreven spanning zijn
gebracht. Anders kan het voorkomen dat
het waarschuwingslampje voor de lage
bandenspanning niet gaat branden terwijl
de bandenspanning te laag is, of wel gaat
branden terwijl de bandenspanning in orde
is.
Registreren van
identificatiecodes
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 448 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 449 of 568

449
6
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
HIGHLANDER HV_EE
5
Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer en houd
vervolgens ingedrukt.
6 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer TPWS en druk
vervolgens op .
7 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer “Change Wheel”
(wielen wijzigen) en druk vervol-
gens op totdat het waarschu-
wingslampje lage bandenspanning
3 keer langzaam knippert.
De modus voor het wijzigen van de wielen-
set wordt geactiveerd en de registratie wordt
gestart.
Vervolgens wordt er een melding weergege-
ven op het multi-informatiedisplay. Als de
registratie wordt uitgevoerd, gaat het waar-
schuwingslampje lage bandenspanning
gedurende ongeveer 1 minuut knipperen en
blijft het vervolgens branden. “--” wordt op
het multi-informatiedisplay weergegeven
voor de bandenspanning van elke band.
8Rijd met een snelheid van ongeveer
40 km/h of hoger gedurende 10 tot
30 minuten.
Als de registratie is voltooid, dooft het waar-
schuwingslampje lage bandenspanning en
wordt de bandenspanning van elke band
weergegeven op het multi-informatiedisplay.
Zelfs als er niet wordt gereden met een snel-
heid van ongeveer 40 km/h of hoger, kan de
registratie worden voltooid als er gedurende
langere tijde met de auto wordt gereden. Als
de registratie na ten minste een uur rijden
niet is voltooid, herhaal dan de procedure
vanaf het begin.
9Initialiseer het bandenspannings-
waarschuwingssysteem.
(→Blz. 447)
■Bij het registreren van identificatieco-
des
●De identificatiecoderegistratie wordt uitge-
voerd als rijsnelheid ongeveer 40 km/h of
hoger is.
●Controleer voordat u de identificatiecode-
registratie uitvoert of er zich geen velgen
met bandenspanningssensoren en -zen-
ders in de buurt van de auto bevinden.
●Initialiseer het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem nadat u de identificatieco-
des hebt geregistreerd. Als het systeem is
geïnitialiseerd voordat de identificatieco-
des zijn geregistreerd, zijn de geïnitiali-
seerde waarden ongeldig.
●De identificatiecodes kunt u zelf registre-
ren maar afhankelijk van de rijomstandig-
heden en de rijomgeving kan het enige tijd
duren voordat de registratie voltooid is.
■Annuleren van de identificatiecodere-
gistratie
●Zet, om de identificatiecoderegistratie te
annuleren nadat deze is gestart, het con-
tact UIT voordat u gaat rijden. Als er met
de auto wordt gereden nadat de identifica-
tiecoderegistratie is gestart, start dan de
identificatiecoderegistratieprocedure nog-
maals om de registratie te annuleren en
zet het contact vóór het rijden UIT.
●Als de identificatiecoderegistratie is gean-
nuleerd, knippert het waarschuwings-
lampje lage bandenspanning gedurende
ongeveer 1 minuut wanneer het contact
AAN wordt gezet en blijft vervolgens bran-
den. Het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem werkt wanneer het
waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning dooft.
●Als het waarschuwingslampje zelfs na
enkele minuten niet uitgaat, is de identifi-
catiecoderegistratie mogelijk niet goed
geannuleerd. Start de identificatiecodere-
gistratieprocedure nogmaals om de regis-
tratie te annuleren en zet het contact vóór
het rijden UIT.
■Als identificatiecodes niet goed zijn
geregistreerd
In de onderstaande situaties duurt de identifi-
catiecoderegistratie mogelijk langer dan
gebruikelijk of is regist ratie niet mogelijk. Nor-
maliter duurt de registratie ongeveer 30
minuten.
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 449 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM